Roadtrip tussen Bertem en Bordeaux

Zomervakantie 2023

Route via Google-maps

Sinds het weekend in Mirwart tellen we letterlijk de dagen af naar onze roadtrip tussen Bertem en Bordeaux. Nog zeven weken, troost ik onze afgepeigerde kameraad op een ochtend bij de koffie. Eigenlijk sus ik vooral mezelf. Drie weken soi-disant door het leven fietsen als ménage à trois doet mij reikhalzend uitkijken naar de zomervakantie. Wouter lijkt soms de uren af te tellen tot zijn eerste ‘groot verlof’ in jaren. We hebben met z’n drieën echt nood aan een time-out, even van alle zorgen weg. Nog een dikke week, zeg ik ’s morgens bij de zoveelste koffie. Mijn laatste schooldag dus het kort af! Nog een weekje werken dan zijn we samen weg. Throuple in paradise.

De afgelopen maanden pasten we de Autoroller aan voor een extra man. Een derde rail op de fietsdrager voor de Veloci Hopper zo maakt die in de koffer plaats voor een compressorkoelbox. Dat zagen we bij Marc en Mieke vorige zomer en voor een nieuw samengestelde gezin zoals het onze is dat geen overbodige luxe. Het eerste weekend van de schoolvakantie spreken we nog af bij onze traditionele reisgezellen die door de geboorte van hun eerste kleinkinderen een jaartje overslaan.

Troubles in paradise

Zondagmiddag, weer thuis van dat weekend parkeer ik de Autoroller gezwind tegen een stuk tuinmeubilair. Het linker achterlicht hangt uit een gapend gat in de zilvergrijze kunststof rok onderaan de camper. Ik ben alleszins niet de eerste idioot die er ergens mee tegen knalt, want er was al aan gebricoleerd toen we hem kochten. Tot consternatie van mijn halve trouwboek geen gevloek of getier. Gelaten raap ik de stukken bij elkaar. Er ontbreekt een deel, maar dat valt te fixen met een glasvezelmat en polyester.

Cris brengt met een foto verslag uit in het groepje op WhatsApp: gaan wat later komen, Stijn moet hier eerst nog iets repareren. Oei, stukken, vraagt Wouter? Lomp geweest he, typ ik. Mijn vingers plakken door het vloeibare hars aan het scherm van mijn gsm. Een paar uur later is het gat dicht en hangt de bumper terug aan elkaar. Zelfs oude schade van de vorige eigenaar is in één beweging mee hersteld. Het polyester moet uitharden, de afwerking is voor morgen dan haal ik glasvezelplamuur en een spuitbus zilvergrijze lak. Kom, we gaan iets drinken bij de teddybeer!

Accident 1.0 Reparatie 1.0 Reparatie 2.0

Sans soucis

Om vakantiestress te mijden plande ik een maand geleden al de eerste 14 dagen vooruit. Een aantal overnachtingen is al geboekt en betaald. De ervaringen met camping complet vorige zomer indachtig, is ook dat geen overbodige luxe. Cris wil graag in La Rochelle naar het vuurwerk van quatorze juillet gaan kijken aan de Vieux Port. De 21ste voeren wij hem mee naar Le Tertre in Saint-Émilion want op die andere nationale feestdag wordt hij een iets oudere vent. Als we zelfs op Valentijn en voor onze huwelijksverjaardag uit eten gaan met onze compagnon-de-route erbij misstaat een tafel voor drie ook nu niet. Ofschoon de eeuwige twijfelaar verlegen zei dat hij voor die tête à tête wel in de mobi zou blijven. Mooi niet! Diner à trois.

Klinken op onze roadtrip naar Bordeaux

Nog wat schuur- en spuitwerk aan die achterkant en er moet ergens nog een derde kampeerstoel gekocht. Een verstelbare want wat we nog hebben staan, zit alleen rechtop en dat is niet goed genoeg voor onze kameraad. Hij vindt het wel goed, maar wij niet. Stelselmatig raakt de camper ingeladen, alleen nog de laatste inkopen en de fietsen achterop.

Camping Bertem

Een paar weken eerder liet de airco van de Transit het afweten onderweg naar de homewarming bij Janik. Vóór onze roadtrip tussen Bertem en Bordeaux, nog wel niet het echte zuiden maar het kan daar toch al redelijk warm zijn, moest er dringend nog een onderhoud geboekt. De dichtstbijzijnde Ford garage gaf verstek, maar Auto5 in Herent lost het euvel in een wip voor ons op. Vrijdagavond voor we vertrekken komt Janik met Melissa nog even langs omdat het anders te lang duurt eer hij ons nog eens ziet. Wouter moet zo ongeveer klaar zijn met het sluiten van de winkel wanneer ik stuur: ze zijn er kom je nog dag zeggen?

Janik & Melissa (Camping Bertem) Pech op de weg? VAB is al onderweg!

Hij werkte een late shift en zijn auto staat er plots met een platte band op de parking. Paniek, er zit een spijker in! Waarom vlak voor we op verlof vertrekken? En hoe geraakt hij morgen in de slagerij? Straks moet hij misschien vier nieuwe banden laten leggen. Weer een extra kost! Drama. Kalmeer toch schattebol, ik kom u halen. Hij blijkt net als wij ook aangesloten bij VAB. Nu nog bellen? Ja hoor. Maar de papieren liggen nog in de auto. Weer een gedoe! Drink iets en laat uw sleutel hier. Neem morgen mijn Berlingo dan ik los het op. Zorgenkind en troetelbeer.

’s Morgens na de koffie bij onze ontriefde kameraad, loop ik naar de bakker voor onze logés en bel daarna zelf naar de centrale van de wegenwacht. Ik leg het geval uit en een goed uur later is de band geplakt. Een schietgebed prevelend voor Saint-Hubert, want zijn wagen is een driftige automaat, rij ik ermee tot bij hem thuis. Amore non timore.

Congé payé

Wouter kan op zijn laatste dag iets vroeger stoppen en passeert met een bestelling vlees. Dag Billy! Zijn guitig hondje bleef bij ons terwijl het baasje uit werken was. Een pintje lieverd? Eéntje dan, want hij is een beetje moe. En lukt het met die derde fiets? Euh, door het onvoorziene herstelwerk kwamen we nog niet aan de juiste positionering van de extra fietsrail toe. Gij ging dat op voorhand toch uitproberen, zegt Cris met een bedenkelijke blik. Ach dat zien we morgenochtend wel, want op dat eigenste moment komen Kristof en Marianne ook afscheid nemen.  Onze vrienden vertrekken zelf voor een maand wanneer wij thuiskomen dus gaan we elkaar een hele tijd niet zien.

Ze hebben zelfs cadeautjes bij voor de aankomende verjaardag van onze grizzlybeer. Kleine Lewis overhandigt ze één voor één, als kers op de taart een pakje met een regenboogstrik voor Billy. Die zit toch altijd bij jullie, voegt de mama er gekscherend aan toe. Wouter lacht erom: nu is het geen Italian greyhound, maar een gayhound. Gieren. Het homostrikje staat hem schattig, Billy, niet het baasje alhoewel die eigenlijk wel staat met n’importe quoi. We halen dan maar ineens de champagne uit de kelder die ik voor de start van onze congé had koud gezet. Die flessen kraken we vandaag al op die 42ste verjaardag.

Italian Gayhound (Camping Bertem) Domaine de la Gauche (Camping Bertem) Teddy & Daddy (Camping Bertem) Rijdende Sauna (Camping Bertem)

Liever dan thuis in te pakken, blijft ons vriendje plakken aan een fles van Domaine de la Gauche. Volgende week slapen we daar in de wijngaarden van de Sauternais. Wie maalt erom en de wijn maakt ons loom want het blijft op Camping Bertem zelfs uit de zon nog drukkend warm. De thermometer in de motorhome gaf vanmiddag meer dan 40 graden aan en de gayhound meenemen lijkt nu inderdaad niet zo evident. We gaan hem missen op onze roadtrip tussen Bertem en Bordeaux in de paradijselijke wijngaarden waar deze heilige drievuldigheid zich als goden in Frankrijk op het goede leven stort. Ni maître, ni dieu.

 

Zondag 9 juli

Traject: Bertem – Feuillères (190 km)

Beetje koppijn, stuurt mijn koffiemaat in plaats van goedemorgen. Nog in uw bed geraakt? Nee… Koffie? Graag. Ik rij erheen met opbergboxen en draadkleerhangers om zijn spullen in te pakken voor de reis. Eerst een knuffel, dan snel koffie en naar huis om onze fietsen op die drager te passen. Dat heeft met een duffe kop toch meer voeten in de aarde dan verwacht. Cris kom eens! Na een uur of twee puzzelen geraken we eruit. Pedaal omhoog, boven door, hier onderin, stuur zus, zadel zo. Het catalogeert vanaf nu onder de exacte wetenschap. Gelukt! Ze staan erop met live beeldverslag voor onze zo goed als derde echtgenoot. Foto’s bewaren bij de favorieten want anders is het straks weer hetzelfde liedje.

Tetris ² (Camping Bertem) Slagerij Joël (Camping Bertem)

Onze compagnon is nog kleren aan het kiezen, hemdjes, polo’s, bermuda’s en lange broeken. En sportgerief want hij wil ’s morgens misschien eens gaan lopen op congé. Wouter twijfelt over alles en maakt zich druk over zijn beestjes die hij achterlaat. Terwijl ik zijn bagage in de auto stop overloopt hij haastig alles wat zijn cat- en dogsitter niet mag vergeten. We hebben alle tijd. Een uitlopende afreis is ingecalculeerd en ver rijden is het niet op deze eerste dag. Aankomen bij Camping du Château & de l’Oseraie kan tot 20u en onze plaats is gereserveerd. No stress.

Roadtrip

Zondagmiddag rond de klok van twee rolt de zware Transit eindelijk van de oprit af met een paar uur snelweg voor de boeg. Amper 100 km later knalt het rechtervoorwiel in een gat op de autostrade en botst het achterwiel er heftig achteraan. De ganse motorhome davert en Cris kijkt verschrikt vanaf de achterbank. Het stuur trilt in mijn handen en met de billen dichtgeknepen minder ik vaart. 120 is wel snel he Stijn! Het rolgeluid is anders en ergens sjirpt een meubelplaat. We rijden verder aan een trager tempo. Ligt het nu aan het Franse asfalt of scheelt er wat? Ik luister naar alle geluiden die in mijn ongeruste oren feller klinken en heb de indruk dat het stuur scheeftrekt. Misschien verbeeld ik het mij gewoon allemaal.

Avontuur en pannes daar ben ik ernstig voor beducht. We zijn ervoor verzekerd leg ik sussend aan mijn nieuwe copiloot uit en desnoods bellen we nog maar eens naar VAB. Mijn bezorgdheid weglachen lukt maar half want dag op dag 10 jaar geleden stonden we met een kapotte versnellingsbak in Les Sables d’Olonne. Het bondige relaas brengen Cris en ik met enige nuance ter relativering van onze eerste schrik. Tegen half vijf staan we voor de poort van de camping in Feullières en enkele minuten later zijn we al geïnstalleerd voor onze eerste nacht.

Un p’tit verre on a soif

We stappen met z’n drieën rond de camping tot aan het kanaal lateraal aan de Somme en keren terug langs de vijvers die de rivier hier voedt. Grauwe wolken pakken samen boven onze hoofden en trekken traag noordwaarts, regenbuien voor het thuisfront. Complet hangt er aan het bureautje, de eerste keer op alle jaren dat we hier op doorreis komen. Al een geluk dat gij reserveerde, stelt mijn minzame echtgenoot bij zijn eerste Franse biertje nuchter vast. En trente ou en cinquante had de barjuffrouw voor het tappen gevraagd. En pinte. Grote dorst!

Camping pintjes (Feuillères) Étangs de la Somme (Feuillères)

Drinken we nog iets, vraag ik na die eerste pint? Doe mij maar een kleintje zegt Wouter. Mooi niet, kleine, denk ik en breng de lege glazen terug naar de toog. Ze moest deze spoelen, haar andere glazen waren op… De hamburgers met Maroilles op het krijtbord zeggen ons wel iets. Grillen we zelf of eten we hier? De vleesjes die hij van de beenhouwerij meebracht bewaren in de koelkast nog wel. Het is vakantie en het bier van Brasserie Duyck vloeit vlotjes. Cris bestelt tegen etenstijd nog een rondje met drie burgers en frietjes erbij, toch maar drieëndertigers dit keer. Zin in een avondwandeling vraagt onze grizzly opgewekt? Ja en dan op tijd naar bed want teddy zijn oogjes vallen bijna toe. Morgenvroeg halen we samen de zonet bestelde baguettes op en dan zet ik eens koffie voor hem.

 

Maandag 10 juli

Traject: Feuillères – Le Sap-en-Auge (275 km)

Het weer in Picardië en Le Nord, enfin over gans Hauts-de-France, keerde vannacht dus kramen we na het ontbijt op en vertrekken ineens naar de volgende etappe in Normandië. Opnieuw een vertrouwde tussenstop op de westelijke route naar de zon, weliswaar in een onooglijk gat waar de tijd stil is blijven staan sinds de crew van Di Niro er neerstreek voor Malavita. Hoe wij daar toevallig terecht kwamen, vertellen we onderweg. Wouter zit terug naast mij en luistert gedwee, vechtend tegen in te halen slaap. De laatste maanden wogen echt wel zwaar.

Cris voelt bij het wegrijden weer die rare wiebel in de achtersteven. Traag rijdend voel ik het ook aan het stuur en er gaat van alles door mijn hoofd. Ligt het aan de uitlijning van de wielen of is er een silent-bloc aan de voortrein kapot? Het gaf een ferme slag toen we in die put reden. Het sjirpen van die meubelplaat, wat gisteren begon, komt terug van zodra we meer dan 80 rijden. Tot de 105 blijft het irritant, sneller is het niet meer te harden waar we gisteren nog makkelijk 110 haalden. Stilaan twijfel ik eraan dat we zonder brokken het einde halen van die roadtrip tussen Bertem en Bordeaux.

Les Terriers (Le Sap-en-Auge)

Wanneer ik voorbij Rouen een streep gas bij geef om de tikkende klok op de gps bij te benen, wordt het gerammel onheilspellend. Stijn, trager! Straks davert dat spel uiteen, klinkt er op de achterbank. Verlaat de snelweg bij Orbec gebiedt de navigatie, geen seconde te vroeg. Enkele tientallen kilometers traag asfalt later herken ik de omgeving. Le Sap, eindelijk onze veilige haven en we zijn er heelhuids geraakt!

Service gratuite

Links afslaan bij het stopbord en rechts aanhouden orakelt het bakje tegen de voorruit wanneer mijn oog op een bijzondere straatnaam valt: Rue Homo. Kijk, ze wisten dat we kwamen! Een luchtig grapje want de spanning was te snijden. Allez, Stijn waar gij op let! Details, Wouter, details en dat komt allemaal in mijn reisverslag. Je moet de twee vorige verhaaltjes trouwens nog eens lezen, die gaan eigenlijk ook een beetje over u. Zelfs al was hij in de paasvakantie niet de ganse week met ons mee, toch was hij er in mijn hoofd en zijn berichtjes quasi constant bij. Een ongeziene wending in het plot.

De vijver naast de camperplaats bij de brandweerkazerne baadt in de hoogstaande zon.  Terwijl Cris de zonnecrème van buurvrouw Kalinka probeert, kruip ik met een spuitbus WD40 onder de motorkap. Niets zichtbaars mis met de silent-bloc en de wielen staan precies nog recht, dus schrijft mijn ongeschoolde mekaniekersbrein het wiebelen aan een haperende vering toe. Wouter wil de spray van Cris ook wel eens proberen. Dat ruikt lekker! Ja en het plakt ook niet, beaamt mijn anderhalve trouwboek. Ik hoor hen geruststellend bezig terwijl ik met het lapmiddel rond de Autoroller kruip. Tussen mijn twee mannen zit het helemaal goed. Love is love.

Rue Homo (Le Sap-en-Auge) Throuple in paradise (Le Sap-en-Auge) 'k Zag twee beren... (Le Sap-en-Auge)

Charentais

We strekken de benen en wandelen naar het dorp langs stoffige vakwerkhuizen, zandstenen gevels en door smalle straatjes, helemaal tot bij het ecomusée ‘De la pomme au calvados’. Dat is op maandag dicht net als de oude kerk. La France profonde is ingeslapen of op de velden aan het werk. Zware tractoren denderen met geperst stro en gedorst graan rond het marktplein. De dorpskroeg is traditioneel ook gesloten wanneer wij er zijn. Weeral pech. Dus lopen we binnen bij de kruidenier om een fles Calvados en een cavaillon, hier gewoon melon of charantais. Geen idee waarom ze die bij ons anders noemen. Cavaillon daar zijn we rond een 14de juli eens doorgereden, zegt de alwetende grizzly en daar was zelfs geen meloen te vinden!

We installeren ons terug bij de vijver in de schaduw aan een houten picknicktafel. Warm genoeg voor pastis? Wouter lust dat eigenlijk niet, maar wil het wel eens proberen. Hij leert snel en past zich met overgave aan onze vakantiegewoontes aan. Niet na te hoeven denken, gewoon volgen op het ritme van twee dikke vrienden die altijd voor hem zorgen, lijkt zijn ultieme ontsnapping uit de dagelijkse sleur. Alleen de berichtjes uit Bertem blijven onafgebroken komen want de gayhound en zijn poes, zijn thuisgebleven bij de rare jongen die na twee dagen al een klankbord mist.

Diner sur l’herbe

Na de apéro en de met pineau gevulde charentais au jambon cru, verhuizen we naar onze kampeertafel bij de motorhome. Wat leggen we op de grill? Een kilootje dry aged Black Angus of gevulde pensen met kaas en spek errond… Dat speciale vleesje misschien beter morgen bij die wijnboer in Brissac? Na de stevige aperitief zijn mijn twee beertjes het nog altijd eens. En wat drinken we erbij, rosé uit de koelkast of Dornfelder die we met Pasen van de Moezel hebben meegebracht? José! Wouter twijfelt eens niet en heeft onmiddellijk beslist.

Mijn mannen snijden groetjes terwijl ik naast de tafel op onze gasgrill de worsten bak. De gediplomeerde chef volgt met argusogen hoe ik in het sissende spekvet op de hete plaat broodkorsten leg. Smoutebollen, zegt Cris terwijl hij de laatste fles ‘josé’ uitschenkt. Mijzelf trok ik voor de zekerheid die Duitse foezel open. Hoe meer gewicht eruit is, hoe beter. Dat wordt deze vakantie het devies, net als ‘buikje boos’ en ‘buikje blij’ omdat onze reisgezel dat steevast zegt wanneer hij honger of te veel gegeten heeft. Alle buikjes zijn blij ondertussen, héél blij, maar de buitenlucht voelt snel kil aan wanneer de zon verdwijnt. Morgen willen we voor de zekerheid misschien toch even bij een Ford garage stoppen onderweg, dus gaan we na de afwas met de kippen op stok.

Broodjes smeren (Le-Sap-en-Auge) Urbano on the road (Le-Sap-en-Auge) Eindelijk vakantie (Le-Sap-en-Auge)

Alle kampeerspullen opgeruimd en Cris als eerste naar binnen en sito presto in zijn bed. Dan pas kunnen wij vooraan het logeerbed opmaken, het nieuwe avondritueel. Bagage naar de cabinezetels, zitkussens van de banken, tafel naar beneden, het luchtbed ontvouwen en vijf minuten het motortje laten blazen. Dan zijn hoofdkussen aangeven en het dekbed, kleren uit, alle wasgoed bij elkaar, iedereen onder de wol. Hij is doodmoe en heeft nog een paar dagen nodig om te recupereren. Dan wil hij ook wel eens met de motorhome rijden. Als dat vervaarlijke gewiebel uit de Autoroller is want anders geef ik mijn stuur niet af.

Dinsdag 11 juli

Traject: Le Sap-en-Auge – Brissac (220 km)

Al vroeg halen voorbij snorrende auto’s ons uit dromenland. Het grote hek achteraan de ogenschijnlijk doodlopende straat staat wijd open. Werknemers van het bedrijf dat erachter ligt, rijden met een vaart het dor terrein op. Hooligans mompel ik terwijl Cris ongestoord verder snurkt en Wouter zich op het luchtbed uitrekt. Goedemorgen, uitgeslapen? Ja hoor, met een verlegen glimlach. Hij kan niet meer blijven liggen want dan krijgt hij een zere rug. Koffie? Ontbijten is een optie want we hoeven niet op zoek naar een bakker. Er was van thuis nog brood én smeerkaas van Maredsous, een verslaving van onze reisgezel.

Na de service moet er diesel getankt dus bekijken we de route van de gps naar Domaine De La Belle Etoile, een adres uit het boekje van France Passion. Komt goed. Vincent Esnou volgt mijn capriolen al een hele tijd op Instagram. Regelmatig post ik een foto van zijn flessen wanneer er eentje wordt ontkurkt. Bij het allereerste bezoek wisten zijn Ostracé en Coteaux de l’Aubance ons te bekoren, naast de ‘josé’ van Anjou. En route! Hoewel het erop lijkt dat het lapmiddel heeft gewerkt, komen het sjirpen en de trilling in het stuur terug van zodra we de péage nemen.

Bij de eerste parking zetten we het gevaarte aan kant om de bandenspanning te controleren, waar gisteren nog niks mis mee leek. De druk blijkt overal gelijk maar volgens het klevertje in de deurstijl van de chauffeur een halve bar te hoog dus regelen we dat even bij. Kijken wat het geeft. We halen nu 110 per uur, maar dan begint het gedaver toch opnieuw. Cris houdt angstvallig alles in de gaten en constateert dat het hemeltergende sjirpen van het daverende aanrecht komt. Straks vliegt uwe kraan eraf! Het stuur trekt nog steeds scheef, maar het bonken zit duidelijk onder het keukenblok.

100% Pneu tussen Bertem en Bordeaux (Le Mans)

Troubles in paradise

De route brengt ons via Alençon naar Le Mans twee plekken waar volgens Google concessionairs van Ford te vinden zijn. Dus maken we een kleine détour hopend dat ze ons van het vervelende gewiebel af kunnen helpen. Bij de eerste garage hebben ze geen brug om een camper op te zetten en bellen ze rond naar pneumatiques in de buurt om daar eventueel de banden en schokdempers na te laten kijken. Niet vandaag, morgennamiddag ten vroegste. Een moment overwegen we één etappe over te slaan, wijn kopen vooronderweg kunnen we in het warenhuis ook. Desnoods moeten we hier op de camping in Alençon bij de kriekenboom van Brigitte overnachten. Maar zelfs morgen is er geen garantie dat ze ons in een bandencentrale kunnen helpen, als het probleem vooralsnog elders zit.

De vriendelijke dame van Ford Alençon raadt ons aan om door te rijden naar GT Automobiles in Le Mans, daar hebben ze zeker een brug waarop de Autoroller past. Ze geeft ons nog het nummer mee van het atelier om zelf al contact te nemen met de techniekers aldaar. Cris belt terwijl we op weg zijn, want we willen er absoluut vóór de middagsluiting nog geraken. Misschien halen we dan nog de proeverij bij Vincent Esnou. De telefoon gaat over en we mogen langskomen, maar een oplossing garanderen ze ons ook niet. Een kwartier voor de siësta staan we met onze rammelkar voor de showroom met blitse Mustangs geparkeerd.

Cris borstelt zijn beste Frans op en legt aan een even afgeborstelde verkoper uit wat het probleem is of liever wat de aanleiding was en wat de symptomen ondertussen zijn. Nous avons pris een nit de poule dans la route et puis… Dat het geen trou dans la rue was, maar een ‘kiekennest’ hebben we daarstraks van de madame geleerd. Een eenvoudige inspectie leert dat het karkas van de rechter achterband het heeft begeven. Dat strookt met hetgeen wij voelen en de onzachte aanraking met dat gat in de snelweg. Het toenemende risico op een klapband baart ons plots zorgen. Niets op voorraad, bestellen kan als we 14 dagen kunnen wachten. In het andere geval is er 100 meter verderop een Vulco filiaal, dat is open tot 12u. Merci pour votre aide! De rien.

Prochain arrêt

De juiste maat is daar uiteraard ook niet in stock, maar ze verwijzen Cris wel door naar 100% PNEUmatic, nog 11 km verder. Het meeste kans ginder om geholpen te worden, volgens de behulpzame Vulco-man. Die zijn zelfs open tot 13u dus rijden we er met bekwame spoed naartoe en weer met dicht genepen billen. Onderweg overloop ik de opties als daar ook geen passende band beschikbaar is. VAB bellen en op rekening van de reisbijstand een reservewiel laten brengen, we zijn er tenslotte voor verzekerd. We zijn er en Cris stapt binnen. Het duurt wat en iemand uit het atelier gebaart ons om naast de poort te gaan staan waar net een camionette vertrekt. Wouter blijft tokkelend op zijn gsm in de cabine zitten terwijl ik ga kijken of er al meer geweten is.

Cris stuurt net: wat zijn de gegevens op die band? Ik maak een haastige foto en loop ermee naar binnen. De all seasons van Vredestein die erop liggen, hebben ze niet weet de verkoper die met mijn foto zijn computer checkt. Oei? Hij heeft wel een VancoCamper, de Continental zomerband. Ook goed, in de winter gaan we toch zo goed als niet meer weg. Alhoewel vorig jaar tijdens de paasvakantie stonden we onverwacht in de Ardense sneeuw. OK super. Et vous en avez quatre? En effet, il nous reste quatre. Parfait. Pourriez vous monter les pneus aujourd’hui? Oui, sans souci. Je vous en prie d’attendre ici.

Service rapide

Lachen (es) lief (100% Pneumatic) 100% Pneu matic (Le Mans) 100% Bièrres (Le Mans) 100% Macho (Le Mans)

Onze anderhalve trouwboek blijft geduldig in de zeteltjes bij de balie wachten terwijl ik mij naar Wouter rep. Die zit nu op hete kolen in de cabine: ze hebben dat soort band niet, zeg ik met een uitgestreken gelaat en laat een pauze… Mijn koffiekameraadje kijkt mij beteuterd aan, maar zijn schattige glimlach keert snel terug wanneer ik verder ga: wel een ander merk en die leggen ze er straks al op. Nog vóór we beiden uit de camper zijn, krikt een technieker de vooras op en verdwijnt naar binnen met de voorste velgen.

Cris vereffent de rekening terwijl ik naast de werkplaats met mijn metgezel bij Bières et Chopes binnenstap om de tijd te doden. Dat is niet alleen drankenhal vol Belgische bieren, ook verbruikszaal met een groot terras. Kom jij? Stuur ik naar onze achtergebleven vent. Het loopt tegen lunchtijd en de monteurs schaften waarschijnlijk ook. Na een paar rondjes Bretoens bier, een plank charcuterie en een ovenkaas staat de Autoroller weer startensklaar. Ze hebben ons rijdende hotel nog voor hun middagpauze afgewerkt. Net geen 800 euro armer zetten we onze reis verder. Misbaar over de centen maken we niet, want de vakantie is gered. Congé sauvé.

Belle Étoile

France Passion (Brissac-Quincé) De wijn van volgend jaar (Brissac-Quincé) Château de Brissac Bière de la Fromagerie (Brissac-Quincé)

Aangezien we deze ochtend heel vroeg uit de veren waren, komen we slechts een paar uur later dan gepland bij de wijnboer aan. Die zit net met zijn boekhouder aan tafel, maar hij zal ons tegen een uur of zes met de nodige egards ontvangen. Tijd genoeg nog voor een wandeling naar het kasteel van Brissac. Dat valt te bezoeken, maar we hebben vandaag al genoeg excursies gehad. Het is drukkend in de straten dus gaan we op zoek naar een café dat de dorstigen wil laven. We proeven een streekbiertje op het terras van fromagerie Rouet, een beetje speciaal. Aan de aard van de zaak hadden we het eigenlijk moeten weten. Afrekenen en terug naar Vincent, die verwacht ons over een goed kwartier al in zijn proeflokaal.

Een krat ‘josé’ kan nog net, maar niet te veel want zijn waarschijnlijk al een beetje overladen. Meer dan één doos krijgen we niet meer weggestoken in de koffer of onder het bed. Die bezorgdheid spoelt weg met de eerste slokken Sauvignon. Droge witte, geen Aubance want we stoppen nog in Sauternes. ‘José’ uit Anjou, Ostracé en een paar kratten crémant maken het lijstje af. Vincent brengt onze bestelling volgaarne tot bij de camper. Douchen kan met jetons, stroom hebben we al aangesloten dus betalen we met plezier voor dat extra comfort. De aangebroken fles Anjou krijgen we mee voor bij de grillade. Cris zorgt voor de salade, ik voor de ‘josé’ terwijl onze masterchef de gerijpte Black Angus côte à l’os tot perfectie grilt. Bon appétit!

Domaine de la Belle Étoile (Brissac-Quincé) Snoepers (Brissac-Quincé) Grill-beer (Brissac-Quincé) Côte à l'os op leeftijd (Brissac-Quincé)

 

Woensdag 12 juli

Traject: Brissac – Les Sables d’Olonne (170 km)

Eerst koffie en nog even gebruik maken van de aangeboden faciliteiten, dan pakken we in en zwaaien naar Vincent die met zijn tractor naar de wijngaard rijdt. Onderweg zagen we gisteren een E. Leclerc, de eerste van het seizoen en volgens mij was die daar vorige keer ook helemaal nog niet. Géén vakantie zonder ons favoriete warenhuis en het wordt stilaan tijd om inkopen te doen. Groenten, vlees, Wouter zijn smeerkaas en de apéro knabbels geraken stilaan op. Onze nieuwe reisgezel houdt er als bij wonder ook van om rayon na rayon door de grande surface te snuisteren.

Als een kind op de kermis kijkt hij zich de ogen uit tussen koopwaar en merken die bij Colruyt niet in de rekken staan. We zijn niet gehaast, maar hebben we alle aanbiedingen van de hypermarché nu bijna gezien? Iedereen gevonden wat hij zocht… Nee jong, smeerkaas van Maredsous kennen ze in Frankrijk waarschijnlijk niet. Nog wat viennoiserie ter compensatie van het overgeslagen ontbijt en baguettes voor een late lunch als we straks aangekomen zijn. Recreatief door het warenhuis dolen begint mij te enerveren. Het buikgevoel zegt: komaan we moeten voort anders vissen we achter het net op de camperplaats in Les Sables d’Olonne.

Bain de soleil

Tussen Bertem en Bordeaux (Les Sables d'Olonne) Buik intrekken (Les Sables d'Olonne)

De zon staat een eind na de middag hoog boven de gravelparking aan de Rue Printanière en tegen mijn verwachting in is er nog plaats zat. Het buikgevoel zat ernaast. Service is er sowieso, stroom niet altijd en de plaatsen bij de palen zijn al ingenomen. Maar elektriciteit hebben we eigenlijk niet nodig dus parkeren we lukraak ergens aan de rand van de grote kattenbak. De weersverwachting aan de kust zag er wat minder uit, maar zelfs dat deert ons niet. De twee beertjes vinden het niet zo erg dat het minder warm is: dan slapen we goed vannacht en kan hij morgenochtend misschien eens gaan lopen. Als ik het aandurf, loop ik misschien een stukje met hem mee. Of dan probeer ik dat alleszins want behalve achter zijn gat en dat van zijn ex heb ik in geen jaren nog gelopen.

Het is al één uur dus het mag: iedereen een blauwe pastis! Dan geraakt die fles ook leeg, weeral minder gewicht. Eentje allez, dan stokbrood met de Franse kaas. Na de snelle lunch en uitbuiken in het zonnetje komt de spuitbus van Kalinka weer boven. Misschien moet ge u ook insmeren? Jullie zien al rood zegt Cris die sinds vorige zomer zonneslagen vreest. Ingevet stappen we met z’n drieën naar de strandboulevard. Nog een selfie voor het vakantiealbum, allez kom lach eens lief, lieven, … En dan liefst op zoek naar een terras. Een tafel met één kant schaduw want zelfs met de oceaanbries is het in de vlakke zon pokkewarm. Niets voor de Cris, maar Wouter en ik houden er wel van. We houden van een kleurtje pakken in de zomerzon en natuurlijk ook van hem.

Na een veel te dure Américano of te weinig volume voor dat geld wandelen we via het strandbad tot bij de havengeul en wachten op de passeur. Het is eb en tijdens het aanmeren bij de slipway aan de overkant loopt de platbodem aan grond. Ach nee, weer averij. Gelukkig kunnen wij nog net met droge voeten ontschepen, wie er in de omgekeerde richting op wil heeft minder geluk. De schipper probeert zijn schuit vrij te krijgen, roer omhoog, schroeven vooruit, achteruit, met veel spetters en gebrom. Wij slaan het schouwspel vanaf de pier gade tot een habitué de schoenen uittrekt en door het ondiepe water waadt om de hulpeloze kapitein te ontzetten. Net genoeg extra mankracht en een applaus voor de onbekende held!

Lachen Wouter (Les Sables d'Olonne) Schipper mag ik over varen? (Les Sables d'Olonne) Le Passeur (Les Sables d'Olonne) Cris trek es een foto (Les Sables d'Olonne)

Fiefs Vendéens

Wouter kom eens voor een foto! Hij staat er op onze selfies nog wat schuchter bij en zeker wanneer ik op het havenhoofd mijn arm om zijn schouders leg. Alles went zelfs een getrouwde vent. Ik krijg hem er niet bij op dus mikt Cris de vuurtoren in de achtergrond mee op het kleine scherm met zijn twee pubers. Onze forse beer keert op zijn stappen terug wanneer zijn twee macho’s per sé over een strekdam van de havengeul terug naar de wal willen laveren. We treffen hem bij de Prieuré Saint Nicolas, een versterkte kerk daterend van de godsdienstoorlogen in de jaren 1600.  De fortificatie met grote kanonnen staat letterlijk met de voeten in de oceaan, ga daar eens effe achter staan. Kinderstreken op leeftijd, maar ik amuseer mij kostelijk en Wouter speelt het spel gedwee met geveinsde tegenzin mee.

Jetée (Les Sables d'Olonne) Letterlijk achter zijn gat lopen (Les Sables d'Olonne) Groot kanon (Les Sables d'Olonne) Te veel keuze (Les Sables d'Olonne)

We slenteren langs de vaargeul achter een groep senioren die niet vooruit lijken te komen. Als een pinguïn waggelt onze geërgerde teddy er ostentatief achteraan en wij gieren het uit. Puber! De eethuizen hier prijzen pizza’s, wok en hamburgers aan, dat kunnen we thuis ook eten. Ik hoop op de eerste zeevruchtenschotel van deze congé, dat lust een pinguïn ook. Cris niet, maar hij krijgt het water al in de mond als hij aan een marmiet kleine mosseltjes denkt. De elektrische overzet brengt ons samen met de oude knurften door de vissershaven naar de overkant. Na wat heen en weer tussen de menu’s van de lonkende restaurants reserveert Cris een tafel op het terras van Le Grain de Sables. Er zijn moules de bouchot op allerlei wijzen én voor ons een plateau de fruits de mer!

Eentje drinken en iets van apéro? Uit gewoonte stoppen we bij Havana Café voor een Long Island en Rillettes de mer. Ik heb niet de beste herinneringen aan de cocktailbar waar een zeemeeuw ooit de barkruk naast mij onderscheet met spetters bijna tot in mijn piscine Corsicaanse pastis. Kom we gaan de zonnecrème van ons vel wassen en iets netter aantrekken dan komen we straks op ons gemak terug. Neem voor de zekerheid maar een vest mee want het wordt deze avond fris. Na een Troussepinette smullen we van de overdaad aan zeevruchten tot we er een zere rug van krijgen. Cris vult de glazen bij met ‘josé’: Fiefs Vendéens van J. Mourat, mijn oenoloog herkent de fles meteen. Bij zijn Irish coffee kan Wouter op de kade wel een jas verdragen. Ik gaf mijn goede raad weg en heb er zelf geen. Wel een ieriesj, maar dus geen vest.

Fruits de mer (Les Sables d'Olonne) Puur genieten (Les Sables d'Olonne) Café Gourmand (Les Sables d'Olonne) Almost happy (Les Sables d'Olonne)

Voldaan staan we terug bij de motorhome waar een snedige wind ons naar binnen jaagt en er hangt zelfs wat vocht in de kille avondlucht. Morgenvroeg voor dag en dauw gaan we samen een keertje lopen beloof ik onze sportieve vent.

 

Donderdag 13 juli

Traject: Les Sables d’Olonne – La Rochelle (105 km)

7u. Geschuifel op het luchtbed is mijn signaal om op te staan. Goedemorgen, geen knuffel vandaag want hij wil naar buiten. Ontbijten doet een atleet niet voor zijn prestatie en zeker geen koffie vóór het lopen want dat werkt op de peristaltiek. Ik herinner mij een rondje Tiergarten met hem op een doordeweekse morgen in Berlijn. Toen had ik ten minste nog iets van conditie, maar lopen met de billen dichtgeknepen gaat gewoon niet. Ga je mee? Als ik mag! Tuurlijk zegt hij enthousiast terwijl ik met de moed der wanhoop een paar nieuwe loopschoenen aan mijn voeten schuif. Het oud zot denkt Cris en draait zich nog eens rond.

Nog voor we het kruispunt met de Blockhaus bereiken, trap ik al op mijn adem. Geduldig wacht hij aan de overkant. Ik volg hem linksaf naar de strandboulevard waar ik hem onverbiddelijk moet lossen. Hij loopt soepel, ik sleep mijn lamlendige lijf verder, tot in de verte bij de havengeul zijn rode sportshirt omkeert. Nog één keer tot het eind roept Wouter wanneer ik puffend word gedoubleerd. Hij rent er 10 ik loop er 5 waarvan de helft al stappend met de hartslag bonkend in mijn hals. Het miezert ondertussen maar het luie zweet breekt me toch uit. Roder aangelopen dan zijn truitje en met een kloppende ader op de slaap valt mijn schaamrood niet meer op: bijna 50 en versleten beklaag ik mezelf. Maar nee Stijntje, ge zijt toch nog lang niet oud, sust mijn lieve knuffelbeer.

Dernière démarquage

Na de uitgestelde ochtendkoffie komt Cris ook uit bed en gaan we met hem mee shoppen. Wouter levert erom gevraagd stijladvies bij het kiezen van een schoudertas voor onze struise vent. Wij geven onze mening over de zomersolden die hij past. Een polo in het geel of in het roze? Pak ze gewoon alle twee, het staat u goed. Er valt een plensbui in de winkelstraat dus vluchten we naar binnen bij de marché couvert. Wat eten we trouwens deze avond? Er is wel nog vlees voor op de grill, geen sla meer of tomaten. Aan een marktkraam kiezen mijn beertjes cœur de bœufs en krieltjes van Noirmoutier. Het miezert nog altijd wanneer we verder gaan dus nog even een laatste boetiek binnen. Dat hemd staat u ook weer, geef hier knapperd, dan rekenen we en passant alles samen af.

Regen op komst (Les Sables d'Olonne) Sporty spice (Les Sables d'Olonne) Marché couvert (Les Sables d'Olonne) Krijg ik die saucisse? (Le Beaulieu - La Rochelle)

Na een lichte brunch en wat aanschuiven bij het servicepunt vertrekken we voor een paar nachten naar Camping La Rochelle – Le Beaulieu. Inchecken kan vanaf 15u dus zijn we helemaal niet gehaast, geen tolwegen vandaag. Garmin leidt ons binnendoor via de kustweg naar Rochefort en vandaar in een wijde boog om havenindustrie en de agglomeratie heen ter bestemming. Die blijkt midden een bedrijvenzone vol grote winkels te liggen met een Hyper U vlak voor de deur van de receptie. Cris grist de reservatiebevestiging uit de grote envelop en vraagt nog: dit is wel volledig betaald? De eerste camping niet, blijkbaar de enige waar dat niet in de kleine lettertjes stond. Ja, ja. Het totaal is voldaan zo staat dat ook op die papieren.

Een paar minuten later komt hij terug met een plannetje in de hand en wijst ons de weg. We kregen het perceel naast een vaste bungalowtent waar een bende pubers in logeert. Die houden tot laat vannacht een feestje in de aanloop naar de quatorze juillet. Het wordt een luie dag, alleen wat recreatief boodschappen doen in de grande surface met aansluitend uitgebreide apéro terwijl we alle bewegingen volgen van aankomende kampeerders en zichzelf vervelende jonkies. Morgenochtend gaat Wouter met zijn plaaggeest zwemmen in plaats van te lopen. Een half uur baantjes trekken, dat kan deze oude aap zelfs in een plonsbad nog wel. Gingen we vandaag nog iets doen of gaan we eens kijken hierover en houden we een bezoek aan de stad tot morgen? Kies maar.

Mauvais garçons

Het wordt de grand surface. De liefde van de man gaat door de maag dus probeer ik al een tafel vast te krijgen voor morgenavond terwijl we aan de witte wijn van Vincent zitten. Bij voorkeur rond de Vieux Port om het vuurwerk te zien en wel eentje waar ze verse zeevruchten en een farandole of een trio de moules serveren. De grommende grizzly wou per sé naar La Rochelle, maar begint nu zelf te emmeren dat het er zo druk gaat zijn dat we nergens eten zullen vinden. Dat we beter hier in de kantine een tafel kunnen vragen, maar dan wel het vuurwerk missen omdat er niks is gereserveerd. Ik krijg er het apenzuur van en werp wat valse blikken in de richting van mijn wettige echtgenoot. Doe toch godverdomme niet zo negatief!

Amour toujours (Le Beaulieu - La Rochelle)

Wouter kijkt mij bedeesd van onder zijn wenkbouwen aan terwijl ik geërgerd naar een restaurant zoek op mijn kleine scherm. Het ligt niet aan u lieverd, na 20 jaar huwelijksleven is kribbig doen perfect normaal. Het piratenhol waar Cris ooit aanschoof voor een vijfdelig mosselfestijn, bestaat al jaren niet meer. La Popotte de la Mer, daar doen ze wel aan trio’s herinner ik mij, maar de chef geeft niet thuis wanneer ik het nummer bel. Mijn verbinding valt voortdurend weg dus sommeer ik mijn mopperende vechtgenoot om het zelf ook eens te proberen. Dat wordt niets. De keet ernaast, Le Bateaux Ivre zegt mij ook wel iets dankzij de sloot wijn die ondertussen de zeden verzacht. Geen menu van te vinden dus wordt het Les 2 Tours waar we gewoon online kunnen reserveren. Opgelost, kunnen we dan nu rustig verder aan de apéro? Les jeux sont faits.

 

Vrijdag 14 juli

De jongeren in de bungalowtent naast ons maakten het vannacht veel te bont dus komt de ochtend weinig uitgeslapen en loom op gang. We fietsen vanmiddag pas naar het centrum van La Rochelle om nog wat etalages te kijken voor we ’s avonds aan tafel gaan en aftellen naar het feu d’artifice. Het slootje wijn en de koffie met poes van gisterenavond zorgen met de onderbroken slaap voor een alcoholwaas in mijn hoofd en vooral nadorst. Ik wip de camper uit en stap nog wat wankel richting Pâtisserie Ô Beau-Lieu des Pains tegenover de inrit van de camping. Deux baguettes et quatre éclairs, un de chaque s.v.p. Het meisje in de bakkerij verstaat mijn gemompel niet want de fijne motoriek wil nog niet helemaal mee. Wijzend naar de gebakjes, hier de klassieke, daar die met mokka, ginder de roze variant en dan nog eentje met citroen. Fête Nationale!

Koffie en voor elk een derde deel van de gebakjes die onze masterchef vakkundig portioneert, dan keert Cris terug naar de hypermarkt want er waren rommeltjes die hij gisteren niet mocht kopen en nog iets voor Wouter die door de muggen werd overstoken. Hij gaat met mij mee op zoek naar het zwembad, een paar handwijzers zouden hier in de wirwar van campingwegels niet misstaan. We lopen om via het terras van de kantine om een duik te nemen in het koude water. Dat wast de ochtendnevels in één keer uit mijn hoofd. Ik trek nog een paar baantjes terwijl mijn atleet het voor bekeken houdt. Het is hem waarschijnlijk te fris en te druk in het bad vol jengelende bengels. Nog wat opdrogen in de zon eer we onze prikkende stoppelbaarden gaan scheren zodat we paraat staan wanneer onze grizzly wil vertrekken naar de stad.

Vieux-Port (La Rochelle)

We volgen de pijltjes van de voie verte en plaatsen onze e-bikes veilig op slot in een fietsstalling aan de Vieux-Port. Het is zo tussen twaalf en één broeierig en gezellig druk in de stad die zich opmaakt voor de Francofolies. We zoeken gelijk maar een tafeltje op het terras van Café Leffe aan het einde van de Cour des Dames. Een pression voor Cris, standaard een halve liter, een grote picon bière voor mij en een ice tea… Oei, zijt ge ziek? Misschien heeft ons kameraadje ook last van de slapeloze nacht. Onder de Grosse Horloge, een oude stadspoort met belforttoren, komen we in de stoffige winkelstraten met verblindende travertijn plavuizen waar de zon pal boven staat.

Café Leffe (La Rochelle) Grosse Horloge (La Rochelle) Zomersolden (La Rochelle) Muilezel (La Rochelle)

Petit blagueur

Jules, Rituals, winkels genoeg om een namiddag te spenderen. Wouters goede voornemen blijkt onderwijl het shoppen geen lang leven beschoren, want ook hij krijgt dorst en ik heb nood een sanitaire stop. Op het eerstvolgende terras bij de marché couvert staan er alweer drie glazen Licorne Black op onze tafel. En cinquante! Ergens op het raam van een etalage meen ik een logo te herkennen, staat dat niet op Cris zijn nieuwe schoudertas? Serge Blanco. Blijkbaar ontwerpt die mens ook mannenkleren en zelfs een leuk teddyberenhemd, maar de mouwen zijn voor hem een slag te kort en het gecentreerde maatje groter zit dan weer te ruim. De gewiekste fransman probeert het vooralsnog aan onze stijlpoes te verlappen met het argument dat ze die tegenwoordig toch oprollen. Ah bon, mais pas chez nous. Grapjas, goed geprobeerd. Laat het voor die prijs dan toch maar hangen.

Cris zijn oog valt op een reistas in lichtbruin kalfsleder net als zijn nieuwe chacosse. Het trekt onmiddellijk de aandacht van de verkoper die de tas met graagte samen met een bijpassende toiletzak etaleert. Beide samen kosten amper de helft meer als dat kleinood uit Les Sables d’Olonne. Zo heeft Wouter meteen iets om zijn alsmaar groter wordende verzameling nieuwe kleren in op te bergen onderweg. Ik krijg er alweer dorst van en het loopt stilaan tegen apérotijd dus stoppen we op de terugweg naar de oude haven voor een Américano of een Negroni. Marriage parfait!

Canal de Marans (La Rochelle) Américano (La Rochelle) Farandole (La Rochelle) Les 2 Tours (La Rochelle)

Geen farandole wel twee potten mosselen en verse zeevruchten serveren ze onder de platanen bij Les 2 Tours. Het is er een drukte van jewelste en waarschijnlijk had de grote beer gelijk, zonder reservatie zouden we nu niets te eten vinden. Lang leve de nukkigheid en het echtelijke dispuut, zelfs al zien we vanop het terras het vuurwerk niet. Dit jaar schieten ze de vuurpijlen af in de nieuwe haven uit het zicht achter de twee torens die de Vieux-Port bewaken. De garçon adviseert aan de overkant van het dok te gaan kijken waar een wriemelende massa toeristen en kijklustigen samentroept. We rekenen af en nemen de fietsen ineens mee want de kade waarnaar wordt verwezen ligt op de weg terug naar de camping. Het is bijna middernacht wanneer we voldaan naast de motorhome zitten en een mooie dag afsluiten met een laatste glas ‘josé’.

Feu d'Artifice (La Rochelle)

 

Zaterdag 15 juli

Traject: La Rochelle – île d’Oléron (85 km)

En korte rit vandaag, maar we moeten al vóór 11u de kampeerplaats ontruimen terwijl we pas een eind over de middag aan kunnen komen op camping Les Seulieres. Na het ontbijt poetsen we de plaat en laten de Autoroller achter op de parking van het parc commercial aan de overkant. Er is nog ruim de tijd om de Franse ketenwinkels te gaan bekijken. Cris zocht al op want ergens hier is er behalve een Armand Thiery ook een Kiabi, blijkbaar een kledingzaak met een lijn voor dikke vrienden en grote mannen aan dumpingprijzen. Niet de mannen, wel de kleren. Bij de eerste winkel hebben ze alleen mijn maat en die van Wouter dus koop ik voor hem nog eens hetzelfde hemd, die truc van de foor heb ik al eens vaker toegepast. Mijn wederhelft koopt de andere winkel quasi leeg, er was toch nog plaats in zijn nieuwe valies.

We kopen in de Hyper U nog wat om te eten en zetten koers naar Route des Seulières bij Les Huttes, een gehucht van Saint-Denis d’Oléron. Ik zit achter het stuur wanneer we het viaduct oprijden dat het eiland met het vaste land verbindt, overmorgen is het aan Wouter om naar Vignoble Vincent te rijden. Als het meevalt en hij het leuk vindt, kan hij de volgende dagen nog wel vaker achter het stuur kruipen want onze grote beer zit meestal te Netflixen op de achterbank. Tenzij ze allebei liggen te slapen zoals op het moment dat ik de logge transit over de brug stuur. Beertjes, wakker worden als jullie de zee willen zien!

Recht door zee (Pont d'île d'Oléron) Slaapkoppen op roadtrip (Pont d'île d'Oléron) Chef un p'tit verre on a soif (Camping Les Seulières - Île d'Oléron) Gay broekjes (Camping Les Seulières - Île d'Oléron)

Behalve een vrije kampeerplaats uitkiezen en ons voor twee nachten installeren, doen we vandaag niets meer. Dat wil zeggen, de lucht blijft al de ganse dag overtrokken en het is drukkend warm dus gaan we op het terras van de bar bij het zwembad een pintje drinken. Na een tweede rondje is het brood voor morgenvroeg besteld en weet ik hoe de wasserette werkt. Geen jetons gewoon met de kaart betalen aan de automaat, programma kiezen en op start duwen, het wasmiddel komt er vanzelf in. We zetten de apéro in onder de luifel bij de motorhome want na een week met z’n drieën onderweg is het hoogtijd voor de eerste campingwas.

Lave linge

De omliggende percelen lopen stilaan vol met kampeerders, zelfs hier en daar een motorhome. Schuin achter ons komt een gezin met vijf kinderen aan per fiets, de jongste nog in de pampers en de oudste maar net uit de lagere school. Perfect gedrild, iedereen heeft een taak bij het opzetten van de tent. Duidelijk geoefende kampeerders, op een halfuur is alles opgebouwd en staat het kroostrijke gezin klaar om uit eten te gaan. Een wereld van verschil met de Hollanders hier rechtover daar zijn ma en pa een uur of twee later nog met scheerlijnen aan het vechten terwijl hun kroost balorig wordt. Pal naast ons parkeert een jong koppel met baby hun busje en aftandse caravan voor de nacht, als die maar niet wakker liggen van ons gesnurk of wij van een huilend kind.

Ik graai net de gasgrill van achter de koelbox in de koffer wanneer de timer op mijn iPhone zegt dat de wasmachines bijna klaar zijn, ik nam er twee in beslag. Eentje voor witte en eentje voor bonte was, hang de lijn maar klaar. Wat in de droogkast mag blijft nog drie kwartier in de laverie en de rest hangt als kleurrijke vlagjes aan de wasdraad tussen de poten van de luifel. Het heeft iets feestelijks en iemand reageert: moeten we raden van wie welk broekje is? Probeer eens lach ik. Niet alleen de gay broekjes en de sportkleding drogen snel, onze lever ook. Pak nog eens een fles ‘josé’, Wouter, dan ga ik de kleren uit de droger halen. We plooien samen het wasgoed op terwijl Cris met tomaten en sla bezig is voor het avondeten. Marriage parfait.

Vooraleer we het vuur aansteken, hangen we de zijwanden aan de luifel want het wordt door de vochtige oceaanlucht behoorlijk fris. Om de kilte te verjagen zijn er fleece dekentjes en bij de koffie nog een poes. Er waait ’s nachts zelfs wat motregen door de lucht. Wanneer we aan ons avondritueel beginnen is het muisstil op de camping, logeerbed opgemaakt en in koor slaapwel.

 

Zondag 16 juli

Camping Les Seulières (Île d'Oléron)

De ochtendstond heeft goud in de mond én versgebakken stokbrood dat we ophalen in de campingbar. Pour demain aussi deux baguettes s.v.p. au nom de Tits, t-i-t-s want p-a-e-m-e-l-a-e-r-e is te moeilijk en français. Straks fietsen we dwars over het eiland naar de markt in La Bree om twee charentais te kopen en rauwe ham. Die halve fles Pineau des Charentes steekt nog in de koffer en morgen slapen we tussen de wijnranken van Vincent, niet Esnou van de ‘josé’ wel de vignoble van France Passion waar we die fles twee jaar geleden haalden. De morgenzon verdwijnt nog voor het ontbijt achter grauwe wolken. Oei, als daar maar geen regen van komt!

Met het fietskaartje in de rugzak in plaats van in de hand zoeken we de weg, we zijn geen vreemden meer op het eiland. Maar de fietsroutes en knooppunten zijn op Oléron niet feilloos afgestemd en er is blijkbaar geen trage weg die ons zonder doorsteek tot bij de markt brengt. Onze grizzly wist dat uiteraard en moppert dat mijn richtinggevoel de mist in gaat. Een paar zomers geleden eindigden we hier zelfs met zijn alwetende gps ook al eens te midden van een veld. Gegrommel en oponthoud onderweg, maar de aanwezigheid van onze compagnon-de-route verzacht onze zeden dus volgt de echtelijke ruzie niet.

Marché saisonnier

Teddybillen (Île d'Oléron) Zijn we nog just? (Île d'Oléron) Standaardmoil (Île d'Oléron) Zoek het maar uit (Île d'Oléron)

Tegen de middag stallen we de fietsen aan Rue des Ardillières die uitgeeft op de markt. Rugzak over de schouders, niets van waarde achterlaten, je weet maar nooit. De Veloci Hopper en de Spirit leggen we samen aan de voorwielen vast, het slot van Cris door de beugel van het fietsenrek en het kader van Wouters fiets en zijn slot nog rond de plooifiets. Die pakken ze niet mee terwijl wij snuisteren in de gezellige drukte op de markt. Groeten- en fruitkramen, regionale specialiteiten, kleding en spullen allerhande, wijnen en pineau maar daarvan hebben we nog meer dan genoeg. De zon breekt door de wolken en meloenen kopen we pas op het eind, net als tafelkleden anti-tâche.

Eerst alles eens bekijken dan rauwe ham zoeken bij een slagerstoog onder de gaanderij met vaste winkelkramen palend aan de markt. Die entrecote ziet er wel goed uit, zegt onze masterchef terwijl er aangeschoven wordt. Iets meepakken voor deze avond? Drie vingers gebaart Cris wanneer de beurt aan ons is, maar uitgedrukt in forse beenhouwerspoten wordt dat de helft meer dan de kilo dry aged beef die Wouter meebracht van zijn flexi in de slagerij. Dat wordt weer buikjes vullen als hij straks op onze grill die halve koe gebakken krijgt. Drie minuten aan elke kant, zei de maître boucher met de dikke vingers nog.

Het spreekwoordelijke water loopt ons al in de mond dus zoeken we in de felle zon een terras voor een planche apéro en een dozijn oesters bij de Aperol spritzen. Plots trekt er weer zo een donkere wolk voorbij en dikke regendruppels plonzen in ons glas, dus schuiven we een tafel op onder het afdak en bestellen bij de barman nog een rondje. Désolé il n’y a plus d’Aperol, mais je peux vous servir un Spritz Bordelais. Doe dat dan maar. Gij hebt ook een ‘standaardmoil‘ zou Wouter zeggen want ik lust het wel en de Calvet Sunset loopt er bij hem ook vlotjes in.

De bui is over we rekenen af en zoeken onze weg naar de camping terug. Vertrekken vanuit La Brée was andere jaren ook al een probleem herinneren we ons. Daarom zoekt Cris met zijn slimme apps de juiste richting en vóór we het dorp uit zijn worden we op de fiets nog door de staart van die plensbui overvallen, gratis verfrissing. Het lukt dit keer wonderwel om de bewegwijzerde fietsroutes terug te vinden zonder in een veld te eindigen en we volgen de pijltjes naar Les Huttes. In de verte herken ik de oude molen, hier zijn we al menig maal voorbijgefietst. Blijkbaar kozen we vanmorgen gewoon de verkeerde kant bij het verlaten van de camping.

Moulin de La Brée (Île d'Oléron) Throuple on the roll (Île d'Oléron) Melon ivre au jambon crû (Île d'Oléron) Phare de Chassiron (Île d'Oléron)

Farniente

De hemel klaart onderweg helemaal uit en het wordt weer drukkend warm. In de schaduw van de camperluifel schuiven we aan voor een late lunch met de gedoopte meloen en rauwe ham. Uitbuiken op het heetst van de dag en de spuitbus van Kalinka is populair want de zon brandt ongenadig. Na de siësta stappen we terug op de fiets en volgen de handwijzers naar de Phare de Chassiron. Die rechtstreekse voie verte krioelt van de toeristen die gaan drummen voor een foto van de op één na oudste nog werkende vuurtoren in Frankrijk. Wie zin heeft om in de blakerende zon aan te schuiven en de 224 treden te beklimmen, kan 43 meter hoger over het ganse eiland en de oceaan uitkijken.

Wij blijven liever met de beide voeten op de grond. Wanneer ik de Nikon camera uit mijn rugzak haal, blijkt dat ik stomweg de batterij in haar oplader vergeten ben. Dat fototoestel blijft de rest van de reis in de camper tenzij ik er ooit nog eens speciaal op uit ga om stillevens en vergezichten te trekken. Voorlopig neem ik genoegen met sfeerbeeldjes op de gsm, een paar gebronzeerde selfies van ons drieën én vooral een pintje ergens op een terras.

Marriage parfait (Île d'Oléron)

Na de souvenirwinkeltjes stappen we met een kilo zeezout terug op de fiets richting Port de Saint-Denis. Liever dan de ganse strekdam af te wandelen gaan we aan de havenkant een Spritz d’Oléron drinken bij Le Chapia. Olérange lijkt op Apérol maar wordt op Oléron gemaakt van orange amère en lokaal gestookte cognac. Als we er één tegenkomen kopen we daarvan misschien wel ergens een fles. Na een volgend rondje rijden we door het centrum van Saint-Denis en langs de fietspaden terug naar Les Seulières.

De beertjes hebben geen zin om nog over de duinen te klimmen tot bij de branding op het strand. Cris houdt sowieso niet van zand en Wouter wil niet mee in zee. Er zit tot het avondeten maar één ding op: iedereen ‘josé’? De lading wijn van La Belle Étoile is er bijna door alleen nog crémant voor Cris zijn verjaardag en rood. Als hij wil mag Wouter ook volgende zomer mee, een rustiger tempo en soms eens drie nachten blijven staan in de plaats van alle leuke plekken ineens te willen laten zien. Wat denken ze van het warme zuiden of Biarritz? We willen daar allebei nog wel eens terug naartoe als het er geen 40 graden is. Hoewel dan gaan de beertjes misschien wel met mij mee het water in.

Onze keukenpiet bakt de courgettes en aubergines die Cris gesneden heeft en daarna het vlees. Ik maak mij nuttig met het bijvullen van hun glas ‘josé’ en open voor bij het avondmaal een fles Ostracé. Rood, daar valt er eentje meestal van inslaap. Ik mis mijn duik in zee, maar klaag niet want zijn cuisson van die drie vingers entrecote is uiteraard perfect. Bon appétit!

Spritz d'Oléron (Port de Saint-Denis) Keukenprins (Île d'Oléron) Home au travail (Île d'Oléron) Aan tafel! (Île d'Oléron)

 

Maandag 17 juli

Na het ontbijt kramen we op en mag onze stilaan uitgeslapen kameraad het stuur overnemen tot in Saint-Pierre-d’Oléron. Net geen half uur rijden over 12 km zei de gps, maar op de Avenue de Bonnemie gaat het traag tussen de vertrekkende toeristen en de aaneenschakeling van drukbezochte winkels. Onze compagnon-de-route doet zijn reistitel eer aan en hij mag nog rijden met de zwaar geladen Autoroller. Even voor de middag komen we aan op onze volgende bestemming.

Rijexamen (Île d'Oléron)

Cris meldt ons in het wijnmagazijn aan als leden van France Passion, zo weten we meteen waar we mogen staan voor de nacht. Andere jaren stonden we met de neus tussen de druivenranken achter de grote schuur. Daar is het nu geploegd tussen de wijnstokken en precies niet de bedoeling om er nog campers te parkeren. Wouter wacht geduldig af met draaiende motor terwijl de airco in hoge toeren draait. We mogen daar links achter die grote citernes staan, gebaart de grote beer die terugkomt aangelopen met zweetdruppels op het kale hoofd in de felle middagzon.

Zelfs parkeren in de smalle gang tussen de wijnranken van Vignoble Vincent en op dubbele keggen lukt van de eerste keer en zonder morren. Flinke teddybeer! Een bank vooruit en een kus van de juffrouw, euh, van de meester. In ons nieuw samengestelde gezin zijn dat soort aanduidingen soms inwisselbaar en hij bloost bij dat gemeende compliment. Alleen de rotonde nam hij nog wat enthousiast volgens onze op de achterbank zittende vent waardoor de chauffeur weer wat schuchter in mijn richting kijkt. Ge doet dat goed, dat rond punt neemt ge niet vlotter dan ik het zou doen, het was echt in orde. Wouter ik heb zelfs de banden kapotgereden vorige week, ge moogt nog rijden als ge dat wilt.

Privéchauffeur (Île d'Oléron) Vignoble Vincent (Île d'Oléron) Wijngaardsurfers (Île d'Oléron) Chardoneetje? (Île d'Oléron)

De proeverij is voor deze namiddag, eerst iets eten en dan naar de campershop hier om de hoek. Want al een hele week reizen we rond in de wetenschap dat we maar twee soepbowls in het schapraai hebben, het enige dat qua aanpassingen ontbreekt voor onze tijdelijke ménage à trois. Niet dat we die derde kom al mankeerden, soep hebben we niet gegeten en dan is er altijd nog een derde of zelfs een vierde diep bord. Maar bij elk winkelbezoek hebben we toch al naar die kommetjes gekeken bij wijze van bezigheidstherapie. Het zal de gimmick blijven voor de rest van ons verlof. We nemen de fiets en wippen even binnen bij Oléron Camping Cars, te vergeefs want losse kommen hebben ze daar niet en om een gans nieuw servies te kopen ben ik nog niet gek genoeg.

Farniente

We fietsen zonder soepkom verder naar het centrum van Saint-Pierre om de namiddag te vullen, want het is nog te vroeg voor een wijndegustatie en pas tegen acht uur worden we bij La Chaloupe aan tafel verwacht in de haven van La Cotinière. Ik ben zeker dat we ooit al eens in het dorp zijn geweest toen we 10 jaar geleden op de vooravond van de quatorze bij Vincent stonden met Brigitte en Albert. Bevreemdend want we herkennen ons omzeggens niet terwijl we onze fietstocht vervolgen. Wanneer we de fietsen bij de kerk hebben gestald, is het hoogtijd voor een ijsje. Eens we de winkelstraten afgewandeld zijn, passeren we Le Zing. Voilà, ik wist het, daar op het terras hebben we ooit iets gedronken. Wouter lacht: vaneigens, drank, het was te denken!

Uitstalramen kijkend en speurend naar een lang oestermes dat onze keukenpiet eens ergens achterliet, stappen we weer een boetiek met herenkleren binnen. Het zijn nog altijd solden bij Saint-James en hun reistas zit nog lang niet vol, dus passen mijn twee venten hemden, de ene trendy en de andere meer klassiek. Die staan weer voorbeeldig dus waarom ook niet? Ik word al gelukkig zonder iets te kopen gewoon door ze bezig te zien, mijn luie leven stel ik me niet meer voor zonder die twee. Cris betaalt de rekening en Wouter mag een pint betalen op het eerstvolgende terras.

2 grote en 1 kleintje (Île d'Oléron) Koop het maar (Île d'Oléron) Solden (Île d'Oléron) Powerliften (Île d'Oléron)

l’Heure de l’apéro

Een tafel in de schaduw alstublieft, het is ondertussen 31 graden in de hoogstaande zon. Waarschijnlijk de warmste dag van deze congé. Duvel zegt onze kameraad en slaakt daarbij een zucht van verlichting na alle pastis en de Franse wijn. Ik hou het op een plaatselijke Bière des Naufrageurs. De wijzers van de torenklok geven op een paar minuten na vier uur aan. Voor we terug op de fiets stappen, wordt de zonnecrème van Kalinka nog eens uit de rugzak gehaald.

Hoogtijd om wijn te gaan proeven en voor de komende dag weer iets te kopen bij Vignoble Vincent. Het ganse gamma voorstellen doen ze alleen nog tijdens een bedrijfsbezoek. Geen probleem, wij weten wat we willen: ik de Speciale Huîtres van Ugni Blanc, Cris en Wouter twijfelen tussen Colombard of Chardonnay en natuurlijk Enchanteur, de minst zoete ‘josé’. Alles in de camper weggestoken krijgen is nog altijd een probleem, zelfs nu de vorige lading grotendeels opgezopen is. Ik laat die Ugni Blanc dus maar achterwege, want daar waren mijn venten duidelijk geen liefhebbers van en als ik oesters wil dan gaan we wel uit eten. Straks fruits de mer, eerst nog wat blijven hangen met twee soepkommen vol knabbels en de laatste flessen Sauvignon van Vincent Esnou.

Tom Ellis

De zon staat al een stuk lager wanneer we één na één de rijdende sauna in kruipen om in het kleine badkamertje het plakkende zweet en de zonnecrème van onze lijven te wassen. Eerst buiten uitdampen en dan iets netter aantrekken om naar La Cotinière te fietsen. Daar hebben we dan nog een klein uurtje om de boten en de snuisterijenwinkels te bekijken. Onverwacht en vlak voor sluitingstijd tikken we bij Jules Plage nog een scheepslading bermuda’s op de kop. Een jonge snaak, waarschijnlijk jobstudent, monstert ons van bij het binnenkomen en volgt alle bewegingen schuchter van achter zijn comptoir. Het ventje denkt waarschijnlijk bij zichzelf: zeker drie jeanetten, wat brabbelen die grijze vent en die dikke met zijn pet in dat onverstaanbaar taaltje tegen die knappe gast…

Wouter past korte broeken, strak of los gekleed, in alle mogelijke kleuren die Cris hem aangeeft in de juiste maat. Toevallig combineren die perfect met zijn vanmiddag nieuw gekochte hemd. Het verkopertje kijkt stiekem in hun richting en bij het passeren aan de kassa weten we eindelijk waarom. Blozend flap hij het eruit: Personne n’a jamais dit tu ressembles Tom Ellis, tu connais pas c’est Lucifer sur Netflix? Nu krijgt onze verbouwereerde lieverd zelf rode wangen van dat rare compliment. Nu die snotneus het zegt, hij heeft er in dat fleurige hemd en met die zonnebril op zijn snoet wel iets van. Allez, hup, kom maar mee geile vent!

Fanfare Makabés (La Cotinière)

Met de winkeltassen in de hand stappen we terug tot aan de havenkant. Een kwartier te vroeg voor het uur van onze reservatie dus schuiven in de rapte nog aan voor een Américano op het terras van Bar La Gaîeté. Op de kade speelt fanfare Makabés, een groep studenten van een Parijse geneeskunde faculteit. Het volk drumt er samen om te kijken en er is geen doorkomen aan. Dus blijven we onderweg naar ons restaurant noodgedwongen ook maar even staan. Gehuld in roze outfits en regenboogkleuren brengen ze vrolijke deuntjes met als apotheose ‘It’s raining men’. Hoe gay kan het zijn? Minder vrolijk vergaat het de jobstudente die ons bij La Chaloupe de aperitieven serveert, of dat ten minste toch probeert.

Met veel gerinkel gaan de glazen tegen de vlakte terwijl de inhoud over tafel kletst, recht op ons nette hemdjes en pal in onze schoot. Ter stond staat er zeven man rond onze tafel en wordt het ongelukkige meisje naar de bijkeuken aan de afwas gesommeerd. Duizendmaal verontschuldigend worden we op een droge plek zonder scherven geplaceerd. Geen tien tellen later komt een ervaren kelner met nieuwe drankjes tussen de tafels door gelaveerd. Wij zien er zelf de hilariteit van in maar de zaalverantwoordelijk niet en zodoende wordt ons ongemak met een extra grote schotel zeevruchten gecompenseerd. We zijn veruit de laatsten op het terras wanneer die overdadigheid aan crustacés verorberd is en onze i-e-r-i-s-h op tafel wordt gezet. Het is al aardedonker wanneer we met blije buikjes terug naar onze wijngaard fietsen.

Lucifer (La Cotinière) Fruits de mer (La Cotinière) Buikje blij (La Cotinière) Seulement liquide (La Cotinière)

Daar zwieren we alle ramen en luiken open want de hitte van de dag zit gevangen in de Autoroller. Een laatste glas en wanneer het binnen eindelijk dragelijk wordt, zoals elke avond slaapwel en de obligate zoen. Morgen rij ik over de brug richting vaste land naar de vooraf besproken camping in Bordeaux.

 

Dinsdag 18 juli

Traject: Saint-Pierre-d’Oléron – Bordeaux (185 km)

Het weer is vannacht gekeerd en wolken pakken ’s morgens samen boven het eiland, opnieuw ons signaal om te verkassen. We komen één van de volgende zomers waarschijnlijk nog wel eens terug. Met of zonder onze nieuwe reisgezel, want stiekem hoop ik dat hij er vanaf nu altijd bij zal willen zijn. Dromen mag zolang je van dat hunkeren niet ongelukkig wordt. Ik volg de navigatie tot Saintes om er de snelweg te nemen richting Royan en Bordeaux, maar ergens in dat laatste manoeuvre loopt het mis. Grondig, want in het rechtsom keren passeer ik een paar rotondes zelfs voor een tweede of derde keer.

Dat ligt zowel aan mijn alertheid als aan de Garmin die wel de juiste instructies bralt, maar niet volgt met zijn kaart. Mijn copiloot wijst nu telkens de juiste afslag aan want in alle opwinding raak ik compleet het noorden kwijt. Eens op de rechte baan vertelt Cris over mosseltjes à volonté toen we onder corona hier in Saintes met Marc en Mieke een paar nachten op de gemeentelijke camping stonden. Dat was in Cognac, corrigeer ik. Alleen als het over reisherinneringen gaat, heb ik soms nog eens gelijk. Zoek het maar op in het reisverslag, voeg ik eraan toe en dat doet de ongelovige grizzly onverwijld. Ongelijk hebben is niet zijn favoriete sport. Hier in Saintes waren het reuze profiteroles en daarmee herinnert mijn wettige echtgenoot zich ook nog een muziekbandje en een caféterras. Dat klopt wel.

Wanneer we een uur later in de buurt komen van onze bestemming, hinkt die verdomde Garmin weer achterop. Ik heb het ermee gehad. Weer gevloek en nee Wouter het ligt niét aan u lieve schat. Uiteindelijk kijken beide beertjes mee uit naar de juiste weg. Na nog een paar extra toeren rond een rotonde staan we uiteindelijk voor de slagboom van Yelloh! Village in Bruges, een deelgemeente van Bordeaux Métropole. Cris pakt de afgedrukte bevestigingsmails en meldt ons aan terwijl ik nog wat foeter over de haperende technologie. Na de ingang rechtsaf voorbij het restaurant, we kregen een plaats vlak bij het sanitair. De camperservice is op het eind van de volgende gang, een paar honderd meter van waar we staan. Handig na een nachtje bij de wijnboer.

Dégustation au Belvédère

La Cité du Vin (Bordeaux) Oenologen (Bordeaux) Bar d'Eau (Bordeaux)

We doen vandaag waarschijnlijk niet veel meer behalve misschien het beddengoed eens in de wasmachine stoppen. Dat is toch het initiële plan, want na de lunch zijn onze buikjes weer blij en wijzelf bekomen van de grommelende rit. We halen de fietsen dan toch maar van de motorhome en zoeken de weg naar het centrum. Net geen 8 km volgens Cris en zo herinner ik mij het fietspad ook. Terwijl we het warmste moment van de dag laten passeren boek ik alvast drie tickets voor de Cité du Vin. Het bezoekerscentrum over de wijncultuur rond Bordeaux is niet de boeiendste excursie voor iemand die weet hoe wijn wordt gemaakt en zoals wij drie al een paar wijngaarden heeft bezocht. Maar er is airco en het bezoek eindigt met een glas wijn in de panoramische bar die uitkijkt over de metropool en de Garonne.

De hitte van de namiddag valt meteen op onze schouders bij het buitenkomen en ik ben niet overtuigd of het nu eigenlijk wel de moeite was voor onze geschoolde oenoloog. Om de warmte te trotseren en die bezorgdheid weg te drinken, steken we de baan over en gaan op zoek naar frisse pint op een terras. Een troep horeca-studenten palavert er luidruchtig bij de Halles de Bacalan. Bier komt er in plastic halve liters dus fietsen we na één rondje maar terug over de kade langs de rivier. De outlet uitstalramen van Bord’Eaux Village kunnen ons vandaag niet meer bekoren, want de apéro verwacht ons op de camping.

Bordeaux Lac

Bij de campingbar dreunt een band stevige rocknummers af. Slechts flarden ervan komen tot onder onze luifel. Geen idee wat de zangeres ervan maakt, maar verstaanbaar is het niet. Grote grizzlybeer snijdt op de maat van de beats groeten voor de grillade. Wouter loopt met mij mee naar de andere kant van de camping. In een vage herinnering zie ik het nog voor mij, maar bij het sanitair lopen we daar wat verloren rond tot de wasmachines gevonden zijn. Het beddengoed erin en terug naar Cris aanschuiven voor pastis. De gewassen lakens zijn weer fris, maar hagelwit komen ze toch niet uit die zogezegd professionele automaat. Ach zo erg is dat niet, gewoon thuis laten inweken met Biotex zegt teddy terwijl hij gelukzalig nipt van zijn glas ‘josé’.

Le dernier 'josé' (Bordeaux) Blije bakkes (Bordeaux) Avondrood, of wit (Bordeaux)

Geen risico’s nemen dacht Cris toen we vandaag weer op de camping arriveerden en reserveerde voor morgenavond een tafel op het terras van Le Bistrot du Lac. Wanneer de was gedaan is en de bedden opgedekt, steken we de grill weer aan. Na het avondeten en de afwas luieren we de avond weg onderwijl de va-et-vient rondom ons gadeslaand. Morgen de fiets op naar Bordeaux-centrum om er te citytrippen. Misschien gaat onze kameraad in de ochtend eerst nog een keertje lopen rond het grote meer, als zijn stilaan door het geïmproviseerde logeerbed geplaagde rug terug blij is. Ik bedank er vriendelijk voor na de vermetele poging in Les Sables, zo een geoefende atleet houdt een oude vent toch niet bij.

 

Woensdag 19 juli

Cris had het gisteren voor hem becijferd: 11 km of iets daaromtrent. Dat is een kleintje voor onze sportieveling, dus trekt Wouter voor dag en dauw zijn sportschoenen aan. Ik word doorgaans wakker of ben het al wanneer er in de rijdende wijnkelder beweging is dus sta ineens met hem mee op. Pak uw gsm mee he, dat ge niet verloren loopt! Ja, ja, Stijntje allez tot straks… Ik kijk hem nog na en ga al douchen voor mijn snurkende vent uit dromenland is. Het duurt langer dan gedacht voor onze compagnon-de-route terug op de camping geraakt. Alles OK daar, stuur ik enigszins bezorgd ? Hij is er bijna.

Altijd de waterkant blijven volgen was blijkbaar niet de juiste weg want halverwege is er een landtong en dat zorgde voor extra kilometers in de benen. Nogal een geluk dat ik niet in de verleiding kwam om nog eens achter zijn gat na te lopen. Terwijl hij gaat douchen zet ik koffie en Cris haalt vers brood in de Casino-superette op de camping. Tijdens het ontbijt verschijnen er kandidaten om een kruimel mee te pikken. Wouter zijn buikje is blij dus deelt hij zijn broodkorst met de mussen.

Dan komt er eerst één eend van tussen de struiken aangewaggeld, daarna volgt de ganse dierentuin en om door onze teddybeer te worden verwend met oudbakken brood. Hou maar op, straks schijten ze hier de boel onder jammert onze gepluimte vrezende vent. Als de laatste broodkorst is verdwenen in een gulzige bek, stappen wij op onze fietsen en vertrekken naar de stad.

Kruimeldieven (Bordeaux) Yelloh! Village du Lac (Bordeaux)

We plannen ten laatste rond een uur of half acht terug zijn, zo kunnen we ons nog klaarmaken om uit eten te gaan. Tussendoor vinden we in de stad wel iets, een planche apéro met een pint bier of koffie met een canelé. We fietsen dezelfde route als gisteren, waarvan onze sportieve vent deze morgen al een stuk gelopen heeft. Bij de Garonne slaan we vandaag rechtsaf om ergens onze rijwielen slotvast te parkeren in de buurt van Place de la Bourse. Niet gewoon op het plein, zegt Cris die op zijn apps een officiële stalling zoekt ofschoon er overal fietsen worden achtergelaten. Hier 100m verder op de Rue Saint-Rémi is er eentje, dus wij daarheen. Arbeiders zijn er net werfhekken aan het plaatsen rond de fietsenstalling voor de gevel van een te renoveren pand en gebieden ons de fietsen vóór hun afrastering te zetten.

Bordeaux city

Daar staat al een motorfiets gestald dus wordt het wat puzzelen om de twee e-bikes en de plooifiets aan elkaar vast te leggen. Hé, wat doe jij nu! Uw slot door het kader halen en niet zomaar rond de stang van uw zadel, merkt Cris op, wanneer Wouter zijn stadsfiets aan de fietsenstalling wil bevestigen. Hij maakt de zijne ook aan dat kader vast en ik trek het slot van de plooifiets onderaan rond het frame van Cris zijn fiets. Heeft iedereen alles mee wat los zit? Dan gaan we op Place de la Comédie bij Le Grand Théatre iets drinken, want ik heb al grote dorst. Het plein tussen het neoclassicistische gebouw waarin de stedelijke opera huist en het majestueuze Grand Hôtel ertegenover trekt op zomerdagen straatartiesten en -muzikanten aan, zo valt er altijd wel wat te beleven.

Le Grand Hôtel (Bordeaux) Place de la Comédie (Bordeaux)

De zon brandt op het middaguur ongenadig tussen de gevels van de stad. Gelukkig is er onder de parasols van Le Regent nog net een tafel vrij. Deux picon bière et une pression s.v.p., oui en cinquante. Het loopt tegen lunchtijd voor de meeste Fransen en een stel Engelse toeristen, die spieden naar een plaats op het terras. De wachtenden hebben chance want wij rekenen af en wandelen naar Rue Sainte-Catherine met de grote confectie- en modemerken. Etalages kijken, en soms eens een winkel binnen want in de reistas is nog plaats, maar er is zo meteen niets wat één van ons echt kan bekoren. Dé specialiteit van Bordeaux, na de wijn, doet dat wel in het uitstalraam van Canelés Baillardran. Cris bestelt aan de comptoir, niet zomaar van die kleintjes bij de Illy koffie, maar een luxe ballotin met zes mastodonten van cannelure cakes erin.

Promenade Sainte-Catherine (Bordeaux) Parapluis Sainte-Catherine (Bordeaux) Petits cafés (Bordeaux) Grands Canelés (Bordeaux)

We slenteren anderhalve kilometer alle etalages langs tot helemaal aan het einde van Sainte-Catherine. Hoe verder we stappen, hoe rommeliger de vitrines en des te exotischer het winkelende publiek. Zo eindigen we rond kwart voor vijf onder de Porte d’Aquitaine in de studentikoze wijk rond Place de la Victoire. Links van de ‘Colonne de la Vigne et du Vin’ en twee gigantische bronzen schildpadden, waar wij als enige toeristen niet op gaan zitten, zoeken we drie stoelen bij Pub Saint-Aubin. Daar hebben Wouter zijn mannen eerder al eens naar Franse obers in Schotse kilts zitten kijken. Tout le monde a soif? Oui! Allendrie in koor want de Long Island Iced Tea komt er in Engelse pints. In verhouding lijkt mijn Américano niet zo ruim bemeten, dus bestel ik bij het volgende rondje gewoon hetzelfde als de beertjes.

Pub Saint-Aubin (Bordeaux) Looong Islands (Bordeaux)

Vive le vélo

We hebben nog een half uur te wandelen en dan nog eens even lang te fietsen om op een comfortabel uur weer op onze camping te zijn en de hitte van de dag nog van ons af te kunnen spoelen. Maar dat is buiten de waard gerekend, of liever de dief, want eens we bij de stalling staan vraagt Cris: euh Stijn, waar is uwe fiets? Onoplettendheid, gewoon mijn eigen stommiteit, waarschijnlijk legde ik de plooifiets alleen rond de buis waarin het zadel steekt vast. Eén klem openen, zadel eraf en een onverlaat kon er zo mee weg. Het slot hangt nog rond de fiets van mijn opmerkzame vent. Gaan jullie maar, ik kom wel te voet achterna… Maar pakt gij uw andere fiets, ik loop dat op drie kwartier… pareert Wouter. Pakt gewoon een taxi samen met de winkeltassen, oppert Cris.

In een flits herinner ik mij een elektrische plooifiets bij Decathlon halverwege de winkelstraat, waar we deze namiddag binnen zijn gelopen. De nog geplande dagen van onze congé zijn qua mobiliteit op drie fietsen gebaseerd, bovendien zijn we nog maar goed halfweg. Niemand te voet of met de taxi, we kopen hier zo snel mogelijk een nieuwe fiets. Dat dagje shoppen in Bordeaux wordt dan gewoon iets duurder dan verwacht, maar we gaan dit malheur de pret niet laten drukken. Kwart voor zeven. Snel, terug! Bij de sportdiscounter werken ze enkel op bestelling. Veertien dagen mijnheer, zegt een jobstudent en de showroom exemplaren verkopen ze niet. Zelfs wanneer we het geval uitleggen, nee dat mogen ze jammer genoeg niet. Désolé.

Rien à faire

Google toont Cris de weg naar MOVebike, een winkel net geen 300m om de hoek op Cour d’Alsace-et-Lorraine. Ik sta al binnen terwijl hij met Wouter belt die nog terug naar de fietsen is gelopen om zeker te zijn dat de twee andere nog gesloten zijn. De dame luistert naar het relaas en stelt mij ter stond drie exemplaren voor, klaar om ermee te vertrekken zoals ze in de rekken staan. Nog vooraleer mijn twee mannen in de toonzaal staan, is het al beslist: een knalgele Levit Chilo. Net geen 1700 euro, batterij voor de helft opgeladen, banden op druk gezet en doe er nog een fietstas bij want die is met de dief mee weg. Wouter verbaast zich weer over mijn nonchalance bij onvoorziene kosten. Schattebol, het is dom, maar echt geen ramp. Merci madame, vous avez bien sauvé notre congé!

Levit Chilo (Bordeaux) Le Purgatoire du Gabriel (Bordeaux) Le Bistro du Lac (Bordeaux) Beer d'eaux (Bordeaux)

Veel later dan gepland zitten we terug in het zadel, doordat we na alle opwinding nog een sanitaire stop inlassen en noodgedwongen een apérol moeten nuttigen op het terras van L’Observatoire du Gabriel. Net op tijd komen we aan op de camping om de fietsen nu wel goed op slot te zetten bij de camper en wat deo te spuiten vóór onze reservatie in het campingrestaurant. We laten het niet aan ons hart komen, Négronis voor mij en ons nog altijd ontdane vriendje. Na de Burrata met geurige Cœur de Bœufs bestellen we nog een tweede fles ‘josé’ voor de rest van het diner. Dat bakken ze voor ons naast het gezellige terras op de Ofyr, de nieuwste hype in houtvuur barbecues. Alles zorgen zijn weer vergeten wanneer we zoals elke dag aan ons avondritueel beginnen.

 

Donderdag 20 juli

Traject: Bordeaux – Bommes (60 km)

Goden in Frankrijk (Bommes)

De roadtrip gaat eigenlijk niet tussen Bertem en Bordeaux want het verste punt ligt in Bommes op ons vaste France Passion adres in de Sauternais. We rijden vandaag nog een stuk zuidelijker naar Domaine de la Gauche waarvan de beertjes graag een fles lusten. Niet dat ik iets tegen Sémillon of Muscadelle heb, maar het vergiste druivensap streelt mijn verhemelte niet als Botrytis alle suikers heeft geconcentreerd. De etymologie van die schimmelnaam voert terug naar de klassieke oudheid: ßοτρυς of druiventros. Al onder de Romeinen werden overal wijngaarden aangeplant, van aan de Duitse Moezel tot de Méditerranée. Geen idee of die druiven ook beschimmelden, hun wijn was doorgaans zuur en voor de moderne mens niet te zuipen. Om die reden draaiden ze er kruiden en honing door want Mulsum smaakte beter dan azijn.

De dochter van het domein verwacht ons al weken te ontmoeten sinds ze mijn foto’s van een eerdere visite tegenkwam op Instagram. Ze beloofde mij zelfs een droge Bordeaux-Supérieur. Zelf is ze er vandaag helaas niet, want te druk bezet met de organisatie van een evenement. Komende zondag gaat hier een mini jazzfestival door. So’Fraise zet met een streep cultuur en amusement lokale aardbeitelers en de exquise wijn van la Gauche in de schijnwerpers. Of we niet tot zondag blijven, vraagt ze nog? Nee jammer genoeg niet, morgen worden we al in Saint-Émilion verwacht. En tout cas, soyez les bienvenues!

Pause estivale

Eric Negrou, de vader die de wijngaard runt, heeft ons al meermaals ontvangen. Dat doet hij ook dit keer en meent Cris zelfs te herkennen van ons laatste bezoek samen met Marc en Mieke. Of we een plaats hebben gereserveerd? Min of meer, ik had afgesproken via Instagram. Ah oui, c’est ma fille. Vous pouvez vous garrer juste là entre les vignes. Dat we vorige keer met twee campers waren en achter het woonhuis in de wijngaard stonden, herinnert de man zich duidelijk nog. Waarschijnlijk ook dat we in verhouding tot andere campingcaristes grootverbruikers zijn en steevast overladen van zijn erf vertrekken. We installeren ons tussen de druivenranken en mogen tegen l’heure de l’apéro komen proeven.

Pootjebaden (Bommes) IJsberen (Bommes) Koudwatervrees (Bommes) Troetelbeer (Bommes)

Ik ging er op zijn advies ooit al eens kijken, toen was het met volle zon en nog 10 graden warmer. Het aangelegde zandstrand op de oever van het riviertje was mij toen veel te druk of ik te beschroomd om tussen die luidruchtig plonzende inboorlingen mijn t-shirt uit te trekken. Dreigende wolken pakken samen aan het firmament, maar het is ook nu broeierig heet. In afwachting van de proeverij hebben we feitelijk helemaal niets te doen. We zouden naar Sauternes kunnen fietsen? Zelfs met een e-bike is dat een aardige klim en daarin heeft precies niemand echt zin. Het dorp dat zijn naam aan de AOC schonk is trouwens ook geen omweg waard. Straks vertelt monsieur Negrou hoe dat door een plaatselijke burgemeester zo is gekomen, want de beste huizen situeren zich uiteraard in Bommes.

We gaan eens kijken of er vandaag wel in de Ciron te zwemmen valt. Zonnecrème smeren, zwemshorts aan en wij er met z’n drieën heen. Langs de roestige poort van ‘Espace Pierre Coillot’ in Pujols sur Ciron, eigenlijk al het volgende dorp, komen we bij de wassende rivier. Die is berenkoud volgens Wouter: nee, allez Stijn, nee ik doe mijn t-shirt niet uit! Onze stijlpoes staat er als eerste met de voeten in, maar is er ook als eerste weer uit. Gelijk ge wilt, maak dan maar wat foto’s van uw twee oude venten! Behoedzaam waden Cris en ik door het heldere water naar het diepste punt om tot over het middel in de best wel sterke stroming een ijskoude duik te kunnen nemen. Hij staat al lang terug op het droge, want anders sleur ik mijn kouwelijke vriendje er misschien toch mee in.

Petite histoire

Dat Jean Baro als notoire gauchist het domein van ‘de la Guéritte’ omdoopte tot ‘de la Gauche’, beide verwijzend naar de straten palend aan de wijngaard, weten wij al. Zelfs dat de Parti Socialiste in deze familie niet zo heilig meer is. Toch wordt de foto van Hollande, die tijdens de inauguratie geen toast uitbracht met champagne, maar wel met wijn van Eric, met enige fierheid getoond. Wouter weet hoe druiven worden verbouwd en zelfs hoe de pourriture noble die zo zoet maakt, dus gooit onze gastheer zijn uitleg over een andere boeg. Hij diept wat verhalen op over zijn familie en de acquisitie van het domein, de vrijmetselaarstempel van monsieur Baro, zelfs klimaatverandering en de door droogte, late vorst of hagelbuien tegenvallende oogsten komen aan bod.

Tussendoor laat hij ons zijn beste wijnen proeven, ook de drogere ‘Galéjade’ waarover zijn dochter sprak. Die is in mijn beleving nog altijd zoet, maar de huidige cuvée al minder dan de eerste twee jaar geleden. Toen kochten wij die ook, maar waren dat eigenlijk al lang vergeten. Daags na Wouter zijn verjaardag, een maand en half geleden, trok ik eerder bij vergissing zo een fles open. Dat was wel even schrikken voor de beertjes omdat ze een hemelse ‘Cuvée de Tête’ verwachtten. De ontdekking van die Bordeaux-Supérieur ergens in onze kelder was zo ongeveer het moment waarop ik stuurde dat we met z’n drieën langs zouden komen. Gelukkig lag er thuis ook nog een magnum vol godendrank.

Domaine de la Gauche (Bommes) Bon appétit (Bommes) Golden hour (Bommes) Bonne nuit (Bommes)

Met twee kratten en een open fles staan we na een uurtje weer tussen de wijnranken bij de camper. Etenstijd met vlees van de grill en gepofte sjalot, dat laatste hebben we van Marianne geleerd. Soyez vigilant, had de patron gezegd toen hij vroeg wat we zouden eten, à cause du chaleur et la secheresse tout feu ouvert est interdit dans la région. Het gras rond ons is kurkdroog dus we kijken wel uit, maar houtskoolgensters geeft onze barbecue niet. Drie magnums worden aan de deur geleverd want de laatste exemplaren in zijn kelder waren nog niet geëtiketteerd. Drie, vraagt Wouter? Ah ja he, voor u is er toch ook altijd een fles. Onze lieverd sputtert niet meer tegen wanneer monsieur Negrou tijdens ons aperitief met de grote flessen arriveert. Bon appétit et une très bonne nuit, messieurs! Merci à vous et sans doute à la prochaine fois.

Uitbuiken in de ondergaande zon en voor het slapen gaan doen we samen nog de vaat. De luifel draaien we al in en onze kampeerplek is al netjes opgeruimd. Morgen hoeven we niet te ontbijten want onze atleet klaagt nu al over zijn buikje, dat is veel te blij. Geniet er nu maar van. Die vakantiekilo’s zijn zorgen voor later. Door de extra dozen in de Autoroller wordt het avondritueel stilaan een stevige verhuis. Wijnkratten worden van onder de tafel vooraan naar achter doorgeschoven en naast het bed gestapeld of tussen de cabinestoelen gestouwd. Hup kleine. Bed in en ogen toe, ik zie u graag…

 

Vrijdag 21 juli

Traject: Bommes – Saint-Pey-d’Armens (56km)

Seulement liquide. Geen ontbijt, gewoon koffie, zonder Irish want Wouter rijdt naar Château Gerbaud. Het is voor ons geleden van de zomervakantie 2017 dat wij er waren. Tijdens de zomerreis in 2018 waren we er ook, maar toen stonden Cris en ik bij Clos des Réligieuses in Puisseguin-Saint-Émilion. Die wijn is al lang op. Indertijd kreeg onze privéchauffeur daarvan een magnum, toen nog gewoon voor ‘het vriendje van’ meegebracht.

Voorzichtig bij het manoeuvreren tussen de druivenranken, langzaam over de hobbelige weg van Domaine de la Gauche naar de grote baan. Geen péage vandaag, wel 50 km route départementale die onze kameraad geconcentreerd en als een volleerd campingcarist aflegt. Net voor onze bestemming bij Saint-Émilion is de bocht te scherp en rammelt het servies door de kast. Hij kijkt verlegen onder zijn wenkbrauwen door, maar dat is nergens voor nodig. Ik had die ongelukkig scheve hoek ook niet gezien en waarschijnlijk nog rapper die draai genomen. Ge rijdt er goed mee, trek het u niet aan!

Imperfections parfaites

Baby you can drive my car (Saint-Émilion)

Tot mijn verrassing staat er vandaag helemaal niemand op de camperplaats van Gerbaud wanneer we daar aankomen. Wouter heeft alle ruimte om te manoeuvreren. Hij parkeert achterwaarts onder de bomen waar de stroompaal staat. Na wat dubben en een paar keer opschuiven, want de jarige vindt dat we te breed staan. Zo staan we in twee richtingen scheef, uiteindelijk staat de Autoroller exact terug op zijn oorspronkelijke plaats. Jongens, laat het zo, we staan goed. Cris ga eens kijken om ons aan te melden ondertussen halen wij de tafel en de stoelen uit de koffer. Kom lieverd, let er maar niet op hij is weer wat eigenzinnig.

Zomaar ineens op een dood moment zegt Cris dat Wouter de motorhome wel eens mag lenen als hij ergens naartoe wil gaan. Ik val bijna van mijn stoel, compensatie voor het nukkige van daarstraks. Een unicum want aan niemand anders zou hij dat privilege hebben toegestaan. Het is zijn verjaardag en misschien stemt dat hem milder? Ofwel is het vertrouwen en de liefde binnen het triumviraat onderhand echt zo groot. Ik hou het op dat laatste want Wouter mag van Cris letterlijk alles en bij mij sowieso.

Perfect imperfections (Saint-Émilion) Trouble throuple (Saint-Pey-d'Armens) Château Gerbaud (Saint-Pey-d'Armens) Care bears (Saint-Pey-d'Armens)

Pas om 14u gaan ze hier weer open, dus lopen we in de felle middagzon naar La Baloutine, de bakker om de hoek. Deux baguettes, six beignets au chocolat et six au fraises. Die laatste gaan er al tijdens de wandeling in als zoete koek. Wouter wacht liever, zijn buikje is niet meer zo blij dus echt eten en stokbrood gaat er nu wel in. Met een fles crémant van La Belle Étoile, die ik gisterenavond nog heb koud gezet, klinken we op de 42ste van onze grote vent. Straks rijden we met de fiets naar het mekka van de rode wijn. Die kogel is al door de kerk: we blijven ineens daar voor het diner bij Le Tertre. Maar nu eerst proeven bij de praatgrage grootvader die al eens kwam kijken wie er op zijn erf was neergestreken.

Grand Cru classé

De classificatie Saint-Émilion telt 82 wijndomeinen die behalve de naam van de AOC ook een extra vermelding mogen noteren: 64 Grands Crus classés en 18 Premiers Grands Crus classés. Bij de laatste samenstelling van die lijst in 2012 viel Château Gerbaud eraf enkel de oudste flessen dragen nog een etiket met daarop plechtig Grand Cru classé. Slechts een kniesoor die erom maalt, wat er in de fles zit en of wij dat lekker vinden telt. De grootvader die ons ontvangt doet het verhaal over de interne politiek die de notering bepaalt.

Dit jaar oogsten ze hun druiven zelfs niet. Het merendeel van hun 15 hectare wijnstokken is net zoals die van andere wijnbouwers in de regio getroffen door een ziekte en pesticiden spuiten mogen ze niet. Anderen oogsten wel, maar kunnen door de inferieure kwaliteit hun wijn niet onder het AOC-label verkopen. Er zijn er die hun vergiste sap aan buitenlandse bedrijven verpatsen en dat wordt dan voor een habbekrats op de markt gezet. Tu comprends bien ce que je viens te dire? Eh bien oui.

De oogst van 2020 die ze momenteel bottelen is net zoals we het ons herinneren en mag volgens de opa nog een paar jaar in onze kelder blijven liggen. Hoewel we echt niks meer kunnen stockeren dragen we toch weer twee kartons naar buiten. France Passion geldt hier niet, dus betaal je voor een overnachting of je koopt twaalf flessen. Courant électrique et service offert. Overmorgen of ten laatste daags nadien zijn de zware schuimwijnflessen eruit. We plannen nog op bezoek te gaan bij juf Mieke. Die is onderweg naar Saint-Georges-de-Didonne en daar trakteren we voor de verjaardag van Cris. Les excuses sont faites pour s’en servir!

Château Gerbaud (Saint-Pey-d'Armens) Heureuse anniversaire (Saint-Pey-d'Armens) Stijlbeer (Saint-Pey-d'Armens) Teddypoes (Saint-Pey-d'Armens)

Na de proeverij hebben we nog wat tijd, dus kraken Wouter en ik nog een fles terwijl Cris een rist verjaardagwensen beantwoordt. De fietsen haalden we ondertussen al van de drager om tegen een uur of vier netjes in een hemd gestoken naar Sent Milion te vertrekken. Eens onder Bordeaux spreekt de oudere bevolking al een mondje Gascon, zo is Sauternes in de streektaal ook gewoon Sautèrnas. De jeugd spreekt de laatste jaren nauwelijks nog het dialect, in de horeca wel Engels van zodra ze horen dat we geen Franstaligen zijn. Een kwalijke ontwikkeling alsof wij de taal van Molière niet verstaan. Zelfs al bedienen wij ons ervan met een onmiskenbare Vlaamse tongval, dat maakt van ons nog géén Hollanders. En avant!

Langs de dorpen Fourney en Pavie fietsen we richting La Madeleine en vandaar stijl omhoog naar Saint-Émilion. De e-bikes laten we achter in een fietsenstalling bij de toegang tot de cité médiévale, slotvast en dubbel gecontroleerd. Hier zijn geen fietsenwinkels en die 7 km doen we vannacht liever niet te voet. Veel meer dan wat touristshops en slijterijen met overprijsde wijnen is hier eigenlijk niet en ‘s winters is het zelfs dood volgens een taxichauffeur die ons ooit eens na een diner terug naar Gerbaud bracht. Authentieke inwoners kent de oude stad omzeggens ook niet meer, enkel œnotourisme. Maar vandaag willen we onze compagnon-de-route het mekka van de rode wijn toch wel een keer tonen en vooral samen met hem genieten van een goede fles. Dus kuieren we over de kasseien en door smalle straatjes meteen omhoog naar de zomerse terrassen op het plein voor de Église Monolithe.

Saveurs et Arômes

Selfi-milion (Saint-Émilion) Le Bouchon (Saint-Émilion) Bar de la Post (Saint-Émilion) Place du Tertre (Saint-Émilion)

Place de l’Église Monolithe geeft uit op de nog smallere en nog veel steilere Rue du Tertre de la Tente. Ginder naar omhoog is het restaurant, zeg ik tegen Wouter, wanneer we even over vijf op het scheve plein neerploffen bij Bar de la Poste – Le Bouchon. Zonder twijfelen bestelt Cris een stevige Grand Cru van de kaart met een aperitiefplank erbij. Zelfs een fles water, grote dorst! Nog eentje? Gewoon omdat het kan, kies maar een fles: Chateau Caillou d’Arthus, de naam klinkt Wouter niet onbekend in de oren. Uitstekende keuze. De wijn en de warmte maken ons loom dus beginnen we aan een volgende klim naar het panorama bij de mystieke klokkentoren. Zo komen we voorbij Le Tertre, hier is het, tonen we hem en de verwachtingen zijn groot.

Millésimes et Suptilités

Chevaliers de la table ronde (Saint-Émilion)

Op het uur van de reservatie staan we terug voor de deur van het restaurant. Bonsoir messieurs, vous avez une réservation? Oui, bien sûr au nom de Pa-euh-meuh-laar. Stien? C’est moi. Met twee derde van een fles wijn op verstaan ze ineens wel ons Frans. Veuillez laisser vos sacs ici, juste par cause de sécurité, nous avons une table speciale pour vous… lispelt de maître d’hôtel met een falsetstem, onderwijl hij onze rugzakken aanneemt. De ons niet eens onopvallend monsterende gastheer heeft er schik in en zwierig begeleidt hij de jarige met zijn gevolg naar de wijnkelder achteraan de zaal. Waarschijnlijk vraag hij zich af wie er bij wie hoort. Tous ensemble.

Duidelijk ook eentje ‘van de familie’ lachen de beertjes. Mijn gaydar heeft nooit gewerkt, de hunne precies wel. Want de rest van de avond neemt onze gastheer elke gelegenheid te baat om achter één van ons drieën zo elegant mogelijk een fles uit de gestapelde kisten te komen plukken. Bij het online bespreken van de tafel had ik diner d’anniversaire vermeld. Daardoor genieten we het voorrecht in de cave te mogen dineren. Cris is in zijn nopjes, zo deed ik ongeweten ook nog eens iets liefs voor mijn jarige vent. Het diner en de wijnen zijn uitgelezen en aan het eind komt de zaakvoerster zelf aan tafel om te verifiëren dat alles naar wens verliep.

Générosité et Savoir-faire

Le Tertre (Saint-Émilion) Chin chin (Saint-Émilion) Happy B-Day 🐻 (Saint-Émilion) Qualité et simplicité (Saint-Émilion)

Catherine nam met haar man, chef Julien Elles, de zaak over en moderniseerden de klassieke gastronomie met zeven gangen. Of het ons heeft bevallen? Want ze maakten hun menu duidelijk lichter en ook qua tarieven toegankelijker. De tijdsgeest is door de jaren en door corona wel veranderd, geeft de dame ons nog mee. Echt? Daar hebben wij elders nog niet zoveel van gemerkt, wel dat alles nog een beetje duurder werd. Maar het was beslist een gastronomische en unieke ervaring, minder copieus dan verwacht, maar dat vinden we met blije buikjes eigenlijk niet zo erg. Rond half elf staan we opnieuw bij onze fietsen om in hoog tempo zigzaggend tussen de wijngaarden af te dalen naar erf van Gerbaud. De fietsverlichting dansend door het aardedonker, komen we veilig en wel terug bij de camper aan.

Na ons vertrek vanmiddag zijn er toch nog enkele andere campingcars gearriveerd voor een nacht tussen de wijngaarden. Morgen in de late voormiddag vertrekken wij à l’improviste voor twee nachten naar Cognac, dat ligt op de route naar Mieke en Willem in Saint-Georges-de-Didonne. Inspiratie van het moment, een visite immersive bij Hennessey en de camping heb ik eerder op dag nog snel geboekt. Geen afzakkertjes meer vandaag, bedtijd want teddyberenoogjes vallen van rode wijn sneller toe.

Château Gerbaud (Saint-Pey-d'Armens)

 

Zaterdag 22 juli

Traject: Saint-Pey-d’Armens – Cognac (134 km)

Een onverlaat vertrok in alle vroegte met zijn luidruchtige camper, maar alleen ik werd erdoor gewekt. Mijn dag begint zodra Wouter uitgeslapen is. Naast mij in het grote bed weerklinkt nog gelukzalig geronk. Laat het feestvarken nog maar wat slapen, dan lopen wij samen naar de bakker. Met een paar rustiques onder de arm staan we een kwartiertje later terug bij Cris die net opgestaan is. Koffiezetten en dan ontbijten onder de bomen, want de zon staat al hoog aan de hemel en de lucht ademt zwaar. Het wordt hier precies een drukkende dag. Gehaast zijn we ook vandaag niet want vóór 14u kunnen we Camping de Cognac niet binnen.

Ochtendrood (Château Gerbaud) Café alongé (Saint-Pey-d'Armens)

We stoppen in Libourne nog even bij ons favoriete warenhuis. Een onvoorzien manoeuvre van mijn wederhelft op de parking daar bezorgde mij vijf jaar geleden een trauma onderweg naar Puisseguin. Wanneer we er opnieuw een plek moeten vinden sommeer ik mijn copiloot mee uit te kijken waar we zonder ongelukken onze rijdende wijnkelder kunnen parkeren. Bij de wasstraat zijn de vakken groter wijst hij, daar staat nog een mobilhome. De aanzet van een crise cardiaque en een gehavende teen blijven mij vandaag gespaard. Destijds leek het alsof Cris de overdekte parking binnen wilde rijden, vertel ik nog. Hij ontkent dat al jaren, maar de anekdote tovert instant toch een lach op ons gezicht.

E. Leclerc binnen via die dubbellaagse autoparking en dan met de winkelkar langs elke rayon. We zouden maar eens ergens een hebbeding moeten missen en ik zoek nog altijd naar een derde soepkom. Een half uur later zegt mijn buikgevoel: naar de kassa we moeten voort. Hebben we alles? Moet ge nog naar iets kijken? Kom dan verder… Hij wordt weer hangry, zucht Cris en Wouter lacht. Uiteindelijk duw ik de winkelkar met inkopen naar de camper terwijl de rest van reisgezelschap nog iets tegen jeukende bulten gaat zoeken bij de apotheek, gel crépitant want die werkt bij beren blijkbaar beter. Allons allitération!

Nee ge moet niet meegaan, Wouter, dan loopt er mij al niemand voor de voet om alle aankopen in de frigo, kast of koffer te proppen. Want ons enthousiasme tijdens het winkelen was weer groot. Mijn mannen bleven hangen bij de trendy sportswear van Aristow&co. Welaan er is nog plaats in die reistas voor een sweatshort in pastel mint. De verkoopster smijt er nog een hoodie bovenop: C’est une ensemble, on porte ça avec un t-shirt blanc. Hij staat wel met dat vestje, maar samen gaat mijn knuffelbeer ze toch niet dragen. Best denk ik bij mezelf, want dan loop je precies in een pyjama rond. Misschien ben ik als would-be sugardaddy te ouderwets voor dat soort blitse merkenmode. Kom pubers, we eten die koffiekoeken op en dan zijn we hier weg!

Garmin heeft uiteraard weer de kleinste en kronkeligste wegen voor mij uitgezocht. Stijn, er is hier geen grote baan naar Cognac, zucht mijn alwetende echtgenoot wanneer ik een paar parochies verder begin te vloeken naar het onding tegen de voorruit. Geen grote baan? We hadden godverdomme beter de snelweg van Bordeaux naar Saintes genomen en in Pons eraf. Ik ga geen 100 km tegen 40 km in het uur over hobbelbanen blijven rijden. Tot overmaat van ramp hebben ze richting Fronsac ook nog een déviation ingelast. De signalisatie volgend richting A89 spreken de navigatie en de pijlen langs de weg elkaar ineens tegen.

Bij het nemen van die A89 volg ik ten einde raad de gps. Die herberekent en zegt dat we het snelst via Coutras op de N10 geraken. Een semi-snelweg die min of meer in de richting van Cognac loopt. Maar eerst nemen we nog wat meer van god verlaten wegen. Wanneer een départementale meer dan twee cijfers en een ‘bis’ telt, dan weet ik het wel. De rijtijd loopt op tot we vooralsnog die N10 bereiken, klaar voor de volgende episode in de horrorreeks: route barrée. Ik sakker dat het een lieve lust is tot mijn copiloot vraagt: zal ik anders verder rijden? Euh, nee! Wouter kijkt me met een diepe frons aan, want zo humeurig heeft hij zijn stuurmaat nog niet gezien.

Om de ergernis vandaag compleet te maken worden we niet langs de in mijn hoofd logische weg geleid, van Boulevard Victor Hugo naar Châtenay in een rechte lijn naar de camping. De vervloekte Garmin jaagt ons over de Pont Neuf, door belachelijk smalle straten om dan ver weg van het centrum in een wijde boog te keren en af te dalen naar de oevers van de Charente. Het is drukkend warm wanneer Cris met de bevestigingsmail op het scherm naar buiten stapt. De airco van de Transit loeit voor het kantoortje waar we met draaiende motor wachten. Gewoon een plaats kiezen en het nummer komen melden, zegt onze grote beer terwijl hij met een zakdoek het parelende zweet van zijn hoofd wist.

José pétillant (Cognac)

Wij zijn er habitués. Ergens in de buurt van het sanitair vraag ik matig gekalmeerd? Het wordt een perceel aan de middenrij waar we al eens stonden, naast de doorsteek richting douches en toiletten. Handig denk ik wanneer we eindelijk waterpas staan, met de luifel naar de haag. Zo zitten we niet in de schoot van de Engelsman die met een luxueuze caravan naast ons resideert. Hij verbroedert met zijn landgenoot die met een VW California tegenover ons staat. Eer we neerploffen naast de camper wandelen we nog eens rond het kampeerterrein om naar het zwembad te gaan kijken. Zouden de baasjes van Snow de campingbar hier nog uitbaten?

Negroni (Cognac) Ingrédients (Cognac) Santé josé (Cognac) Santé chardonééé (Cognac)

De guitige bulldog hebben we nog niet gezien, maar op de menukaart staat nog altijd ‘Snow & Co’ dus reserveren we een tafeltje voor morgen. Dennis De Bont is afkomstig uit Tilburg, studeerde aan de Institut Universitaire de Technologie de La Rochelle. Daarna werkte hij in die regio een tijd als maître d’œuvre tot hij samen met zijn vriendin de uitbating van de bar-bistro over hier op de camping overnam in de eerste coronazomer. Dat lief is er precies niet meer bij. Bij ons verblijf in 2020 waren Dennis zijn charentais met pineau en potten mosselen om duimen en vingers bij af te likken. De potige aannemer kan ook koken. Het brood voor morgen is besteld, hoogtijd voor de apéro: komaan, terug naar de camper!

Martini, wit en rood, Campari en de fles wodka staan al op tafel, ik haal het ijs en de glazen. Cris is van sinaasappelbitter geen fan en mengt de twee vermouths met de witte alcohol. Wouter mixt voor mij en hemzelf de perfecte Négroni. Alleszins dat denken wij want er hoort gin in en geen ordinaire wodka zoals een onvervalste Italiaan ons na half oogst in Oostduinkerke zal vertellen. Na het avondeten doet onze keukenpiet samen met mij de vaat terwijl Cris een gezelschapspelletje kiest. De klamme buitenlucht wordt killig dus maken we het eens niet te laat. De stoelen nog vlug terug in de koffer want anders zijn ze tegen de ochtend helemaal nat.

 Exploding kittens (Cognac)

 

Zondag 23 juli

Al voor dag en dauw worden we door haastig naast de camper voorbij stappende kampeerders gewekt. Die moeten precies dringend naar het toilet en ergens klinkt het geluid van tergend traag lopend water. We luisteren met ingehouden adem en ik kijk naar Wouter. Die hoort het nu ook. Zitten we met een lek? Met één oog piep ik over het halfgesloten rolgordijn. Oef. Pal onder ons openstaande raam is een deksel. Dat moet een putje met de afvoer van de douches zijn. Minder idyllisch dan een kabbelend beekje, maar gelukkig geen fuite in de watertank onder het logeerbed. Behalve de visite bij Hennessy hebben we vandaag omzeggens niet te doen.

Het warmt buiten al op, maar de ochtend voelt nog altijd klammig aan. Een duik in het zwembad? Dit keer gaat de stijlpoes misschien wel mee het water in, alles mag en niets moet. Er is maar één ding wat moet en dat is een volgende campingwas. Ook al weet ik uit ervaring dat die hier aan de draad niet droogt. Net voor het kampeerterrein splitst er een zijtak af ter grootte van een gekanaliseerde beek, Le Solençon ook wel Fossé du Roi. Het dichte bladerdak en de nevels tussen de beide Charente armen zitten daar voor iets tussen. Wouter ruimt het logeerbed op en ik ga om het brood. Als nu ook Cris nog wil opstaan, kan ik eindelijk aan het wasgoed onder het grote bed.

Sans gêne

Wasdag (Cognac)

Er is genoeg voor een volle wastrommel bont en terwijl die in de machine draait, werk ik me in het zweet met een handwas wit. Een dame met een mand roze beddengoed kijkt ontstemd naar de wasautomaat achter mij. Die machine is het komende anderhalf uur nog met mijn gekleurde was bezet. Onverrichter zake druipt ze af naar haar caravan en ik druip van het schuimende sop. Soppend en spetterend ga ik op de natte tegels zelfs bijna onderuit. Drie kwartier later staat ze er terug met haar echtgenoot, net wanneer ik vertrek met onze witte was. Ze bestuderen de instructies en plaatsen ostentatief hun wasmand op de machine die nog altijd draait.

Cris en Wouter hebben al een kluwen aan waslijnen opgehangen. Het duurt niet lang of ons perceel is met sokken en t-shirts afgespannen. De timer op mijn iPhone zegt het is tijd om de bonte was te halen. Tot mijn verbazing vind ik die gewoon bovenop de wasmachine op een hoop bijeen gegooid. Dat caravanvolk nam het zekere voor het onzekere en haalde de trommel alvast leeg. Hun roze beddengoed zit erin en de onverlaten zijn nergens te bespeuren, maar best ook. Il faut le faire.

Fris aan de vis (Cognac) Koud, kouder, joeh dag he (Cognac)

Het witte goed hangt nog na te druppen zonder het minste zuchtje wind. Dat gaat hier nog even duren met alleen maar een schuchter streepje zon. Mopperend over de vrijpostigaards wordt de rest van de wasserij op de draad gehangen. Puzzelwerk, maar drie paar handen maken het werk licht. Nog tijd te over voor we bij Hennessey worden verwacht, dus wagen we ons aan die verfrissende duik. Het water is ijsberenkoud dus gaat onze koukleum alvast douchen. Wij volgen Wouters voorbeeld na een paar keer plonzen om rond half drie te kunnen vertrekken. Wat nog niet droog is, mag aan de draad blijven hangen. Wie pikt er in hemelsnaam een onderbroek?

Le Summit

We fietsen Boulevard de Châtenay naar omhoog tot in het centrum en richting Pont Neuf om op Quai Maurice Hennessy voor het gelijknamige huis de fietsen te stallen. Slotvast dit keer en dubbel gecontroleerd, wie zei er iets over een ezel en een steen?

We zijn meer dan op tijd, dus eigenlijk véél te vroeg en wandelen nog een stukje door de op zondag zo goed als verlaten provinciestad. Langs de kaaien wordt het Fête du Cognac opgebouwd en de enigen die tijdens de siësta op straat lopen zijn waarschijnlijk toeristen net als wij. Ze hebben hier iets met Jazz en Blues, want 14 dagen geleden was er ook al een muziekfestival. De hemel klaart uit en de zon brandt weer, zo zal onze was wel drogen! En tegen dat wij via Rue de l’Isle d’Or en Place d’Armes door de winkelstraat tot op de Place François Premier zijn geraakt, zijn wij zelf ook uitgedroogd.

Onderweg wil ik nog eens een Jack, niet de whisky wel het bier, gaan drinken. Helaas is Le Garage Bar net vandaag gesloten. Terwijl we langs de etalages van Rue d’Angoulême stappen vertel ik over het koppel oude venten van het café en de Jack Russel met het rode strikje. Wouter zijn Billy is niet de enige gayhound. Over zijn hond en duizend andere dingen wordt hij om de haverklap door zijn huisgenoot gebrieft. Heeft die niets anders te doen, vraag ik wanneer we op het terras van de Cougna Bar nippen van een Summit? Een aangename ontdekking die we onthouden voor thuis: verse gember, limoen, Ginger Ale en een deftige scheut cognac.

Visites Hennessy (Cognac) Centre ville (Cognac) Vakwerk (Cognac) Summit (Cognac)

Expérience immersive

Tijd om naar Maison Hennessy terug te gaan voor het geleide bezoek met proeverij. Sinds het voorjaar hebben ze een nieuwigheid: we worden er ondergedompeld in virtual reality. Halverwege de rondleiding in het bezoekerscentrum kan wie dat wil een VR-bril opzetten. Daarmee komen we in een compleet in 3D getekende wereld terecht waar eiken cognacvaten reuzen vormen en imaginaire zeilschepen van de Ierse distillatenkoopman Richard Hennessy ons meevoeren op een wonderbaarlijk reis. De zinsbegoochelende ervaring doet mij duizelen en ternauwernood hou ik me staande omdat alles rond mij draait en dat al na een halve neut cognac.

Na het bezoek aan het pakhuis waar de vaten gedistilleerde wijn liggen te rijpen en het heilige der heilige, de kluis waaruit hun exuberant dure Paradis wordt geassembleerd, schepen we in voor de degustatie. Ik tril nog na op mijn benen terwijl het elektrische veerpont ons weer naar de overkant brengt. Daar leerden Cris en ik bij ons eerste bezoek dat cognac ook op ijs gedronken wordt, net zoals virtual reality een no go voor mij. Geen idee welke ik de ergste beproeving vind, nu ook weer doen ze met ons de test. Eensgezindheid in het triumviraat: ijs hoort absoluut niet in een poes bij onze petit café!

Les visites Hennessy (Cognac) Le chai Hennessy (Cognac) La dégustation Hennessy (Cognac) La Boutique Hennessy (Cognac)

Happy B-Day 🐻

Tijd om de was binnen te gaan halen. Dat we straks zelf met een Hennessy Black op ijs en met Bundaberg Brewed lemonade experimenteren, danken we een uitgesteld verjaardagscadeau dat Wouter koopt aan het eind van de visite. Zotte kosten, zegt Cris, maar ook wel schattig en geeft hem een kus. Onze troetelbeer is in zijn nopjes dat hij uiteindelijk toch iets heeft gevonden en ik voor mijn wettige huisband nog altijd niet. Lief hoor, lief!

Hennessy Black is iets hoger in alcoholpercentage, speciaal om te mixen en voor de Amerikaanse markt. Met gefermenteerde citroenlimonade komt ons brouwsel in de buurt van een Summit. Gember hebben we niet en dat maakt het waarschijnlijk af, het baasje van Snow wel in zijn cocktailbar. Dennis mixt ons ook een stevige neut als aperitief. Zijn terras zit afgeladen vol, goed dus dat onze voorzienige vent gisteren al een tafel besprak. Of we ook een karaf water wensen? Non merci, maar ze staat er al. Breng ons toch maar een fles ‘josé’ bij die tartare de saumon, terrine de foie gras, bavet frites en de moules de bouchot.

Summit & Snow (Cognac) Saumon & Snow (Cognac) Moules de bouchot (Cognac) Pousse café (Cognac)

Of twee flessen en bij de koffie na het eten nog een poes. Sans glaçons s’il te plait… Het dienstertje is duidelijk nog niet bij Hennessy geweest en kijkt naar de trein zoals een koe. Mieke en Willem zijn gisteren aangekomen en hadden ons vandaag al verwacht. Ze stuurt: komen jullie nog langs? Ja hoor, we staan nu nog op een camping in Cognac om de was te doen. Morgen komen we naar de Gironde en gaat zij tegen dat wij hier vertrekken alvast kijken of er nog plaats is op onze vaste stek bij de vuurtoren. Als het meezit overnachten we op Miramar, in het andere geval vinden we bij het complexe sportif een alternatief.

 

Maandag 24 juli

Traject:  Cognac – Saint-Georges-de-Didonne (70 km)

Onze compagnon-de-route heeft weer een zere rug, waarschijnlijk door het slapen op het keukentafelbed. Als we nog eens drie weken samen op roadtrip gaan tussen Bertem en Bordeaux of helemaal tot in Biarritz, zoeken we eerst degelijker slaapcomfort. Het kan niet zijn dat die hartendief nog eens gebroken thuiskomt na een welverdiende vakantie. Eerst ontbijten en dan een pilletje, inpakken en gaan lozen bij het servicepunt. Ondertussen vullen we ook de watertank terug want op de camperplaats aan de Rue du Port is er, behalve hopelijk een plaats voor de nacht, niets. Zelfs met z’n drieën kunnen we wel een paar dagen vrij staan, met een extra toiletcassette, het zonnepaneel en de Efoy zijn we helemaal autonoom.

We verlaten de camping zoals we gisteren weg zijn gefietst en nemen voorbij het centrum de nationales richting Royan. Net voor ik de N141 oprij mis ik de voorrang op een rotonde. Een haastige Peugeot Partner komt boos claxonnerend van links aangestoven. De logge Transit accelereert traag en die racepiloot had ik bovendien gewoon niet eens gezien. Mijn passagiers overzagen de verkeerssituatie wel, zelfs vanop de achterbank. Ziet ge nu, ge moet niet altijd zo twijfelen aan uzelf. Gij rijdt er beter mee dan ik. Niemand is perfect en Cris zei zelfs al dat zijn ‘schoonlief’ ook in zijn eentje met onze camper weg. Baby you can drive my car.

Sentier de la Corniche (Saint-Georges-de-Didonne) Sentier de la Corniche (Saint-Georges-de-Didonne) Promenade Basse (Saint-Georges-de-Didonne) Phare du Port (Saint-Georges-de-Didonne)

Ergens rond Saintes verwacht ik de péage te moeten nemen, maar precies op de plek waar ik onderweg naar Bordeaux een afslag miste, draaien we af naar de N150 en dwarsen de L’Aquitaine tolweg. De route gaat helemaal binnendoor naar Saint-Georges-de-Didonne en Mieke heeft al laten weten dat er nog genoeg plaats vrij is bij de vuurtoren. Rond half één staan we er voor de nacht geparkeerd en pakken we de flessen crémant in om onze vrienden te trakteren. Weer wat overtollig gewicht eruit. Ik heb nog een vage notie van het vakantiehuis en onze anderhalve trouwboek herinnert zich naar eigen zeggen perfect de weg. Gelukkig maar.

Jeu de boules

Vanaf de Aire de Campingcar loopt de Sentier de la Corniche die volgen we tot aan een trap die naar de Promenade Basse leidt en zo komen we langs de baai op de Gironde bij de Boulevard de la Côté de Beauté. Naar boven langs het oorlogsmonument, weet ik nog en Cris herinnert zich de chemin privé. De smalle doorsteek naar de Impassse de Roses waar Mieke en Willem op ons wachten op het zonnige omsloten terras. Een fijn weerzien, de onwennigheid van onze reisgezel wordt onmiddellijk weggenomen door de hartelijkheid van Mieke en verdrongen door de crémant van La Belle Étoile. Ga eens met de jongens naar het strand voor een spelletje petanque, zegt ze rond een uur of vier tegen Willem, dan begin ik aan het avondeten. Spaghetti, is dat goed voor iedereen? Ja, hoor klinkt het in koor.

Hoeveel ballen hebben jullie? Zes, maar hier gooien de Fransen er wel elk drie, weet Willem. Geen probleem dan loop ik met Wouter snel terug en halen we de onze ook! Zo hebben we dat extra gewicht ten minste niet voor niets een ganse vakantie in de koffer van de Autoroller zitten. Onze champion-de-route speelt sterk en ik vorm een tandem met hem. Halverwege het tweede setje arriveert ook Mieke op het strand en neemt het van Willem over. Doe je best, zegt hij, want hij wil winnen. Revanche! De match blijft onbeslecht 1-1.

Misschien zetten we onze wedstrijd volgend jaar verder, Saint-Georges ligt toch zo goed als op weg naar Biarritz. Kom je nog mee? Tuurlijk, en blozend als ik mag, zegt de knuffelbeer gedwee. Stuur uw verlofaanvraag voor 2024 al maar binnen! Wat te vroeg he Stijntje, lacht hij. Maar toch een beetje ernst want hij moet er snel bij zijn op zijn werk en zonder hem ga ik zoals het er nu voorstaat geen drie weken op congé.

Juf Mieke (Saint-Georges-de-Didonne) La Plage (Saint-Georges-de-Didonne) Jeu de boules (Saint-Georges-de-Didonne) Jeu des bules (Saint-Georges-de-Didonne)

Het zou nog betrekken volgens Willems weerbericht, maar we nemen het risico en schuiven toch aan tafel onder de parasol op het terras. Spaghettisaus van verse groeten op de dagelijkse markt, jullie gaan morgenochtend toch mee? Onze gastvrouw schrikt wanneer ze hoort dat we maar één nachtje blijven onderweg naar Île de Ré. Kom dan eerst ontbijten, zo rond een uur of half tien, zegt Mieke nog net voor we naar binnen vluchten omdat de bloofde plensbui overtrekt. Na een laatste spelletje UNO stappen we met z’n drieën door het donker over de corniche terug naar de camperplaats. Het enige wat we daar nog horen, terwijl we naar binnen sluipen, is zacht gestommel in de verduisterde motorhomes en het breken van de golven op het strand. Daarvan kan ik gelukkig wel slapen, van een regenbui op het dak niet.

 

Dinsdag 25 juli

Traject: Saint-Georges-de-Didonne – Île de Ré (119 km)

Ruim voor het afgesproken uur wekt het rumoer rond de camper mij. Gemeentearbeiders legen ergens in de buurt vuilnisbakken dus wip ik maar uit het bed. De rest ligt nog luilekker in dromenland terwijl ik voor mezelf al een pot koffie zet. Mijn bewegingen in de camper maken ook ons vriendje langzaam wakker: goedemorgen, koffie? Graag, zegt hij en terwijl hij uit bed komt pak ik hem eens vast. Goed geslapen lieverd? Beter toch en minder last van zijn rug. Mieke en Willem zijn geen koffiedrinkers en dan moeten ze voor ons speciaal ook niet de moeite doen. Als iedereen gewassen en gestreken is, staat de zon al hoog aan de hemel en is het weer aangenaam warm bij onze vrienden op het terras. Eerst kraak verse broodjes en croissants daarna slenteren we door de omliggende straten over de markt.

Ik wil ook nog naar de marché couvert om er encornets of grote spiesen met zalm en kabeljauw te kopen voor vanavond op de grill. Een paar jaar geleden vielen die aardig in de smaak en zowel Wouter als ik lusten graag eens een moot verse vis. Cris soms ook en terwijl we bij het kraam aanschuiven tikt één van de verkopers per ongeluk tegen een bord moules de bouchot in het comptoir. De inhoud wordt uit de koeltoog gekatapulteerd en eindigt tegen de broek en in de Gizeh Black Birkenstocks van onze verschrikte teddybeer. Hij kan er nog een beetje mee lachen, maar de man in het kraam is gegeneerd. Si tu veux changer de pantalon, je vous donne le mien. De onhandige fransman reikt met een kwinkslag een stapel servetten aan en daarmee is het probleem voorlopig van de baan. Straks dat mosselvocht toch maar effe afspoelen.

Petit déjeuner (Saint-Georges-de-Didonne) Marché couvert (Saint-Georges-de-Didonne)

Randonneur broeksriemen bij het eerste kraam op de markt zijn hier een traditie, net als tafellakens anti-tache en de beertjes laten zich door wonderdweilen verleiden. Duitse topkwaliteit en de praatgrage standwerker heeft er naar eigen zeggen al menig huwelijk mee gered. Vos femmes seront content, zegt die wanneer hij twee pakketten afrekent aan een prix de promotion. Onze vrouwen, we gieren het uit, maar die dweilenvent heeft de mop niet door. Hoogtijd om bij de kerk nog iets te gaan drinken met onze vrienden voor we vertrekken naar Camping les Baleines. De kampeerplaats waar ik wilde boeken, was complet en zo staan we nu een paar nachten pal naast de vuurtoren op Île de Ré.

En avant!

Pont de l'Île de Ré

We nemen afscheid en reppen ons terug naar de camper want het parkeerticket verloopt over een paar minuten. Inpakken en via Royan terug omhoog naar La Rochelle en Pont de l’Île de Ré. Dat viaduct overspant er de zee-engte tussen het eiland voor de kust en het vaste land. Net voor de péage wisselen Wouter en ik van plaats, hij mag dit keer over het kunstwerk rijden. In tegenstelling tot Pont de l’Île d’Oléron is dit een boogbrug en de laterale wind duwt stevig tegen de flank van de Autoroller. Met vaste hand stuurt hij de rijdende wijnkelder over de drie kilometer lange overspanning die op haar hoogste punt meer dan veertig meter boven het water hangt.

De privéchauffeur geeft geen krimp terwijl ik met hoogtevrees en klamme pollen naast hem zit. Ge zijt ni op uw gemak he, vraagt de teddy die weer denkt dat het aan zijn rijvaardigheid ligt. Nee, maar dat ligt niet aan u he lieverd, daarom juist dat ik u laat rijden. Ik heb altijd schrik op hoge bruggen en zeker met die wind! Een stel onversaagde fietser doemt naast de rijbaan op, zij liever dan ik en mijn vingers klemmen nog wat harder rond handgreep van de cabinedeur. Misschien stuurt de gps ons wel naar huis over de Pont de Normandie. Ik hou mijn hart al vast.

Rij gij maar... (Pont de l'Île de Ré) Niet voor mietjes (Pont de l'Île de Ré) 40 meter boven zee (Pont de l'Île de Ré)

Het verlof kort af en veel zijn we vandaag niet meer van plan. De warmte en twee weken niets doen, ook nergens aan hoeven te denken, maakt ons loom. Ik word er zelfs een beetje weemoedig van. Het begint te dagen dat ons gelukzalige triumviraat over een paar dagen wordt ontbonden. Dan is het weer ieder in zijn eigen kot en aan zijn eigen was en plas. Weliswaar met nieuwe super-absorberende dweilen, maar die gedachte stemt mij niet vrolijker. Om de vrijheid en blijheid er tussen apéro en etenstijd toch wat in te houden nippen we van een laatste slok pastis en wandelen we met z’n drieën maar eens de camping af tot op het strand.

Plat préfére

We klimmen over de duinenrij tot bij een poortgebouw dat tot de lage kustlijn toegang geeft. Het blijkt een Abri du Canot de Sauvetage op last van Charles Louis Napoléon Bonaparte gebouwd in neoclassicistische stijl. De eerste democratisch verkozen president van de tweede republiek valt niet te verwarren met de verbannen keizer Napoléon Bonaparte. Genoeg historie voor vandaag, we wandelen nog een stukje verder tot bij de Phare des Baleines waar het nog krioelt van de toeristen. Er is morgen nog een volle dag, dan fietsen we misschien eens een dorp verder naar de markt van Ars-en-Ré. Hoogtijd nu voor de gegrilde inktvis met een volgende fles ‘josé’.

Saint-Clément sans Baleines (Île de Ré) Abri du Canot de Sauvetage (Île de Ré) Ancienne tour Vauban (Île de Ré) Buikje blij met 'josé' (Île de Ré)

De dagen korten en de avonden vallen steeds sneller. Hier op het eiland schildert een romantische zonsondergang de luchten vurig boven het opkomende tij. De aanblik van mijn twee mannen in de kille bries, stemt mij op slag weer melancholisch. Genoeg mijmeringen! Kom we gaan opwarmen met koffie en een poes, ook al vallen teddyberenoogjes daardoor lang voor middernacht al dicht. Morgenvroeg wordt Wouter bij dageraad al wakker en slaap ik ongewild door terwijl hij al lang de camper is uit geslopen om zijn stramme rug los te stappen. Als we volgende zomer samen op reis gaan, moeten we echt wel iets beters verzinnen.

Ciel mélancolique (Île de Ré)

 

Woensdag 26 juli

Verloren gelopen? Stuur ik geen klein beetje ongerust. De fluitketel met water voor zijn koffie staat op het gasvuur al te warmen wanneer hij reageert: gaan wandelen, ik kom terug. Lopen ging niet, want hij wist niet zo goed waarheen en er waait zowaar wat motregen door de grauwe ochtendlucht. Heel het eiland doet zijn best om mijn ‘dit is het einde van onze vakantie’-sentiment te versterken. Het weegt op mijn gemoed, vooral omdat ik het samen ontwaken heb gemist. Maar schier de aanblik van zijn rode truitje dat in de verte argeloos naar mij toe komt gestapt, verjaagt de muizenissen uit mijn zorgelijke hoofd. Koffie? Ja, graag! Kom, we gaan samen om brood voor het ontbijt. Buikje is gelukkig nog niet boos.

La Couarde (île de Ré) Apé-rollen (Île de Ré) La Couarde (Île de Ré) IJsjes (Île de Ré)

Terwijl we bij de campingbakker aanschuiven slaat de motregen om in een zomerse bui. Het marktbezoek in Ars-en-Ré laten we dus maar voor wat het is. Pas tegen de middag breekt de zon voorzichtig door het wolkendek. Rond een uur of één stappen we dan toch nog op de fiets. Door Saint-Clément-des-Baleines naar het rare kerktorentje van Ars om er voorbij de marktkramen een voie verte langs zoutvelden te nemen tot La Couarde-sur-mer. Liggen ze tegoei vast, vraagt Cris op het pleintje bij de kerk? L’âne en culotte mogen ze hier op handen dragen, maar de venten van de grizzly zijn geen gesneden ezels. De e-bikes hangen met drie aan elkaar en vast aan de fietsenrek. De zon is helemaal terug van de partij en dat vieren we meteen op het terras van Les Mouettes met twee Aperollen en voor hem een grote pression. En cinquante s’il vous plait!

Tour de l’Île

Balade en vélo (Île de Ré)

We poetsen de plaat in La Couarde en trappen de marais salant over naar Loix. Dat ligt net boven het smalste deel op de noordflank van het langwerpige eiland. Het is ook onze eerste keer in deze richting en dat levert onderweg enkele prachtige vergezichten op. De dagtrip bezegelen we op het terras van La Presqu’île met een lading verse oesters bij het volgende rondje Américano. Daarmee en met het voornemen hier samen nog eens terug te komen, kan mijn geluk niet op. De fietstocht zet zich verder langs de zoutpannes onder de Fier d’Ars, een inham op de kust waar de oceaan ook op het land errond de wet dicteert. Zo komen we weer op bekend terrein en passeren Camping l’Océan waar Cris en ik eerder al een paar keer hebben gestaan.

Port de Loix (Île de Ré) Port de Loix (Île de Ré)

We eindigen aan de voet van Phare des Baleines waar we voor het avondeten een tafeltje vinden bij Le Patio. De specialiteiten hadden we vooraf moeten bestellen, zo staat te lezen op de kaart. Er wordt dus voor ons geen gigantische spies vers gevangen vis en schaaldieren aan tafel geflambeerd. Hadden we per sé nog een overweldigende plateau fruits de mer gewild, dan bleven we op onze honger zitten. Cris neemt sowieso genoegen met een burger. Ik wilde nog wel eens een schotel zeevruchten met Wouter willen delen, maar met een bescheiden assiette ben ik al lang content. Hij ook met gambas van de plancha en die worden voor hem wel gedoopt in een scheut cognac van Île de Ré. Encor un petit dessert? Seulement liquide! Deux Irish et un café gourmand.

Alle buikjes zijn weer blij. Een fijne afsluiter voor een perfecte dag. Bij valavond komen we terug aan op onze kampeerplaats en de fietsen mogen ineens achterop. Die komen pas in Bertem terug van de drager af, waarschijnlijk zelfs niet eens meer uit de garage tot een volgende congé. Alhoewel, misschien maken we thuis op een blauwe maandag nog wel eens een ritje of nemen we ze voor een weekendje nog mee voor een uitstapje met Marc en Mieke. On sait jamais.

Le Patio (Île de Ré) Le Patio (Île de Ré) Le Patio (Île de Ré)

Dernières étapes

De volgende tussenhaltes worden op de kaart van onze roadtrip tussen Bordeaux en Bertem geprikt. Als we zaterdag al thuis willen aankomen, lijkt Rouen nog een haalbare laatste stop. Daar is altijd wel iets te doen en boven de Somme worden er alleen maar regenvlagen voorspeld. Dan moeten we gewoon nog een plaats vinden halverwege. Wouter heeft er om evidente redenen geen idee van, maar zolang hij samen is met ons ook al gewoon content. Ik speur naar camperplaatsen met voldoende aantal langs de route tot Cris Bazouges-sur-le-Loir voorstelt.

De oude municipale in het onooglijke dorp wordt vandaag door een Camping-car Park uitgebaat: le premier réseau Européen d’aires d’étape. Er is zelfs een café, een kapper, een bakker en een superette in het dorp. Voilà, dat is meteen beslist. Nog een spelletje mens-erger-je-nietten en dan naar binnen want het wordt weer killig. De stoelen bergen we gelijk maar op in de koffer en de luifel wordt ingedraaid, mocht er regen vallen vannacht. Het logeerbed is al opgemaakt, kom hier nog een knuffel en dan slaapwel.

Soirée parfait (Île de Ré) Plus de 'josé' (Île de Ré) Les jeux sont faits (Île de Ré)

 

Donderdag 27 juli

Traject: Île de Ré – Bazouges sur Loir (263 km)

Na het ontbijt nog lozen en vers water inslaan voor de volgende dagen, dan rijdt Wouter terug het viaduct over en naar de volgende bestemming. Misschien had ik hem beter ook het servicepunt op laten rijden. Zelfs met of ondanks de aanwijzingen van Cris lukt het mij niet om met die 7 meter achteruit in te parkeren. De campingwegel is er te smal om te manoeuvreren dus ben ik met de neus vooruit op de loosplaats gereden. Mocht er op het perceel ervoor geen auto hebben gestaan, ware het misschien wel gelukt en liep ons afvalwater nu niet op straat. Eigenlijk kan het mij geen donder schelen, ze hadden het maar deftig moeten organiseren.

Schattige chauffeur (Île de Ré)

De Autoroller is eerder een Autovoller en grote inkopen hoeven we niet meer te doen. We zullen bij de kleine kruidenier ter plaatse wel iets kopen, een zak chips of een charentais met rauwe ham. De troetelbeer voert ons in één trek naar Bazouges. Dat blijkt een onooglijk dorp aan lé Loir en niet là Loire zoals ik eerst begrepen had. Het gaat om een zijriviertje van de Sarthe dat wel samen het Pays de la Loire doorstroomt en via de Maine naar die stroom afvloeit in Bouchemaine. Nog zo een boerengat met een superette en een niet eens een café of het was gesloten. Zelfs daar hebben we al een paar keer gestaan, laatst op terugweg van Biarritz bij 45 graden en gesmolten asfalt onder de wielen. Misschien te onthouden als onze schattige chauffeur nog mee wil voor volgend jaar.

Met wat vertraging door drukte bij de péages komen we op onze bestemming aan. Het binnenrijden heeft wat voeten in de aarde omdat we nog geen klant zijn via het nieuwe systeem, moet er eerst een magneetkaart worden aangemaakt. Na wat tokkelen en vloeken op het kleine scherm bij de slagboom kan Wouter verder rijden en een vrije plek uitkiezen. Hij rijdt perfect met de logge Transit en parkeert zonder het te beseffen feilloos op drie keggen om de villa waterpas te krijgen. Stroom is er inbegrepen tot zolang een onhandige Fransman in een aftandse campingcar de zekering straks doet springen.

En route (Bazouges-sur-le-Loir)  Soif, encore soif et soif (Bazouges-sur-le-Loir)

De winkelier in het dorp sluit tussen twaalf en twee dus moeten we hier wel verplicht op café. Aan de andere kant van de oude brug zagen we bij aankomst een Bar Tabac, dus stappen we daarheen voor een paar grote pinten op het terras. De banketbakker achter de kerk is net als wij en congé, maar langs de best wel drukke baan naar La Flèche staat een baguettenautomaat, misschien handig voor morgenvroeg. Ernaast zelfs een distributeur automatique de plats van Au Garde Manger hier in het dorp en La Felicita, waarschijnlijk ooit een afhaaltoog vandaag een pizza-uit-de-muur voor de vermoeide camioneur of verloren gelopen toerist.

Court circuit

Na een tweede rondje wordt het ons in de schaduw en de schrale wind te fris, maar de kruidenier is nu wel terug open. Met wat kleine aankopen, charentais en jambon cru, wandelen we nog eens naar het château dat net als onze kampeerplaats op de andere oever van de Loir ligt. Gebouwd als donjon ter bescherming van het feodale Anjou, in de loop der eeuwen gerenoveerd tot statige burcht die de honderjarige oorlog heeft overleefd. Het kasteel is vandaag in privéhanden, maar de tuinen mag je bezoeken. Zover strekt onze interesse nu ook weer niet en de meloenen wegen door dus wandelen we naar de camperplaats om te gaan aperitieven en straks iets op de grill te zwieren.

Séparé (Bazouges-sur-le-Loir) Le Loir (Bazouges-sur-le-Loir) Buitenverblijf kopen (Bazouges-sur-le-Loir) Château (Bazouges-sur-le-Loir)

Nog even hebben we overwogen om uit eten te gaan, maar zo bijzonder zag het er niet uit. Het laatste avondmaal op restaurant houden we voor morgen in Rouen. Terwijl we de campers af en aan zien rijden, zoekend naar een overnachtingsplaats, komt onze buurman door de haag gekropen zoeken naar het booswicht dat zijn stroom heeft afgezet. Wij niet, maar ook de onze ligt er blijkbaar uit. Dan kan het maar één dader zijn, die van de derde draad en in een Franse coleire schiet de man naar de rommelige motorhome waar een al zeven keer gerepareerde allonge aan hangt. Ik heb de onze al in de kast tegenover aangesloten en onze overbuur houdt de oude bricoleur angstvallig in de gaten. Die is erop bedacht dat daar door kortsluiting ook de zekering springt.

Woutertje kaboutertje (Bazouges-sur-le-Loir) Privéchef (Bazouges-sur-le-Loir) Wouter lacht es (Bazouges-sur-le-Loir)

Wouter bakt het BBQ-vlees dat we nog in de koelkast hebben zitten, maar na de afwas wordt het buiten fris. Het regenfront dat naar het noorden trekt, haalt ons in. Of liever onze terugtocht haalt het mindere weer in dus maken we het eens niet te laat. Morgen volgt de tweede helft van onze rit naar Rouen en dan rij ik opnieuw. Ik herinner mij de rare détour via de kaaien nog en hoop dat de aire vlakbij de Pont Pierre-Corneille er nog is op de Quai du Cours la Reine. Google toont ons een gewijzigde locatie dus houden we alternatieven achter de hand. Bij het sportcomplex op Île Lacrois in het midden van de Seine zou wel een officiële camperparking zijn. Kunnen we daar niet blijven staan dan wijken we uit naar Montville of Clères, maar missen we wel het laatste avondmaal. Croisons les doigts!

 

Vrijdag 28 juli

Traject: Bazouges Cré sur Loir – Rouen (262 km)

Het is krap acht uur wanneer het logeerbed wordt opgeruimd en onze ochtendkoffie al op tafel staat. De teddy heeft nog altijd last van zijn rug en ik van mijn geweten. We hebben hem drie weken lang op die matras geparkeerd terwijl hij even goed achteraan had kunnen slapen. Dan sliep ik wel op dat geïmproviseerde bed, maar onze lieverd wilde niet. Het gestommel en de gedempte stemmen hebben ondertussen ook Cris gewekt. Het heeft vannacht zelfs wat geregend en de ochtend ziet er druilerig uit, dus pakken we in om te vertrekken. Bij de uitgang schuiven we aan bij het servicepunt waar net de kortsluiting onverlaat met zijn rammelkar parkeert. De man heeft duidelijk een mobiliteitsprobleem en raakt ter nauwer nood aan zijn aflaatkraan.

Water lozen is voor ons minder dringend dan het chemische toilet en mijn geduld raakt na een kwartiertje Fawlty Towers taferelen op. Ik loop met de cassette lang hen door terwijl de kranige oude vrouw, die sukkelende man vergezelt, op handen en voeten onder de al even krakkemikkige campingcar duikt. Zij zijn waarschijnlijk nog altijd aan het klooien wanneer wij een dorp verder al naar diesel zoeken. Het miezert weer en helemaal tot op de volgende péage parking geraken we in mijn hoofd misschien niet. Nergens een tankstation te bespeuren tot we in La-Chapelle-d’Aligné het station communale 24h/24 komen. Een merkloze pomp met diesel en benzine zomaar ineens te midden van het grauwe dorp langs de D23. Gered door de Franse voorzienigheid.

Église Sainte-Jeanne d'Arc (Rouen)

Met een volle tank rijden we verder over de D57 naar het op- en afrittencomplex Sablé-La Flèche om er de A11 tolweg richting Le Mans te nemen. Uiteraard komen we een kilometer of tien later op de snelweg voorbij Aire de Parcé-sur-Sarthe Est. Het Shell-station daar hadden we ook nog makkelijk gehaald, er is zelfs een servicepunt voor campers. Maar nu stuur ik de Autoroller door een sortbui verder richting A28 naar Rouen. Wanneer we op de oorspronkelijke camperplaats aankomen wordt ons vermoeden bevestigd. De kasseien van de parking bij de brug zijn opgebroken. De pakhuizen en hangars zijn een werf en de weg naar de kade is helemaal heraangelegd. Een paar honderd meter verderop staan wel nog wat campingcars geparkeerd, maar plek vrij is er niet.

Even overleg over onze opties, we gaan eerst naar die parking op het einde van het eiland kijken. Het oogt minder desolaat dan de oude plaats, het is er waarschijnlijk rustiger dan naast de drukke ringweg en er staat al een verzameling motorhomes die duidelijk hebben overnacht. We zetten er de onze dus maar bij, netjes aansluitend in het rijtje naast een grote integraal. Rij uw fietsenrek maar in de struiken. Dan houden de netels hier de dieven weg, grapt Cris die achter de Autoroller teken doet. En zoals wel vaker is dat nu ook de reden voor een echtelijk dispuut, want hij staat altijd ergens uit het zicht. Met wat gekissebis geraakt de Autoroller geparkeerd en na een boterham wandelen we naar het centrum. Het ochtendgrijs en de zware regenwolken al verder doorgetrokken naar les Hauts de France en la Belgique. Dans le Nord il pleut pas, ça drache!

 

Jeanne d’Arc

l'Heure de l'apéro (Rouen) Cathédrale Notre-Dame (Rouen) Cathédrale Notre-Dame (Rouen) Cathédrale Notre-Dame (Rouen)

We lopen terug naar de brug die beide oevers en het eiland met elkaar verbindt en stappen meteen naar église Saint-Maclou. Ik herinner me van een eerder bezoek dat er rond die kerk allemaal gezellig uitziende terrassen en restaurants waren. Toen kwamen bij een verre nicht van Jeanne d’Arc terecht in ‘Chez Riquette’, maar die gayfriendly bistro is er spijtig genoeg niet meer. Bij die oude snoeper hadden we met Wouter anders wel een keer langs willen gaan. Alleen al om zijn theatrale bediening en suggestieve toespelingen als er een knappe man de revue passeert zouden we er terug naartoe gaan. Ik begon al te likkebaarden bij de gedachte aan het mogelijke tafereel met de vrijpostige waard en onze verlegen teddybeer.

Vandaag zoeken we voor ons laatste avondmaal een tafel voor drie en dat mag iets gastronomisch zijn of gewoon de regionale Normandische keuken. Cris en Wouter gruwelen bij tripes à la mode… en ik wil geen pizza’s, sushi of burgers, want dat hebben we morgen in Bertem ook. Achter de kerk in de Rue Martainville dingt Le Walsheim kitscherig naar onze aandacht, maar Elzasser keuken hoeven we in Normandië niet. We slenteren langs Bistro Saint-Maclou maar dat lijkt meer cocktailbar dan restaurant, voor La Barbue zijn we te glad geschoren en Fils à Maman zijn we zeker niet.

Pas bij het gastronomische menu van Auberge Saint-Maclou blijven we staan dubben, vinden we nog iets anders of vragen we een tafel? Nog even verder kijken dus, maar verderop vinden we alleen nog wereldkeuken en fastfood. We dralen wat op de binnenhof van Aître Saint-Maclou om dan te besluiten: het wordt de auberge. Wanneer we er terug voor de deur staan is de middag service voorbij en natuurlijk pakt niemand er de telefoon nog op. We proberen straks opnieuw eerst eens gaan kijken in de winkelstraat, maar géén kleren meer kopen want reistas zit nu écht wel vòl. En dan traditioneel naar het Delirium Café voor een Red, comme toujours en pinte. Kleinere glazen dan halve liters hebben ze daar waarschijnlijk zelfs niet.

La Cène

Delirium Café (Rouen)

Een paar honderd meter verder, rond Place du Vieux-Marché waar Jeanne d’Arc gebrandstapeld werd, vinden we een tweede plein vol non-stop horeca waar duidelijk ook op de toeristen wordt gemikt. Geen gastronomisch diner vanavond bij Bistro Marcel, wel een voorliefde voor teddyberen en daar kunnen we niet aan voorbij. De kaart biedt er voor elk wat lekkers aan. Cris vraagt een tafel rond 18 en niet traditioneel 19 of 20 uur. De juffrouw glimlacht, ah des petits belges. op dat uur is er zeker plaats kom maar gewoon langs. We hebben nog tijd genoeg om de rare Église de Sainte-Jeanne d’Arc te bezoeken die op de plaats van haar bûcher werd gebouwd. Het lijkt wel een geschubde draak of een omgekeerde boot. Langs de overdekte markt en voorbij wat winkels met snuisterijen komen we op het afgesproken uur terug aan bij de pluche beren.

De regionale keuken en vooral de grote fles ‘josé’ uit de Provence, want Normandiërs maken geen wijn, maken onze buikjes blij. Het mag dan cuisine non-stop en voor de toeristen zijn, de Foie gras de canard, Escargots à la crème de Comté en Rognons de veau moutarde à l’ancienne waren top. Het is mooi geweest, na de petit café wandelen we voldaan terug naar de camper. Drie weken zorgeloosheid ruimen stilaan baan voor het besef dat er maandag weer gewerkt moet worden. Het laatste avondmaal drukt de stemming in het gelukzalige triumviraat gelukkig niet. Geholpen door de roes van een sloot wijn duiken we in bed voor een zwoele campernacht. Morgen haalt de regen ons waarschijnlijk weer in.

Place du Vieux Marché (Rouen) Apero.Bistro Marcel (Rouen) 'k Zag 2 beren (Rouen) Escargots à la crème de Comté (Rouen)

 

Zaterdag 29 juli

Traject: Rouen – Bertem (360 km)

De laatste fles en het vakantiegeluk stierven vannacht op de brandstapel van Jeanne d’Arc. Emoties van het moment, luide muziek ergens in de buurt en een stel Franse bohémiens rond een kampvuur bezorgen ons een woelige nacht. ’s Ochtends staan Wouter en ik nauwelijks uitgeslapen op en de rit naar huis duurt daardoor extra lang. Maar de herinnering aan drie weken simpel geluk neemt alleen ouderdomsdementie ons later nog af en deze avond zijn er thuis eindelijk nog eens frietjes van het frituur!

First we take Bordeaux, then we take Berlin!