Allerheiligen 2011
Route weergeven via Google
Proloog
Voor de eerste keer in de geschiedenis van onze camperreizen, ga niet ik maar wel Cris de motorhome ophalen. Helemaal uit ons gewone doen, vertrekt hij zonder mobisleutels naar Sint-Truiden. Neen, mijn ouders hebben geen reservesleutel; antwoord ik kort aan de ergerlijke gsm die op school plots als een bezetene begint te trillen. Rechtsomkeer dus: terwijl ik hier nog enkele uurtjes moet meedraaien, geniet hij al van een snipperdagje en kan dus op zijn dooie gemak nog wat inkopen gaan doen en de motorhome klaarmaken om te vertrekken voor een verlengd weekendje. Terug thuis – ter nauwernood een veel te haastige tegenligger ontwijkend en daarmee het verkeersbord bij onze achterdeur ter hoogte van de alkoof meegrissend – blijkt dat mijn lieve schat ook nog eens zijn huissleutels vergat in zijn cacahouèt, de koosnaam voor zijn C3-tje dat in de garage van zijn schoonmoeder is achtergebleven. Gelukkig hebben de overburen wel een reservesleutel van onze voordeur en is de jonge dame in kwestie ook nog eens thuis met zwangerschapsverlof, dat spaart alvast een pak kilometers en enkele liters brandstof uit.
De schoolbel zindert nog na wanneer ik al achter het stuur van mijn Berlingo zit: in gedachten zijn we al onderweg naar lieflijker oorden. De voordeur is nog maar net achter mij dicht gevallen of ik word al geconfronteerd met de malheuren die Cris vandaag tegenkwam. Enigzins verontrust en grommelend ga ik ter plaatse de schade aan onze bovenslaper opmeten, al bij al valt dat nog best mee. De kleur van het verbodsbord heeft zich afgezet tegen het witte polyester dat na die onzachte aanraking een rist ondiepe krasjes vertoont, maar met een beetje geluk kunnen we dat gewoon wegpolieren. Klassieke sandwichpanelen zouden er fraai uitgezien hebben, mompel ik nog. Terwijl ik aanstalten maak om de fietsen op de drager te zetten, besef ik dat ook mijn mobisleutels nog in mijn auto liggen die ik net een huizenblok verderop in mijn garagebox heb geparkeerd. De wet van Murphy heeft opnieuw toegeslagen, dit keer is de beurt aan mij: op een drafje stap ik terug naar de garage, halverwege mezelf voor het hoofd slaand omdat ik wel de sleutel van de poort bij heb maar niet die van de auto! Alles wat fout kan gaan, doet dat vandaag precies ook; als dit avontuur maar goed afloopt…
Donderdag 10/11
Traject: Leuven – Bouillon, 120 km
Even over vijf lijkt het erop dat we vooralsnog ingepakt zijn geraakt en klaar staan om de jaarlijkse trip naar onze vaste Champagneboer aan te vatten. We hebben veiligheidshalve afgesproken met Albert en Brigitte op de ruime camperplaats in Bouillon, de vorige editie hadden we Charleville-Mézières opgegeven als tussenstop maar geen plaats meer gevonden op de parkeervakken voorbehouden aan camping cars. Om de structurele files rond Brussel te vermijden, rijden we via Wavre en zonder al te veel vertraging de E411 op, tegen alle verwachtingen en logica in gebiedt de immer eigenzinnige TomTom mij om de snelweg te verlaten ter hoogte van Tellin. Een kwart van de rit worden we langs kronkelige en donkere baantjes geleid, opgeluisterd met misbanken en kille nevels die gestaag vanuit de gitzwarte Ardeense bossen over de weg kruipen…
Opgelucht en zonder kleerscheuren zitten we rond half acht bij onze vrienden op de bank, met een warme hap in de hand plannen we het vervolg van ons mousserende Allerheiligenweekend.
Vrijdag 11/11
Traject: Bouillon – Reims – Beaunay, 120 km
Gisterenavond viel het me op dat een van de motorhomes wat verderop stond te loeien; niemand kijkt tegenwoordig nog op van een autoalarm dat afgaat. Deze ochtend spreekt de onfortuinlijke eigenaar van die lawaaierige Hymer integraal me aan: of ik iets van alarmen met startonderbrekers ken? Helaas, andere ingevingen dan lege batterijtjes in de autosleutel heb ik niet onmiddellijk. Ondertussen komt ook mijn lieve echtgenoot zijn licht eens opsteken bij het gezelschap dat me staande heeft gehouden tijdens een wandelingetje langsheen de vele campers die ook vannacht nog zijn toegekomen. Neen, ook hij kent er geen fluit van. Hier staan keuvelen helpt de man niet veel verder, met een vriendelijk en meelevend woord verdwijnen we terug in de richting van onze eigen motorhome want er staat een schrale wind deze morgen.
De meeste campergasten zijn hier naartoe gekomen voor een herfstwandeling en een bezoek aan de wildmarkt die in het stadje gehouden wordt. Wij komen later wel eens terug om Bouillon zelf te bezoeken, nu hebben we andere plannen. Enkele weken geleden heb ik het bezoek aan de Champagenkelders en het mecenaat van Pommery vastgelegd, met proeverij uiteraard. We moeten omstreeks 13u30 in Reims zijn en volgen de E46 – die op Waalse bodem nog wat op een smokkelweg lijkt, allerminst op een vitaal deel van het Europese snelwegnet – naar de hoofdstad van de parelende wijn.
Kort na de middag parkeren we de motorhomes voor het sobere optrekje van wijlen Louise Pommery, nog tijd genoeg om een korst brood naar binnen te werken. De kom soep zal bij nader inzien toch niet lukken, want het asfalt helt hier danig af dat er geen kookpotten op het fornuis blijven staan. Het ochtendgrijs is nog steeds niet opgetrokken en hult de benedenstad met haar sombere kathedraal in een vreemdsoortig duister. Wij zullen daar straks niet veel meer van merken wanneer we ons onderdompelen in de kunstige wereld van licht en geluid: het thema van de tijdelijke tentoonstelling met een wel heel eigentijdse verzameling moderne kunst. Je houdt ervan, of niet…
Na de rondleiding en bijhorende degustatie vertrekken we richting Ferme de Bel Air, onze France Passion gastheer in Beaunay. De herfstavonden komen snel en we hebben nog een eindje te rijden, met een beetje geluk kunnen we straks ook nog bij Michel op de sofa gaan proeven van zijn nieuwste lichting bubbels. We nemen een plaatsje in op het erf, Cris en Brigitte beginnen alvast aan het avondeten terwijl ik even tot aan het woonhuis loop om onze aankomst te melden. Michel heeft ons al gezien: “Bonsoir les belges! Deux camping cars, donc vous êtes à quatre ?” Hij zet alvast iets koud en wij komen straks op visite…
Zaterdag 12/11
Zonder het minste spoor van het feestje gisterenavond, in mijn hoofd dat anders al eens zwaar durft wegen, haal ik bij Béatrice het bestelde brood op terwijl de herfstzon boven de horizon verschijnt en de laatste slierten ochtendnevel verdrijft. Het duurt nog even vooraleer de gordijntjes open schuiven in de motorhome naast ons. Vandaag is er geen haast bij, we hebben gisteren bij onze gastheer geïnformeerd naar vervoer tot Épernay en terug. We blijven liever twee nachten staan in de geborgenheid van ons luxe erf, dan op goed geluk naar de camperplaats in de stad te rijden. Geen bezwaar, Michel verwachtte nog een bevriend echtpaar dat ook enkele dagen met de motorhome hier zal verblijven. Onze bestelling zal hij zondagochtend klaarmaken en betalen moest ook nog niet, à l’aise.
We ontbijten met een flinke kop koffie en knapperig verse baguettes, Cris bestudeert het kaartje met telefoonnummers van taxibedrijven: “La Dilligence” schijnt er eentje van hier in de buurt te zijn, een sympathieke damesstem vertelt ons dat we voor de kostprijs van een rit heen en terug de fiets niet moeten nemen. Tot het afgesproken uur luieren we met zijn vieren wat in het middagzonnetje dat nog behoorlijk wat kracht bezit. De chauffeur van onze postkoets brengt ons in stijl tot bij de deur van Le Théatre, waar we vanavond een reservatie hebben. Al enkele jaren proberen we – zij het op goed geluk – hier een tafeltje te versieren, dit keer ben ik slimmer geweest en heb weken geleden al een mailtje gestuurd. Het schijnt de moeite waard te zijn…
Het is nog vroeg in de vooravond en de winkelstraten liggen er bruisend bij: toeristen op zoek naar een souvenir, inwoners van de streek doen hun boodschappen of schuiven aan voor un petit café. Van zodra de zon achter de gevels verdwijnt, wordt het aardig koud. Een klein beetje b-c-b-g zoeken we beschutting in het gezelschap van een zoetgevooisde trendy weduwe in een hippe champagne bar. Aan het naburige tafeltje heeft een stel uitbundige Franse yuppies wat te vieren, wat verderop nipt een jong en zichtbaar verliefd koppeltje – genre backpackers – van een voorzichtig glaasje parelwijn.
Etenstijd nadert en we staan al voor de deur van het restaurant wanneer ik me realiseer dat ik mijn fototoestel niet meer om heb hangen, jandorie nog aan toe: ik rep me terug naar de loungebar en hoop het daar nog te vinden aan de rugleuning van de kruk waarop ik enkele ogenblikken geleden nog gezeten was. Vrouwe Fortuna is me gunstig gezind en met een snel gebaar maak ik de juffrouw aan de bar duidelijk wat de reden van mijn bruuske wederkomst was. Met een glimlach ruimt ze de tafel verder af en opgelucht voeg ik me terug bij mijn gezellen. De rest van de avond worden we vergast op meerdere culinaire hoogtepunten uit het menu van de chef, na een pousse café worden we rond middernacht terug bij de deur van onze motorhomes afgeleverd: moe maar voldaan.
Zondag 13/11
Traject: Beaunay – Bouillon – Leuven