Januari 2008
Tussen Kerst en Nieuw hebben Cris en ik enkele dagen verlof. Door familiefeestjes en ‘actes-de-présence’ allerhande zijn we tijdens ons korte eindejaarsverlof helaas niet weg geraakt met onze mobilhome. Het laatste weekend van de kerstvakantie nadert en ik heb geluk want ’s vrijdag sta ik normaal gezien op school en dus heb nog een laatste verlengd weekend in het vooruitzicht. Ik grijp mijn kans en speur op het internet naar mogelijke locaties voor een winters weekendje in eigen land.
Onze oude camper is uitgerust met een Senking Caramat, het type kachel dat je met een piezzo ontsteking en een dosis geluk in bedrijf moet stellen. Het ding durft al eens een keer ‘ontploffen’ wanneer je te veel gas hebt laten instromen of de vonk niet van de eerste keer de waakvlam op gang krijgt – het aansteken van de verwarming vereist dan ook durf, geduld en behoorlijk wat ‘fingerspitzengefühl’. Eenmaal de kachel brandt, wordt het snel erg warm aan het hoofd terwijl je voeten en andere edele lichaamsdelen beneden het middel er spreekwoordelijk af vriezen. Je leert ermee leven, daar niet van, maar op een of andere wijze wil je het comfort van een moderne camper met ringverwarming benaderen.
Ik hoorde van collega camperaars dat een klein elektrisch convectortje met een zeer laag wattage, het type dat eigenlijk bedoeld is als vorstbeschermer, in een kleine ruimte al behoorlijk wonderen verricht. Tijdens de solden bij de Gamma om de hoek tikte ik zo een toestelletje op de kop voor de spreekwoordelijke appel en het ei. Met dat kleinood krijgen we inderdaad een aangename temperatuur in onze oude kar, maar zo een verwarming veronderstelt natuurlijk een camperplaats met elektriciteit of een heuse camping en die laatste zijn in ons land meestal gesloten tijdens de wintermaanden of liggen wat meer afgelegen.
Wij koppelen een kort uitstapje met de mobilhome ook graag aan een stadsbezoek, wandeling of culturele activiteit en zodoende valt mijn oog op parkeerplaatsen langs de Maas in Dinant, waar je naar verluid de motorhome kan aansluiten op de voorzieningen van de pleziervaart. Aan plaatselijke horeca is er in Dinant geen gebrek, je kan er naar de Citadel klimmen, een wandeling maken naar de abdij van Leffe en in de buurt vinden we ook nog een micro-brouwerij om te bezoeken. Dat zit dus helemaal snor, wij gaan naar Dinant !
Vrijdag 4 januari
Het is volop winter ook al zou je dat eigenlijk niet zeggen wanneer je naar buiten kijkt. ’s Middags ga ik de mobilhome ophalen in Sint-Truiden. Ik neem de start- en woonbatterij mee die bij ons thuis in de garage overwintert. Eerder hebben we al eens last gehad van leeggelopen of zelfs defecte batterijen door de winterse koude, waardoor we niet vertrokken geraken. Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen! Dit keer zijn ze dan ook netjes bijgeladen wanneer ik ze terug in onze Transit heb gemonteerd en slaat de motor zowaar aan bij de derde keer. Het ziet er goed uit, de zon doet zelfs een poging om de vriesluchten te verwarmen. Cris komt rond de vieren terug thuis komt van zijn werk en ik mik erop om ook rond die tijd terug in Leuven te arriveren met de mobilhome. Zoals gezegd: het is wel degelijk winter en om 16u heeft de avond zich al ingezet. Ik merk wat vreemds bij het ontsteken van de lichten… wellicht een ‘vals contact’, of toch een gesprongen ampule of zekering – wie in een oldtimer rijdt moet op alles bedacht zijn. Snel morrel ik wat aan de zekeringen onder het dashbord, ik frutsel wat aan de hendel en kijk daar gaat het tweede kruislicht ook aan. Alles klaar voor de reis !
Cris heeft ondertussen al een en ander ingepakt. Snel nog wat proviand ingeslagen, water aangevuld en voor de zekerheid nemen onze ‘jumpstarter’ toch maar mee. Deze laatste heeft ons al vaker het hachje gered. Ik rij zelf vandaag en naar mijn eigen aanvoelen vind ik de weg naar Dinant ook zonder de bemoeienissen van ons ‘madamme’. De Naamsesteenweg op in Heverlee en ginder richting Dinant, het lijkt me niet onmiddellijk een grote uitdaging maar goed als het moet stel de GPS dan maar in. Eens op weg wordt al snel helemaal donker en blijken de koplampen van onze Transit toch nog wat kuren te vertonen. Ik moet kiezen tussen standlichten en grote lichten, de kruislichten gaan nu helemaal niet meer. De resterende kilometers worden een ware ’tocht door het donker’ waar Thor jaloers op mag zijn. Enigszins gestresseerd – tientallen tegenliggers hebben er ons vriendelijk attent op gemaakt dat we nagenoeg zonder verlichting op weg waren – komen we toch nog op onze bestemming aan. We laten de mobilhome achter aan de Quai Jean-Baptiste Colut – langs de Maas, even voor de brug in het centrum. We gaan eerst en vooral op zoek naar een restaurant, dan zien we wel waar we parkeren voor de nacht. Blijkbaar hebben we een parkeerplaats gevonden aan Café Leffe. Veel volk loopt er niet op straat – iedereen is wellicht nog aan het bekomen van de feestdagen of haalt de riem aan om de overtollige calorieën eraf te krijgen.
Na het avondmaal lopen we nog even verder door het centrum. Slapen op de parkeerplaats waar we nu staan lijkt ons niet er aanlokkelijk. De auto’s razen zo langs je hoofd voorbij. Nu nog de weg naar boven zoeken om op de parking van de Citadel te overnachten is helemaal geen optie meer, zonder lichten. Ik denk terug aan een grapje van mijn vader: “Je weet toch wat dat wil zeggen he, Ford? Fabrication Ordinaire, Reparation Difficile…” Het lijkt er op ja. We lopen voorbij de ‘Place Albert 1′ hier staat een grote integraal met aangedampte ramen geparkeerd, binnen brand er licht en horen we wat gestommel; misschien zijn dit de plaatsen waar je mag overnachten? Nog wat verder komen we aan een open plaats langs de Boulevard des Souverains, er staan enkele auto’s geparkeerd – het lijkt de autocarparking. Een trap geeft uit op het jaagpad en de aanlegsteigers op de Maas. Helemaal achteraan bij de glasbollen storen we niemand en we daar staan we dan toch voldoende verwijderd van de drukke doorgangsweg om rustig de slaap te kunnen vatten. We wandelen terug naar de mobilhome en haasten ons naar deze parking. Oef. Morgen rijden we alleen nog overdag ! Wanneer ik de kaai op stap om te kijken of er inderdaad stroom genomen kan worden, arriveert er een Franse mobilhome die dringend op zoek is naar een servicepunt. De stroom is er aan te sluiten met een eurostekker en er staat een bord met daarop de melding dat het gemeentebestuur gratis stroom en water aanbiedt aan de bezoekers van de ‘port de plaisance’. Voorzieningen om te lozen heb ik niet onmiddellijk gevonden, maar daarnaar was ik dan ook niet meteen op zoek. Hopelijk heeft onze Franse buurman meer geluk!
Zaterdag 5 januari
Het heeft vannacht behoorlijk geregend en het getik daarvan op de aluminium beplating van onze alkoof houdt me dan wakker. Ik ben al vroeg uit de veren want steeds meer auto’s komen de parking op gereden, aan de overkant van de straat is een carwash en er wordt aangeschoven vanaf deze kant van de straat. Ik heb koffie gezet en in afwachting dat Cris ook terug uit zijn bedstee gekropen komt, zit ik wat te studeren voor mijn aankomende examens – GBP opleiding in avondschool. Ik word terug uit mijn boeken gesleurd door het diepe gebrom van een zware diesel motor: een autocar rijdt de parking op. Toeristen voor de Citadel wellicht. Ook Cris wordt erdoor gewekt en we kunnen samen ontbijten. Opklaringen en buien wisselen mekaar af, maar dat kan voor ons de pret niet drukken. Later op de middag gaan we Brasserie Caracole bezoeken, maar eerst nemen we nog de tijd voor een wandeling door Dinant. We slenteren wat door de winkelstraat en worden daar uitgenodigd om onze weg te vervolgen tot aan de abdij van Leffe. Ik had er meer van verwacht eerlijk gezegd, maar de wandeling op zich is al een beloning en met een kleine omweg komen we terug in het centrum van Dinant voor het middagmaal. We profiteren van dit uitstapje zonder hond en stappen binnen bij La Couronne voor de lunch. Wanneer onze trouwe viervoeter erbij is, koken we meestal zelf want uit eten is dan niet zo evident – tenzij een snack op een zonnig terrasje. Na een voortreffelijke maaltijd slenteren we terug naar de mobilhome en vertrekken richting Falmignoul. Bij de micro-brouwerij zelf staan al een aantal wagens op de kleine parking, we laten onze mobilhome daarom maar beneden aan de straat achter op een pleintje voor een gebouw dat eruit ziet als het plaatselijke schooltje. De rondleiding is net begonnen wanneer we door de deur van de eerste brouwzaal binnenstappen. “U bent bekend met het brouwproces ?”, “Ah van Leuven, dan zijn jullie specialisten!”, “Het stoort dan wellicht niet dat we verder gaan met de rondleiding”. De vriendelijke brouwersgast en annex gids troont ons mee, door de gezellig verbruikszaal naar het deel van de brouwerij waar de rijping en afvulling plaats vind. Wanneer we nog vragen hebben, mogen we die straks gerust nog stellen aan de ‘maître-brasseur’ zelf. Die laatste blijkt een zeer innemende man, hij spreekt een aardig mondje Nederlands en ik oefen mijn roestige Frans, we praten nog honderduit door tot lang na sluitingstijd en proeven nog enkele speciale brouwsels. Wij kunnen kleinschalige en ambachtelijke producten bijzonder smaken en het Caracole-bier hadden we tijdens de zomer al leren kennen tijdens een van onze weekends in Durbuy. We nemen afscheid van onze gastheer en zullen binnenkort wellicht nog eens een pint komen drinken, tot dan zullen we het moeten stellen met de kleine voorraad die we nu ter plekke aankopen. In alle bescheidenheid: ik heb er moeite mee om het gewicht van onze aankoop tot aan onze stelplaats te torsen…
Zondag 6 januari – driekoningen
De nachtrust heeft de lichtheid helemaal uit onze hoofden verjaagd en na een stevig ontbijt zijn we weer helemaal klaar om een frisse neus te halen. De plaatselijke middenstand van Falmignoul beperkt zich tot een gasthof en restaurant, een brocanterie en een gîte; de bakkerij staat precies al een tijdje over te nemen. De omgeving is er zalig, net als het weer dat opnieuw helemaal opgeklaard is. Het loopt tegen de middag wanneer we terug naar huis vertrekken, kwestie van niet meer op de baan te zijn wanneer de avond terug inzet want de lichten van onze ouwe Transit doen het nog steeds niet…
Epiloog
Maandagmorgen bel ik vanop het werk naar onze garagist, we kunnen onze mobilhome nog deze week binnenbrengen. Er wordt een relais vervangen en alles is terug in orde, klaar voor de volgende trip.