Berliner Bären

Paasvakantie 2017

Route via Google-maps

Zaterdag 8 april

Traject: Leuven – Bückeburg, 410 km

Zoals het ervoor staat zouden we al tot de Côte d’Azur moeten rijden om wat vrolijk lenteweer te vinden. Vandaag nog mooi weer en het weekend blijft goed, maar dan beginnen de aprilse grillen. Ik heb de camper gisteren vast gehaald en Cris kwam ’s avonds met Berlijn voor de pinnen: een metropool met een Wohnmobiloase, openbaar vervoer en altijd wat te doen. Ik ben te moe om creatief te zijn, maar mijn deus ex-machina lost in één adem alle dilemma’s en levensvragen op. We rijden naar oosten!

Gisteren bij het openen van het koffieportier liep een scharniertje vast en het metaalmoe onding brak gewoon af. Tijdens de zomervakantie moesten we ook al eens een keukenkastje repareren onderweg. Ze worden in Italië met Trigano-onderdelen duidelijk niet met Deutsche Grundlichkeit gemaakt, die Autorollers. De importeur gebeld en een vervangscharnier besteld, dat wordt even opletten de komende dagen. Ik zie mezelf al met dat deurtje in mijn handen staan. Oh help. Nog wat extra stress op vakantie, tuurlijk waarom niet.

Eens gepakt en ingeladen reppen we ons de snelweg op, via Nederland naar Nedersaksen. De Duitsers zouden geen Duitsers meer zijn, mochten ze ook nu niet even wat wegenwerken aan het uitvoeren zijn op hun snelwegnet. Het daghet in den oosten en ook de eerste kilometers Stau doemen daar aan de einder op. Met enige vertraging komen we aan bij de eerste etappe die mijn echtgenoot heeft uitgezocht: Bückeburg een stad in de luwte van Niedersachsen. In de niet al te late namiddag is er plaats genoeg op de riante Wohnmobilstellplatz am Schloss.

Bückeburg
Schloss Bückeburg

Sehenswert! We kunnen er wel een halve zaterdag vullen, het historische centrum gaat tot de middeleeuwen terug. Er huist een brouwerij op de hoek of toch alleszins nog de slijterij die er na de industriële revolutie van is overgebleven. Wat wil een vermoeide vent nog meer? Het sprookjesachtige slot uit de Weserrenaissance herbergt een museum en een glamoureuze feestzaal, het koetshuis een dressuur- en paardenrijschool. De parkwandeling houden we te goed voor vanavond. De freule tapt volle potten Schwarzbier met witte schuimkragen uit Schaumburg. De naam alleen al. Bier her!

Zondag 9 april

Traject: Bückeburg – Berlin, 344 km

Ruim over de helft van de afstand tot onze hoofdbestemming houden we een gezapig tempo aan. Nauwelijks vrachtverkeer vandaag dat zit snor. We doorkruisen het voormalige niemandsland tussen BRD en DDR en glippen door het IJzeren Gordijn. Het herenigde land strekt zich hier onmetelijk uit van west naar oost en het oude Pruissen ligt verscholen tussen de donkergroene bossen. Sachsen-Anhalt biedt passanten weinig meer dan een luisterrijk verleden en de vergeten geschiedenis van twee metalen sferen.

Het verkeer verdicht en we rijden weer de file in bij het naderen van de hoofdstedelijke periferie. Brandenburg overleefde het keurslijf van voormalige vazallenstaat merkelijk beter dan het belendende Bundesland. Berlijn wenkt in de verte, boven het zinderende beton schuiven bekend klinkende namen voorbij, traag als een Melopee over de Spree. Paul van Ostaijen zou er mijmerende poëzie mee kunnen schrijven: Potsdam, Tempelhof, Schönebrg, Charlottenburg, Spandau, Tegel, … We komen in de buurt van het Bezirk met de Wohnmobil Oase.

De snelweg lieten we ondertussen achter ons en we volgen nu brede lanen en groene dreven, geen vergelijk met de grote steden in eigen land die verstikken onder het fijne stof en versmachten binnen hun vastlopende ringen. De typografie van de winkelopschriften, de slenterende oude mannen in tabbaarden en de dartelende hijabs laten vermoeden dat onze pleisterplaats niet aan de Kurfürstendamm gelegen is. Bij de verkeerslichten aan Gesundbrunnen draaien we rechtsaf en missen de toegang tot de stenen oase, met wat gefoeter bereiken we vooralsnog ons doel. Enkel Volkspark Humboldthain scheidt ons nu nog van Mitte – de centrumwijk van de oude hoofdstad.

Hallo. Reserviert? Haben wir leider nicht. Wielange? Drei oder vier Nächte. Bitte füllen Sie das aus… Terwijl Cris zijn zwierigste Duits oppoetst, probeer ik het ooit nog gestencilde formulier naar best vermogen in te vullen. Hoe lang is hij, net geen 7m. Nee de fietsen er niet bij. Eén nacht en morgen verplaatsen? Nee, natuurlijk is dat geen probleem. Nationalität, Kenzeichen, ik waan me hier in de schaduw van de Flachturme hiertegenover en met de ruwe graffiti rondom ergens in een krakerscollectief dat door een verre verwant van Christiane F of een lesbische achterkleindochter van Helga uit Allo Allo wordt gerund.

Berlin
WomoOase Berlin

De poorten sluiten om 21u stipt voor de veiligheid en om Fremde buiten te houden. De charmes van de grootstad. Tegen betaling van een waarborg ontvangen we een sleutel en kunnen wij vrij erin en eruit. Geen idee of wij ons straks bij nacht en ontij tussen die Fremde willen wagen. We nemen de ons aangewezen vrije plaats in en wachten op het aansluiten van de stroom. Met een Oostblok tred komt de Duitse er weer aan, als ook enkele na ons binnen gereden Scandinavische campers een plek kregen toebedeeld en minstens één rijdende villa wandelen werd gestuurd. Volzet voor de Goede Week, alleen wat hippiebusjes kunnen er nog bij. Strom? Gerne bitte.

Fietsen. Buiten naar rechts, of was het nu links… Altijd rechtdoor naar het centrum. Klaar. Niet echt, we gaan beter gewoon te voet op verkenning. Berlijn mag dan al een fietsstad zijn, als wij in het stedelijke verkeer onze weg niet onmiddellijk vinden dan zijn we een gevaar op de baan. Zu Fuss. Langs de AEG Werke en weinig feeërieke woonkazernes, in de late zestigerjaren gewrongen op een voorschoot tussen de muur en de betere wijken van West-Berlijn. Na een uurtje verwonderend stappen komen we uiteindelijk in het toeristische centrum. Dat heet op de oostelijke as.

Berlin
Berlin
Berlin
Ampelman

Stralend weer en stralende mensen. Op een drafje door de stad op zoek naar de must-have-seens en een bewandelbare route terug.We moeten ons bezoek de komende dagen duidelijk beter plannen en vooral de metro leren gebruiken. Eerst nog ansichtkaartjes en Briefmarke kopen, een café zoeken en onderweg terug een drankslijterij met Rüdesheimer Asbach voor Uhralt medicinaal gebruik.

Maandag 10 april

Berlin
Berlin
Berlin

We wachten ’s ochtends het vertrek af van onze buren om een plaats op te kunnen schuiven voor de rest van ons verblijf. Het is een gaan-en-komen op de parking. Andere campergasten hebben wel vooruit geboekt. Gisteren liepen we nog in bermuda en t-truitje te puffen in de stad, vannacht is er een snedige noorderwind opgestoken die de temperatuur drukt en wat wolken voorbij de hemel jaagt. De Zweden naast ons zijn niet gehaast dus hebben we alle tijd om even uit te zoeken hoe we de komende dagen de Duitse metropool kunnen ontdekken. Fietsen is voor mijn gemoedsrust nog altijd geen optie. Een paar honderd meter van onze kampeerplek kunnen we de metro nemen naar Alexanderplatz met zijn televisietoren en U-bahn lijnen die in alle mogelijke windrichtingen vertrekken.

Omdat we nogal onvoorbereid aan deze trip zijn begonnen ontbreekt het ons aan informatie en inspiratie om snel een concreet plan op te maken, of liever het ontbreekt mij daaraan. Gepreoccupeerd met de besognes die ik thuis probeerde te laten, staat mijn hoofd er nog altijd niet naar. Maar mijn teerbeminde is meegaand dus laat ik me meevoeren op zijn ritme. De metro dus: een avontuur op zich voor wie in eigen land zelfs al niet tuk is op het openbaar vervoer. Klaar voor een uitdaging. Gewapend met een stadsplan en metrolijnenkaart dalen we af in de onderwereld van Berlijn. Een hand angstvallig zoekend naar een portefeuille in de achterzak, van zodra een groepje woestijnberlijners ons nadert. Het verschil tussen de beslotenheid van een Brabants provincienest en de Multi Kulti van een wereldstad is groot.

Nauwelijks ondergedompeld in Angela’s Willkommenskultur of het eerste onbehagen ebt al weg. Waar wij door de taal als Vlamingen vreemden zijn in Bruxelles, de metropolitane smeltkroes van Europa, Noord- en Midden-Afrika, wouwelen de Fremde hier geen koeterwaals of eurabisch. De meesten spreken hier ook ondereen gewoon Duits. Deutsche Grundlichkeit. Afgezien van de stoffige werven in elk kwartier, de obligate tags op stadsmeubilair en slordig aangebrachte graffiti op enkele leegstaande panden is Berlijn een bijzonder groene en nette stad. Haar aanblik is zelfs in de achtergestelde buurten nog geruststellender dan de doordeweekse sfeer op de Brusselse Grote Markt.

En toch heeft het iets onwezenlijks. De getaande jongens lopen hier ook zelden alleen, zijn minstens even aanwezig en luidruchtig. De prinsessen van duizend-en-één-nacht zijn hier even gesluierd, maar toch zijn zij hier verenigd door de taal meer Duitser dan de nieuwe Brusselaars ooit Vlaming zullen zijn. Fremde in uw eigen hoofdstad. De cultuurkloof tussen het vrijgevochten westen en het geïmporteerde midden-oosten is hier niet minder groot, onze Unheimlichkeit wel. Er schoof op Facebook net een schamper mopje voorbij dat ik de volgende dagen nog een paar keer smalend herhaal. Fluffy is a horse!

Berlin

Haar unieke geschiedenis, geteisterd door bombardementen, doorsneden met een muur, verenigd door de kracht van mensen, het doet iets met een stad. Ze blijft daardoor wereld van tegenstellingen, de laatste getuigen als betonblokken of betonnen blokken zorgvuldig neergepoot op een gigantisch plein. Altijd fascinerend. Eigenlijk zijn zelfs vier dagen niet genoeg om haar echt te beleven. De rijen toeristen voor de deur van het Mauer Museum bij het carnavaleske Checkpoint Charlie laten we links liggen. In die merkwaardige historie deelden we gisteren al bij de Berliner Mauer Gedenkstätte. De architectuur en de vernieuwing van de stad verbazen mateloos, maar de oudheidkundige schatten van het Museuminsel kunnen mij vandaag niet bekoren. Struinen langs de universiteitsgebouwen over Unter den Linden naar de Brandenburger Tor, op zoek naar Rosa Lichtenstein onder het lover van de Großer Tiergarten, ons vergapen aan de Reichstag met zijn glazen koepel waarin toeristen rondkruipen als futuristische mieren in een gigantische ant farm.

Bij één museum wil ik wel nog de wachtrij doen om te reminisceren met artefacten uit het roemrijke DDR-verleden. Een oranje Moulinette doet bij de oma nog dienst en een dito keukenweegschaal vind je aan zee nog wel ergens in een kast. Het Oostduitse Wirtschaftswunder beperkte zich blijkbaar niet tot de cultus van de roestige Trabant – de échte volkswagen. Voor de leider ook geen van over de Wolga geïmporteerde Volga, neen een echte socialist rijdt in een opgeblonken Volvo. Naast de Spreewaldgurken en de Mocca Fix verlustig ik mij aan tastbare herinneringen uit mijn eigen jeugd. Mijn halve Duitser herbeleeft zowaar de kinderjaren die hij doorbracht in de militaire appartementen van het Belgische bezettingsleger.

Onderweg naar het kloppende hart van Potsdammer Platz kan je laveren door het Holocaust Denkmal en spieden naar de jeanettenbunker – hier letterlijk de andere kant. De Europese Joden hebben minder lang gewacht op erkenning en hun stichting onderhoudt daartoe gelast nu ook het homo-monument verscholen in het lage gebladerte van de grote dierentuin. Zo geraakt ook een dag gevuld. Eten bij Blockhaus: steak, billig und gutt, Duitse culinaire grondigheid.

Berlin
Berlin
Berlin
Berlin
Berlin
Potsdammerplatz

Een plensbui jaagt ons de Alexa-gallerij binnen, elk Viertel heeft hier ten minste één mega-shopping. Waarom verbaasden wij er ons vorige zomer in Köln over dat elk merk of keten twee winkels heeft in dezelfde straat? Elk een Ampelman-paraplu rijker wagen we ons terug naar buiten op zoek naar de romantiek van het Nicolaiviertel. Daar vinden we nog de klassieke Duitse keuken in de woonkamer van een oude heer. De horeca in grote steden is omzeggens nergens nog authentiek. Na anderhalve dag stappen helpt ook een neut Asbach niet meer voor de rug van mijn pijnlijke vent. De verder afgelegen highlights en het voormalige West-Berlijn ontdekken we dankzij het commercieel talent van twee bevallige Berlijnse beren. We stappen bij de Gendarmenmarkt op hun hop-on-hop-off, de dubbeldekker brengt ons tot in de verste uithoeken van de stad. Korting en een combiticket voor een rondvaart op de Spree hoeven we niet, gewoon twee uur zitten en naar monumenten gapen met onderwijl de petite histoire uit een hoofdtelefoontje. Dat volstaat.

Zelf ben ik ook wat afgepeigerd, al een hele poos. Muizenissen spelen me parten. Altijd weer datzelfde liedje. Het kon er eentje zijn van Boudewijn De Groot. Niet na 22 jaren, maar voor slimme jongen heb ik nooit gedeugd. Zelfs de smeuïge en bij wijlen snedige vertelsels van de audiogids kunnen me niets. Mijn gedachten dwalen af naar elders. Ping. De kapster, een collega, net met pensioen, haar man is plots overleden. Pong. De opa van een jonge vriend beleeft net nu zijn laatste uren. De onheilstijdingen van het thuisfront zwellen aan.

Mijmerend terwijl de hop-on-hop-off ons voorbij dezelfde plekken voert die we de voorbije dagen te voet al hebben gevonden. Stel niet uit tot later. Geniet vandaag. Maar hoe, zonder je hart met een Berlijnse Muur voor vrienden te omgorden? Ach kijk daar suffen we plots door het perfecte hedonisme van het oude westen met zijn potsierlijke wolkenkrabbers en zes verdiepen hoge warenhuizen. Morgen komen we met de U-bahn terug naar die mondaine Kurfürstendamm en storten ons op KaDeWe. Daar de Gedächtniskirche – geflankeerd door ‘lippenstift’ en ‘poederdoos’ spottende benamingen voor de twee postmoderne gedrochten, aldus Cris de audiodescriptie in zijn oor citerend terwijl hij al een paar dagen meewarig naar al mijn overpeinzen kijkt.

Berlin
Berlin
U-Bahn Bären
Berlin
Gendarmen Markt

Donderdag 13 april

Traject: Berlin – Magdeburg, 156 km

Herfstweer. Naar Berlijn komen we nog terug onder een ander gesternte en beter voorbereid. Mijn gemaal vindt dat het nu zoetjesaan welletjes is geweest. Hij port me aan om eindelijk ook eens wat initiatief te nemen. De opdracht is even eenvoudig als onuitvoerbaar: zoek een bestemming tussen hier en thuis. Potsdam werd mij meermaals aangeraden, maar het weer is er niet meer naar om tulpen en tuinen te gaan bekijken rond de Orangerie of aan Sanssouci. De studios van Babelsberg geraakten in verval sinds Leni Riefenstahl er geen heroïsche prenten meer draait. Of toch in mijn lamlendig hoofd en echt onderweg naar huis is dat trouwens niet. Een reisgids met gans Duitsland op 200 bladzijden samengevat vertelt me over deze contreien omzeggens niets. De gewesten van het voormalig oostblok zijn een toeristisch ontwikkelingsgebied en verderop zit je zo weer in het grauwe Ruhrgebeit of de door Hollanders overspoelde Niederrein.

Wat te denken van Magdeburg met zijn halve bollen? De deelstaathoofdplaats en Hanzestad op de oevers van de Elbe heeft een camperplaats op enkele honderden meters van het historische centrum, met de neus aan het water. Onderweg en bij het oversteken van de binnengrens tussen Brandenbrug en Anhalt klaart het op. Het heeft wat voeten in de aarde om de toegang tot de lager gelegen Petriförder te vinden. De automatische piloot brengt ons probleemloos tot bij het servicepunt op de autoparking, maar de in- en uitrit van de stelplaats waar vanaf hier alleen een trap naar lijkt toe te leiden, die hebben we domweg gemist. De sfeer slaat een beetje om in ergernis. Fietsen op de oevers van de Elbe zit er niet in. Een café of een zomers terras, want zelfs met de overtrekkende bewolking is het ondertussen weer behoorlijk warm, vinden we in de omgeving niet. De jongste generatie oostduitsers haast zich naar huis met de laatste voorbereidselen van een hoogdag tussen Pessach en Ostern.

Exilanten en Ausländer van allerlei pluimage brengen hun koopwaar aan de man op de late namiddagmarkt. Het weer wisselt en behalve een Lutheraanse kerk en een Katholieke Dom valt er mij op Witte Donderdag niet veel meer te verzinnen dan wat lieve woorden voor een troosteloze vriend.

Magdeburg
Dixt Toon Hermans

Vrijdag 14 april

Traject: Magdeburg – Hameln, 210 km

Laatste poging om na Berlijn nog íets exalterenders te vinden waar we ons een namiddag kunnen erholen. Ratten vangen in Hameln het heeft wel iets maar het weer blijft wisselvallig. Het stadsmuseum is gesloten en Karfreitag was nog nooit zo kil. De sage van de rattenvanger met zijn betoverende fluit moeten we als een cryptische parabel lezen. Een middeleeuwse vertelling en een soortement Dutroux-verhaal. Weer een weetje.

In betere dagen zal het een leuk stadje zijn, met hupsche vakwerkhuizen en verlevendigde tradities. Vandaag is het er stil. De winkels sluiten al op het middaguur. Zelfs een Rüdesheimer Kaffee brengt nu geen soelaas. Een dineetje in het enige ons aansprekende traditionele restaurant lukt ook al niet: völlich reserviert. De verwachtingen voor het paasweekend zijn over gans Europa somber, zoals een knaap met zijn oprecht verdriet. Ergernis. Campervrienden blazen in Limburg verzamelen, maar in mijn Sehnsucht vind ik daarin zelfs geen opbeurende gedachten meer.

Hameln
Hameln
Hameln
Rüdesheimer Kaffee
Hameln

Zaterdag 15 april

Traject: Hameln – Leuven, 427 km

We keren een paar dagen vroeger dan gepland terug naar huis. De rit die volgt, is opmerkelijk stil – filosofisch passend bij de zaterdag voor Pasen…