Proloog
De geplande voorjaarstrip naar Berlijn viel door de eerste lockdown in het water. Al tijdens ons coronaverlof in de eerder zorgeloze zomer begon ik stiekem van deze herfstvakantie te dromen om toch nog een weekje samen met onze boezemvriendjes op reis te kunnen gaan. In het beste geval wordt het een makeover van de paasvakantie vorig jaar, in het andere geval zien we wel wat het allemaal nog wordt. De bezetting is onzeker en in mijn hoofd is het een soort van allerlaatste kans omdat de aap alleen dit semester nog samen met meester Stijn schoolvakantie heeft. Een onrustige hunker overvalt mij bij die eenzame gedachte. Sehnsucht.
De nazomer deemstert weg en met de korter wordende dagen kruipen de mensen weer bijeen in hun kot. België, met Brussel en Wallonië , kleurt donkerrood op de Europese covid-kaart. Reizen kan, ook naar rode zones, maar het wordt ons door alle instanties stellig afgeraden. Duitsland is als enige nog grotendeels oranje, maar de hoofdstad wordt mer een toenemende virusincidentie ook als risikogebiet aangeduid. Met de helft van het veertiendaags gemiddelde dat Sciensano voor Leuven heeft berekend, lijkt het mij in Berlijn desondanks nog altijd veiliger dan thuis.
De Belgische coronacijfers swingen de pan uit en de horeca moet opnieuw de deuren sluiten. Belgen moeten in het buitenland verplicht in quarantaine of presenteren bij afreis een negatieve coronatest. We hebben al een paar weken een boeking lopen voor een huurappartement, hotelreservaties onderweg en enkele dinertjes in de betere Berlijnse restaurants. De statistieken van het Robert Koch Institut blijven rooskleuriger dan de grafieken in ons eigen apenland, dus wij blijven nog altijd van plan om te gaan. Cris regelt een afspraak voor een neuswissertest, zijn dokter ziet geen graten in onze reisplannen en treedt mijn zienswijze bij. Het risico zal er momenteel niet groter, zo niet zelfs kleiner, zijn dan in Leuven. We herinneren onze mit-Berliner eraan dat hij ook een doktersafspraak zou moeten maken, of samen met ons die schrikwekkende test ondergaan. Is goed, zegt het gewillige aapje, hij is er ook niet zo scheutig op dus regelt mijn wederhelft een afspraak voor hem erbij.
Woensdag 28 oktober
’s Ochtends blikken de Duitse kranten vooruit naar een reeks maatregelen die de Bondsregering vandaag op tafel liggen heeft om te verhinderen dat het aantal besmettingen binnen enkele weken Belgische normen aan zal nemen. Corona-Maßnahmen den ein Lockdown der Weihnachten retten soll! Das öffentliche Leben in Deutschland wird teilweise lahmgelegt. Hotels, schenkhuizen en etablissementen zullen na het allerheiligenweekend net zoals in ons land de deuren moeten sluiten, ook alle cultuurhuizen en recreatieparken. Reizen tussen de Bundesländer wordt stellig afgeraden, maar wij mogen in principe de grens nog altijd over, uiteraard met dat negatieve testresultaat. De tussenstop in Hameln en de hotelkamer in Zur Krone komen wel in het gedrang. Als ook de restaurants en het toerisme ginder sluiten, heeft het dan überhaupt nog zin? We moeten nú beslissen en toch vertrekken of alle boekingen kortdag nog proberen te annuleren.
De tafeltjes voor drie bij POTS en bij Lode & Stijn worden afbesteld. Die afspraak bij de huisarts vanavond mag dan ineens ook al worden afgezegd. Het lag eigenlijk wel in de lijn van de verwachtingen, maar we bleven tot het allerlaatste ogenblik toch hopen dat we konden vertrekken. Lennert stuurt opgelucht dat hij wel een paar dagen mee gaat uitwaaien aan zee, dat was het meest waarschijnlijke Plan C. Plan B, met de camper naar een veilige wijngaard in de Champagne of de Elzas, was al van de baan want Frankrijk kondigde een verbod op niet-essentiële verplaatsingen af om ginds de toenemende viruscirculatie ook weer in te perken. Berlijn loopt niet weg, sust een nuchtere kameraad die mijn ontgoocheling vermoedt. Dat is zo, maar er hing wat mij betreft dus meer aan vast.
Het eerstvolgende Overlegcomité van de Belgische federale ministers en de presidenten van de regionale regeringen zal de geldende regels nog wat verstrengen. Alle niet-essentiële winkels gaan opnieuw voor ten minste vier weken dicht. De scholen gaan naar code rood en wij krijgen een tweede week herfstvakantie. Iedereen zijn sociale contacten moeten opnieuw worden beperkt, de bubbeltheorie en het referentiecijfer liggen in de prullenmand. De leiders van de natie zitten vrijdagmiddag als de schoolbel gaat nog altijd in hun Brussels conclaaf terwijl de kranten honderduit over de nieuwe maatregelen speculeren. Mogen we straks nog iemand zien of zullen ze ons gelijk in het voorjaar weer compleet sociaal ontrieven? En mogen we dan ten minste nog naar ons tweede kot? Elke vorm van vertier was ons al ontnomen en veel plezier wordt nu niemand meer gegund, alleen nog naarstig verder telewerken. Het verdikt blijkt gelukkig milder dan door de virologen aanbevolen en de langverwachte coronabarometer wordt naar het rijk der epidemiologische fabelen verwezen. Of naar het vuilnisbelt, samen met onze vakantieplannen en het diner voor onze echtelijke jubilee. In de chaos van de afgelopen dagen zouden we het nog bijna vergeten, exact 16 jaar geleden zijn Cris en ik getrouwd. In andere omstandigheden hadden we ons saffieren huwelijk en die twintig jaar samen graag met een select gezelschap vrienden gevierd. Nu hebben we alleen nog recht dat geluk te delen met ons éne knuffelcontact. Los geht’s!
Zondag om middernacht gaat het ganse land in lockdown-light. Dat wil zeggen we mogen nog overal naartoe, maar er komt wel een avondklok. Een nachtklok in Vlaanderen en een avondklok voor de Franstaligen, want die zijn om tien uur ’s avonds schijnbaar al een stuk virulenter. Wij mogen de aap blijven uithangen, maar om twaalf uur ‘s nachts moet iedereen terug in zijn eigen kot of hooguit het kot van zijn knuffelcontact. We slaken bij het horen van de zoveelste persconferentie een zucht, opluchting deze keer. Haal alvast een paar flessen champagne uit de kelder want aan zee serveren ze ook afhaalgastronomie. Zodra hij het teken heeft gegeven, haal ik enthousiast mijn snotaap voor zijn deur in Bertem op. Die komt in Leuven al een nachtje logeren, dan begint zijn schoolvakantie toch nog voor het ingaan van de vermaledijde coronablok. Het Berlijnse escapisme wordt dit jaar al voor de tweede keer opgehokt, nu weliswaar gewillig en samen met dat éne knuffelvriendje in onze veilige refuge aan de Vlaamse kust. Wir schaffen das!
Maandag 2 november
Onder een asgrauwe hemel en met druilerig Allerzielenweer schepen we met kleine oogjes in voor de rit naar de Oostduinkerkse stee. Het werd met Cris zijn nieuwe muziekkwis nog behoorlijk laat vannacht, in onze mancave geen last van horecasluiting of avondklok. Even over de middag komen we als drie musketiers gemaskerd aan. Cris haast zich met de snotaap naar de winkel, om een slaatje en iets voor de avondstond want het duurt op een regenachtige herfstdag niet lang voor het duister valt en dan willen we knus binnen zitten. Lennert heeft van thuis een sfeerlampje meegebracht om de lange avonden wat op te fleuren. Hij is stilletjes zijn studio al aan het inrichten, grap ik naar Cris en draai de deur van het apenkot op slot. Een kwinkslag naar een legaat voor de aap ooit of zijn toekomstige erfenis. Tijd voor een gezelschapsspelletje en bij het eerste geratel van Cris zijn Eiswürfelmaschine verschijnen de glazen voor het aperitief. Gin Tonic voor iedereen? Yes please! De aap volgt Cris en lust straks ook nog wel een Bulldog met een florale mixer, geserveerd in het bijpassende zwarte glas. Doe mij dan maar die Berliner Brandstifter, een klassieke dry gin, mijn heimathunker is nog niet helemaal weg. De opgehokte cafégangers worden zwierig en op hun wenken door mijn teddybeer bediend.
Er verschijnen dips en aperohapjes op tafel, aan versterking voor de innerlijke mens geen nood, straks is er nog kaas en wijn. Zelf koken doen we niet deze week. Lui genieten en we steunen er onbaatzuchtig als we zijn ook nog eens de kleine zelfstandigen mee dankzij hun noodgedwongen take away. Keuze genoeg hier aan de kust. Bestel ik voor morgen al iets bij Caricole? Daar doen ze ook afhaal, we geraakten er nog nooit, maar ik hoor dat het er goed eten is. Of liever iets van Lievens Eethuis in het dorp, waar we met z’n vier eens iets gingen eten? Geen makkelijke keuze want de klassiekers staan precies overal wel op de kaart: tapa’s en carpaccio, noordzeevissoep, kaas- en garnaalkroketten, vispannetjes en wildstoofpotjes. Sommige afhaalgerechten worden gewoon koud geserveerd, anderen kunnen met de juiste instructies thuis makkelijk worden opgewarmd.
We vieren onze uitgestelde huwelijksverjaardag met vitello tonato, een kabeljauwhaasje op grootmoeders wijze en kalfsblanquette. Graag alle gerechten met puree, voeg ik toe aan de online bestelling, want frietjes of kroketten kunnen we niet afbakken in ons tweede kot. De guitige gastvrouw van ons favoriete restaurant, waar we sowieso gaan bestellen, merkte ondertussen dat we aangekomen zijn. Zwaai eens voor de foto! De bistronomie van Savanna en Guillaume houden we voor vrijdagavond. Save the best for last, stuur ik haar terwijl we knus bij elkaar gekropen relaxen op de bank, samen onder een dekentje met de gezellige lichtjes en onze pyjama aan. De groetjes aan je ventje en je vriendje, stuurt ze nog. Santé, tope sterk en bluft in joen kot!
Dinsdag 3 november
Een eind voorbij de avondklok kropen we vannacht voldaan onder de wol en ’s ochtends slapen we uit. Door de semi-lockdown is er sowieso niets te doen anders dan de dagelijkse inkopen of een wandeling op het strand. Misschien kunnen we deze namiddag een gouden aap gaan kopen? Koopcentrum Bossaert, een soort van-alles-markt, verkoopt behalve kleding, meubelen en decoratie ook bouwmaterialen, huisraad, tuingerij en poetsgerief. Wij blijven open, afficheren ze op hun Facebook-pagina. Ik opper maar iets van achter mijn dampende mok oploskoffie want ontbijt hoeft niemand en er is straks nog genoeg in huis voor een brunch. Mijn vent luiert met zijn kleine schermpje in de relax, de snotaap nestelt zich nog onder de grote dons in het divanbed. Schijnbaar delen beiden behalve mijn affectie ook nog een fascinatie voor Tik Tok-filmpjes, soms eens grappig, soms ook niet.
Ik laat mijn twee geprefereerde mannen samen achter, ze zijn op vakantie en niet altijd ochtendmensen. Er is een zee van tijd om loom en languit wakker te worden, maar na een dubbele shot cafeïne ben ik voor hen waarschijnlijk al veel te druk. Even een frisse neus halen voor we aan tafel gaan en met het leeggoed van gisterenavond langs de glasbol. Dat zal de rest van de week mijn routine zijn, want we nemen het ervan. Ik kan trouwens niet naar Oostduinkerke komen zonder een foto te gaan maken van de Cloned Paardenvissers, twee levensgrote bronzen beelden van William Sweetlove bij het zwembad op het strand. Het grijze herfstweer houdt nog even aan voor de beloofde opklaringen komen. Een eind achter de schuimende branding valt er nog een bui en de zwakke stralen van de opkomende middagzon breken in een schitterende regenboog. Love is Love, ook aan zee.
Stom toeval in een vluchtig momentum, net op tijd om het unieke plaatje vast te leggen, want het beeld vervaagt even plots als het is gekomen. Ik struin onder de grijze wolkendeken nog even verder langs de dijk en over het duinenpad, klim tussen de wuivende plukken helmgras omhoog en daal af door het mulle zand tot bij de vloedlijn op het harde strand. De motregen slaat me in het gezicht terwijl het wolkendek helemaal openbreekt om de zon behaaglijk warm op mijn wangen te laten schijnen. Kermis in de hel. De ijzige wind kondigt hier ook de winter aan, ik vraag me af hoe het onze California-vrienden aan de andere kant van het land ondertussen vergaat. De ouders van Lennerts petekind, waarmee Cris en ik al een keertje in Voeren en in de Noorderkempen op weekend waren, kwamen na het weekend blijkbaar al terug naar huis omwille van het Ardeense regenweer. We vertrekken naar de Hoge Venen antwoordt mijn kameraad. De eerste nachtvorst kondigt zich in Hoog België aan terwijl hier de papa’s en hun zonen in korte broeken nog zandkastelen scheppen met het plakkend natte zand. De bries en het stappen hebben mijn appetijt gewekt en met een lading noordzeezand in de schoenen keer ik naar mijn geduldig wachten venten terug. Sweet Love.
Na het middagmaal maken we een ritje door Bachten de Kupe, via Oostduinkerke-dorp en het restaurant waar we straks onze feestmaaltijd af mogen gaan halen richting Wulpen, rechtsaf over de Nieuwpoortkeiweg langs de vaart tot in Veurne. Langs het bakkerijmuseum over de Europalaan naar de Ieperse steenweg. Bulskamp, Vinkem, Beauvoorde, Alveringem, Hoogstade en Sint-Rijkers, Elzendamme, Kortekeer en Vleteren, dorpen met klinkende namen waar ik als tiener met mijn opa en mijn vader zo vaak met de fiets ben doorgekomen. Toch vergeet ik altijd opnieuw hoe ver Woesten en Reninge precies is. De wielen van de Berlingo botsen mee op de cadans van de naden tussen de betonplaten wanneer Lennert vraagt of het niet rapper gaat via de autostrade. Nee schattebol, een snelweg is hier zelfs niet! Deze tweevaksbaan is hier de enige verbinding tussen de westkust en het hinterland. Poperinge en Ieper zijn vandaag nog altijd even vlot bereikbaar als in de nadagen van ’14-’18, of zo lijkt het wel. Ik mopper net dat het aan 50 en 70 per uur inderdaad verdomd lang duurt, wanneer het shoppingcenter annex oldtimermuseum links van ons in het zicht komt. We zijn er!
De oldtimers beslaan hier zowel de automuseum als de koophal. Uiteindelijk zijn we voor dat laatste curiosum helemaal naar hier gereden. Het magazijn van Bossaert is een fenomeen en dat al van in mijn tienertijd. Waarschijnlijk staan sommige winkelwaren hier van toen al in hetzelfde rayon. Zelfs al koop je niks, dan nog is het een belevenis. Retro is hier nog brandend actueel, fun-shoppen to the next level. Het uitstalrek met de gouden apen is afgespannen met een rood-wit-lint, niet-essentiële goederen mogen tijdelijk niet worden verkocht volgens de directieven van de laatste veiligheidsraad. Je kan ze wel online bestellen en komen ophalen bij de kassa na ontvangst van een bevestigingsmail, luidens hetgeen er met een vlugschrift is aangebracht. Ik overweeg een foto van de gouden apen door te mailen met de vraag om het over een kwartier af te mogen halen, vermits we hier nu toch al in de winkel zijn. Als je er even over nadenkt, te zot voor woorden…
Een kitscherige aap is niet hetzelfde als een plaasteren poes, want die mag je gewoon in je winkelkarretje zetten. Het ene is woonkamerdecoratie, het andere valt onder tuinmateriaal. Dat verdomde virus heeft er niets mee van doen, we lopen hier nu immers evengoed. En een doelmatige aanpak van concurrentievervalsing is het evenmin, want die is er in de wijde omtrek niet. Begrijpe wie kan. Een jeans van Levi’s of een bompaonderbroek van Avion kopen mag niet, een werkbroek van Blåkläder en een lange Eskimo caleçon wel. Lockdown-idiotie to the next level. De winkelrekken met huishoudtextiel en keukengerei zijn wel beschikbaar.
Cris kocht thuis nog nieuwe hoofdkussens, maar die zijn gisteren met kleine oogjes en een houten kop in Leuven achter gebleven. We nemen er dan hier maar nieuwe mee voor Lennert in zijn divanbed. Waarom? Pruttelt die nog tegen… Niks gekort, hij krijgt er nieuwe want die waar hij vannacht op sliep dateren waarschijnlijk ook nog van ’14-’18. En herbruikbare glazen rietjes voor onze gin! Nog een geluk, zegt de snotaap, dat gans de winkel niet open was, anders was uwe Berlingo te klein… Wij hebben straks allemaal een woonst in te richten en het zou wel eens kunnen dat we hier na de covidregelneverij nog eens komen shoppen, voor echt. Het duister zet zich al in wanneer we terug richting kust aanschuiven over de drukke N8.
Apérotijd en spelletjes, dan rij ik nog even om het afhaaldiner. Mijn twee venten leren me Rummikubben, pas tegen het einde van de week ben ik met alle regels mee. De chef van de Caricole ontvangt me aan de achterdeur. Alle gerechten zijn op hotelporselein gedresseerd en de blanquette zit in een marmiet van ‘Le Creuset’. Die mag gewarmd worden op een zacht vuur. De puree kan samen met het kabeljouwhaasje in de oven. Instructies vliegen me om de oren terwijl ik me afvraag waar ik het vaatwerk naderhand weer achterlaat. Gewoon in de blauwe bakken afzetten bij de achterdeur. Merci voor de bestelling, het is ‘stief van doene’ mijnheer. De horecasluiting weegt door, gelukkig hadden ze de zomer nog. Jullie bedankt om het allemaal zo verzorgd te organiseren…
De drie musketiers klinken op de uitgestelde huwelijksverjaardag met een brut nature van Régis Fliniaux. Die hebben we krap een jaar geleden van ons champagneweekend samen nog mee naar huis gebracht en voor een bijzondere gelegenheid bewaard. Dit is er één: Santé en tope sterk!
Woensdag 4 november
Moeten we de aap niet wakker maken, vraagt Cris die gewassen en gestreken uit de badkamer komt. Als je hem zachtjes streelt bijt hij meestal niet, grap ik vanuit de keuken waar ik nog altijd in mijn slaaptenue de koffie zet. Doe jij het dan maar, gebaart mijn bedachtzame wederhelft. Voorzichtig schuif ik naast Lennert op het bed, pak zacht zijn hand en vraag met gedempte stem of hij iets van de bakker wil. Hij kijkt me slaapdronken aan, glimlacht en rekt zich uit. Instant happiness. Gewoon wat fruitsap. Cris bestelt ter stond een croissant en een koffiekoek. Fijn, voor iedereen dan maar? Ik trek snel iets aan en loop naar buiten om ontbijt.
Stralend weer vandaag, de laagstaande zon werpt lange schaduwen over het strand. Of er eens iemand mee gaat wandelen? Mijn twee schatten volgen gedwee. Met de zeebries en de warmte van de najaarszon in de rug stappen we gedrieën over het zo goed als verlaten strand, nu en dan zorgvuldig ontweken door een eenzame wandelaar. Ik ben in Oostduinkerke quasi groot geworden, Lennert in Nieuwpoort, min of meer. Het is een fikse wandeling en bij Groenendijk klimmen we met de jassen om het middel gebonden omhoog naar de brede boulevard. De horeca beperkt het aanbod tot afhaalkoffies, Brusselse wafels, warme Luikse, blikjes fris en ijsjes om mee te nemen.
Er staan rijtjes vakantiegangers aan te schuiven, bankjes in het zonnetje zitten vol smullende mensen, maar wij zoeken een toilet. De coronastewards staan ons graag te woord, rechts van de kerk in de straat hierachter of helemaal aan het andere eind nog voor het staketsel achterin het bureau van toerisme. Een openbaar WC bij kerk lijkt mij het dichtste bij, maar daar vinden we alleen een wijwatervat. Met een geforceerde mars gaat het dan maar verder tot aan het andere eind van de dijk. Eerst moest er maar ééntje, nu slaken we alle drie een zucht van verlichting voor het klaterende urinoir. Hup naar buiten en je pollen ontsmetten, tegenwoordig krijg je meer alcohol op je handen dan over je lippen. Al mogen wij over dat laatste toch niet klagen.
We kopen een ijsje bij Linny’s en zoeken zelf ook een plekje uit. Wandelen we terug of nemen we de tram? Mijn twee favoriete venten zijn niet de grootste wandelaars, toch gaan ze mee te voet. Langs de baan vraagt Cris die met zijn zere rug wat lastig stapt in het mulle zand. Goed idee, als het te ver wordt, nemen we onderweg vooralsnog de tram. We stappen door de gesloten winkelstraat, het is er best wel warm zo uit de wind. Hier kwam de oma altijd langs en daar ging papa dingen kopen, de jongste herbeleeft ook zijn kindertijd. Daar was ooit die Chinees, wijst Cris en herinnert zich dat mijn opa zaliger er bij het handen wassen ooit een kapotte kraan vast had en drijfnat terug aan tafel verscheen. We gieren het uit als we daar nu terug aan denken, Lennert ziet het zo voor zich en schatert met ons mee. Happy family.
Langs het ooit imposante Koningin Elisabeth Instituut, dat een tijd geleden voor telenovelle David werd ingeblikt en als revalidatieziekenhuis KEI aan een tweede leven begon, komen we bij de Zeebermduinen en het tegenoverliggende Ter Yde. Of ik daar mijn weg in ken? Tuurlijk wel. Dat gaat hier wel een beetje op en af, waarschuw ik mijn door een stramme rug geplaagde vent. Loop maar door, dan zijn we toch nog even weg van de fietsers langs de grote baan. Een beetje had je gezegd, jammert Cris luttele stappen later terwijl hij puffend achter zijn twee apen aan klimt tot boven op een hoge duin die uitkijkt over het beschermde natuurgebied. Een prachtig uitzicht. De zilte lucht en de zon op ons stralende gezicht, wie heeft er Berlijn nodig om even van alles weg en hier samen simpelweg gelukkig te zijn?
De zeelucht en de fikse wandeling hebben effect. Wanneer buiten het donker van de inzettende nacht de straten vult, schrik ik wakker op de bank. Een berichtje uit het Waasland haalt me weg uit dromenland, knus tegen de aap gekropen die net als mijn vent ingedommeld onder een dekentje ligt te ronken. Wakker worden, er moet nog avondeten besteld en iets met citroensorbet of pudding met chocolade als dessert! Na de fysieke inspanning worden ze verwend. Een paar vers gebakken pizza’s en risotto voor de kleine, zeven uur lukt niet doe dus maar een uur of acht. De afhaal bij Il Basilico is overvraagd, tot dan is het spelletjestijd en de ijsblokjesautomaat draait weer op volle kracht…
Donderdag 5 november
Geen wandelmannen deze morgen, de kilometers zitten hen vandaag nog altijd in de benen, dus rijden we na de middag eens naar een kerkhof in Flanders Fields of de Menenpoort in Ieper. Zijt ge daar al eens geweest? Nee, elk kerkhof in Normandië en de slagvelden rond Bastogne zijn Lennerts biotoop. Militariabeurzen en legertreffens met zijn mama en papa in hun Amerikaanse legertrucks kleurden zijn blik op de moderne geschiedenis. Mijn jeugd sleet ik in de Weshoek met mijn grootvader tussen de klaprozen op Britse kerkhoven, de Vlaamse huldezerkjes en de loopgraven langs de IJzer. De knaap wordt vandaag in de malheuren van de Groote Oorlog onderslagen. Lest we forget.
De Berlingo dendert terug over de betonnen tweevaksbaan tot bij het treinstation in de Ypres Salient. Liever de kortse wandelroute zeker? Alsjeblieft, want zijn V-tjes trekken. Geen idee waarover het apenjonk het heeft. Maar de slijmbeurs in mijn heup zeurt ook na de lange klim van gisteren dus steken we binnendoor naar de lakenhalle op de markt. Tijd voor een pitsstop en dan in rechte lijn naar de majestueuze poort die de Britten bouwden om er bijna 55.000 namen in te beitelen van gevallen jongens in een vreemd vaderland. Cris vertelt over het blazen van de Last Post, ik dis wat historische weetjes op en daar worden we bijna stil en een beetje ingetogen van.
Door het park op de kazematten, langs de donkere grachten en de stervormige vesting van Vauban stappen we terug richting auto. Ik herinner me een soldatenkerkhof bij de Rijselpoort. Hagelwitte zerken rij aan rij geplant in gemillimeterd gras. Their name liveth for evermore, behalve de zoveelste onbekende soldaat, zijn naam enkel Known unto God. De herdenkingen naar aanleiding van wapenstilstand, op 11 november en in de aanloop ernaar, zullen sinds lang zonder publiek worden gehouden, want het coronavirus maakt geen onderscheid.
De verzen van John McCrea’s In Flanders Fields en De Kollebloemen van Rachel Schaballie zinderen al van in mijn tienerjaren na. Inspiratie voor volgende week, ‘s ochtends op de snipperdag, zelf enkele bevlogen woorden neer te pennen bij de snapshots uit dit familiealbum wat resulteert in een mijmerende Facebook-post.
Vlaanderens hart bloedt met klaprozen open,
tussen de witte kruisen door, rij naast rij geplant.
Een eeuwig teken, waaronder zij blijvend hopen,
dat hun dood vrede brengt in dit vlakke land.
Bij roze dageraad volgden zij de leeuwerik onder de blauwe lucht, wiens jubel werd verstoord;
toen de jongens zijn gevallen op het Vlaamse veld, hun zinloze streven smartelijk gesmoord.
Cris haalt straks de à la minute gebakken garnaal- en kaaskroketten af, samen met onze kabeljauwhaasjes en zijn sappig stukje ree. Makkelijk die warme afhaalgerechten van de Venise. Janik ziet ergens de zoveelste feestdis voorbij schuiven en reageert: amai jullie nemen het er nogal van! Zijt maar gerust prinsesje. En hij doet de groeten aan de knaap die een beetje moe naast me op de zetel hangt. Hij had een slapeloze nacht. Misschien vandaag toch maar eens op tijd naar bed want onze herfstvakantie kort hier af…
Vrijdag 6 november
Laatste dag aan zee na een eerder slapeloze nacht. In het echtelijke bed weerklonk half de nacht een oorverdovend geronk en uitwijken naar de andere kamer viel te overwegen, maar bleek toch niet de evidentste optie want daar lag onze logé. Schuif op ik kruip erbij, maar de slaap was nu helemaal niet meer te vatten en de krant verslonden wanneer ‘s ochtends de snurkpot verschijnt. Ik zit al in de fauteuil aan de koffie, met de digitale krant en coronacijfers in de hand, stil de ademhaling volgend van Lennert die lusteloos tuurt naar het oplichtende schermpje in zijn hand. Hup bed uit, opstaan en aan tafel!
Het weekend begint vroeg vandaag en tegen de middag wordt het drukker aan de kust. We wandelen nog een keertje langs de vloedlijn naar de andere kant, helemaal tot Koksijde en misschien nemen we dit keer wel de tram terug. De stramme spieren en de zere rug spelen niet meer op dus keren we dit keer ook gewoon te voet langs de koninklijke baan naar Oostduinkerke terug, de laatste kilometers tussen de riante villa’s door de duinen. Hier zou ik nog kunnen wonen, zegt Lennert, daar ook. In een moderne nieuwbouw zie ik het voor mijzelf nog gebeuren, in een jaren zestig vissershuisje dan weer niet. Ons laatste avondmaal, zo lijkt het toch alleszins voor mij, halen we straks op bij de Eglantier. We worden er over een goed uurtje al verwacht.
Guillaume staat op de uitkijk en vraagt zich waarschijnlijk af wie ik dit keer mee heb gebracht. De voorbije maanden passeerden we er wel eens vaker met vrolijke venten en in wisselende formaties waardoor Savanna kop noch staart krijgt aan de verhoudingen in onze troeteldierentuin. Garnalenbisque, carpaccio, pastrami, gegrilde tarbot, twee maal, scampi linguini De chef overloopt de bestelling, dan nog uw twee flessen Pouilly Fumé. Klopt, want uw Fuissé staat niet op de afhaalkaart. Hij kent stilaan onze smaak, glimlacht en overhandigt Lennert een papieren draagtas met onze bestelling. Bedankt voor de bestelling en geniet ervan. Hopelijk snel weer eens in het echt, de groeten aan Savanna. Met een vriendelijke knipoog verlaten we het restaurant. De volgende afhalers staan al op de trappen, hier lopen de zaken precies nog goed.
De vollere Bourgogne uit Solutré-Pouilly die Cris en ik boven de droge witte uit Pouilly-sur-Loire verkiezen zal te duur zijn om in de takeaway te steken. De snotaap hoort het in Keulen donderen terwijl meester Stijn een oenoloog imiteert. Die fles wat we toen met de apen op de studio hebben gedronken, dat was Fuissé, dezelfde als ik bestelde toen we ginder zijn gaan eten. Aaah. Gans de weg terug vertelt hij honderd uit over zijn nog vage toekomstplannen, nog zoveel blijft onbeslist. Hij wordt groot, maar dromen zak hij hopelijk altijd blijven doen. Eens hij dat verleert, zal hij oud en zorgelijk zijn geworden net zoals zijn opperaap. Cris, tijd voor de aappéro!
Er rest ons nog een Réserve Familiale, vorig jaar ook meegebracht uit de cave van Philippe Brun in Aÿ en bewaard voor een méér dan speciale gelegenheid. Die flessen openen we alleen maar met onze zelfgekozen reservefamilie, zeg maar onze echte familie want de band met hen is soms hechter dan met onze bloedverwanten. De koude voorgerechten worden geserveerd, van zodra de Oostduinkerkse garnalenconsomé in het pannetje op het vuur begint te dampen. Er is geen haast bij, dus gaan de visjes traag in de microgolfoven om door te garen en de krieltjes op te warmen. Smullen, drie buikjes rond gegeten. Een dessert hoeft voor de aap écht niet meer. Een gezelschapsspelletje kan nog wel.
Zaterdag 7 november
Cris en ik komen volgend weekend al terug, misschien met de jongens, misschien ook niet. Alles mag, niets moet. Er hoeft dus niet uitgebreid gepoetst en alle reistassen weer ingepakt. De koelkast en de vriezer blijven gewoon gevuld en de spelletjesdozen mogen net als de ijsmachine nog een weekje blijven staan. Het triumviraat is compleet zen en de rit naar huis verloopt dus geenszins in mineur. Ondanks alles wat door de coronacrisis tegen zat, zijn we met z’n drieën dankbaar om de mooie dagen die we samen toch hebben gehad.
Aangekomen in Bertem droppen we ons vakantievriendje met een zweem van weemoed bij zijn ouders op de stoep. Coronaproof afscheid nemen voor het zicht van de geburen? Ach wat, kom hier voor een plakkende omhelzing en op uw ongeschoren wang een zoen. Knuffelcontact, het mag. Cris zal hem deze week iets laten weten, als we de sleutels zouden hebben van het nieuwe kot. Zo kan Lennert eindelijk eens mee gaan kijken naar het huis dat wij willen kopen, vlak bij hem om de hoek. Allez dan dag he. Merci voor alles, aapke, hou contact en hou u goed!