Hauts-de-France & Grand Est

 

Route via Google

We rijden deze week naar Zuid-Vlaanderen en langs de Opaalkust binnendoor via het vroegere Picardië naar de Champagne-Ardennen. Geen enkele Franse kat benoemt deze landstreken met hun nieuwe administratieve namen, maar sinds 2016 heet het Hauts-de-France en Grand Est. De aloude Napoleontische departementen zijn nu gefusioneerd tot grotere bestuurlijke omschrijvingen die zelfs niet meer samenvallen met de vroegere regions.

Eigenlijk was er geen reisplan anders dan wijn te gaan kopen op onze vaste stek bij Mâcon. “Dat hebben al twee jaar op rij gedaan”, zeg ik quasi daags voordien tegen Cris, “ik zou wel eens ergens naartoe willen waar we nog niet zijn geweest.” “Hé? Stijn vorig jaar gingen we naar de Elzas.” “Euh, ah ja dat was ik al vergeten, maar de twee paasvakanties ervoor stonden we wel telkens op bijna exact dezelfde plekken in Bourgondië.”

Paasvakantie 2025

Een paar dagen eerder vertelde Vital, een oude kameraad, me over Montreuil-sur-mer waar hij een paar maanden eerder met een fijne companie te gast was geweest. Le Touquet, Berck en nog wat andere plekken langs de Côte d’Opale of bezienswaardigheden in het hinterland. Het lijkt mij allemaal wel wat. Mijn halve trouwboek stelt, plots geconfronteerd met een blanco reischeque, dan weer voor om naar de kathedraal van Reims te gaan kijken. Al gauw blijkt het parkeren van onze Autoroller inde champangehoofstad niet zo evident en er overnachten al helemaal niet omdat er net een kermis is neergestreken. “Een ganse week? Oei, met hoeveel kratten komen we dan thuis!”

Om de kerk in het midden te houden combineren we de twee bestemmingen, dan kan ik onderweg tussen beide misschien ook eens in Vimy gaan kijken. Niet dat het op een bucket-list staat, maar bij andere passages in de regio trok een verwijzing naar het Canadese memoriaal al een paar keer mijn aandacht. Dit lijkt me de uitgelezen kans om er langs te rijden. Morgenmiddag vertrekken we naar Sint-Winoksbergen en vandaaruit zien we wel hoe onze reis verder gaat. De tafel bij Le Bruegel is al geboekt en plek om te overnachten is daar zeker en vast. Daar zijn we uiteraard ook al eens vaker geweest aan het begin of einde van onze congé payé.

Klaar om te vertrekken (Bertem) Apérotijd bij Wouter (Bertem)

Zondag 6 april

Traject: Bertem – Bergues, 185 km

De voorbije dagen was het al stralend lenteweer dus nam ik tussen het werken door de gelegenheid te baat om de camper eens grondig te poetsen. Na een winter stilstaan op onze eigen hof ziet die er aan de buitenkant en vooral het dak er toch een beetje ‘verweerd’ uit. Het meeste van onze bagage heb ik gisteren al ingeladen en vandaag gaan de fietsen er achteraan nog op terwijl mijn wederhelft zijn spullen in de kleerkastjes stopt.

Na het akkefietje met de drager tijdens de zomervakantie heb ik het mismeesterde exemplaar ergens in het najaar vervangen, maar de exacte positionering is nog altijd niet uitgetest. Nu lukt het zonder er nog verder aan te sleutelen, maar vóór het groot verlof met z’n drieën moeten we het nog eens goed bekijken. Zoals de goten en de steunen nu bevestigd zijn past een derde fiets er misschien niet zomaar tussen. Zorgen voor later. “We zijn ingepakt”, stuurt Cris naar onze compagnon-de-route, “past het nu om nog even dag te komen zeggen?” Wouter antwoordt onmiddellijk met een foto van zijn apérol spritz onder een stralende zon: “Tuurljk, wanneer komen jullie? Dan blijven we nog wat.” “Al onderweg lieverd!”

Winoci mons

Het jongentje van de buren en de kleine meid van Wouters vriend racen over de oprit in een speelgoed Maserati. Billy stormt enthousiast kwispelend naar ons toe, we gaan onze hond en het baasje een paar dagen niet meer zien. Met een afgemeten apéro nemen we een uurtje later dan gepland afscheid met een warme omhelzing en een zoen. “We brengen voor u wel iets mee van Blaise Lourdez,” klinkt het, waardoor onze verlegen lieverd een beetje bloost. Cris loopt rood aan van de zon en Wouter bij het idee dat hij weeral te veel gaat krijgen. En dat hij het wel zal betalen als we hem een doos meebregen, maar dat zien we over een week nog wel. “Ik ga u missen schattebol, als ge ons twee dagen niet meer hoort dan weet ge wat te doen. Zorg voor uw erfenis!”

Chloé en haar grote dochter zitten achter de haag ook zalig in de zon en zij lusten zeker wel zo een Franse fles. “Ik breng er u één mee”, beloof ik hen terwijl we door het gammele poortje – dat ik in elkaar knutselde om Billy binnen te houden – naar buiten stappen. Nog een laatste keer alles gecontroleerd en dan rolt de motorhome behoedzaam naar beneden. Ik rij, mijn convoyeur sluit onze grote poort bovenaan de oprit en daarna gaat het via de E40 over Brussel, richting Oostende, afslaan naar Calais en bij de afrit Duinkerke nog een paar kilometer tot de camperplaats in Bergues. Er is plaats en nog tijd genoeg voor een wandeling over de remparts tot bij de voormalige Abbaye de Saint-Winoc.

Aire Municipale (Bergues) Abbaye de Saint-Winoc (Bergues) Beffroi et carillon (Bergues) Café de la Poste (Bergues)

Estaminets Flamands

Tot het uur van onze reservatie hangen we op het bekende terras van Café de la Poste – een hilarische scene uit Bienvenue chez les Ch’tis is daar ingeblikt. Hoewel Sint-Winoksbergen een typisch zuidvlaamse gemeente is, belfort en beiaard incluis, vond regisseur Dany Boon er de uitgelezen filmset voor een prent die verhaalt over en vernoemd is naar het dialect uit de mijnbassins rond Dowaai een heel eind verderop ten zuiden van Rijsel. Wij storen ons niet aan die anomalie en bestellen er een Ch’ti blonde, en pinte! Aangezien we de lunch hebben overgeslagen nemen we bij het tweede rondje apéro best ook maar een saucisson sec fumé.

Hoog aan het beffroi met het carillon blinkt een leeuw in de zon en zwartgele vlaggen tooien her en der de kanten gevels van de stad. Vlaamser dan Brussel en fier op haar geschiedenis kroont het estaminet zich in de orde der Vlamsche Herbergen. Traditioneel kiezen we van het menu iets met Maroilles, een geurige gewassenkorstkaas, en andere gerechten typisch uit de streek. Na de copieuze maaltijd overgoten met een karaf Bourgueil en een plaatselijke jenever wandelen we voldaan terug naar de camperplaats. Ik kruip meteen onder de wol want de warmte van de dag verdween samen met de zon. Maandagmorgen is er wekelijkse markt en dan zoeken we kaas om mee te nemen op Paasweekend in Dourbes met Wouter en zijn familie.

Le Bruegel (Bergues) Estaminets Flamands (Bergues) Le Bruegel (Bergues) Ch'ti Ch'mi (Bergues)

Maandag 7 april

Traject: Bergues – Montreuil-sur-mer, 119 km

Het kilootje Munster indachtig dat onze soi-disant schoonfamilie opsmulde, stapt Cris binnen bij Les Saveurs Fromagères. De kaasboetiek, deze ochtend letterlijk in de schaduw van de belforttoren, hadden ze beter Les Odeurs Fromagères gedoopt. Het weerhoudt mij ervan om mee te gaan kiezen, maar mijn gulzige grizzly roept me naar binnen om te helpen kiezen want ze verkopen er verschillende soorten Maroilles en verpakken hem zelfs sous-vide. Geen overbodige luxe vermits die nog een week in de koffer van de campingcar mee moet reizen. Nog eens langs de marktkramen om wat droge worst en dan zetten we koers naar de camperplaats in Montreuil. Er is nog plaats, we hebben ook hier geluk.

Maroilles sous vide (Bergues) Aire municipale (Montreuil-sur-mer) Promenade des Remparts (Montreuil-sur-mer) La Bête (Montreuil-sur-mer)

Vooraf had ik al eens gekeken of er soms een fijn restaurant in het vestingsstadje is. Le Bistronome staat hoog aangeschreven en in La Madelaine, een gehucht onderaan de hoogliggende stad, zijn we net voorbij La Grenouillère gereden. Met twee sterren bij Michelin is dat duidelijk niet het soort gastronomie waar de meeste TripAdvisor internauten komen. “Menu à 11 services: € 285, forfaits vin € 105 (5 verres)”, lees ik op de website. “Misschien wat overdreven voor een doordeweeks diner?” Nogal, dus belt mijn voorzienige vent na een wandeling over de wallen van Vauban en het bezoek aan de oude citadel om een tafel te reserveren bij de betaalbare bistronomie.

Carcassonne du Nord

Een uitstekende keuze en ze schenken er bij de verfijnde interpretaties van de regionale keuken een geweldige Brut Nature van Lacuisse – millésime 2008. Cris heeft geen moeite om mij te overtuigen van de champagnes bij 12 oesters en croustillant de pied de cochon. Hijzelf probeert de asperges, gevolgd door een heerlijke foie de veau en croute de pain moutardé. “Blijven we nog een nacht staan om iets anders te bezoeken of rijden we morgen al verder? Vital stuurde me nog een tip: het bezoekerscentrum van de Slag bij Azincourt.” Montreuil hebben we vandaag zo ongeveer gezien. “Zullen naar Berck-plage gaan? Daar zijn we nog nooit geweest, in Le Touqet jaren geleden wel”, stelt mijn anderhalve trouwboek proactief voor.

Ik had op twee overnachtingen gerekend om dan van hieruit dwars door Frankrijk richting Reims te beginnen rijden. Maar dat musée Azincourt 1415 ligt blijkbaar al halverwege het Canadese 1418 memoriaal in Vimy ergens in de richting van Lens en Arras. De eerste wereldoorlog met de honderdjarige oorlog op één en dezelfde dag is zelfs voor mij van het goede te veel. Dus rijden we morgen naar de kust om er naar zeehonden te gaan zoeken en misschien ergens Buchot-mosseltjes te eten. Les jeux sont faits! Nog wat berichtjes sturen naar Wouter en op tijd naar bed, want mijn bioritme loopt zelfs hier gelijk met het uurrooster van onze compagnon-de-route die morgen thuis uit werken gaat.

Le Bistronome (Montreuil-sur-mer) Le Bistronome (Montreuil-sur-mer) Le Bistronome (Montreuil-sur-mer) Le Bistronome (Montreuil-sur-mer)

Dinsdag 8 april

Traject: Montreuil – Berck-sur-Mer, 17 km

De zon staat al hoog aan de hemel wanneer we naar onze volgende etappe vertrekken. Eerst proberen we de camperplaats bij Baie d’Authie waar de zeehonden op de zandbanken komen rusten. Is er geen plaats dan houden we in Berck-sur-Mer een alternatieve locatie of zelfs een camping achter de hand. Wanneer we er aankomen, rijden er net enkele campers weg dus wij hebben een vrije plek. Later op de middag en tot ’s avonds laat beproeven anderen vruchtloos hun geluk. Het blijft ons verbazen dat er aan het eind van de dag of zelfs rond etenstijd nog mensen zoeken naar een overnachtingsplaats. Nooit begrepen en zelf doen wij dat omzeggens nooit, tenzij het niet anders kan of we zeker zijn dat we er kunnen blijven staan.

We installeren ons midden het terrein aan de straatkant tegenover de vuurtoren, nu staan we nog ruim met links en rechts een leeg vak tussen de paaltjes. Straks staan de campingcars hier allemaal als haringen in een ton. Terwijl ik de Teleco-schotel open zet die ik net voor ons vertrek nog heb upgedate, gaat Cris op zoek naar een betaalautomaat. Rien à voire. Hij heeft het aan een Franse madamme gevraagd, het geld wordt opgehaald en soms komen ze, maar soms ook niet. Rien à faire. Wij eten eerst een boterham, maar gaan er niet op zitten wachten. Langs de dijk tussen de baai en de badplaats lopen we naar het centrum. Het is hoogtij en er zijn geen zeehonden te zien. Over een paar dagen beginnen de jaarlijkse Rencontres Internationales de Cerfs-Volants en de voorbereidingen van dat vliegerfestival zijn al volop aan de gang.

Aire Municipale (Berck-plage) Baie d'Authie (Berck-plage) Baie d'Authie (Berck-plage) Berck-les-bains (Berck-sur-Mer)

Trésor préservé

Het lijkt wel grote vakantie dus verlaten we de drukke strandboulevard. Hier vanavond mosselen komen eten in één van de drukke tearooms vol toeristen hoeft voor mij niet zo direct. Maar als hij daar zin in heeft dan kan het wel. “Misschien vinden we iets in de Rue Commerçial hierachter?”, oppert mijn wettige vent. “Of maken er zelf gereed”, bedenk ik wanneer we een poissonnerie passeren die helaas gesloten blijkt. De meeste winkels gaan hier pas tegen een uur of drie terug open en tegen dan zitten wij al lang aan het aperitief. Maar bij de ingang van onze Aire Municipale staat een mobiele fritterie waar we mosselen kunnen bestellen, sur place ou à emporter. Heerlijk, de chauvenistische fransen kennen alleen een rijdend frietkraam en afhaal, geen postmoderne foodtruck of  take-away.

Terwijl we terug aankomen bij de Autoroller en na de fikse wandeling in onze kampeerstoelen neerploffen met een glas rosé, stappen steeds meer wandelaars richting de Club Nautique Berckois. “Hier zit ne zomerzot”, stuurt Cris met een foto in het groepje op WhatsApp. Wouter heeft blijkbaar pauze of al gedaan met werken en antwoordt lachend met een “OMG!” Heerlijk nochtans het zonnetje zo op het blote vel en binnen in de camper geeft de thermometer zelfs 30 graden aan! “Het is hier zo warm dat de rosé rapper verdampt dat ge hem kunt drinken”, probeer ik nog. De grizzlybeer zit in de schaduw naast de camper en gelooft er net als mijn teddybeer ook geen jota van.

Zomerzot gespot (Berck-plage) Zeehonden (Berck-plage) Zeehonden (Berck-plage)

En quête d’authenticité

“À partir de 2h30 avant la marée basse, les bancs de sable se découvrent, les phoques en profitent pour se réchauffer et se reposer sur le sable qu’on appelle reposoirs. Les phoques gris et veaux marins qui constituent cette colonie peuvent être observés tous les jours de l’année à la jonction entre l’Authie et la Manche.”, weet de info touristique. Het zal ondertussen laagwater zijn, dus volgen wij de wriemelende mensenstroom tot op de golfbrekers naast zeegeul die een zandbank beschermt waarop tientallen zeehonden in de avondzon liggen te rusten. “Mooi…”, reageert Wouter op het live verslag en “probeert eens he”, wanneer ik onze masterchef grappend vraag of een zeehond eetbaar is.

Een schitterende schouwspel, wij keren terug naar onze bivakplaats. Geen filet de phoque straks wel moules de buchot met een glas rosé in de roze avondgloed. Eer we net als iedereen naar binnen kruipen omdat de warmte ook nu verdwijnt met de ondergaande zon, gaan we nog een laatste keer kijken op het strand. De kolonie zeehonden kraamt er samen met de laatste kijklustigen op. Een laatste update voor mijn knuffelbeer. “Morgen rijden we al een stuk richting de Champagne, want donderdag heb ik afgesproken met Antoine bij Blaise-Lourdez.”, en met een virtuele nachtzoen, “Slaapwel.”

Phare (Berck-plage) Moules de buchot (Berck-plage) Moules de buchot (Berck-plage)

 

Woensdag 9 april

Traject: Berck – Beautor, 194 km

Nog steeds geen ontvanger van de gemeente gezien wanneer we aanschuiven bij het servicepunt. Na het starten van de Transit bleef het verklikkerlichtje van de startbatterij op het dashboard branden. Ik ben er al niet kloek op om de motor voor het lozen stil te leggen en overloop in gedachten alle mogelijke oorzaken en opties om in geval van nood vanuit de huishoudaccu te starten die door de Efoy en het zonnepaneel wordt bijgeladen. Misschien is de batterij versleten, maar waarom geeft de alternator dan geen stroom aan de koelkast op 12 volt? Kan het een zekering zijn en zoja, heb ik daarvan een reserve? Als het de alternator is zijn we verder van huis. Onderweg hierheen kwamen we voorbij een Norauto-filiaal ergens langs een grote baan vlakbij de Carrefour en ik gok erop dat we dezelfde we terug weg worden geleid.

Cris lijkt er voorlopig nog geruster op: “Dat lampke zal sebiet wel uitgaan als we wat gereden hebben…” Mijn intuïtitie laat me niet in de steek en ik draai zo snel ik kan de parking van de werkplaats op. “Gaat gij binnen al eens vragen of ze ernaar kunnen kijken”, gebied ik mijn anders alwetende vechtgenoot terwijl ik de motorkap optilt om te kijken of de alternator ten minste nog draait. Had ik nu maar die multimeter bij waar we al drie motorhome lang mee rond hebben gereden. “Ik kan dat wel niet uitleggen”, moppert mijn electro-mechanisch niet zo onderslagen vent. Uiteindelijk laat ik de camper met draaiende motor staan en stap mee naar binnen om in mijn beste Frans een rudimentaire technische analyse te geven.

Mécanique et entretien

De verkoper komt mee kijken en op het eerste zicht lijkt het hem dat de alternator normaal werkt. “Non, il n’y avait pas de bruit abnormal…”, bevestig ik. Hij gaat ervan uit dat het gewoon een defecte accu is en vraagt waar de startbatterij zit. “En dessous de la siège du chauffeur, il faudra le démonter…” De man kijkt op zijn horloge, het is nog geen 10 uur: “Okay, je vous donne un rendez-vous vers midi. Ça vous convient?” Ik begrijp dat als “de techniekers kunnen er tegen de middag naar kijken” en onderteken zijn herstelorder. We zullen ons in de winkels hiernaast wel kunnen bezighouden. De man vraagt om tegen 12 uur terug hier te zijn. Misschien voor het geval de kosten hoger uitvallen dan het bedrag van de offerte voor de nieuwe accu…

Aire Municipale (Berck-plage) Norauto (Berck-sur-Mer) Aire Municipale (Beautor)

Wanneer we een paar spullen naar de motorhome brengen zien we dat ze die ondertussen hebben verplaatst naar de rand van de parkeerplaats. “Hij zal in de weg hebben gestaan tussen de personenwagens”, zegt ik terwijl we nog even bij een schoenendiscounter gaan kijken tot het opgegeven uur. “12 uur had die man toch gezegd? Ze zijn er precies nog niet aan bezig. Misschien krijgen ze hem niet meer gestart…” Met een licht onbehagen volg ik Cris naar binnen die er direct een bediende aanspreekt.

Qualité sans se ruiner

De collega die ons vanmorgen verderhielp is gaan lunchen, maar de vriendelijk jongen aan de balie vraagt het even na in het atelier. Een oudere collega schiet hem ter hulp en zoekt de werkbon op in de computer: “En effet, votre campingcar est prêt. Désormais nous avons remplacé la batterie avec une type plus puissante que sur le devis. C’est donc un peu plus cher…” Het scheelt nog geen 20 euro dus waar maalt die arme man eigenlijk om? “Ça marche!” Opgelucht rekenen we af en prikken een nieuwe tussenbestemming. Liever dan een bezoek van een paar uur en dan een overnachtingsplaats te zoeken, rij ik een stuk door op de route naar Reims.

“Saint-Quentin?”, stelt Cris voor, “daar is een camperplaats aan het water en een camping als het daar al vol zou staan.” Mij allemaal goed en dat is een kleine 2 uur rijden. De camperplaats staat vol en de camping is gesloten tot eind mei. Niks gekort. We wijken 20 km verder op onze uitgezette route uit naar Beautor langs het Canal de Sambre à l’Oise. Behalve een Mc Donalds en een E. Leclerc is er een café, maar dat is dicht. We wandelen eens langs het water tot in het volgende dorp. Daar is wel een schenklokaal geopend, maar ik ga eens zo lief gewoon in of bij onze rijdende roestbak zitten. Die kreeg ondertussen gezelschap van een andere motorhome op de serviceplaats. Een echte fransman, zijn vrouw loopt tot aan het water. “C’est plus beau, venez ici!” Alle verbodsborden ten spijt parkeren ze zich langs het kanaal.

Canal de Sambre à l'Oise (Beautor) Canal de Sambre à l'Oise (Beautor)

 

Donderdag 10 april

Traject: Beautor – Damery, 114 km

De schaamteloze fransman staat er ’s ochtends nog wanneer ik door af- en aanrijdende tractoren van de gemeentelijke werkplaats tegenover ons word gewekt. We zijn vandaag niet gehaast vermits we pas om 14 uur bij Antoine moeten zijn dus is het loom wakker worden. Uiteindelijk vertrekken we toch richting Damery om bij Reims nog even langs de grote E. Leclerc van Champfleury te rijden en alvast nog wat spullen voor thuis en het aankomende weekend met Wouter zijn familie te kopen. Een magnum Ratafia gaat alvast mee, de Biscuits Rose de Reims vergeten we en daarvoor komen we morgen nog wel eens terug. Kan ik hier ineens de beterkope diesel tanken voor we doorrijden naar Sedan om er de volgende Vauban vesting te bezoeken.

Rond half twee staan we beneden bij Blaise-Lourdez et fils geparkeerd en voor een snelle lunch eer we de nieuwe oogst gaan proeven. Ik stuur nog even naar onze compagnon-de-route dat we er veilig zijn gearriveerd en dat we hem de gevraagde Cuvé Louis en misschien nog iets meer zullen meebrengen. Hij wist al dat we weer een panne hadden, zijn het niet de banden of een geaccidenteerde fietsdrager, dan is het wel de batterij. Zo blijft het altijd een beetje spannend, reizen met een motorhome. En gebeurt daar niets mee, dan pikken ze wel ergens een e-bike batterij of een ganse een electrische fiets. We lachen. “Beter nu dan deze zomer, minder stress voor u!” Hij gaat verder werken en wij bellen aan bij ons champagnehuis.

Le Jardin d'Isabelle (Damery) Arrivé (Damery)

Cuvée Antoine

“Bonjour!”, klinkt het achter ons wanneer we voor de deur staan. “Salut Antoine!” De jongen is een volwassen man geworden. “C’est combien d’ans que j’ai vu vos deux?” vraagt hij enthousiast. “Euh, peut-être la dernière fois qu’on était ici… ou pas, je ne m’en souviens non plus.” Uiteindelijk komt het antwoord van een foto op mijn iPhone die ik destijds naar zijn mama stuurde omdat ze vroeg haar te laten weten hoe haar tienerzoon ons had ontvangen in haar afwezigheid. Blijkbaar was dat op de terugweg uit de Bourgogne tijdens onze Paasvakantie van 2022.

Isabelle is er nu ook niet, al enkele weken onderweg met een vriending in een 4×4 om ergens in de woestijn aan een avontuur te beginnen en zijn vader Bruno is net over en weer aan het reizen om ter plaatse een bandenwissel voor zijn rekening te nemen. Hij vertelt het ons allemaal tijdens de degustatie en ook over zijn pijnlijke knie. Het resultaat van een motocross ongeval op Berck-plage. Wij keuvelen over onze avonturen en dat we daar toevallig eergisteren nog naar de zeehonden zijn gaan kijken. Een paar weken geleden werd hij al geopereerd en nu heeft hij nog een paar weken revalidatie voor de boeg vooraleer hij in juni een paar maanden naar Californië gaat om daar nieuwe dingen te leren en in de vendage mee te werken. Bij zijn terugkeer start hier de druivenpluk.

Le Jardin d’Isabelle

Onderwijl het proeven vertelt hij trots over alle innovaties waaraan hij al tijdens zijn studies heeft meegewerkt. Zijn eerste zelfstandige assemblage en de Zéro Dosage die ik bij de lancering eind 2023 stiekem Cuvée Antoine heb gedoopt. L’Ové is de nieuwste varriëteit van hun champagne en die wordt gevinificeerd in een eivormige betonnen vat. Meer dan Isabelles marketing knipoog naar LOVE, ziet haar stoere motocrosser in de benaming L’Ové vooral een verwijzing naar de cuve ovoïde. Je bent afgestudeerd als oenoloog of je bent het niet, maar zijn wijn verkopen kan Antoine als de beste en hij kent zijn cliënteel.

Cuvée Antoine (Blaise-Lourdez) Champagne Blaise-Lourdez (Damery) Champagne Blaise-Lourdez (Damery)

Bijna een uur later helpt onze kameraad met de pijnlijke knie alle kartons in de Autoroller laden en vraagt meteen of we niet liever hier op het erf willen blijven staan. “Mais non, ça ne dérange pas. J’ai encore du travaille dans les vignes et il n’y pas d’autres visites aujourd’hui.” We bedanken hem voor het aanbod, maar zullen toch maar boven op de camperplaats bij de sporthal gaan staan. En dat we dit keer wat sneller terug zullen komen om hem eindelijk eens wat Belgisch bier mee te brengen. “Merci et à bientôt!” De zware dozen zijn taktisch verdeeld over de koffer, de bergruimte onder het bed en staan ook vooraan onder tafel. En dan moeten we morgen nog naar Lacuisse…

Poids lourds

We rijden voorzichtig de tuin van Isabelle uit en ik jaag de zwaar geladen Transit in eerste versnelling Rue des Longues Raies naar omhoog. Rechtsaf op de D1 en tot aan de rotonde, daar links op de Rue Paul Douce tot Place Ernest Lambert met de officiële aire de service. Geen idee of je hier al dan niet gedoogd mag staan, dankzij Mairie de Damery krijg je hier alleszins gratis water én zelfs stroom. Die hebben we niet nodig, een loosplaats morgenvroeg wel. We parkeren naast een camper met Belgische nummerplaten de eigenaars zijn gaan fietsen en komen net terug aan.

Ze hadden ons straks al een over het plein zien draaien toen we kwamen kijken of we er zouden kunnen overnachten. En onderweg zagen ze onze camper staan bij het champagnehuis, het heeft dus geen zin om te doen alsof we brave jongens zijn. Nu we geïnstalleerd zijn nemen wij de fiets langs de Marne helemaal tot in Aÿ, onze favoriete premier cru. Apérohappen en een fles champagne op het zonnige terras van La Frigousse om tegen etenstijd langs dezelfde weg terug te fietsen. Nog een laatste halte bij Café du Commerce omdat onze Belgische buren zeiden dat je daar kan eten voor geen geld. Cuisine comme à la maison, vandaag een burger en daarin hebben we geen zin. Dan koken we beter zelf, baknoedels gewoon in Cris zijn nieuwe pan en klaar.

La Marne (Aÿ-Champagne) La Marne (Aÿ-Champagne) La Frigousse (Aÿ-Champagne) La Marne (Aÿ-Champagne)

 

Vrijdag 11 april

Traject: Damery – Sedan, 127 km

Na de service zetten we koers naar Champagne Lacuisse in Sermiers, volgens Antoine een goed kwartier rijden vanuit Damery. “Oui, je les connais, ils sont un peu comme nous. Un producteur-récoltant indépendant.” We hadden hem over de milésime Brut Nature uit 2008 verteld en dat we daarom eens wilden gaan kijken vermits we soms amateurs van oude wijnen zijn. Hij heeft gelijk, vanaf de aire gewoon de kronkelende weg volgen tot voor de deur van de gebroeders Lacuisse. Daar is langs de baan voor ons gevaarte nergens plaats tot een halve kilometer verder zelfs niet dus keren we om en zoeken ook vruchteloos in de andere richting een plekje. Nog eens rechtsomkeer dan maar tot voor de deur waar Cris in zeven haasten aanklopt om te vragen of we kunnen langskomen en waar we eventueel de Autoroller even kunnen parkeren.

Hun oprit wordt net opnieuw bestraat, maar we mogen toch langs hun ontvangstlokaal gaan staan op het onafgewerkte asfalt. Gewoon oprijden en niet manoevreren want de finisher is nog niet gegoten en dan draaien onze wielen alle steenslag van de onderlaag weg. Het wordt een blitzbezoek met een bescheiden proeverij, want helaas is die uitzonderlijke champagne er al jaren uitverkocht. Maar de dame die ons ontvangt weet perfect waar en wat we in Montreuil hebben geproefd. Bij gebrek aan die specifieke godendrank nemen we enkele varianten van hun Brut Nature mee en de actuele milésime. Dat is een Brut van 2014 en zelfs van buiten de premier cru, maar toch héél lekker. “Merci pour l’acceuil et à la prochaine.”

Au temps de chevaliers

Nu kan er echt niets meer bij in de zwaar geladen Autoroller, op naar het Campingcar Park aan de Maas in Sedan. De app van de private uitbater zegt dat er nog plaats is op de camperplaats en als we geïnstalleerd zijn voor de laatste nachten, dan meteen uitzoeken hoe we bij de grootste feodale burcht van Europa geraken. En meteen ook waar we morgen of zelfs deze avond nog een laatste keer uit eten gaan. De app van Michelin levert geen enkel adres op wat voor ons feitelijk zoveel wil zeggen als:  “Rij maar ineens naar huis. Hier staat u of uwe vent toch nergens iets aan.”

Gelukkig weet TripAdvisor nu ook weer raad. De gastronomische kanshebbers aldaar zijn: L’Echiquier, brasserie én restaurant of La Principauté, van het hotel Château Fort. Bij de iets mindere goden: Aux Bon Vieux Temps, regionale grootmoeders keuken Zo gauw we het kasteel hebben gevonden komen we na een paar Arthur’s tot een vergelijk. Een hoppige cuvée tripple wel te verstaan, niet onze geadopteerde beer zijn kind aan huis. Het streekbeer van hoge gisting is vernoemd naar literaire belhamel Arthur Rimbaud. Het ene zorgenkind is duidelijk het andere niet.  Cris reserveert voor vanavond al meteen een tafel in het “schaeckberd”, côte restaurant. 

Een fles rosé champagne bij de Foie gras de canard au Porto & Cognac, die past ook perfect bij de Brochette de noix de Saint-Jacques en de Filet de boeuf en tagliatta die erop volgen. Uiteraard bestellen we halverwege het hoofdgerecht een tweede fles van Veuve Pelletier et Fils, een maison in Épernay. De fruitige Brut Rosé met sterke toetsen van boomvruchten vult zelfs L’assiette gourmande perfect aan. Morgenochtend is er hier rond Place d’Armes en Place Crussy markt en daarna het lang verwachte bezoek aan de monumentale burcht.

 

Zondag 13 april

Traject: Sedan – Bertem, 179 km