Römische Trier & Mittelmosel

Paasvakantie 2012 – fietsen langs de Moezel

Zaterdag 31 maart 2012

Tot het laatste ogenblik hebben we getwijfeld tussen Elzas en Moezel, uiteindelijk zijn het de weersverwachtingen die het pleit beslechten. De meteo-kaarten van Frankrijk worden de komende dagen tot ver voorbij de Loire wisselvallig ingekleurd met vale zonnetjes, grauwe wolken en kans op fikse buien. De vooruitzichten in Rheinland-Pfalz laten ons ten minste nog de hoop op aangenaam fietsweer koesteren. Gisterenavond laat, bij het speuren naar interessante bestemmingen, hakten we de knoop uiteindelijk door: we starten in Trier en volgen in enkele etappes de stroom noordwaarts, om tenslotte het Paasweekend samen met een troep vrienden door te brengen op onze vaste stek in Lösnich.

Trier bezochten we een paar jaren geleden al eens, op de terugweg van het Zwarte Woud. Toen werden we vakkundig gegidst door een bevriend historicus – of liever classicus – die voor de gelegenheid naar de Moezel was afgezakt vanuit onze academische thuisstad. Omwille van de Porta Nigrathermen-complexen en Constantin-basilica wordt Trier soms wel eens het tweede Rome genoemd, hoofdzakelijk dan door touroperators en producenten van reisgidsen, want er is beslist nog meer erfgoed te ontdekken zoals de Dom en het Kurfürstliches Palais; trouwens ook als shopping-trip valt deze stad naar verluid bijzonder aan te bevelen. Wij hebben bij dit bezoek vooral oog voor curiosa zoals al dan niet toevallig treffende autokenteken van de Römer-Express

Porta Nigra - Trier
TR-AM

Het Mittelalterliches Markttreiben in de Messehalle bijvoorbeeld, vlak bij de camperplaats vallen voorbijgangers met zware kapmantels, knoestige pelgrimstaffen en vreemdsoortige puntschoentjes ons op. Rinkelende belletjes verraden hun bestemming en porren ons aan tot spoed, met een nieuwsgierige kriebel in de buik werken we haastig een korst brood naar binnen en volgen we de figuranten van het middeleeuwse schouwspel naar het ons beloofde Mercatus Treveris.

Wie verkleed komt, mag gratis naar binnen. Ik koop met plezier twee toegangstickets, naar Cris grappend dat hij zijn kilt had moeten dragen. De middeleeuwse marktkramers hebben verdacht veel weg van de standwerkers die we elders op kerst- en avondmarkten ontmoetten: beeldhouwers kappen ter plaatse aan gotisch ogende windlichten en kunstige gargouilles, houtbewerkers prijzen hun kleurrijk beschilderde schilden en glad geschaafde speelgoedzwaarden aan. Slechts een kniesoor die daarom maalt, de sfeer is uitgelaten en de grijs geglazuurde stenen kroezen van de Historische Senfmühle in Monschau ogen hier zowaar nog het meest authentiek!

Met een wijde boog laveren we tussen de toeschouwers door en om een beangstigend goed gegrimeerd groepje leprozen heen, op zoek naar een geestrijke versnapering. De tijdelijk ingerichte taveerne blijkt de grootste trekpleister van het evenement, luidruchtige boerenkinkels en hoofse dames zijn er aan ruw in elkaar geslagen tafeltjes gezeten bij een roemer wijn of een kruik bier. Voor ons lijkt er niet onmiddellijk een krukje vrij gebleven en met enkele fijne souvenirs onder de arm keren we door de druilerige avondlucht terug naar de gezelligheid van onze eigen motorhome: een slok gerstenat, een homp oud brood en een eindje worst vinden we daar hopelijk ook wel…

Zondag 1 april 2012

Niemand voor de gek gehouden, geen aprilvissen gevangen vandaag. De aanhoudende wind heeft vannacht de donkere wolken verjaagd en een dappere voorjaarszon droogt de laatste nevels op die nog uit de donker wassende Moezel opstijgen. Het aanzwellende gekwetter van vogeltjes haalt me uit mijn slaap, de rest van de camperplaats ligt er nog slaperig bij terwijl ik een pot koffie zet. Even later wordt mijn geslurp aan de hete mok en getokkel op de schootcomputer overstemd door een laagfrequent geronk dat vanachter het alkoofgordijntje mijn oor bereikt; straks ontwaakt ook mijn schone slaper…
De fietsen worden van de drager gehaald, tijdens het dauwtrappen merkte ik een handwijzertje op bij de Mosel-Radweg: “Wasserbillig 12 Km (L)” en daar wil ik heen.

Een beetje overmoedig vatten we de meanderende tocht aan, niet de afstand wel de luchttemperatuur speelt ons aardig parten. De ochtendkou bijt in onze kneukels en we houden halt om de fluohesjes uit onze fietstassen op te diepen – normaliter worden die enkel aangetogen bij valavond of bij een parcours langsheen drukke steenwegen – vandaag dienen ze als bijkomende bescherming tegen de snijdende wind !

Wasserbillig
Wasserbillig
Stralend en ijskoud weer

Het loopt tegen het middaguur wanneer we de brug over de Sauer (Sûre) en landsgrens oversteken om het Lëtzebuergesche Waasserbëlleg te bereiken aan de samenvloeiing met de Moezel. Met een veerpont kan je hier trouwens ook oversteken naar Oberbillig op de Duitse Mosel-oever. Na een weinig gastronomische, maar daarom niet minder welgekomen, lunch kunnen we er weer helemaal tegen voor de tocht terug – een knapperige schnitzel voor Cris en een succulente forel voor mijzelf, weggespoeld met enkele Bofferdingetjes en een kop slappe koffie.

Even nog poog ik van mijn gezel te weten te komen of zijn nagelnieuwe fiets-GPS ons ook over de andere oever terug naar Trier kan brengen. Maar de gedachte aan een wankele overzet en eventueel extra kilometers om ter hoogte van Konz ook de Saar over te geraken, doen mij er al snel voor kiezen om langs dezelfde weg terug naar Trier te fietsen.

Amfitheater - Trier
Amfitheater - Trier
Romeintje spelen

Het is nog vroeg, te vroeg om naar de televisie te zitten turen, te fris om buiten te blijven zitten in de nochtans zo aangename zon, ideaal dus om het historische centrum van Trier op te zoeken. Bij de kiosk op de markt snuisteren we wat in een toeristische gids, uitgehouwen in de flank van een wijnberg vinden we de resten van een Romeinse amfitheater. Met mijn richtingsgevoel en Cris zijn Garmin vinden we het bouwwerk uit de klassieke oudheid: een aardige brok cultuur om dit bezoek aan Trier af te ronden, over de Römerbrücke fietsen we terug naar de stelplaats.

Moe maar voldaan prikken we de volgende etappe voor deze “fietsvakantie”.

Maandag 2 april 2012

Na het ontbijt en de vaat schuiven we aan bij de servicezuil, een stel arbeiders is bij de in- en uitgang van de camperplaats druk doende met de reparatie van de automatische slagbomen en het betaalsysteem. Met een vriendelijk gebaar worden we naar buiten geholpen, bedankt en tot ziens, vanaf hier gaat het naar Trittenheim. Ik verwacht de Moezel te volgen, maar onze alwetende vriendin kiest vanuit haar plastic behuizing voor een logischere route: eerst een streepje snelweg en dan pas de romantische Straße.

De verwachte overrompeling laat onderweg en ook op onze volgende bestemming nog wat op zich wachten, we nemen een van de vrije plekjes in aan het water: pal met de neus aan het water en vrij zicht op de tegenoverliggende Trittenheimer Apotheke, zuidwest gerichte wijngaarden met op sommige stukken een hellingsgraad van maar liefst 70%. Na een eerder vroege broodjeslunch strekken we de benen, uitkijkend naar een herberg om later op de dag het avondmaal te nuttigen. Wellicht zijn we nog wat vroeg op het toeristische seizoen, de meeste “Gutsschänke” en de weinige gelagzalen hier lijken nog in hun winterslaap verzonken. Tijdens onze verkennende wandeling doorheen het geboorteoord van Johannes Trithemius laten we ons – in afwachting dat de plaatselijke superette haar deuren terug zal openen na de middagrust – verleiden tot een klim naar de Laurentiuskapelle. Bovenaan de glooiende wijngaarden word onze inspanning beloond met een indrukwekkend vergezicht over Leiwen, een naburig wijndorp.

Weinhof Hermes - Trittenheim
Trittenheimer Apotheke
Laurentiuskapelle - Trittenheim
Trittenheimer Apotheke - Trittenheim

Opnieuw beneden in het dorp aangekomen, storten we ons gulzig op een stuk Schwarzwälder Kirschtorte om de verbrande calorieën aan te vullen. Tegen tweeën is de kruidenier nog steeds niet terug open, nadere inspectie leert ons dat die op maandagnamiddag steeds gesloten blijft. De bakker enkele huizen verderop overigens ook, of we moeten genoegen nemen met hetgeen de plaatselijke pizzaboer op tafel zet, of tevreden zijn met wat er nog in het kleine vriezertje van onze koelkast zit. Edgar Hermes, een van de weinige ambachtslui die zo vroeg op het jaar de moeite doet om zijn deur te open voor de weinige toeristen en toevallige passanten, nodigt ons uit om met een glas van zijn beste wijnen in de hand plaats te nemen op zijn zonovergoten terras.

Aangemoedigd door de uitbundige zonnestralen besluiten we op onze fiets te stappen en in de buurt op zoek te gaan naar een eethuis of ten minste een buurtwinkel die wel open is. Ook in Neumagen-Drohn, luttele kilometers stroomopwaarts, rijden we voorbij aan enkele tientallen Winzers die ons enkele dagen later graag zouden verwelkomen voor een WeinprobeOff season lijken deze anders zo bruisende wijndorpen uitgestorven, alles lijkt hier potdicht. Net voorbij het centrum vinden we toch nog een “Treff 3000” supermarkt, met gevulde fietstassen rijden we even later langs het Römische Weinschiff en jachthaven met aanpalende camperplaats terug naar Trittenheim.

Met een zeurend zadelpijntje planten we ons zitvlak opnieuw neer op het terras van Weinhof Hermes en bestellen gelijk enkele flessen wijn om de avond én de volgende dagen door te komen. Je weet immers nooit wanneer we nog eens een wijnmarchand tegen komen die zijn kelder voor ons openen wil…

Trittenheim
Trittenheim
Schimmenspel

Dinsdag 3 april 2012

Met de offline databank van CamperContact in de hand – of liever op de harde schijf – zoeken we telkens een comfortabele camperplek: verharde ondergrond, alle servicemogelijkheden beschikbaar én stroom om de fietsbatterij van mijn sportieve echtgenoot terug op te kunnen laden. Met mobiel internet en data-roaming op zak is de beschikbaarheid van wifi geen must, maar een aardigheidje. De camperplaats in Wintrich biedt dit alles aan democratische tarieven, voor een euro extra kan je zelfs beschikken over sanitair met toilet en douche, hopelijk is er ook horeca in de buurt !

Ook hier staan we met de neus naar de Moezel, zicht op het sluizencomplex en het weer zit opnieuw mee zodat we het zelfs aandurven om buiten te brunchen met verse broodjes en wat plaatselijke lekkernijen. De felle maar nog laagstaande zon streelt langs onze wangen terwijl Cris een route instelt op het wandel- en fietscomputertje: Bernkastel-Kues, 25 km heen en terug over het Moezel-fietspad.

Bernkastel-Kues
Bernkastel-Kues
Bernkastel of Kues?

Hoewel we er wel eens vaker met de fiets komen, weliswaar vanuit de andere richting wanneer we met onze campervrienden te gast zijn bij Jürgen Roth, ontdekken we enkele ons nog onbekende hoekjes en straatjes. Afhankelijk van het weer bezoeken we voor het Paasweekend misschien nog Burg Eltz – een bijzondere burcht hoog in de bossen ergens halverwege tussen Cochem en Koblenz.

Op de terugweg spelen een ongeoefend zitvlak en een stevige kopwind me aardig parten, maar voorlopig kan ik Cris – belangrijker nog zijn elektrische fiets – bijbenen. Terug bij de motorhome aangekomen zitten onze Limburgse buren van de avondzon te genieten, we wisselen enkele vriendelijke woorden terwijl de fietsen achter ons als dominosteentjes tegen de vlakte gaan. Opgeschrikt meten we de schade op: één fietsbel kapot en enkele beugels verbogen. Die laatste zijn zo weer recht gezet, naar een nieuwe bel gaan we de volgende dagen wel even op zoek…

Zorgen voor later, nu steken we eerst de grill aan om het verse Schweinebraten langzaam te garen. Vergezeld van enkele in de schil gekookte aardappelen, sla en tomaatjes besprenkeld met verrassend lekkere mango-azijn, lijkt het wel zomer. Nog nagenietend van het heerlijke avondmaal terwijl de binnenvaarders en hotelboten aanschuiven om geschut te worden, haalt een venijnig aantrekkende wind ons uit deze zomerdroom. Enkele ijskoude regendruppels zijn de voorbode van een stevige bui die vannacht over onze alkoof zal waaien.

Snel naar binnen voor de afwas en dan prikken we onze volgende bestemming: Pünderich.

Woensdag 4 april 2012

Vanmorgen zullen we de Moezel ongeveer 45 km naar het noorden volgen, ter hoogte van Bernkastel (of is het Kues ?) houden we halt bij het plaatselijke Aldi-Süd filiaal – een van onze geliefde warenhuizen in Duitsland en niet te verwarren met de bij ons gekende en beterkope winkelketen – om onze provisiekasten wat aan te vullen en mogelijk wat Rheinlandische specialiteiten in te slaan voor thuis. In de grabbelbakken tussen de tijdelijke aanbiedingen vinden we aangepaste fietskledij, maar geen fietsbel. De zoektocht gaat voort.

Twee fietsenmakers later komen we aan in Pünderich: de mooie ochtendlucht is inmiddels grauw dicht getrokken. De onheilspellende weerberichten waaraan we tot hiertoe stiekem waren ontsnapt, hebben ons vooralsnog ingehaald. We parkeren onze Ducato zo goed mogelijk tussen de oude fruitboompjes op de wat hobbelige camperplaats, naast het dappere Nugget-busje van een jong gezinnetje. De stoeiende en kirrende kleuters storen ons allerminst, hopelijk vinden zij het niet vervelend dat we ons pardoes in hun achtertuin hebben geparkeerd.

Marienburg - Pünderich
Marienburg
Pünderich

Op een of andere manier associeer ik de naam Bullay met een Romeinse villa, geen idee waarom alleszins het dorp of de stad licht hier in vogelvlucht slechts enkele kilometers vandaan. Via de spoorwegtunnel onder de Pündericher Marienburg ben je er in een flits; langs het fietspad dat ook hier de oevers volgt, hebben we ook nu weer een tochtje van 25 km voor de boeg. We komen door Zell, duidelijk een toeristische pleisterplaats in het hoogseizoen, vandaag valt er helaas ook hier niet veel te beleven. Op de terugweg houden we er toch een pitstop met een fris tarwebiertje en een krachtig glas Rotwein, rechtstreeks uit de wijnmakerij van de hotelmeester.

De vandaag al gans de dag vale zon houdt het nu helemaal voor bekeken en we trappen terug om de bergkam heen. Vlakbij de camperplaats komt Frau Hillen net thuis, we vinder haar bereid ons nog even te ontvangen voor een snelle proeverij in de onderaardse Stube. Enthousiast degusteren we enkele Dornfelders en Spätburgunders, de eerste trocken voor mij en de laatste lieblich voor Cris. Gelukkig staat de motorhome slechts enkele honderden meters verderop, want fietsen met twee kratten op de bagagedrager en enkele glazen wijn in het hoofd blijkt niet zo evident…

Donderdag 5 april 2012

Wij hebben de voorbije dagen het betere deel van de Mittelmosel afgefietst, toch een behoorlijk puike prestatie in het licht van onze doorgaans minder sportieve levenswandel. De asgrauwe wolken die gisteren langzaam het dal hebben gevuld, zijn tijdens de nacht nog dichter bijeen gedreven door een gure wind. De verwachtingen voor de volgende dagen zien er niet echt bemoedigend uit. Gelukkig hebben we voor het Paasweekend afgesproken met een troep Vlaamse campervrienden, later deze namiddag verwachten we de eersten al in Lösnich.

Wij vertrekken ook alvast daarhaan want we willen aan de stroom kunnen staan: onze woonaccu’s houden het geen vier sombere dagen en ijskoude nachten vol. Of dat denk ik ten minste toch; bij deze meteorologische omstandigheden vrees ik dat zelfs het zonnepaneel niet zal volstaan om bijvoorbeeld de fietsbatterij terug te laden. Onderweg informeren we naar de reisvorderingen van onze vrienden.

Wanneer wij zelf pas na een drukke werkweek kunnen vertrekken en ’s vrijdags ergens tegen – of al ver over – etenstijd aankomen, dan zorgt “ons ma” er steevast voor dat “haar jongens” niets te kort komen. We willen hen dus bij aankomst graag een warme hap serveren. Ik leef in de veronderstelling dat we in Kröv nog een superette passeren, maar blijkbaar staat het winkelpand uit mijn herinnering tegenwoordig leeg. We zullen met de fiets wel eens terug komen, op prospectie naar een andere kruidenier of superette. Voorlopig nemen we maar het zekere voor het onzekere en rijden gewoon weer door tot Bernkastel, daar zijn immers warenhuizen bij de vleet.

In Wolf nog halt houdend bij fietsenwinkel “Bikes & More“, die eerder deze week gesloten bleek tijdens onze passage, bevestigt Brigitte mij telefonisch het vermoedelijke uur van aankomst. Terwijl Cris op zoek gaat naar een pietluttig onderdeel van een verduivelde fietsbel, keuvel ik honderduit met onze Beverse surrogaatmoeder: Cris maakt Kartoffelsalat en ik gooi wat Putenfilet op de grill, nee geen poten; POE-TEN in ’t Duits! Al had je mij doodgeslagen zo zonder het herkenbare stukje kalkoen in de koeltoog te zien liggen, was het me ook niet onmiddellijk te binnen geschoten. Dat wordt straks weer een vrolijk allegaartje…

Even na de middag nemen we zoals gebruikelijk onze plek in op de camperplaats: op het grasveld zonder stroomaansluitingen staat nagenoeg niemand en aan de kant met electriciteitskasten is nog plaats zat. De grote drukte die we hier anders gewend zijn, ter gegelenheid van de “Lösnicher Herbst” en de “Weinfrühling“, blijft ook hier voorlopig uit. Waarschijnlijk kan onze ganse bende hier het weekend gewoon samen staan, toch zetten we nonchalant onze stoeltjes breed open om ten minste het plekje naast onze motorhome vrij te houden tot Albert en Brigitte arriveren.

De aardappelen zijn gekookt en afgekoeld versneden met lenteuitjes en andere lekkernijen, een flesje dieprode droge Dornfelder van Günter Hillen wordt gekraakt, de Putenfilets liggen sappig gekruid te sissen op het rooster van onze gerieflijke gasbarbecue, alles is klaar voor een gezellig avondje kletsen. Terwijl de rest van het gezelschap gezellig binnen rond tafel zit, trotseer ik het druilerige weer om bij het vuur de wacht op te trekken. Vanuit mijn ooghoek zie ik bovenaan de berm het silhouet van een mij niet onbekende motorhome voorbijschuiven. Opkijkend van de goudbruine geroosterde kalkoenlapjes, wenk ik naar de anderen: Eddy en Roos zijn er ook al !

Haastig schuiven we een bordje bij, wie maalt er om een mondje meer…

Vrijdag 6 april 2012

Bij het ochtendgloren wip ik uit de alkoof, wachtend op de plaatsbeamte die komt ontvangen voor de overnachting of het geklingel van de bakker die ter plaatse verse broodjes komt verkopen. Wie komt er als eerste, klokvast ? Met een kop dampende koffie in de hand stap ik naar buiten om af te rekenen, gelijk voor vier nachten. Even draait ook de motorhome van Marc en Mieke, het volgende koppel van onze olijke bende, de camperplaats op. In de campers naast ons blijft het voorlopig nog muisstil, dus ben ik redelijk enthousiast wanneer ik nog wat wakkere Vlaming kan begroeten. De rest van de dag herhaalt het scenario zich: op uitkijk staan, vrienden dichterbij wenken, een plekje voor de camper uitzoeken, op de keggen rijden en aanschuiven voor het gezellige aperitieven…

Lösnich - Moselweingut Roth
Katze
Lösnich - Moselweingut Roth
Sven Roth, knijpt de katjes in het donker

Zaterdag 7 april 2012

Half elf: Weinabfüllung bij Jurgen en Bettina, best wel eens leuk om te zien hoe de schuur – die anders als Weinstube ingericht is – nagenoeg helemaal ingenomen wordt door een machine waarmee de nieuwe wijn van de 2011-oogst uit de foeders in de kelders opgepompt wordt, flessen automatisch afgevuld worden. Aan hoog tempo plaatst Bettina’s vader het maagdelijke glaswerk aan het begin van de band. Aan het andere eind graait zijn onderhand potig uit de wijnranken gewassen kleinzoon de volle en gekurkte flessen er gezwind weer af, stapelt ze op karren zodat die straks nog geëtiketteerd en verpakt kunnen worden. Zoveel bedrijvigheid hebben we in de Alte Scheune zelden mogen meemaken, feestjes daarentegen des te meer !

Met enige fierheid laat de vrouw des huizes ons van de nieuwe Riesling proeven, telkens opnieuw. Een echtpaar uit ons gezelschap, dat voor het eerst hier in Lösnich te gast is, nodigt ons als Stammkunden uit om hen even door het dorp te gidsen. Alsof wij hier al ooit iets anders bezochten dan Jurgens oude schuur! Alles is beter dan behoorlijk kluchtig aan het middag eten te moeten beginnen. Ergens hier moet het wijngoed “Gebrüder Simon” te vinden zijn, onze wandelgezellen bestoefen de schijnbaar hoogkwalitatieve Sekt die er geproduceerd wordt. We tronen hen mee langs de huizen aan de Hauptstraße, voorbij enkele wijnbouwers met dezelfde familienaam, tot waar het dorp ongemerkt overgaat in Kindel – “Heimat des Sucellus“. We maken rechtsomkeer en wandelen voorbij de camperplaats tot de andere kant van dorp. Net wanneer we besluiten terug te keren naar de rest van de groep, die straks voltallig een proeverij afgesproken heeft, staan we pardoes voor de deur van Ingo Simon – zaakvoerder en kleinzoon van de beruchte broers. Hij is samen met zijn prille nageslacht en oude maar vinnige vader een stelling aan het opbouwen op de patio voor zijn woonst.

Op eenvoudig verzoek van Ingo leidt vader Hermann ons via de keuken naar de ruime eetkamer, waar we aan een kamerbrede moderne tafel mogen plaatsnemen voor een snelle proeverij. Geruime tijd en een tiental flessen met al dan niet mousserende wijn later komt de zoon ons met een enigzins verveelde blik vergezellen. Meewarig lijkt hij zijn oude vader aan te kijken vanuit het deurgat, bij zichzelf denkend: “Sind die verdammte Touristen immer noch da ? Das Essen muß noch auf dem Tisch…

Beleefdheidshalve wil hij precies wel enige woorden met ons wisselen. Luttele ogenblikken later echter gaat ook hij helemaal op in het gepassioneerde gesprek over zijn bedrijf en zijn voortreffelijke wijnen – sommige zelfs geheel atypisch voor deze regio. Vooraleer Cris en ikzelf er erg in hebben, worden wij meegevoerd naar de werf: met de bouwplannen in de hand neemt de sympathieke Ingo ons in vertrouwen over zijn uitbreidingsplannen en allerhande beslommeringen aangaande het vinden van een eigentijdse architect en deugdelijke aannemer. We moeten gelijk de stalen van de aluminium gevelschalies keuren, alsof jongens zoals wij notwendig ook kleur- en stijladvies moeten geven…

Nog voor onze bestelling is genoteerd, moeten we beloven bij gelegenheid ook hier eens langs te komen met de ganse bende: niet alleen Jürgen weet stevige feestjes te bouwen, zo bezweren vader en zoon Simon ons. Wij geloven hen graag.

Maandagochtend, worden alle bestellingen aan de deur van onze campers geleverd: vriendelijke mensen, die Moezelmannen !