Hemelvaartsweekend in de Belgische Ardennen want vrijetijdsreizen naar het buitenland worden nog steeds stellig ontraden. Frankrijk laat geen toeristen binnen en kent nog een strikte avondklok. Duitsland vraagt een negatieve coronatest of quarantaine net zoals Nederland, maar daarheen willen we niet. Alleen in Luxemburg is iedereen zonder al te veel poespas voor ten minste 48u welkom. Dat wil zeggen wij kunnen er straffeloos twee nachten blijven zonder idiote terugkeerformaliteiten en tijdelijke ophokplicht. Ideaal dus voor een weekend weg en inkopen aan verlaagd BTW-tarief.
Sinds de Autoroller gewoon vertrekkensklaar bij de achterdeur staat, zijn we sneller ingepakt en op weg. Omdat we samen met onze californiavrienden op weekend zouden gaan, staat de frigo al een paar dagen gekoeld en is met drank en eten gevuld. Kleine Lewis wordt geplaagd door koorts en de weersvooruitzichten zijn er sowieso niet naar dat er veel gewandeld of samen buiten gezeten kan worden. We troosten ons met het idee dat er nog veel weekenden samen aan zitten te komen, post corona ergens, ooit wel een keer.
Héél even twijfel tussen een regenachtig weekend in de camper en lekker niksen in onze knusse studio aan de kust, maar onze logge Transit moet dringend van de hof. Het lijkt wel een stacaravan en ons bijgestelde plan is even eenvoudig als simpel: ’s morgens naar Redu, daags nadien via Bastogne de grens over om te gaan shoppen bij het Knauf Center in Pommerloch en een paar kilometer verder overnachten op de camperhaven in Heiderscheid. 24u later België terug binnen karren dan heeft niemand er verder zaken mee dat we in het buitenland waren en ergens in de Walen nog één nachtje blijven staan. Wouter komt in tussentijd een paar nachten in Bertem logeren en bewaakt thuis het kot. So far so good.
Donderdag 13 mei 2021
Traject: Bertem – Redu, 132 km
Kristof is net verslag aan het uitbrengen over het wedervaren met Lewis, wanneer Wouter ’s avonds laat na zijn werk arriveert. Hij blijft nu en dan eens slapen om net als vandaag al met de vroege shift weer aan de slag te kunnen gaan. Half zes en in het vale ochtendlicht bij het kraaien van een haan ergens in de geburen wip ik uit mijn bed. Een verdieping hoger schuifelt onze knuffelbeer geruisloos richting de douche. Goede morgen! Koffie, snel voor je vertrekt? Zondag zijn we sowieso terug, maar tot dan hebt ge gans het huis voor u alleen. Framily. Hij vertrekt met een zoen op zijn wang en met een vaderlijke schouderklop rolt zijn auto voorzichtig van de oprit af. In alle vroegte klim ik nog eens op een trapladder om tussen twee buien door de kroonlijst boven onze achterdeur nog een tweede keer in de lak te zetten voor we op weekend vertrekken. Iets met ochtendstond en goud. Dat karwij is maar net gedaan wanneer ook Cris met zijn reistas bij de camper staat voor de eerste echte campertrip sinds dat laatste weekend Noorderkempen ergens tussen twee coronagolven door vorig jaar in augustus.
Redu, village du livre. Ik geef gewoon de gemeente in en volg mijn iPhone naar de E40 naar de 4 Bras en de E411 via Leonard. De randparking van het Ardenner boekendorp was al eens vaker een tussenstop richting Eifel of Zwarte Woud, dus kennen we onze weg ginder wel. Zonder GPS zouden we er zelfs geraken, maar halverwege beslist het onding over een alternatieve route omdat er aan een brugdek op de snelweg wordt gewerkt. Ik wilde nog LPG tanken onderweg dus schuiven we op ons dooie gemak aan in de zich vormende file. Even vóór de afrit Libin stuurt de navigatie ons naar Transinne, terwijl ik uit gewoonte tot aan het Euro Space Center op de snelweg door zou zijn gereden, maar ik voel mij avontuurlijk dus volgens we de brabbelende smartphone vandaag eens vanuit een andere richting tot op onze bestemming. Zo komt een mens tenslotte ook nog eens ergens en het zal ons inspireren voor een wandeling later op de dag.
Rechts van de grijze natuurstenen kerktoren ontwaren we in een kronkelende afdaling de parking aan de overkant van de groene vallei. Die lijkt van hieruit gezien nu al afgeladen vol te staan met reuzegrote witte kisten. Bij eerdere passages hebben we daar meestal alleen overnacht of soms eens in het gezelschap van één of twee andere verdwaalde reizigers. Het zo goed als sluiten van de grenzen zorgt nu voor een overtal aan binnenlandse kampeertoeristen. We rijden het dorp binnen en het terras van l’Auberge Gourmande aan Rue de Transinne zit rond het middaguur al vol drinkebroers en tafelgasten. Als er boven nog maar plaats is, opper ik bedachtzaam terwijl de Transit hoog in toeren naar de kerk klimt. Ook de buitenaccomodatie van Le Fournil, onze vaste stek telkens we hier uit eten gingen, lijkt de horeca-regels maximaal te interpreteren. Anderhalve meter tussen de tafels, op z’n Frans, niet tussen de gezelschappen en die zitten daardoor bijna rug aan rug uit te buiken na een wellicht copieuze lunch.
Is dat wel coronaproof?
Ik stuur de Autoroller in een wijde boog rond het kerkplein naar Rue de Saint-Hubert en manoeuvreer net voorbij de laatste hoeve de ruisende kiezels van onze slaapplaats op. De gemeente heeft er een officiële kampeerautoplaats ingericht met alle voorzieningen, sinds wij er de laatste keer waren en dat is van een herfstvakantie twee, bijna drie jaar geleden. Corona heeft onze tradities verstoord en het oogluikende gedogen hebben ze hier in volle pandemie handig omgeturnd naar een onthaalbeleid voor kampeertoeristen die hier nu hopelijk nog meer duiten achterlaten dan wij tot hiertoe jaarlijks al deden. Eerst een boterham, pro forma een bescheiden wandeling en dan die langverwachte trappist op het eindelijk terug geopende horecaterras.
Gewapend met regenjas en paraplu stappen we langs boekenwinkels, weilanden en vakantiehuizen vol onthaastte Vlamingen voor het eerste gewijde cafébezoek van het tweede virusjaar. De goedlachse waard wijst ons welwillend een coronaveilig tafeltje aan en schenkt ons de beste flessen uit zijn onvolprezen kelder: voor mij alvast een 5+ jaar Orval van ’t schap. Cris schakelt na een ietwat fletse Tre Fontane variant een versnelling hoger met een Spencer quadrupel. The ‘Murican trappist, Saint-Joseph monk’s reserve ale. Ik hou het nog twee tournées op hetzelfe en bestel opnieuw een gerijpte trappist. A partir de 2 ans, ils ne seront servis qu’à température ambiante. Cafébaas Manu mag er zichzelf sinds 2007 ook officieel Ambassadeur van Orval mee noemen. Ambiance!
Vrijdag 14 mei 2021
Traject: Redu – Heiderscheid – Nisramont, 142 km
Na de ochtendkoffie en het gebruik van de niet ingecalculeerde faciliteiten zetten we koers naar Bastogne en het Luxemburgse shoppingcenter op de Bastnicherstrooss. Al van voorjaar 2020 ontberen we in ons schapraai wat vaste Duitse specialiteiten die thuis het heimatgevoel vast proberen te houden. Normaal gezien hadden we met Pasen inkopen gedaan of met Allerheiligen, maar het malheur strooide roet in het eten. Letterlijk, geen eten dus. We zijn niet de enige Belgen die met de camper de grens overstaken. Een blitzbezoek met een afgemeten lijstje in de hand: Pfanni Knödel, Semmel- und Kartoffel, ook nog Klösse, Jakobs Kaffeebohnen, Teekanne, een palletje Bofferding en de Grand Cru van Diekirch als dat voorhanden is. Overige inkopen in het dranken rayon zijn louter facultatief en de rest van het winkelmagazijn bekijken we zelfs niet. We passeren de kassa, een klein fortuin armer terwijl de volgende bui al weer overtrekt.
Alle aankopen in de koffer stouwen en veel meer dan een overnachtingsplek zoeken is er vandaag niet meer te doen. Nog even langs de andere boetiekjes, want er valt altijd wel iets te rapen: een afgeprijsde broek in mijn favoriete vakantiewinkel, dat ontbrekende formaat van braadpandeksel waar we al zo lang naar zochten of gewoon omdat het kan een onnozel cadeautje voor de aap. Welke maat heeft Lennert tegenwoordig? Och hij groeit er vast wel in en dat FUCK OFF t-shirt een X groter past ook mij als gegoten. Ideaal voor mijn befaamde maandagochtendhumeur op vrijdag. Fuussekaul kent mijn GPS en blijkbaar ook die van elke Duitser in de buurt. Het is eraan te zien dat ze Frankrijk niet binnen mogen, mopper ik terwijl we onverrichter zake rechtsomkeer maken. Wat met Birkelt in Larochette? Te ver en te gek voor één nacht. Géén gedoe, we rijden ineens terug naar eigen land.
Retour!
Cris vindt in zeven haasten een waardig alternatief aan het Stuwmeer van Nisramont. Tussen het Groot Hertogdom en het Waals Gewest verandert het kraaknette Lëtzebuergse asfalt in een grauw betonnen slagveld waar Patton en Rommel zelf nog met hun tanks hebben doorgeploegd. Wallonie profonde lijkt te zien aan de staat van de wegen zo te zijn weggeplukt uit een of ander derde-wereld-land. Achter het stuur van de hobbelende Transit vraag ik mij geërgerd af wat de PS-regeringen al die jaren hebben aangevangen met de centen die ze via de Belgische transfers uit Vlaanderen hebben weggesluisd. Lap weer een gat, het servies rammelt in de kast achter mij en de sandwichpanelen van de rijdende villa kreunen op het dooreen geschudde onderstel.
Het is halfweg de middag uitzonderlijk druk op de parking aan de barrage. Wandelaars en kampeerders staan er kris kras door elkaar; we parkeren ons in die chaotische va-et-vient ergens gewoon wat aan de kant. In afwachting van een vrije plaats steken we de laatste chocoladebroodjes van het ontbijt hongerig onder onze tand. De kruimels hangen nog in mijn baard wanneer Cris roept: daar, die daar vertrekken! Even gezwind achteruit inparkeren tot tegen het muurtje langs de rivier en dan eindelijk gaan kijken naar die fameuze dam. Het terras van de buvette is open en toevallig is ook nog er plaats. Het stuwmeer loopt niet leeg of weg dus is dat laatste hoge tafeltje van ons en van een stelletje kabouters uit de brouwketels van La Chouffe. De sfeer wordt al snel gemoedelijk en de bediening vlot. Een gemengd bord en een half vaatje later hebben we de betonnen afdamming eindelijk gezien. Een driekleur hangt afgeschenen en in flarden boven de grauwe waterkering op de rivier, tekenend voor de staat van dit land.
Mobiele netwerken reiken nauwelijks of niet tot hier in het nauwe dal van de Ourthe. Cris krijgt nog net een belsignaal, maar mijn iPhone is gedegradeerd tot fototoestel. We hadden er geen idee van dat er ook in België nog black holes waren op vlak van connectiviteit. De uitbaters van de taverne maken er dan weer een unique selling proposition van: 14km wandelpaden vormen de ideale locatie voor een digitale detox, onthechting in de postmoderne tijd. Ik krijg er eerder het apenzuur van dan mentale rust, want Wouter stuurt me iets en ik weet voor de duivel niet wat! Het bericht komt bij valavond half binnen in het bos een paar honderd meter voorbij de duistere dam. Alleen de tekst, de foto niet en hem antwoorden lukt mij hier tussen de bomen al helemaal niet. Onderontwikkeld apenland.
Die Duvel uit onze frigo krijg ik pas op het scherm wanneer we de beschaving weer binnen rijden. In mindere dagen nog niet eens zo lang geleden, was ik sito presto uit dat zwarte gat vertrokken door de deconnectie met Wouter zijn toenmalige lief en voor immer mijn aap. Het gaat er de goede kant mee uit hoewel ik hem of zelf hen, hier in de nachtelijke kilte en met enkel het gezelschap van kabouters, toch een beetje mis. Het mankeren en mijn Sehnsucht zijn wars van alle andere malheuren niet langer onoverkomelijk, maar toch blijft het onbehagen groot. Dat digitaal kluizenaarsleven uit de prospectus is warempel niets voor mij. Manlief waarheen trekken we morgen? Iets met 4G dit keer alsjeblieft…
Zaterdag 15 mei 2021
Traject: Nisramont – Han-sur-Lesse, 49 km
Deftig gsm-signaal en virusvrije horeca, meer luxe hoeven we vandaag niet. De meeste hot spots in de Ardennen zijn druk bezet of dat vermoeden we toch afgaand op de ervaring van de voorbije dagen, dus wijken we uit naar Han-sur-Lesse. Niet omdat we denken dat er geen toeristen zullen zijn, met grotten en dierenpark net in tegendeel. Maar vermits het campertoerisme er commercieel uitgebaat wordt, net niet uitgebuit door de gemeente die er het parkeergeld per etmaal binnenrijft, verwachten we daar geen langverblijvers en dus plaats zat. Een vage herinnering aan een weekend feesten met de ondertussen uit elkaar gevallen campergroep bepaalt in hoofdzaak onze keuze voor de laatste etappe op deze korte trip. En dat het er goed was.
Nog voor de eerste wandelaars hun wagens beginnen te parkeren, het regent weer in het donkergroene Ourthedal, we kramen op. Met mijn wederhelft zijn iPhone als navigator rijd ik de parkeerplaats af en linksom over de rivier een kronkelweg omhoog tot op het Ardens plateau. Ping, ping, ping. Alle gemiste berichten en sociale updates stromen binnen. Internet! Wouter zijn foto verschijnt en mijn antwoord raakt eindelijk verzonden. Betekenisloos ondertussen want hij is bij ons thuis al lang terug vertrokken en ergens aan het werk. Geniet ervan!?
We wisselen de gsm die tegen de voorruit plakt en zetten de weg verder langs de barrière in Champlon, Tchimpion geheten in de taal van het onooglijke Luxembourg-belge gat. Al jaren komen we onderweg een Barrière de Transinne tegen waarvan ik me nooit eerder heb afgevraagd waarop die benaming slaat. Maar nu ik op onze route een wegwijzer tegenkom Bar. de Camplon, is mijn nieuwsgierigheid gewekt. Of hier is een café grap ik bij lezen, of er staat ergens een bareel. Cris profiteert van zijn teruggekeerde breedbandinternet en zoekt het even uit voor zijn altijd leergierige vent. De benaming voert terug naar het Ancien Regime met tolpoorten en octrooirechten die de toenmalige baronieën op handelswaren en goederen inden, declameert hij lezend op zijn gsm. Dat dus. De pokdalige route loopt blijkbaar langs de trappistenpaters in Rochefort, nooit geweten dat Han er een deelgemeente was.
Bij het grote plein in Han-sur-Lesse worden we door een gemaskerde knaap begroet. Vous pouvez vous garer ici à droite. Ça fait douze euro pour la nuitée et vous devez allez payer le ticket à l’office de tourisme. Euh hen waar is dat? Juste là derrière vous. Dat is flink doorgerekend van die struikrover, maar we betalen met genoegen. Dat de inbegrepen stroompaal al vol zit met schuinparkeerders, deert ons zelfs niet aan het einde van de rit. Elektriciteit hebben wij dankzij de Efoy niet nodig. Doet er mij aan denken dat er nog eens moet worden gemaild, want onze brandstofcel miste een paar software-versies en de aanvraag voor een updater kreeg tot nog toe nog geen gevolg. Ik hou dat in het achterhoofd, eerst wandelen we tot in het dorp en zoeken een overdekt terras want het druppelt weer op het middaguur.
La Taverne du Centre nodigt ons met vrije tafeltjes en gasstralers uit onder haar overhang. Aan de gevel prijken nog de witte letters geschilderd op een rood banier: Grottes de Han, la plus belle excursion. Aan het raam van het buitenterras heeft de patron een protestaffiche opgehangen: Gardons le cœur de Han vivant! Een noodkreet van de plaatselijke zelfstandigen om hun commerce leefbaar te houden en de billetterie niet te verhuizen. Als toeristen hier niet meer komen parkeren en op het treintje stappen naar de grotten of inschepen voor de rondrit door het dierenpark, dan bloedt de horeca hier dood.
Wie zijn wij om het lijden van een kleine zelfstandig niet te onderkennen? Breng ons alvast een Rochefort, voor mij een 10 en voor Cris een quadrupel. C’est l’heure de l’apéro. Kaaskroketten en assiette jambon et pâté om te beginnen, daarna graag de truite ardennaise en spareribs voor de teddybeer. Je vous apporte du pain. Brood? Breng ons liever nog een trappist! De paters moeten deze crisis ook overleven. Het is al van het eerste weekend in oktober geleden dat we nog eens ergens de voeten onder tafel mochten schuiven. Straks nog een échte koffie na het eten, watertandt mijn wederhelft, alsof we thuis met de esspressomachine al die tijd geen deftig bakje troost hebben kunnen zetten.
Na de middag vertrekken we voor een boswandeling, volg de gele pijltjes. Een facultatief traject van 4,5 tot 7 km afficheert het infobord, met pakweg 130 hoogtemeters tot op de Belvédère. Het plateau bovenaan een kale kalkrots belooft ons een panorama’s over de oude bedding van de Lesse en de omliggende Famenne. De rivier duikt hier ergens hogerop plots 50 meter naar beneden en heeft in lang vervlogen eeuwen de grotten van Han uitgegraven waar ze 2 km later terug aan de oppervlakte komt. Alleen bij zware regenval en stijgend debiet volgt het water uitzonderlijk nog de bovengrondse loop, de regen valt ondertussen met bakken uit de lucht maar niet lang genoeg om de Lesse nog een keer te laten overstromen.
We gaan te griest en stappen onder een paraplu met stevige tred naar de Autoroller terug voor een herfstige avond televisie kijken, morgen weer naar huis over de Waalse hobbelwegen. Dan wordt de Autoroller voor onbepaalde tijd terug een stacaravan, met al die aprilse grillen in mei en een onzekere zomervakantie ziet het er voorlopig allemaal nog niet zo geweldig uit…
Zondag 16 mei 2021
Traject: Han-sur-Lesse – Bertem, 120 km