Familieweekend Dourbes

Pinksterweekend 2024

We worden met z’n drieën voor een familieweekend in Dourbes verwacht en Billy mag mee. Toen we tijdens de zomer van 2023 met Wouter tussen de gelukzalige wijnranken van Vignoble Vincent stonden, belde zijn schoonbroer onverwacht om deze datum vast te leggen. Er volgt een hele beeweg vol beproevingen eer we vertrokken raken naar Les 7 calvaires de Dourbes.

“Doet er hem aan denken dat hij verlof vraagt”, drukt zijn schone broer mij een hele poos vooraf nog op het hart. “Het staat al maanden in onze agenda’s Joeri en hij zou niet anders durven, want zonder hem komen wij ook niet.” De onwennigheid, als vreemde eenden in de bijt, wuift hij vlotjes weg. Lichtjes ordonnerend zoals alleen een charmante schooldirecteur dat kan: “Trut! Ge kunt zien dat ge der zijt. Lisa en Wouter gaan ook mee en dat is geen familie.”

Sola gratia

Eigenlijk zijn ze dat wel, of toch zo goed als, want Lisa is niet zomaar een zotte collega van hun mama. Ze lijkt wel de ‘aangenomen dochter’ van Marijke en Donald die zelf alleen drie zonen hebben, een schoondirecteur – pun intended – en gelukkig ook een schoondochter met hetzelfde gouden hart als de rest van de familie. Aangetrouwd zijn Cris en ik niet, al lijkt het daar soms wel een beetje op sinds Wouter erbij is gaan horen. Niet Lisa haar Wouter dus, wel die van Donald en Marijke.

Wouter – niet de onze, wel die van Lisa – hebben we op het trouwfeest van Klaas en Joeri eens gezien. Lisa al eens vaker bij evenementen waar onze Wouter mij, met of zonder Cris, het voorbije anderhalf jaar als gelegenheidsdate mee naartoe heeft gesleurd. Gaandeweg heeft de familie ons ook een beetje geadopteerd, want ze weten wat hun overjaarse puber in het leven van zijn twee getrouwde venten betekent. En verder kunnen ze wellicht vermoeden wat wij in vriendschap en uit liefde voor onze helft van hun tweeling doen.

Les 7 calvaires de Dourbes

Misereatur nostri

Ei zo na zouden Cris en ik thuis zijn gebleven omdat mijn oma van bijna 96 al twee dagen palliatief is. Niet onverwacht want fysiek gaat het al twee jaar gestaag bergaf en daarnaast speelt er ook gevorderde ouderdomsdementie. Donderdagochtend op school rinkelt plots mijn telefoon: “Mevrouw Paquay gaat snel achteruit, de huisarts is erbij geweest.” Ze willen naast pijnmedicatie ook sedatie opstarten in het woonzorgcentrum. “Als je Marie-Thérèse nog wil zien, zullen we daar nog even mee wachten.” God lieve deugd neen, verlos haar van die strijd tegen het onvermijdelijke, denk ik bij mezelf.

Omdat het hoort, beloof ik zo snel mogelijk naar Sint-Truiden te komen. Iets anders dan compassionaliteit wordt er van een kleinzoon in het katholieke Limburg niet verwacht. Wat door de verpleging wordt omschreven als “kan het snel gaan…” wordt tegen de avond door Elke, die al jaren voor haar ‘tanteke’ zorgt, bijgesteld naar: “Het zal niet voor vandaag zijn, misschien deze nacht.” Mijn eigen moeder beseft het allemaal niet meer zo goed, we nemen ons voor pas aan het einde te vertellen dat ‘grote mama’ zachtjes in de Heer ontslapen is. Deze nacht zal helaas nog geen verlossing brengen.

Mortuis nil nisi bene Jeugdsentiment Grote knuffelbeer

 

Vrijdag 17 mei

Met één oog op mijn iPhone probeer ik te slapen tot het ontiegelijke uur waarop onze ‘halve echtgenoot’ thuis zijn wekker heeft gezet. Dat heet: ik lig een ganse nacht te malen over het nakende verscheiden en sta nauwelijks uitgeslapen weer op uit bed om ‘onze hond’ door het donker bij Wouter te gaan halen. Met een zachte blik in zijn donkere ogen duwt hij me een kop koffie in de handen. Ik breng verslag uit: “Nog altijd geen nieuws uit Sint-Truiden.” Onzekerheid is moordend. “Wat als wij daar straks ineens moet vetrekken?” Hij is geen babbelaar, maar vindt meteen de juiste woorden. “Dan kom ik ook mee naar huis he, Stijntje…”

Afscheid heb ik anderhalf jaar eerder al genomen toen mijn grootmoeder na een ongelukkige val met spoed naar het ziekenhuis moest. Daar en toen tijdens de narcose had het moeten gebeuren, want dat risico benadrukten de artsen en daarop moesten wij ons maar voorbereiden. Die verlossing werd haar door onze niet zo lieve Heer niet gegund. Het onbehagen en zelfs boosheid over dat laatste worden door de koffie – zo zwart als mijn verdorven ziel – en een omhelzing van mijn troetelbeer getemperd. Hij vertrekt naar het werk en ik met Billy naar huis: “Tot straks, stuur maar dan pikken we u wel op!”

Memento mori

“Een halve dag op school, langer blijf ik niet”, zeg ik nog tegen Cris vóór ik hem met de hond achterlaat. “Ik rij deze middag naar Sint-Truiden.” Wanneer ik daar arriveer, zit Elke – mijn achternicht en zo goed als mijn ‘grote mama’ haar tweede dochter – naast het sterfbed te waken. Na een paar uur reminisceren over onze kindertijd en in stilte zitten luisteren naar het stokkende ademen in de kamer, verlost ze mij van een dwingende plicht: “Ga maar Stijn, vertrek met Wouter naar de Ardennen, hier kunt ge toch niks doen. Ik ga ook naar huis en als er iets is, dan bel ik u wel.”

Gîte (Dourbes) Village (Dourbes) Crucifix (Dourbes)

Reserve- klinkt wat oneerbiedig en schoonfamilie een beetje eigenaardig. Maar met die titulatuur kunnen we ten minste wel eens lachen op dit ongemakkelijke moment. Bedrukte gedachten, om wat te gebeuren staat, wisselen af met schaamteloze vrolijkheid dankzij de warme familiekring van onze gecoöpteerde vent.

Joeri had ons ruim vooraf gebrieft: “Er is géén internet, gezelschapspelen en wandelschoenen zijn een must.” En ook dat we de aanrijroute moeten respecteren. Het weekendhuis ligt letterlijk boven op een calvarieberg. Voorbij rijden, omkeren bij het kappelletje met het eerste van de zeven crucifixen waar Dourbes fier op is. Dan met een kleine versnelling in één keer helemaal tot boven rijden. Geen probleem voor de Berlingo die met drie volwassen venten, een hond en een halve ton bagage als een berggeit over de kiezels huppelt.

Amore non timore

“Ik zal een emmertje internet meebrengen voor de kleine mannen”, stuurde ik als antwoord in het groepje op whatsapp terwijl de Airbox uit de camper snel nog met wat extra mobiele data opgeladen werd. Ergens in een hoek van het raamkozijn vangt die 4G-router toch nog het signaal op dat bovenaan de steile oprit zo goed als compleet tussen de bomen verdwijnt. Het zijn niet de kinderen, wel de ouders die net als ik met déconnectiestress kampen. “Geen nieuws”, stuurt Elke nog zo gauw mijn iPhone met de wifi verbindt.

Een zus van mijn vader zaliger informeert naar de situatie in Sint-Truiden, dus moet ik buiten op zoek naar een verstaanbare gsmverbinding om te bekennen dat ik het zelf niet weet en hier in Dourbes op ‘familieweekend’ ben. Denise denkt hetzelfde: “Ge kunt alleen maar afwachten Stijn. Blijf bij de mannen die ge graag ziet. Die moeten later voor u zorgen. Er komen dagen aan dat ge alles gaat moeten regelen. En als uw tantes kunnen helpen dan moet ge het ons maar zeggen.” De rest van de avond keuvelt gezapig met een paar flessen wijn en een bak Duvel weg.

Nancy heeft thuis een karrenvracht spaghettisaus gekookt en na de apéro schuift iedereen gretig de voeten onder tafel. Alle zorgen weg en alle buikjes blij. Bedtijd voor de kleinsten en wat later vallen ook de grootste pubers hun oogjes toe. Met een zoen op de wang of een hartelijke schouderklop en een slaapwel kruipen we één na één onder de wol. De laatste doet het licht uit en waarschijnlijk is er morgenvroeg nog altijd geen nieuws uit Sint-Truiden. De gedachte aan de zachte glimlach van Wouter en de enthousiaste begroetingen van Billy houden mij in de donkerste uren van de nacht recht. Én ’s morgens koffie!

 

Zaterdag 18 mei

Zoals verwacht zijn wij ook vandaag als eersten uit bed. Billy sliep bij hem, in de kamer naast de onze en het zachte geritsel aan de andere kant van de muur is mijn signaal om op te staan. Zijn hond moet dringend naar buiten. Een paar minuten later staat ook de mama naast ons in de woonkamer. De krakende trap en ons gefeezel heeft ook haar gewekt. Terwijl Wouter en zijn papa koffie zetten rij ik met Marijke om brood. Met wat gissen, want zelfs beneden in het dorp is er geen mobiel internet om mijn iPhone te helpen navigeren, vinden we Boulangerie Florentin Versaevel in Viroinval.

De bakkersvrouw vraagt, met twee grote zakken vol pistolets en brood in de hand, of we voor morgen toch een telefonisch willen bestellen. “Sans souci madame, je vous donnerai un coup de fil avec notre commande. C’est ouvert just qu’a quelle heure ce soir?” Marijke laat mij de Franse uitleg doen, maar rekent wel snel in mijn plaats af. Met een West-Vlaams accent en Aalsterse klanken snoert ze mij zonder pardon de mond: “Mo how! Ge moet gi da toch ni betoaln.” Mater familias heeft gesproken.

We rijden dezelfde weg terug, ofschoon Google boven op het plateau wel satellieten ziet en ons naar een bosweg leidt. “Daarin, meent ge dat? Ik dacht het niet!” Keren aan het kapelletje en dan weer in eerste vitesse tot aan de voordeur van de gîte. Zo goed als iedereen is ondertussen wakker en het huis vult zich met een gezellige drukte en de geur van vers gezette koffie. De ganse familie, vier honden incluis, zit klaar voor het ontbijt en misschien zelfs voor champagne die hen soi-disant op whatsapp werd beloofd.

Nobis salutem

Berlingo en berggeit (Dourbes) Champagne ontbijt (Dourbes) Schoonfamilie (Dourbes)

Belofte maakt schuld dus brachten we een paar flessen mee van Égrot, souvenirs van een weekend in Aÿ met Tobias. “Gaat ge die serieus opendoen?”, vragen Wouter en zijn papa tegelijk – uit beleefdheid, maar wel met pretlichtjes in hun ogen. “Daarvoor hebben we ze toch meegebracht”, zegt Cris resoluut. Als we ze dan toch open maken, lust de rest ook wel een glas. Na de boterhammen rijden Nancy en Lissa met meester Joeri naar de winkel om inkopen. Wij staan aan de vaat en prevelen een schietgebed. Niet zozeer voor het zielenheil van de oma, wel voor droog weer want onze reisleider heeft een wandeling in petto.

De boswegels liggen er drassig bij en veranderen nu en dan in een langgerekte modderpoel. Beducht om niet uit te schuiven moppert Donald dat het een lieve lust is. Cris schuifelt behoedzaam achter hem aan, peilend naar vaste grond met zijn wandelstok. “Dat hij er ook eens eentje zou moeten kopen”, want zonder is onze bijna-schoonpa hier toch wel slecht te been. De kinderen en de honden hebben er geen last van. Zij rennen heen en weer dat het een lieve lust is. Er wacht de twee moeilijke stappers nog een forse klim naar de ruïnes van Château de Hauteroche. Die is er hoorbaar te veel aan want hun krakende vloeken nemen per hoogtemeter in decibels toe.

A cruce salus

Wandeling (Dourbes) Wandeling (Dourbes) Wandeling (Dourbes)

Wouter gaat in een stevige tred voorop en Klaas baant naast het glibberige karrenspoor een weg voor Cris. Ik laveer op eigen tempo door het struikgewas tussen de tweeling in. Nu eens huppelend achter mijn hartendief, dan weer schuifelend en ploeterende achter zijn evenbeeld bij manlief. Joeri ziet het niet meer goed komen. Klaas vangt zijn grote loebas wanneer die niet-aangelijnd in het hoogstaande gras achter een konijn verdwijnt. De hond, Spencer – niet zijn man. Onze kapoen is er kloeker op dat zijn Italiaantje niet met de noorderzon verdwijnt. Zijn kleine schavuit schiet ter hulp: “Allez Billy, vooruit haal Spencer!” Billy luistert beter dan hun Roemeense herder.

Niet alleen Cris is opgelucht wanneer we boven op het plateau de betonbaan naar Viroinval bereiken. Hier herken ik ook de weg die we vanmorgen naar de bakker reden. Naar de kasteelruïne gaan kijken hoeft voor mij niet per sé, nochtans fascineert die hoop oude stenen mij wel. Cris, Donald en zijn tweeling met de honden lopen ineens terug naar de gîte terwijl de anderen nog eens in de modder duiken naar wat er overschiet van Château de Hauteroche. Liever dan weer door een drassig bospaadje te ploeteren om ernaar te gaan kijken, volg ik onze troetelbeer want die heeft net als ik al een beetje dorst.

Plus ultra

Het voormalige kasteel op een rots 50 meter boven de Viroin – het riviertje dat zijn naam aan de grotere gemeente schonk waartoe Dourbes vandaag behoort – werd in 1554 verwoest. Gebouwd in opdracht van Gilles de Jauche, die bezat destijds de feodale heerlijkheid Dourbes-le-Val. Eind 15de eeuw kwam die in handen van David d’Aymeries, een bastaard zoon van Gilette de Berlaymont. Zijn burcht hield geen stand tijdens een beleg in de Spaans-Franse oorlogen. Karel V en Henri II vochten hier in de lage landen en de Ardennen een spelletje stratego uit.

Spencer (Dourbes) Brasserie de Fagnes (Couvin)

Wanneer iedereen de modder van achter zijn oren heeft gewassen en ook alle honden in bad zijn geweest, gaan we uit eten bij Brasserie des Fagnes. Aan het eind van de dag is iedereen doodop, maar ook content. Onderwijl het wandelen heeft Elke nog gebeld, ze was bij mijn mama en heeft het toch voorzichtig al verteld. Het was hier een zorgeloze en ondanks alles ook een gelukkige dag dankzij de familie van onze compagnon-de-route. Er worden bijna zomerse temperaturen voorspeld, maar Donald en Cris bedanken vanavond bij het laatste gezelschapsspel al feestelijk voor de wandeling morgen.

 

Zondag 19 mei

’s Ochtends stijgen de nevels op uit het dal van de Viroin en Klaas rijdt met Wouter naar de bakker terwijl hun pa de koffie zet. Het wordt al snel een drukte van jewelste in het ontwakende vakantiehuis terwijl de vrouwen zorgen dat de grote tafel netjes wordt gedekt. “Spek en eieren voor een stevig wandeling”, vraagt Joeri? Ik pas want eieren liggen mij meestal tot de middag op de maag. Een sloot koffie en héél misschien een pistolet om rond een uur of tien onze wandelschoenen aan te trekken. Met twee gewichtige mannen, een kleuter en een hond minder stappen we voorbij het kappelletje ergens het bos in om aan een nog fellere klim dan gisteren te beginnen.

Die inspanning warmt iedereen op en de jassen vliegen open, want ook de zon probeert nu door de laaghangende wolken te breken. Waar het lover wijkt vallen weldadig warme stralen op ons gezicht en wij op ons gat wanneer het bospad plots naar beneden duikt. Bijna niemand houdt zich staande en gierend komen we tegen de middag in een vliegende vaart naar beneden geschoven. Bij de escalade aan Rocher de la Maiselle staan we terug op de Rue des Fays, de straat van het vakantiehuis. Eerst bekomen bij een apéro in de zon op het hoge terras en straks spelen we petanque of spikeball voor het nog wat jongere geweld.

Wouter & Wouter (Dourbes) Marijke & Lissa (Dourbes) Schoonfamilie (Dourbes)

Ignis sanctus

Het is maar net Pinksteren, toch lijkt het plots hoogzomer. Dat doet mij al wegdromen van een camperreis naar Biarritz of Bretagne want onze compagnon-de-route zal dit jaar geen drie weken congé krijgen op zijn werk. Hij is net terug van een citytrip naar Barcelona en vertrekt straks opnieuw voor een paar dagen Valencia. Het is hem gegund, maar het hypothekeert wel andere vakantieplannen. Het heeft een tijd geduurd, maar onze ‘happy single’ slaat zijn vleugels weer uit. Straks fladdert hij misschien weg en dat baart mij nu al zorgen, dat er vanuit Sint-Truiden nog altijd geen bericht kwam iets minder. We zullen het weekend waarschijnlijk niet vroegtijdig moeten verlaten.

Mijn oma voelt het misschien terwijl ze zich nog vastklampt aan het leven. Zij heeft 25 jaar voor haar kleinzoon gezorgd, nu zorgen wij voor Wouter zoals zij deed voor mij en Cris. Hopelijk zal hij dan ooit wel kunnen doen voor een oude zot die vurig van hem heeft gehouden, wat ik niet heb kunnen doen voor mijn ‘grote mama’ omdat er nooit iets op papier is gezet. De negatieve wilsverklaring en mijn euthanasiewensen liggen al een tijdje in zijn nachtkastje, gewoon maar ‘voor het geval dat’. Het wedervaren in Sint-Truiden en de perspectieven voor mijn eigen moeder herinneren mij eraan dat we dringend werk moeten maken van dat notarisbezoek met onze gecoöpteerde vent.

Réserve familiale (Dourbes)

Dies irae

Het zorgenkind haalt de avond niet en kruipt vermoeid in bed. Morgen zit het drukke, maar hartverwarmende weekend erop. Dan rijden we elk terug naar ons eigen kot. Dinsdagmorgen wanneer ik in het vale ochtendlicht al met Billy van bij Wouter kom, rinkelt eindelijk mijn gsm. De calvarietocht in Sint-Truiden liep goddank ten einde. Mijn prise mogen ze sneller uittrekken, als ook mijn tijd ooit gekomen is. En straks is daarvoor behalve de wilsverklaring ook de volmacht geregeld, dat het maar snel weer zomer is om dit soort overpeinzingen te verdrijven…