Berliner Bieren

Paasvakantie 2018

Route via Google-maps

Sugarballs - Pott's Brau und Backhaus

Terug naar Berlijn, een make-over van de paasvakantie vorig jaar, toen beslisten we op een wip en een knip om die richting uit te trekken. Daardoor kwamen we er tijd en wat degelijke voorbereiding te kort. Om de stad en haar vele facetten echt te beleven hebben we dit keer ruim op voorhand wat prospectussen doorgenomen en tijdig een plaats geboekt op de Wohnmobil-Oase, Anzahlung bitte. Ik wil niet vertrekken zonder nog even ergens dag te zeggen. Met de jaren komen de zorgen: een babbel over de aangevatte studies van de jongeling, de reservesleutel van onze voordeur heeft hij nog – nur für den Fall. Een slag en een stoot waardoor hij weet dat er iemand om hem geeft, en op de wang van zijn vriend een zoen bij het laatste glas. We maken het niet laat, morgen vroeg eruit en we sturen hen zeker nog een kaartje.

Zaterdag 31 maart

Traject: Sint-Truiden – Oelde, 299 km

Na een valse start komen we een uurtje later dan verwacht aan bij Pott’s Brau und Backhaus in Oelde, een tussenstop vlak bij de A2-Autobahn die ons op paasmaandag verder tot bij onze eindbestemming brengen zal. Niet alleen was de camper laat ingeladen, we moesten ook nog in de ouderlijke stee onze afwezigheid even gaan melden. En daar liep het mis, min of meer. Er moest ook nog gas getankt. Eerste euvel: na het afvullen van de LPG-tanks duw ik onverhoeds het deurtje van de gaskast dicht waarbij het kunststof ventilatierooster, door de UV stralen broos geworden, aan diggelen ligt. De lamellen van het ding kraken en vallen voor mijn voeten op het van dieselolie doordrongen beton in het benzinestation. Geen goed begin, maar we laten onze pret niet drukken. Niets aan de hand. Dat rooster vervangen we later wel.

Tegen mijn verwachtingen in heeft de GPS een voorkeur om via Hasselt binnendoor tot Genk van verkeerslicht naar rotonde aan te schuiven. Zelf zou ik gewoon naar het klaverblad in Lummen gereden zijn, uiteindelijk rijden we ter hoogte van Park Midden Limburg net de E314 op wanneer een GSM rinkelt. Moeder met de boodschap dat er een zwarte tas achter is gebleven. Spiedend naar de achterbank stamelt mijn wederhelft in zijn telefoon dat we terugkeren. Het werkt wat opkomende ergernis in de hand. Gelukkig hadden we vandaag dus géén al te lange trip gepland en ik wil niét weten wat er zo belangrijk in kan hebben gezeten. Het is ruim 18 uur wanneer we bij de huisbrouwerij arriveren en ons bij de comptoir aanmelden: één overnachting en straks een tafeltje voor het avondeten. Gerne!

Pott's Brau und Backhaus - Oelde
Pott's Brau und Backhaus - Oelde
Pott's Brau und Backhaus - Oelde

Een vriendelijke dame toont ons op een plattegrond hoe we precies om moeten rijden naar de bovengelegen parkeerplaats. Er gelden momenteel wat aangepaste parkeerregels omdat er morgen een groot paasvuur is – Osterfeier en afwijkende openingsuren van de brasserie omwille van het paasfeest, begrijpt mijn anders nogal Duitsminnende echtgenoot ervan terwijl de mevrouw honderduit ratelt over een sleutel voor de stroomkast, 10 euro waarborg en de teruggave daarvan morgenochtend. Ik hoorde weldegelijk Osterfeuer, maar koester een blind vertrouwen in mijn man dus staat niemand er verder bij stil. Straks gaan de stevige schnitzel en een paar plakken vers gebakken Leberkäse er als zoete broodjes in, en volle potten Landbier. Het plaatselijke gerstenat is enig in zijn soort, of toch in het Rijnland. Eerder dan een specifiek type is het een door toegevoegde specerijen wat getinte pilsvariant, licht in alcohol en lichtvoetig van smaak, iets waar ze in Beieren een rijke biertraditie in hebben opgebouwd met hun Weizenbier. Maar hier in het noorden is het dus een unicum, omdat de traditie van het Keller- of het Zwickelbier een meer gefonceerd beslag en een hoger gealcoholiseerde pint oplevert. Fraulein, schenk ons nog twee kroezen en een schnaps…

Zondag 1 april

Traject: Oelde – Braunschweig, 209 km

’s Nachts heeft het geregend en de ruiten van de cabine zijn binnen in beslagen. We koppelen de stroom maar weer af en stappen naar beneden voor een eventueel ontbijt of ten minste een kop koffie. Bij de straatkant merk ik eerder verontrustende verbodsborden op die er gisteren nog niet stonden: Oster-feu-er, Par-ken ver-bo-ten. Ik spel het nog even voor mijn germanofiele vent, geen weinig zelfgenoegzaam. Nah! Dat we met de neus van de camper zo ongeveer tegen die huizenhoge stapel ros geworden kerstbomen en snoeihout geparkeerd staan in combinatie met de wetenschap dat ze die dra in brand gaan steken, ontneemt mij de lust om nog uitgebreid te gaan ontbijten. Het blijkt er trouwens veel te druk, zelfs een kop koffie aan de toog is een haast onmogelijke onderneming. Het bezoek aan het biermuseum houden we te goed, sleutel terug inleveren en weg van hier!

Pott's Brau und Backhaus - Oelde
Pott's Brau und Backhaus - Oelde

Een druilerige hoogdag, dus reppen wij ons verder naar het oosten. Bij het plannen van de trip viel mijn oog op de Reisemobilstellplatz bij het Bürgerpark in Braunschweig, ik herkende de naam van onze vorige passage en hoewel ik die om een of andere reden enkel met een grauwe industriestad associeerde blijkt het een vrij toeristische plaats te zijn met een historische binnenstad – vakwerkhuizen, een kasteel en een feodale burcht incluis. Wij daarheen dus. Onderweg worden de weersvooruitzichten bevestigd en geselt een stevige sneeuwbui onze camper. Het zicht wordt belemmerd en op de radio klinken waarschuwingen over een spekgladde A2 en strooidiensten die onderweg zijn, misschien toch beter even die kop koffie gaan drinken in het baanrestaurant op de Rastplatz.

De sneeuwvlaag trekt langzaam over en we zetten onze reis voort. De strooidiensten komen we niet meer tegen en verder oostwaarts in Pruisen klaart de hemel boven Brunswijk op. We nemen één van de vrije plaatsen in op het aangelegde kampeerterrein en smeren nog een boterham vooraleer we te voet de stad gaan verkennen. De lentezon schijnt en haar stralen zijn behaaglijk warm, maar waar de lange schaduwen over ons schuiven blijft het winters koud. Het park is kil en nog niet in bottende bomen, de lente is hier nog pril. Paasvuren zijn er vandaag niet, door de straten van de stad en langs gevels met stille vitrines schuifelen de mensen, net als wij op zoek naar wat te doen. Alleen in het Poolse koffiehuis en in de Dom brandt er licht. De zon staat laag wanneer we langzaam terug naar onze Autoroller wandelen langs de grauwe Volkswagen Halle en door het klamme park, morgen verder naar Berlijn.

Braunschweig
Braunschweig
Braunschweig

Maandag 2 april

Traject: Braunschweig – Berlin, 235 km

Tegen onze verwachtingen in weinig vertraging op de route, bij een vorige doortocht naar Berlijn was dat wel even anders langsheen de snelwegwerven waarvoor Duitsland alom bekend staat. Het vrachtverkeer is ook op paasmaandag onderbroken en wellicht voelen we daarvan het gunstige effect. De hemel klaarde vannacht helemaal op en het was buiten ijzig koud, maar nu achter het glas van de Transit heb ik zelfs spijt deze morgen geen korte broek aangetrokken te hebben. Iets over de middag rijden we in de buurt van Tegel de snelweg af door Wedding en richitng Berlijnse binnenstad. Seestraße, Lütticher Straße, Antwerpener Straße, Genter Straße, geen van die straten leidt naar de beloofde plaats, net zomin wonen er Zweden maar vooral nieuw aangelandde Duitsers in de Schwedenstraße. Gesundbrunnen, vernoemd naar de thermale bron van het voormalige Luisenbad, bij de Hochstraße draaien we rechtsaf en melden ons aan in de werfkeet annex kantoortje van de Wohnmobil-Oase.

Berlin
Berlin

De jongeman aan het bureautje heeft ons kenteken al opgezocht en de reservatie teruggevonden wanneer we binnen stappen. Plaats 28 vlak bij de sanitaire containers, handig. Papierwerk ingevuld en de stroom wordt zo aangesloten. Achter ons schuiven nog drie landgenoten aan, geen idee of ze ook op voorhand boekten. Eén van de dames die uit de cabine stappen, kijkt alleszins verschrikt naar haar man wanneer ik uit de werfkeet komend naar hen grap: draai maar terug om het is volzet. We wachten tot ook zij ingeschreven zijn, alles gaat hier nog met pen en notablokje – (Ost)Deutsche Grundlichkeit. Dan gebaart de Oaseman ons met de camper te volgen naar nummer 28, waar ik zelf al een paar minuten eerder was gaan kijken om vast te stellen dat onze net geen 7m daar exact bemeten is.

Een hoge spar belemmert vrijwel zeker onze satelliet, maar op zich vind ik dat niet zo erg. Sinds er geen dataroaming meer aangerekend wordt, hou ik me ook zonder kijkbuiskinderen ’s avonds wel bezig – of ik val na een vermoeiende dag gewoon in slaap. Mijn echtgenoot twijfelt nog even, tot ik opper dat onze Duitse collega’s schijnbaar wel ontvangst hebben wat betekent dat de kanalen op Astra 1 wel te ontvangen zullen zijn. We blijven staan op nummer 28, dat wordt dan maar een weekje Seife in plaats van de dagelijkse soap. Het is nog altijd paasweekend en dus gaan we ervan uit dat niet alles open zal zijn in de stad, morgen halen we een Welcome Card. Nu gaan we kijken of er in de buurt toch niet wat knabbels in te kopen zijn. Dat valt behoorlijk tegen. Enkel een Bio-Laden doet niet mee met de verlengde zondagsrust, maar we vinden er genoeg om straks een avondmaal in elkaar te draaien en nog iets voor het ontbijt morgen.

Dinsdag 3 tot vrijdag 6 april

Gewoon onthaasten, we hebben tijd genoeg om deze week verder uit te plannen. Op onze bucketlijst staan mogelijkerwijze het Neues Museum, waar mijn beminnelijke hartenheer zijn koningin wil zien; de West-Berlijnse Zoo, nog een aap gaan kopen in de KaDeWe, voor iemands kleine kadee; nog eens wat gaan rondstruinen in één van de vele shoppingmalls, een boottocht op de Spree, het Dalí en het Bauhaus-Archiv wil ik als mislopen graficus eigenlijk nog wel eens hebben gezien; en waarom niet het Schwules Museum einfach nur überqueren. Al de rest is optioneel, uitgenomen het beklimmen van de Reichsdachkoepel en de lift in de Fernsehturm. Die attracties zijn bij voorbaat uitgesloten. Zo is er nog het Stasimuseum, het Spionagemuseum, het Joods museum, Checkpoint Charlie als het echt moet, de Berlijnse Zoo, niet te verwarren met de Tiergarten, maar eerst sturen we ansichtkaartjes. Zalig zo een anachronisme in tijden van scheve selfies, met een trage boodschap voor elke ontvanger. Eentje voor de collega’s op kantoor: stuur maar een laptop op, wij blijven hier!

Berlijnse bollen - Jelle en Michael
Berlijnse bollen – Jelle en Michael
We blijven hier - de collega's
We blijven hier – de collega’s
Hartjes - Annick, Janik en Tobias
We love Berlin – Annick, Janik en Tobias
Groetjes uit Berlijn - Moeke en Grote Mama
Groetjes uit Berlijn – Moeke en Grote Mama
Campingsmoking - Albert en Brigitte
Campingsmoking – Albert en Brigitte
True Love - Lennert en Wouter
True Love – Lennert en Wouter

Een Frans ontbijt aan de voet van de Televisietoren, met koffie en een Duitse pen. De kaartjes op de post en dan om die Berlin Welcome Card: op naar het Nieuwe Museum met de kop van Nefertiti, het wereldvermaarde masker van de Egyptische koningin. Al onze bewegingen draaien ook nu weer rond Alexanderplatz met zijn Telespargel die zich veelvuldig en vanuit alle richtingen laat fotograferen. Ik geraak er zelf ook nauwelijks op uitgekeken, net als op de kopergroene koepel van de Berliner Dom – een gereformeerde kerk – fel afstekend tegen de blauwe hemel. Het drukke museumeiland baadt in de vrolijke lentezon, mensen flaneren langs de fonteinen en vleien zich neer op het gras. Wij schuiven aan bij de kassa en drommen mee naar binnen om ons onder te laten dompelen in de klassieke oudheid en de bakermat van onze cultuur. Cris vergaapt zich aan de Egyptische buste, ik droom weg bij de mysterieuze gouden hoed – een artefact uit de zonnecultus.

Een paar uur later staan we redelijk voldaan weer buiten op het bordes – impressionant, maar meer klassieke musea hoeven niet meteen op éénzelfde dag. We wandelen langs de Spree weg van het Museuminsel, over de kaaien naar het Nikolaiviertel waar we het zonovergoten terras van de huisbrouwerij opzoeken. Een blonde met een deftige Erbsensuppe en een kruik donker bier om mijn Bauernsuppe te vergezellen – Was ist drin? Gulaschsuppe, weet de kelner bij Georg Brau. De hedendaagse Oostberlijners nemen hier rabiaat afscheid van hun eermalige Hongaarse dasha’s; zelfs de goulashsoep moet eraan geloven, grapt mijn snedige vent. Aangesterkt door een late lunch slenteren we terug richting Rotes Rathaus waar de Berlijnse spuitgasten met hun ongenoegen bivakkeren: #BerlinBrennt. Ze protesteren er tegen de lange werkdagen en de ondermaatse lonen.

Berlin
Berlin
Berlin
Berlin

Deze week gaat het allemaal wat langzaamaan zoals Melopee en andere Nagelaten Gedichten, maar dan over de Spree. De lente is nog pril en onder de maan schuift weer die lange rivier, traag naar een of andere See. De metro brengt ons weer terug naar het vertrouwde kampement. Even binnen bij de Rewe en dan maken we bij het avondeten plannen voor de drie nog komende dagen. Het gebeurt me beslist niet zo vaak, maar in deze Heimat zou ik samen met Cris nog kunnen aarden. Er is nog bitter weinig wat me in Vlaanderen of aan Leuven bindt. Ware er niet dat ene bijna tastbare gemis. Noem het dus geen heimwee, maar de hunker naar dat ene onbereikbare geluk.

Sehnsucht, in het Duits klinkt het allemaal zoveel beter. Het lukt me vandaag nochtans aardig om die lusteloosheid met een slok Asbach te verzachten, tot plots ping, de oorzaak van mijn muizenissen informeert ernaar hoe het ons hier in Berlijn vergaat. Nu weer goed. De gloed van de edelbrand en zijn oprechte vraag stemmen mij eventjes oprecht gelukkig. Een melancholisch melodietje vult de laatste gedachten waarmee ik dra in slaap word gewiegd: wahre Freundschaft … wenn man gleich entfernet ist … Terwijl mijn wederhelft nog naar het laatste plaatje op het Duitse Fernsehen tuurt, wieg ik met mijn mobieltje in de hand zachtjes mee naar dromenland. Slaapwel snotaap…

De straffe kop koffie ’s morgens doet mij deugd na een broeierige nacht. We nemen de metro naar de Zoo en straks zoeken we net als vorig jaar een pluche aap bij KaDeWe, want juf Margriet haar Boke was zondag jarig. Met de rugzak nonchalant over één schouder stappen we richting Gesundbrunnen met de U-Bahn, de Flaktürme met de Plumpenpickel in het Volkspark aan de overkant lonken in de felle ochtendzon. Ik heb een zwak voor apen en relicten uit de oorlogsjaren. Het bunkercomplex en stille getuige van de wereldbrand torent hoog uit boven de begane grond. Dit keer wil ik daar echt ook eens naartoe. Nu stappen we zoals gepland op de ondergrondse trein, met een overstap bij Alexanderplatz, voorbij Potsdamer Platz helemaal aan de Berlijnse Zoo. Daar zijn we duidelijk niet alleen. Aanschuivende kroostrijke gezinnen in ellelange rijen op de stoep, ook hier is het duidelijk paasvakantie en Cris komt ooit nog wel eens een keertje terug om de grootste levende collectie inheemse en exotische soorten te bekijken.

Berlin

Op het plein bij de Gedachtnis Kirche staat de Paasmarkt opgesteld, badend in het felle licht. Het loopt tegen het middaguur dus laten we ons verleiden door een Krakauer en een Bockwurst tussen een broodje – mit Senf, scharf bitte, ein Apfelschorle und ein Bier. In het Kaufhaus Des Westens slaan we de etage met de damescollecties en het overprijsde slaatjesrestaurant op de bovenverdieping maar over en speuren tussen de huishoudartikelen naar een zoutvaatje of wat andere snuisterijen. De speelgoedverdieping bezorgt ons de pluizige aap die ik beloofde aan de puberende kapoen. Met onze nieuwe aanwinsten onder de arm wandelen we naar het verderop gelegen homomuseum waar de Berlijnse scene haar geschiedenis bewaart. Aan de overkant van de Spree vinden we het Bauhaus-Archiv, waar ik als verlopen graficus heb naar uitgekeken. Het eerste bleek exemplarisch, het tweede tevergeefs, want alle documentalistische artefacten uit mijn kunstliche verbeelding werden met het oog op een nakende verhuis allemaal in houten dozen ingepakt. Het museumcafé en de shop zijn wel nog open voor een espresso en een bier.

Berlin
Berlin
Berlin
Berlin

Tot onze beider verrassing staan we hier aan de voet van de Bauhauspasserelle maar een boogscheut verwijderd van de Siegessäule, het is zomers weer dus lopen we daar gewoon nog even naartoe over de kaarsrechte allee. Bij een vorig bezoek zagen we het bekende monument enkel vanuit de hop-on-hop-off tegen een grijze regenlucht. Dit keer laat ik geen kans onbenut om er eindelijk ook wat plaatjes van te schieten tegen de staalblauwe lucht, met de felle zon op het gouden ornament met de beeltenis van Victoria – de Romeinse overwinningsgodin, door Berlijners naar het schijnt ook wel eens hun Goldelse geheten. Achter de bottende bomen van de Großen Tiergarten doemen de koepel van de Rijksdag en de postmodernistische staalbouw rond Potzdamer Platz op. Naar de maatstaven van mijn echtgenoot hebben we al heel wat kilometers in de benen en mocht de metro een optie zijn geweest, dan hadden we die zeker genomen. Bij gebrek aan, slenteren we met al wat vermoeide benen door het langgerekte park om aan de achterzijde van het Sony Center onder het ontluikende lover uit te komen. Niets vermoedend en op zoek naar een zonnig caféterras vinden we te midden van het glazen uitspansel een welgekomen oase met hippe pubs en neprustieke Stubes.

Berlin
Berlin
Berlin

Bayerische Gemütlichkeit und Berliner Lebensart: bij een Schwarzbier ploffen we neer in de stoeltjes van het schenkhuis en bij het tweede rondje op het lome terras van Gasthaus-Brauerei Lindenbräu wordt het stilaan etenstijd. Hier een braadworst of nemen we de metro terug naar het Nikolaïviertel… Die keuze is snel gemaakt, want de herinnering aan de echt rustieke keuken van de Kaffeestube laat het spreekwoordelijke water al in onze mond lopen. Gaan we morgen ginds nog naar het spionnagemuseum – de rijen jengelende bengels bij de dierentuin indachtig? Of nee wacht, kijk, Dali, die Ausstellung am Potsdamer Platz. Ik reminisceer bij nog een Märkischer Landmann over mijn jaren aan de academie en op Sint-Lukas onderwijl scheppend van de Gemüsecremesuppe, Berliner Pökeleisbein en een Gegrillte Lachsschnitte, Heiße Sauerkirschen en een Strudel. Het wordt een culinaire en culturele vakantie, bedenk ik me bij de doorloopkoffie en de Schnaps. De helder verlichte Spargel wijst ons onder de nachtelijke hemel de weg terug naar het station. Morgen komt er nog een dag, én Flaktürme!

’s Nachts heeft het warempel geregend, al was het maar om ons eraan te herinneren dat het paas- en nog lang geen zomervakantie is. Door de beklimming van de Humboldthain, langs de nog troosteloze rozentuin, krijgen we het wel warm. Boven op de Bunkeranlage hebben ze in de zestigerjaren het Denkmal für die Deutsche Wiedervereinigung neergepoot – van een hereniging konden de Duitsers toen alleen nog dromen en ik heb er geen idee van of dit nu uit het oostelijke dan wel westelijke deel van de stad stamt. De geschiedenis van de Duitse deling en de muur blijven me ook hier nog fascineren. Cris houdt niet van de hoogte en het desolate sfeertje, met graffiti en clandestiene vuurtjes van kladschilders gecultiveerd, ik weet het allemaal nog wel te appreciëren. Maar zelf ga ik nu toch ook wel liever wat vroege grafiek van Salvador Dalí bestuderen, dan hier nog aan het roestige hekwerk te blijven hangen.

Berlin
Berlin
Berlin

Dalí dus. Geen van zijn grote of meest bekende werken, klokken en horloges wegsmeltend op de lijn der tijd, maar wel litho’s en gravures. Moderne kunst was nu wel nooit mijn specialiteit, maar dit mijn onbekende kantje van de kunstschilder had ik hier zeker niet verwacht. We checken in voor de rondleiding met gids, de rugzakken en onze jassen meteen in de vestiaire. Een ontvanger met een oortje en een luxeticket in de hand, voor een paar euro extra mag je ook fotograferen. Hoeft niet per sé. De enthousiaste dame leidt ons rond en gidst ons door de petite histoire van de notoire gek, euh excuus, de creatieve excentriekeling. Het enige verschil tussen mijzelf en een gek, is dat ik niet gek ben – zo zou hij het destijds zelf wat hebben gezegd. De rondleiding eindigt in het midden van de expo en de gids stuurt ons uit om zelf de werken te gaan verkennen. Het betere lijnwerk en alle verborgen details, dikwijls met een dubbele gelaagdheid, de tijd – net als de wereldberoemde klokken van Dalí – glipt ons onverwacht door de vingers. Met de begeestering van een meester probeer ik mijn man in hoogdruk, diepdruk en vlakdruk te onderslagen, en dat de techniek van koperetsen anders is dan die van kopergravures. Waarom er vette inkt op de poreuze stenen wordt gebruikt en hoe zeefdruk dan wel werkt. Zoveel wetenswaardigheidjes gieren door mijn hoofd, en waarom bij god heb ik dat alles ooit zomaar laten varen…

Berlin
Berlin
Berlin
Berlin

Hij duizelt nog van mijn hoorcollege vrije grafiek wanneer hij terug buiten op het trottoir naast me staat met de nood aan iets dat niet alleen de geest, maar ook de innerlijke mens kan versterken: zo goed als vieruurtjestijd en trek in Kaffee und Kuchen. Geen beter oord dan het Kaisersaal Cafédas nostalgische Plätzchen am Potsdamer Platz. Gisteren tijdens het zappen zagen we op TV toevallig iets over een Champagner des Nordens oftewel een bier uit Potsdam genaamd de Berliner Weiße. Het waren de soldaten van Napoleon de Grote die het levendige bier met die benaming bedachten toen zij in de jaren 1800 Berlijn en Brandenburg op de Pruissen hadden gewonnen. En laten ze dat nu net hier op de kaart hebben staan, toch wil de kelner het mij niet zomaar serveren. De reportage sprak nochtans niet over siroopjes erbij: Himbeer of Waldmeister – dat laatste dan maar. Er verschijnt een kuip van het zuiverste groen voor mijn verbaasde snoet. Ofschoon het volgens die knaap echt niet aan te bevelen valt, voor de goede verstaander niet te zuipen zure bocht van amper 2,5 percent, had ik toch graag dat spontaan gegiste brouwsel eens naturel geproefd. Weten die voormalige Oostduitsers wel wat wij thuis aan oude gueuze brouwen? De echte smaak van het melkzuurbacteriënbier uit het Spreewald blijft voor mij tot nader order helaas onbekend.

Nog op een drafje door de Mall of Berlin, niet de Wall, en vandaar weer terug met de metro naar Alexanderplatz. We worden hier echte gebruikers. Aan het raam aan de overkant van de wagon kleeft een grote sticker: horen, zien en zwijgen. De anders geestige Facebook-aapjes voeren hier campagne tegen individualisering en vereenzaming in de grote stad. Zware kost. Niemand luistert, niemand ziet hoe het echt met je gaat, … Een ongemakkelijke stilte valt over een stel snaterende dames, omdat ik argeloos een foto maak. Natuurlijk niet van die twee trienen, maar van de apensmoeltjes erboven. Ik koester een voorliefde voor apen en wanneer de Reichsmark valt, kijken ze meewarig – ach een eenzame man, ik zie het hen zo denken. Volgende halte Alexanderplatz en wel integendeel.

Berlin
Berlin

We struinen rond in de namiddagdrukte van de stad, de zon schijnt en het is nog te vroeg om weer voor de TV te gaan zitten. Mijn oog valt op een kraampje met emoticonprullaria, gekke bekjes waarvan we ons tegenwoordig zo graag bedienen. En kijk daar is zo een horen-zien-en-zwijgen-aap. Doe ik het? Of niet? Een aarzeling, maar mijn wederhelft gebiedt: allez, koop er dan eentje voor uw snotaap. Blij als een kind stap ik met het ritselende zakje in de hand naast mijn begripvolle vent de paasmarkt rond. Hij ziet het wel en luistert gedwee als ik weer eens zielsroerselen of ‘hartklachten’ lucht. In volle avondspits stappen we terug de metro op, met pendelaars en mijmeringen over de knaap van de aap. Ach daar is mijn Krankheit des schmerzlichen Verlangens en mijn hunker om zorg te dragen voor andermans kinderen weer. Morgen zal het beter zijn, dan gaan we varen op de Spree.

Er is een ijzige wind opgestoken. Zonder jas vertrokken, gaan we noodgedwongen op zoek naar een goedkope windjekker of een fleecevest om ons te beschutten tegen die plotse lenteprik. We lopen van het Nikolaï richting Dom de rivierboten monsterend. De Spreerondvaarten zien er allemaal eender uit, een uur en half onvervalst plezier. Hoewel toch ook weer niet, als we erover nadenken. Mijn slimme vent constateert dat we beter eentje kunnen nemen die niet plat op het water ligt, want dan kijk je overal tegen de kaaimuren aan. Daar had ik zelf niet eens aan gedacht. En er moet beslist een bar zijn aan boord. Dus schepen we maar in bij de schipper met de vrolijkste praat. Met mijn nieuwe fluo windstopper neem ik plaats op bovendek terwijl Cris zorgt voor een bagel en een Weizenbier. Ontbijt. Ook dat was mij vanmorgen helemaal ontgaan.

Berlin
Berlin
Berlin
Berlin

De kapitein meert af en keert de steven, traag glijden we over de donkere spiegel langs het Museuminsel terwijl een sympathieke Duitser ons met allerlei wetenswaardigheidjes en historische feiten overlaadt – nu en dan ook nog een nuttige uitgaanstip verstrekkend. Terwijl de gulle gids tatert schuift de Alte Nationalgalerie van achter de Berliner Dom, het Bode-Museum en het Pergamon, we varen gezapig tot voorbij de Reichsdach en de regeringsgebouwen tot bij Schloss Belle Vue. Daar keren we op de gekanaliseerde Spree en worden aan een hoger tempo en met knorrende magen terug op de kade bij het DDR-museum afgezet. We nemen de metro en de S-bahn naar de Oranienburger Straße, de trendy buurt rond de nieuwe synagoge. De eethuizen en de hippe bars, waar de schipper ons naar had doorverwezen, hebben geen tafeltjes meer vrij. Langs de Spreeoever slenteren we terug richting Nikolai.

Berlin
Berlin

Het toeval brengt ons bij Mutter Hoppe: even namaakauthentiek als de rest van het Viertel dat hier krap 30 jaar geleden als een soort socialistisch Disneyland werd aangelegd. De toenmalige DDR richtte de wijk rond de 13de eeuwse Nikalai-kerk opnieuw in met prefab betonbouw om de 750ste verjaardag van de stad in de kijker te zetten. De vakwerkpanden en hoge handelshuizen op de kaden van de Spree zijn er dus even nep als de Dirndls die de dochters van Moeder Hoppe dragen. Een toeristenval, ohne Rücksicht, maar ze willen voor ons nog net een tafel vrijmaken in de rumoerige kelder. Als we wat geduld hebben, dus wachten we in het deurgat voor de bar. De koppels die na ons binnen komen, hebben beduidend minder geluk. Of net meer, wie weet. Het wordt hier ons laatste avondmaal, met Spätzle of Salzkartoffeln en liters Landmannbier.

Stappen met de hipsters in de uitgaansbuurt of eens gaan piepen in de Szene rond de Motzstraße hoeft voor ons beiden ook precies niet meer. Wat zouden wij als getrouwde oude venten nog tussen die Schwule Jungs gaan zoeken? Een beetje moe maar blij van zin keren we naar de camper terug. Morgen vatten we de terugtocht aan met nog één geplande tussenhalte: Bielefeld. Berlin, wir sehen uns bald wieder!

Zaterdag 7 april

Traject: Berlin – Bielefeld, 395 km

Wie wil er nu naar Bielefeld, zei een kompaan ons bij vertrek. Het blijkt een doordeweekse provinciestad met wegenwerken op onze route. Linksafslaan. Gesperrt, volg de Umleitung dan maar. De scherpe bocht naar rechts, gaat ook plots heel stijl omhoog en de huisraad flikkert hoorbaar alle kanten uit. Na een helse klim blijkt de Wohnmobilstellplatz op de Johannisberg in de vroege namiddag ook nog eens helemaal vol. Het is weekend en een bijna zomerse dag, de motor van de Transit loeit luid wanneer de airco stationair blijft draaien. We zoeken in zeven haasten naar een alternatief, want klakkeloos over de autoparking van het Kletterpark heen parkeren doen we liever niet. Anderen hebben er geen probleem mee gehad, blijkbaar willen er toch nog mensen naar Bielefeld.

Wat denkt ge van Rheda-Wiedenbrück? Cris is naarstig in de weer met zijn apps om voor mij een oplossing te bedenken. Weet ik veel? En hoe kan ik daar nu wat zinnigs over zeggen? De temperatuur stijgt. Geagiteerd jaag ik de Autoroller terug naar beneden, door het aanzwellende verkeer en dan de snelweg op. Het rustige parkingetje aan de rand van Rheda was zonder meer de betere keuze. Echte vakwerkhuizen onder een loden zon. Er blijkt hier zelfs een sterrenchef te huizen. Uitdagend. Het sjieke restaurant van Hotel Reuter lonkt. We dubben, want we hadden niet echt nog een gastronomische uitspatting gepland. Wandel maar verder. In het kasteelpark wordt er beslist. Bel om te reserveren. Leider ist heute kein Tisch mer frei. In het rustieke hotelletje bij de ouden van dagen schuiven ze nog wel een stoeltje bij. Als we hier ooit nog eens terug passeren, dan boeken we vooraf. Zeker weten – Rheda, hier komen we nog wel eens terug!

Berlin
Berlin
Berlin
Berlin
Berlin

Zondag 8 april

Traject: Bielefeld – Leuven, 360 km