Paasvakantie 2013
Route via GoogleMaps
Omdat één van onze bekommernissen bij het reizen en vrij staan met de motorhome de elektriciteitsvoorziening betrof, besloten we om toch maar die peperdure brandstofcel aan te schaffen. Zonne-energie alleen bleek niet altijd voldoende om mijn gemoedsrust te garanderen tijdens de duistere voorjaar- en herfstvakanties, de nieuwe Efoy 80 zal een backup zijn voor het mobiele zonnepaneel dat zijn deugdelijkheid reeds heeft bewezen. Vorig weekend hebben we dus voor de eerste keer én tot grote tevredenheid ons nieuwe speeltje uitgetest onder winterse omstandigheden, ’s nachts vrieskou en ’s ochtends sneeuw, een meteorologische toestand die schijnbaar nog tot de zomer lijkt aan te zullen houden…
Zaterdag 30 maart 2013
Traject: Leuven – Louvois, 327 km
Met enige vertraging vatten we de rit aan naar Louvois, waar we voor een bezoek aan distillerie Guilon aansluiten bij een groep campervrienden die donderdag al aan hun Paasweekend zijn begonnen en met verschillende tussenstops naar deze plek zijn afgezakt. Het schemert al wanneer wij eindelijk de parkeerplaats opdraaien en aanschuiven bij de rij ons erg bekende motorhomes. Terwijl we naar boven klimmen voor de proeverij doet het typische geluid van een afremmende motor en het kraken van kiezeltjes onder traag draaiende wielen me achterom kijken, in een glimp meen ik een zevende motorhome te herkennen…
Vorige zomer ontmoetten we op de vooravond van le quatorze Juillet in de buurt van Carcassone een joviale Schot die tijdens de schoolvakanties Europa rondreist met zijn tienerdochter, de voorbije dagen volgden ze de Moezel van Koblenz tot Trier en zakten via Luxemburg af naar Charleville-Mézières. De paasvakantie valt in het Verenigd Koninkrijk schijnbaar een week vroeger dan bij ons en daarom zijn zij onderhand al op hun terugweg en mochten onze paden elkaar kruisen, dan zouden ze ons wel eens komen groeten. Onderwijl verder naar boven stappend en hierover mijmerend, is de distilleur zijn parler al begonnen en wenkt de organisator van ons weekendje-onder-vrienden mij en mijn gemaal nog vlug naar binnen, want iedereen wacht al de ganse dag vol ongeduld op onze komst.
Ik kan de whisky van Thierry Guillon (de man op de foto) wel smaken, maar hou het veiligheidshalve op wat voorzichtig nippen van het basisdistillaat en een slokje van de ‘Tourbé’ – de rokerige variant. Na de exquise degustatie met soms wel heel erg verrassende Esprits du Malt de la Montagne de Reims dalen we vrolijk de heuvel weer af. Het overnemen van de term whisky – wat deze distillaten feitelijk zijn als je louter naar ingrediënten en techniek kijkt – zou een vergelijking met the real stuff veronderstellen en deze Fransen zijn net chauvinistisch en beredeneerd genoeg om die uitdaging liever niet aan te gaan. Bovendien zijn de meeste van Thierry’s voortreffelijke spiritueux gerijpt op oude Franse vaten, die van Banyuls bijvoorbeeld – een dieprode zoete wijn uit het warme zuiden – geven het straffe spul uit zijn kelder een bijzonder karakter en aroma. Omwille van dat laatste is dit edele product sowieso nauwelijks met de oorspronkelijke Scotch whisky of Irish whiskey te vergelijken; over Bourbon en andere gestookte bocht behouden we verder maar het zwijgen…
Terug op de parkeerplaats aangekomen blijken het daadwerkelijk onze Schotse vrienden te zijn die we zagen arriveren. Na een snelle hap maken we met de ganse bende nog een avondwandelingetje tot bij de aanpalende Ferme de Vertuelle, genaamd naar het gehucht waar we ons bevinden, een eco-hoeve die ernaar streeft het boerenbedrijf van weleer te verlevendigen en tevens een France Passion gastheer. Het erf ligt er maar rommelig bij en persoonlijk verkies het stille asfalt van de Guillon-parking, boven het natte weiland met het gebalk van bejaarde muilezels op de achtergrond en het ochtendlijke gesnater van de andere neerhofdieren. Maar voor gezinnen met kinderen en in de zomer lijkt het ons wel wat.
Het is berekoud en de schemering valt over het dal, de anderen haasten zich terug naar hun behaaglijk warme motorhomes en ook wij maken rechtsomkeer. Mogelijk tot ongenoegen van onze Vlaamse vrienden, die er op gerekend hadden om na maanden afwezigheid weer eens bij te kunnen praten, duiken wij de Schotse ‘van’ in en keuvelen lustig de avond weg.
Zondag 31 maart 2013, 70 km
Traject: Louvois – Épernay – Passy Grigny – Vandeuil, 70 km
De paashaas huppelt nog vrolijk van camper tot camper en tovert voor elk een chocolade verrassing uit haar mandje terwijl onze reisleider al met zijn GPS in de hand rond loopt om de verschillende chauffeurs instructies te verstrekken waarmee wij op de volgende afspraak moeten geraken: een rondleiding met, hoe kan het ook anders, een degustatie bij Dom Caudron in Passy-Grigny. Wij nemen afscheid van onze Schotse vrienden terwijl de kolonne zich stilaan op gang trekt en achter het raampje van het rijdende clubhuis zien we nog net de gelegenheidspaashaas uit haar badstoffen peignoir schieten en zich vliegensvlug in haar mooiste zondagse pak hijsen zodat het convoi exceptionnel compleet is.
In 1929 schonk de barmhartige pastoor van het dorp zijn naam en een mechanische wijnpers aan de parochianen, de plaatselijke druiventelers, opdat die zich konden verenigen in een coöperatie en zelf hun oogst verwerken om zich niet langer als dagloners te laten uitbuiten door al te rijke champagnehuizen in de buurt. De 75 tegenwoordige coöperanten wisten een paar jaar terug weerom een aardige brok subsidies – vermoedelijk iets ruimer gerekend dan de 1000 Franse francs van Dom Caudron zaliger – te strikken bij onder andere het ‘Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling’. Met die financiële injectie werd in 2010 een écomusée en hypermoderne coöperatieve annex bezoekerscentrum geopend ten behoeve van de regionale ontwikkeling en toeristische meerwaarde; wij waren er alvast aardig van onder de indruk.
Na de appetijt opwekkende proeverij nemen wij een voorsprong op ons gezelschap en reppen ons op eigen kracht naar het ons al bekende pleintje in Vandeuil, waar we met de ganse bende voor het avondmaal verwacht worden bij Michou. We passeren er een uitgelezen avond en terwijl het merendeel van onze vrienden morgen al weer naar huis moet vertrekken, blijven wij lekker nog een extra nachtje staan. Dinsdagochtend vertrekken ook de ons nog resterende levensgenieters weer naar huis, onze volgende afspraak is er al over enkele dagen voor een heuse smaakwandeling. Wij kijken er al naar uit.
Dinsdag 2 april 2013
Traject: Vandeuil – Mareuil sur Aÿ, 48 km
Omdat we al enkele nachten vrij hebben gestaan, moeten we zoetjesaan uitkijken naar een servicepunt en vermits het weer de goede kant lijkt uit te gaan rijden we naar een officiële camperplaats. Enkele jaren geleden waren we er ook al eens, maar toch herkennen we het aanpalende pleintje vandaag nauwelijks. Sinds de Association Paysages du Champagne een projectdossier indiende bij de UNESCO om naast de historische champagnehuizen in Reims en Epernay ook de glooiende wijngaarden en stadsgezichten van Cumières tot Mareuil-sur-Aÿ te laten erkennen als werelderfgoed, heeft de gemeente het voorheen wat troosteloze pleintje prachtig heraangelegd. Het vergt weinig overredingskracht om de kandidatuur te steunen, waarvan affiches aan ramen en deuren me in felle kleuren vertellen dat het slechts één muisklik zal kosten.
Tegen onze verwachtingen in staat er op de anders nochtans druk bezochte camperplaats niet één motorhome, wij kiezen dan maar een plekje uit waar onze schotelantenne nog net televisie ontvangt tussen de bomen langs het canal latéral à la Marne. Nog voor we een homp stokbrood achter de kiezen hebben, krijgen we al buren: een stel Belgen en een Brits echtpaar dat zich af lijkt te vragen hoe de kraantjes hierachter werken en waar de jetons te koop zijn. Wij weten het wel, maar vermoeden dat de leiding nog afgesloten is omwille van de nachtelijke vrieskou. Even later komen de Engelsman en zijn vrouw terug aangelopen van de Casino-kruidenier om de hoek, waar de munten te koop zijn, beiden met een paar drieliterflessen mineraal water in de armen. Mooi, dat weten we dan ook; kunnen we gelijk aan ons fietstochtje beginnen en morgen elders naar een serviceplaats zoeken om onze watertank terug bij te vullen.
Over het jaagpad langs het kanaal fietsen we tot in het eerder landelijke en weinig toeristische Tours-sur-Marne, waar we de Sainte-Marie-Madeleine kerk toch maar links te laten liggen – afgaand op de corbillard en de begrafenisondernemer die met uitgestreken gezicht in het portaal de wacht heeft opgetrokken. Hoewel Bisseuil zich beroept op het terroir van de ‘Grande Vallée de la Marne’ en er op onze terugweg mee pronkt 35 champagne-exploitanten te herbergen, doet men hier langs de vaart toch verdacht weinig moeite om passanten naar de plaatselijke horecabedrijven te lokken. Jammer, dus komen we na een mooie maar frisse tocht enigszins dorstig terug thuis bij de Marotiers, de camperplaats staat ondertussen eivol. Gelukkig waren wij zoals gebruikelijk vroeg ter plaatse: wie hier nu nog op zoek is naar een plekje voor de nacht, heeft pech.
Een blik op de weerkaarten leert ons dat de verwachtingen voor de komende dagen en binnen rijafstand er nergens echt geweldig uitzien. We zouden al ver bezuiden de Loire moeten eindigen om van nachtvorst verlost te raken, maar in de richting van de warmere dagtemperaturen wordt men op dit moment geteisterd door hevige buien. Dan maar in de noordelijke koude blijven, morgen proberen we nog eens een France Passion adresje in de omgeving van het Lac du Der.
Woensdag 3 april 2013
Traject: Mareuil sur Ay – Avize – Éclaron, 107 km
Nog even lozen en water tappen in Avize en dan zetten we koers naar Le Moulin d”Éclaron, een chambre et table d’hôte met erg vriendelijke en goed geluimde uitbaters die zelf campingcarristen blijken te zijn. We bespreken een plaatsje aan hun tafel voor het avondmaal en profiteren nog een keertje van de schuchtere lentezon om een fietstochtje aan te vatten. De wind is ijzig koud, maar wanneer die even weg valt en de zonnestralen aan kracht winnen, is het zowaar aangenaam buiten: een schril contrast met de aanhoudende sneeuw die we thuis achter hebben gelaten.
Het toeristische seizoen begon duidelijk nog niet aan het anders zo druk bezochte stuwmeer, de meeste campings zijn precies nog gesloten en de souvenirwinkeltjes zijn sinds vorig zomer zichtbaar niet meer open geweest. Slechts een schaarse camper lukraak achtergelaten op de verder verlaten parkeerterreinen. De brasserietjes zijn gelukkig wel open en de weinige gasten maken er dankbaar gebruik van, net als wij. Een troep Franse schooljongens wordt door enkele matig verveelde leerkrachten onledig gehouden met een soortement zoektocht en opdrachtenquiz, een gezellige dikkerd toont ons hoopvol een vage copy met wat foto’s van opdrachtlocaties. Désolé jeune homme, wij zijn hier ten slotte ook alleen maar toeristen.
Voor het diner maken we nog een ommetje door Éclaron, langs de stemmige watermolen komen we in het dorpscentrum waar bovenop de schouw van het oude schooltje een stel ooievaars naarstig knutselt aan een reusachtig nest. Een jaarlijks terugkerend tafereel zo leren we later van onze spraakzame gastvrouw. Op het dorpsplein vindt een bij toeval hier neergestreken campingcarrist alles wat die mogelijks nodig kan hebben tijdens zijn korte verblijf: een superette, een bakker, een dorpskroeg en een filiaal van Credit Agricole – alleszins tot zolang deze bank nog solvabel is en niet gered moet worden door de belastingbetaler. Dat laatste is schijnbaar ook iets waar ons gastgezin voor beducht is, zelfs een Carte Blue wordt hier blijkbaar aanzien als een werktuig van de duivel. Nu goed, wij hebben gelukkig voldoende euro’s op zak om het gelag straks te betalen.
We mogen voor het avondmaal aanschuiven bij een ouder echtpaar uit Groot-Brittanië met hun tienjarige zoon Louis, een Amerikaanse uit Brussel die zonder haar Duitse man maar wel met haar twee internationale tiener dochters en haar zoontje Lucas aan de zwier is, een sympathiek Frans koppel uit Rethel, de gastvrouw en de keukenchef voor deze avond. Wij worden als neutrale multilinguale Vlamingen bewust als buffer ingezet tussen het jonge Angelsaksische geweld en de savoir vivre van de autochtonen. In het bonte allegaartje met gesprekken links en rechts raak ik al snel het noorden kwijt en voor ik het goed en wel besef brabbel ik in een wat bekakt Engels verder tegen de vrouw des huizes die naast me aan tafel heeft plaatsgenomen. Hilariteit alom. Wanneer de overige gasten naar hun kamers boven zijn vertrokken, nemen ook wij afscheid van de familie Davignon.
We komen hier ooit nog wel eens terug, maar nu wil ik graag nog eens naar de de kust om er van een verse schotel fruits de mer te gaan smullen. Le Crotoy lijkt ons wel wat, ook dat is voor ons al een beetje bekend terrein; maar voor morgen prikken we nog een tussenstop in de FP-gids.
Donderdag 4 april 2013
Traject: Éclaron – Sains Richaumont – Sancourt, 260 km
’s Ochtends valt het me op dat de drukpomp blijft lopen, vreemd. Op een technisch mankement bedacht duik ik achteraan in de koffer onder de zitbank en stel vast dat de watertank die we daags voordien helemaal hebben gevuld nu gewoon droog staat. Ik wrijf me de ogen uit en krab eens in de warrige haardos, gluur nog eens door de opening van de inspectiedop in het lege reservoir. Bizar, waar is al dat water plots naar toe ? Ik verifieer nog dat ik niet barrevoets in een geweldige plas sta, wanneer het eindelijk begint te dagen: gisterenavond heb ik nog wat in de bergruimte zitten rommelen en pardoes een zak aardappelen op de aftapkraan gezet. Buiten onder de motorhome in het zand zie ik nog een natte plek die tot ver rondom ons uitdeint: tot zover het gratis water uit Avize, die omweg hadden we ons dus wel kunnen besparen.
Terwijl ik al naar de bakker loop om brood, groet Cris onze gastheer die net het ontbijt serveerde voor zijn logés. Bien dormi ! Même si nous avons rencontré une petite problème, comme vous voyez… Een probleem ? Geen enkel probleem ! Jean-Michel laat ter stond een tuinslang aanrukken, campingcarristen zijn er toch om elkaar te helpen. Wat gegeneerd door zo veel hulpvaardigheid en gastvrijheid, stoppen we de man – die ons vannacht nog met enige trots een eau de vie van mirabellen uit zijn vaders stokerij liet smaken – een ranke fles feiner Mosel Obst Brand van Jurgen Rothin de handen. Ontdaan door dit dankbare gebaar wuift hij ons uit wanneer we de straat uitrijden en op zoek gaan naar een boerderij in Sains Richaumont, letterlijk een boerenzakdoek groot ergens halverwege tussen Marne en Somme.
Tegen de middag komen we aan bij La Vieille Grange: een veelzijdig landbouw bedrijf met eigen vleesverwerking en verkoop. Was het de aanblik van de mistroostige stallingen en het drek dat ons tegemoet dreef over het bultige erf of schier de gedachte dat ik de ganse namiddag tussen de welriekende runderen zou moeten slijten ? Nog voor we goed en wel hadden gevonden waar we feitelijk geacht werden onze motorhome voor de nacht te parkeren, koos ik er al het hazenpad om op het dorpspleintje even verderop een nieuwe locatie te prikken: Les Canards de la Germaine, een eendenboerderij in Sancourt, nog een eind dichter bij onze volgende bestemming.
Een schot in de roos dit keer: aan de rand van de parking bij de paardenstal is een fraai hoekje ingericht voor bezoekende motorhomes, picknicktafel en bankjes inbegrepen. Vriendelijke dametjes in het winkeltje met succulente borsten en billen – in de koeltoog en van de eenden wel te verstaan – , ingelegde terrines, huisgemaakte fois gras, allerhande ambachtelijke bereidingen en smakelijke lekkernijen, nog wat streekbiertjes in het rek bij de deur; wat willen bourgondiërs nog meer ? Een serviceplaats voor de camper misschien… Maar natuurlijk, zelfs die hebben ze hier speciaal voor de veeleisende moderne toeristen aangelegd. Ik beklaag me geen moment dat we die vijftig kilometer extra hebben afgelegd, ook al giert de strakke noordenwind ons nog steeds om de oren en rest er ons weinig anders dan een zacht muziekje met een breed uitgesponnen aperitief tot het avondmaal dat zal bestaan uit de zopas aangekochte verwennerijen.
Vrijdag 5 april 2013
Traject: Sancourt – Le Crotoy, 134 km
De aantrekkende wind heeft vannacht de wolken samengedreven en onder een asgrauwe hemel vatten we de geplande rit naar de baai van de Somme aan. Om de hoek wanneer we langs de ganzen- en eendenweiden “de la Germaine” wordt het me pas duidelijk dat Germaine niet de rondborstige madamme des huizes was, maar wel de naam van het beekje dat we net overstaken. Ik navigeer lukraak naar één van de camperplaatsen in Le Crotoy, we zien wel waar we uitkomen en toevallig is dat de strandparking – nuja een met steenslag verharde en min of meer geëgaliseerde plek in de duinen net voorbij het centrum. Een andere keer hebben we vóór het dorp bij de havengeul overnacht, de parking daar is op zijn minst drie tot vier keer zo groot en daarmee ben ik al blij dat het toeval ons hierheen heeft geleid.
Op de keggen rijden wordt evenwel een huzarenstukje: rechts vooraan blijkt het nodig ze driehoog te stapelen om min of meer pas te staan, omstaanders volgens het schouwspel met gestaag grotere wordende ogen wanneer onze Ducato zich op het steile loopvlak van de stapel wiggen hijst en de bovenste keg middels het hefboom effect omkipt om tenslotte horizontaal bovenop de onderste twee te eindigen…
Lach maar, wij staan ten minste recht !
Met een eindje baguette en droge korst in onze buikjes wagen we ons tot in het centrum, op zoek naar de zeevruchten en de mosseltjes waarnaar we hebben uitgekeken. Na wat neusophalend menukaarten gelezen en vergane glorie van enkele etablissementen gemonsterd te hebben, vallen ons twee sprookjesachtig felrode torentjes op. Hun lokroep klinkt gelukkig sterk genoeg om deze verwaaide wandelaars naderbij te voeren, want achter de schilderachtige gevel van Les Tourelles wenkt een modern-chic interieur en een voortreffelijke spijskaart naar potentiële tafelgasten. Zoals gebruikelijk is in dit land van late eters, bestelt Cris een tafeltje tegen zeven uur. Pour deux ? D’accord. Disons sept heures et quart… De Fransen hebben tegenwoordig al jetlag van het zomeruur !
Zaterdag 6 april 2013
Trajcet: Le Crotoy – Bergues, 152 km
De eerste staalblauwe ochtend deze week, maar geen echte plannen meer voor deze laatste dag: al meteen een dilemma zo vroeg op de morgen tijdens deze laatste eindelijke vakantiedag ! We willen nog wel eens een stukje Franse passie proberen, maar daar boven in le Nord zijn die niet zo dik gezaaid en wat te denken van Bergues ? Op de valreep nog la Flandre, de Franse westhoek, echte Vlamingen voelen er zich dus gelijk thuis; maar ook al behoorlijk à l’ aise zoals in de rest van dit vreemde land en daarmee is het als reisbestemming net exotisch genoeg om het vakantiegevoel nog wat vast te houden. Zelfs de zon doet haar best om dat laatste helemaal compleet te maken !
Toen Danny Boon “Bienvenue chez les Ch’tis” op het witte doek bracht, zagen de Berguenards hun kans schoon om hun stad in het voetlicht te plaatsen en het dagjestoerisme wat aan te zwengelen. Vijf jaar na datum leggen ze nog dagelijks een beëdigde gids in om u in ruil voor een schamele vergoeding alle mooie hoekjes en kantjes van hun Vauban-vestingsstadje te tonen die nooit de directors’ cut haalden; de petite histoire van de filmset krijgen we er gratis bij. Het is écht lente en in de zon zelfs al behaaglijk warm, zelfs de wetenschap dat Sint-Winoksbergen een Zuid-Vlaamse ontstaansgeschiedenis kent en dat hun plaatselijke dialect dus feitelijke het platste West-Vlaams is dat men zich kan voorstellen, waardoor de echte Berguois geen ‘Ch’ti’ spreken – een verzameling sterk bij het Frans aanleunende Picardische dialecten die in Le Nord gesproken werden – laat staan ‘Ch’timi’ zijn, kan de pret niet bederven.
Wij draaien graag mee met het circus, zelfs met het bitter hoppige en gelijknamige bier – dat wel degelijk bij de Ch’ti in Bénifontaine gebrouwen wordt – kan ik al aardig overweg. Met de taal nog steeds niet, ik weet na het nuttigen van talrijke Ch’tietjes helaas nog altijd niet meer dan dat ze levendig gehouden wordt rond de driehoek Armentières, Lille en Lens. Hoog tijd om de innerlijke mens te versterken in Le Breugel, een aanrader voor al wie er ooit in de buurt vertoeft.