De reisroute via Google
Donderdag 28 augustus
We vertrekken na het werk nog naar Altenahr, normaal gezien zou ik vanmorgen de mobilhome al gaan ophalen maar afgelopen maandag vroeg mijn schooldirectie om deze voormiddag aanwezig te zijn en alles in gereedheid te brengen voor het nieuwe schooljaar. Even nog hebben we overwogen om dan maar gisterenavond onze mobilhome al naar Leuven te halen, maar dan moest ik er vandaag ook mee naar Bertem en dat leek me niet zo handig. Achteraf gezien was het maar goed ook dat ik gewoon met mijn Berlingo naar het containerpark kon om allerhande materiaal te storten. We vertrekken vandaag dus gewoon vanuit Sint-Truiden en het is ruim acht uur wanneer we alles hebben ingeladen, water getankt en koers kunnen zetten richting E40 en de ons ondertussen wel bekende parking aan het einde van de Seilbahnstraße.
Samen met Wesley, onze reisgezel die dit Oostenrijks aandoend dorpje bij ons introduceerde tijdens een van onze eerste buitenlandse rondritten, komen we even na tien uur ter bestemming aan. Gezellig is de parking waar we overnachten geenszins: er zijn geen voorzieningen, het is dan ook gewoon een parking. Soms wordt er parkeergeld gevraagd door de uitbaters van de stoeltjeslift. Je staat er rustig op het asfalt aan de over van de Ahr, voor ons is het gewoon een passageplaats, maar het vooruitzicht op een exquise lunch in het stemmige Weingasthaus Schäferkarre met zijn traditionele keuken compenseren ruimschoots de stelplaats. Wanneer ik denk aan de overheerlijke gevogeltelevertjes rijk geserveerd in een zachte peterselieroomsaus en overgoten met een glas stevige Dornfelder komt het water me al in de mond! Na een avondwandelingetje door het dorp, dat al om middernacht in een vredige stilte is gehuld, keren we terug naar onze bedstee voor een verkwikkende nachtrust.
Vrijdag 29 augustus
Bij het krieken van de dag ontwaken we, in het dal hangt de ochtendnevel nog als een warme deken over het slapende dorp, maar de opkomende zon probeert die uit alle macht te verdrijven. Ook in de Duitse en Belgische motorhomes die naast ons de nacht hebben doorgebracht, is al wat gestommel te horen. Na een stevig ontbijt willen we naar de burchtruïne klimmen, kwestie van toch wat sport te hebben gedaan vandaag. Het uitzicht is er adembenemend, maar we zijn er de voorbije jaren al een keer te vaak naartoe gewandeld om het waaw-effect nog ten volle te kunnen beleven. We houden even halt bij het restaurant om een tafeltje voor drie te bespreken, maar de donkere eikenhouten deur blijft nog tot 11u gesloten. Aan de overkant schijnt de zon al onbarmhartig over het Gaspari-terras. Ik bestel er een ‘lieflijk’ wit wijntje, Wesley houdt het op een grote kop koffie en Cris zit al aan de taart. Wanneer we voldoende energie op hebben gedaan, vatten we de tocht naar boven aan. Een bus schoolkinderen haalt ons vrolijk kwetterend in en neemt de vestingstoren in bezit. De ruïne ligt er verder netjes onderhouden bij en een gemeentearbeider maait het fris geurende gras met Deutsche Gründlichkeit.
Terug beneden gekomen en nog hijgend van de afdaling, wijst de immer hartelijke Frau Schäfer ons een tafeltje aan bij het raam. Ze dient ons gezwind en zoals steeds de meest smakelijke gerechten op. Wie denkt dat de Duitse keuken enkel uit zuurkool en frankfurterworsten bestaat, wordt in de Schäferkarre vast met verstomming geslagen. Nog snel een koffie met echte bitterpeen en dan naar het filiaal van de wijnbouwerscorporatieve waar ik mijn geliefde Dornfelder, een volle dieprode Arhwijn, wil inkopen: “zes flessen, ach wat doe maar twee kartons”. We leven maar één keer en de vervoering van de maaltijd en bijpassende wijn maken mij alvast wat enthousiast.
Onderweg terug naar de mobilhome weet een joviale maar opdringerige verkoper Cris nog een stuk of wat flessen Federweißer aan te smeren – nieuwe wijn van de eerste persing, een troebel limonadeachtig goedje van onzeker alcoholgehalte dat tijdens de wijnfeesten in de regio stevig gekoeld en massaal de kelen laaft van dorstige Duitsers en schuchtere toeristen. We zijn nog maar één dag ver en de bergruimte onder de rondzit van onze Ducato puilt al uit wanneer we de 80 Km naar Cochem aanvatten. Dat wordt gegarandeerd overgewicht voor onze van nature wat obese mobilhome!
Bij het naderen van onze volgende etappe komen we via de Endertstrasse en langsheen Camping Schausten waar we vorig jaar het Paasweekend door hebben gebracht, deze staat zichtbaar afgeladen vol met caravans. We doen niet eens de moeite om er te informeren of we er kunnen overnachten en rijden gelijk door naar de officiële camperparking langs de overdag en ook ’s avonds erg drukke Moselpromenade. Personenwagens en motorhomes blijken er door elkaar te staan en de vakken zijn eigenlijk maar net groot genoeg voor een auto. Je neemt een ticket aan de parkeerautomaat, betalend van 8u tot 21u, overnachten is toegelaten maar service is er niet. Andere opties overwegen we niet meer, we staan geparkeerd aan het einde van de parkeerplaats tegen de straatkant en hopen dat er niemand het in zijn hoofd haalt om erg kort naast ons te komen staan want dan geraken wij morgen niet meer weg. Wanneer je vanuit de mobilhome naar boven kijkt heb je wel een mooi uitzicht op de achterzijde van de burcht. In het toeristische centrum heerst een gezellige drukte, Cochem maakt zich op voor de wijnfeesten, het is een louter maar gelukkig toeval dat we net nu hier zijn.
We wandelen naar Weingut Rademacher maar de patron heeft schijnbaar weinig lust om ons een glas wijn te schenken. Vreemd, vorig jaar was hij de jovialiteit zelve maar misschien zijn er gasten op zijn erf en komen we wat ongelegen zo rond etenstijd. Enigszins teleurgesteld steken we de rivier over om op het zonnig terras van de Weinhexenkeller onze dorst te laven en honger te stillen met zicht op Moezel en Reichsburg. Van tegenoverliggende oever komen de gitaarklanken en drumsalvos overgewaaid, ‘Opa kommt’ brengt vanavond oldies van AC/DC tot ZZ-TOP zo weet de serveerdame ons te vertellen. Een tamboerengezelschap en gevolg trekt al roffelend voorbij en we schrikken even later op wanneer kanonnen onderaan de vestingsmuren van de burcht, de wijnfeesten officieel op gang schieten. Het wordt een lange nacht met muziek en jonge wijn. Rond middernacht is het buiten al aardig afgekoeld en Cris is al een uurtje onder zeil. Wesley en ik zitten achter de mobilhome op een boordsteen nog wat na te praten en volgen het feestgedruis dat in de verte nazindert. Nu en dan zwalpen passanten met een lichte alcoholintoxicatie voorbij. Na een tijdje gaat ook dit schouwspel vervelen en zoeken wij enigszins licht in het eigen hoofd ons bed maar op.
Zaterdag 30 augustus
Na een snel ontbijt met broodjes en koffie op de Wohnmobilstellplatz, zoeken we de “Historische Senfmühle” op om de stenen kroezen van een vorig bezoek opnieuw met de ambachtelijke lekkernij te laten vullen. Sinds kort hebben ze er ook iets nieuws: chocolade balletjes gevuld met cayenne-mosterd. Iets om Hollandse toeristen een oor aan te naaien, denk ik bij mezelf, want een zinnige mens waagt zich geeneens aan een dergelijke combinatie. Na enkele buitenmaatse schnitzels, in een van de talrijke eethuizen langs de Moselpromenade, wagen we ons aan de stevige klim via het wandelpad langs de achterzijde van de burcht. De zon heeft de laatste nevelresten uit de vallei verdreven en beukt genadeloos op onze hoofden wanneer we eindelijk het binnenhof bereiken. Eerst een verfrissing! Daarna bezoeken we, met de deskundige uitleg van een schalkse deerne die ons gidst, het gerestaureerde kasteel dat door de laatste privé eigenaar ingericht werd als weekendoptrekje aan de Moezel. Het heeft wel iets zo een middeleeuws buitenverblijfje, dat dachten ook de jonge trouwers toen ze beslisten om er vandaag hun receptie te houden.
Wanneer we afdalen naar het stadscentrum, zijn de wijnfeesten hun tweede dag in gegaan en vloeit het edele vocht al rijkelijk. We laten ons ook nog eens verleiden om onze proefglaasjes te vullen uit de eiken vaatjes op het marktplein, Cris leest in een foldertje met het feestprogramma dat het spetterende vuurwerk, waarvoor we gisteren beslisten ook vanavond nog in Cochem te blijven, niet vandaag maar pas morgenavond is. Snel overleggen we, maar zijn het snel erover eens dat we Cochem nu wel gezien hebben en we pakken in om de Moezelboorden te volgen tot in Lösnich, voor een rustigere nacht op de prachtige camperplaats aan het water, ver weg van alle gewoel. Na een goede 50 Km langsheen prachtige vergezichten, wijnbergen en feeërieke dorpjes die ons alle welkom heten en stuk voor stuk het lieflijkste wijnoord beweren te zijn, parkeren we ons op het vertrouwde grasveld. Het loopt tegen zessen en er staan al behoorlijk wat motorhomes, vlak aan het water is er geen plaats meer dus wijken we uit naar het middenveld.
Onze reisgezel is op zoek naar een geschenk voor zijn moeder, ze houdt van zoete fruitige wijnen en daarvoor kennen wij het perfecte adres. Jürgen Roth begroet ons hartelijk en wanneer hij ons herkent van het vorige bezoek, haalt hij spontaan tafels en stoelen bij voor een uitgebreide proeverij. Enkele flessen later nemen we afscheid en beloven het laatste weekend van september terug te komen voor het “Wein- und Höfefest – Lösnicher Herbst“. Beladen met een dozijn flessen druivensap en enkele dozen wijn slenteren we terug naar de mobilhome voor het avondmaal. We genieten beschut door onze luifel nog van de zachte avond bij een glaasje wijn, maar de kilte van de nacht valt snel en nog voor middernacht slaapt iedereen als een roosje.
Zondag 31 augustus
Geen zweem van hoofdpijn te bespeuren wanneer ik al voor 8u ontwaak, met het volume dat we gisteren hebben verzet zou je nochtans anders kunnen verwachten maar Jürgens wijn is zuiver. Aangezien we hier water hebben kunnen inslaan en we aan de paal hangen, maak ik van de gelegenheid gebruik voor een snelle douche. Nadat ik koffie heb gezet, vat ik post in de ochtendzon wachtend op de vriendelijke man of vrouw die 6 euro zal komen innen voor de nacht en 1,5 euro voor de stroom. Het gaat een prachtige dag worden, dat merk je aan de kracht waarmee de eerste zonnestralen de dauwdruppels op motorhomes, luifels en het omliggende grasveld proberen te drogen. De geur van vers gezette koffie heeft ook Wesley uit zijn slaap gewekt en wanneer de bakker met schellende bel langs komt gereden met versgebakken broodjes, tuimelt ook Cris uit de alkoof.
Vandaag moeten we terug, het is de laatste dag van ons verlengde weekend en na het ontbijt wacht mijn wettige echtgenoot ongeduldig tot de luifel opgerold kan worden. Hij wil onderweg nog wat bezoeken, Bernkastel stel ik voor omdat hij daar veertien dagen geleden vanuit Lösnich met de fiets naar toe is gereden en ik er zelf ook wel eens wil gaan kijken naar de stemmige straatjes met vakwerkhuizen waarmee de gemeente op haar webstek pronkt. Daar aangekomen blijken heel wat toeristen het zelfde idee te hebben gehad. We vinden niet onmiddellijk een parkeerplaats voor onze mobi en onze gps stuurt ons steeds verder uit de richting van het historische centrum. Het is ondertussen al voorbij de middag en na een beetje onenigheid besluiten we dan maar om via Luxemburg naar huis te vertrekken – goedkopere diesel en tabakswaren lokten ons al wel eens vaker die richting uit. Ik moet vandaag trouwens nog naar Heverlee om in mijn tweede school de computers klaar te maken voor de start van het schooljaar morgen.
Een beetje in mineur, maar toch voldaan keren we terug. Morgen gaan Cris en ik sinds lang terug een volle week aan de slag, na een aantal korte weken afgewisseld met lange weekends en snipperdagen. Wesley begint na een rijk studentenleven aan zijn allereerste werkdag en dat moeten we samen met Stefanie – zijn vriendin die voor de personeelsvergadering op school thuis moest blijven – beslist nog even vieren met enkele van de door ons geïmporteerde likoreuze dranken. Wanneer ik kort voor tien eindelijk terug kom van school, zit iedereen al vrolijk aan de drank. Ook ik laat me nog één keer gaan…