Voerstreek

Proloog

De coronacrisis heeft de voorbije maanden heel wat zaken scherp gesteld, niet alleen voor ons ook elders merken we het. Beter goed te leven en niet uit te stellen tot morgen waarvan je vandaag had kunnen genieten. Geen hedonisme, wel verantwoordelijk realisme en het besef dat onze vrijheden lang niet zo verworven zijn als onze generatie schijnbaar te lang heeft aangenomen. Een stel vrienden schafte zich in die wetenschap de  VW T6 California aan waarvan ze droomden. In vergelijking met trekken door het Schotse hoogland en slapen in een tent is deze upgrade pure luxe, of misschien een noodzaak sinds er in hun gezin een kindje is bijgekomen. Als de grenzen in de zomervakantie open zijn, rijden ze met hun drietjes naar Denemarken, maar eerst willen ze wel al eens dichtbij huis met doorwinterde camperaars gaan oefenen. De weidse natuur van de Voerstreek is maar een uurtje rijden en zowat onze heimat, hen nog compleet onbekend. We spreken een weekend af op camping Natuurlijk Limburg voor een zomerse ontdekkingstrip.

Zonder die onverwachte uitnodiging voor een verjaardagsdrink, drie jaar geleden, een spontane babbel in de dorpskroeg toen ik twee jaar terug niet naar Berlijn kon vertrekken zonder afscheid te nemen van een jonge knaap, menig tooggesprek en laatst een inderhaast geïmproviseerde oudjaar samen zouden we hier niet met deze nieuwe vrienden en hun bijna tweejarige kleuter op pad zijn in coronatijd. Het kan verkeren zei Bredero, of was dat Vondel? Wil je graag mee vroeg ik nog aan Lennert, de verbindende factor en peter van de kleine? Hij twijfelde, maar was meer dan welkom. Gaat maar zonder mij, het zal hen deugd doen om ook eens alleen met ulle weg te zijn. Alsof hij ooit het vijfde wiel aan onze wagen zou kunnen zijn…

Zelf hebben wij onze Autoroller vorig weekend, na hem maandenlang onder de carport te moeten laten staan, al eens van stal gehaald voor een reünie van de camperclub. Stuk voor stuk had iedereen naar die bijeenkomst op een camping in Grimbergen uitgekeken. Het leken wel bevrijdingsfeesten toen we na de lockdown opnieuw mensen mochten zien, mits veilige afstand, en met de heropening van de horeca het gevoel hadden enige normaliteit terug te vinden. Nu recreatie met mondjesmaat weer is toegestaan, genieten we dubbel. Zij het dan met gezonde achterdocht tegenover onbekenden die ons pad kruisen en beducht om elke kuch die ergens weerklinkt. Afstand houden, alcohol op de handen in de plaats van door het gulzige keelgat, gehalveerde horecaterrassen en op campings zo veel mogelijk het eigen sanitair gebruiken. Het nieuwe normaal went stilaan en doet mij uitkijken naar een coronavrije zomervakantie in de eigen bubbel. Het heeft er bij velen diep ingehakt en niemand sluit mij ooit nog terug op in mijn kot, wij vertrekken binnen een week of drie naar Frankrijk met Marc en Mieke.

 

Vrijdag 19 juni 2020

We staan net voor de ingang van de camping, wanneer ik bericht krijg dat onze vrienden van de snelweg zijn afgereden. Ik had zelf gedacht dat we richting Lummen, Hasselt en Luik zouden aanhouden om langs de Maas tot in Visé en vandaar naar Voeren te rijden. Maar omdat we nu in Remersdaal worden verwacht, helemaal aan het andere eind van de smalle strook Dietsland, stuurt de GPS ons Luik ver voorbij tot Battice om via Aubel naar onze bestemming te rijden. Een ooit zo woelig stuk Vlaanderen waar nu de tijd op verslijt, tussen Franstalige faciliteiten en Nederlands Limburg geprangd. Cris staat voor de deur van het kantoortje te wachten, één persoon per keer mag er maar naar binnen. Ik speur aan de einder naar de aangekondigde rode campervan wanneer mijn wederhelft ons eindelijk ingeschreven heeft.

En of we nu plaats hebben om bijeen te staan? Rij maar binnen ik leg het wel uit. We mogen zelf gaan kijken waar het ons bevalt, omdat ik reserveerde met het verzoek om samen met onze vrienden te kunnen staan. Achteraan het kampeerterrein vinden we twee aanpalende kampeerplekken met een mooi gazon, waarschijnlijk het minste passage hier en dus rustig voor de kleine. Anders staan we vooraan bij het sanitair, op de kiezels, maar daar is het misschien ook weer wat drukker als de kleuter van onze vrienden moet gaan slapen? God lieve deugd, snotapen en overjaarse pubers tot daar aan toe, maar wat weten wij nu van kleine kinderen… De meeste van onze campervrienden zijn wat ouder dan wijzelf en hebben hooguit eens een kleinkind of een puber mee. En zelfs dat laatste lijkt ook al weer een eeuwigheid geleden. Het samen gaan kamperen met mijn ondertussen 6 jarige petekind beperkt zich na een paar uitgeregende augustusweekends tot het parkeren op de hof bij Wesley en Stefanie in Boutersem. Welaan, we staan hier nu en is het niet nodig voor kleine Lewis zijn nachtrust, dan helpt het mijn gemoedsrust misschien wel wat.

Achterwaarts inparkeren om met de deur en de luifel aan de goede kant te staan lukt net, maar beeld op de satelliet gaan we niet hebben want we staan hier te dicht bij de rand van het Veursbos. Verzet u anders nog eer Kristof en Marianne er zijn, oppert Cris voorzichtig en veilig toekijkend vanaf de zijlijn. Bij een stacaravan tegenover het tweede perceel heeft iemand uit Luik zijn wagen tegen de rand van de weg geparkeerd. Allez die Waal staat hier natuurlijk weer carrément in de weg mompel ik. Gewoon achterwaarts afdraaien lukt dus niet en in een breed manoeuvre over het getrimde grasperk eindig ik met de camper netjes op de daarvoor aangelegde strook met steentjes. De neus naar de weg en de camperdeur plat tegen een heg, ik stap uit terwijl mijn vent niet begrijpend alle moeizame bewegingen van de logge Autoroller gade heeft geslagen. Godverdomme nu sta ik nog verkeerd!

Mijn halve trouwboek lacht ingehouden en maakt zich haastig uit de voeten, terug naar de inkom want ze zijn er en hij toont hen te weg. Ik keer ondertussen de camper onder aanhoudend gemopper nog maar eens over het gras, dit keer in de juiste positie. De luifel is al uitgedraaid, onze kampeertafel en stoelen buitengezet wanneer het rode Californiaatje vrolijk en uit de losse pols op de vrije plaats parkeert. Welkom in Voeren en drinkt iets! De turnjuf gaf mij een lading Egotripel mee die na een eerdere festiviteit in de kelder van Don Bosco achterbleef en door corona en het afgelaste schoolfeest over datum ging. De brouwer kennende zal zijn speciaalbier, of toch zeker de dubbel en misschien ook de tripel, zelfs na de vervaldatum nog drinkbaar zijn. Elke empirische zytholoog weet dat magnums met kurken ook na de door Europa opgelegde termijn niet zomaar weg gegooid hoeven te worden, ten minste niet zonder te checken of de inhoud nog drinkbaar is of zelf stiekem beter geworden is. Dat is zo wat mijn smaakpapillen betreft, maar ik hou van geportoriseerde trappisten dus mijn oordeel is geen objectieve referentie. Marianne proeft en knikt bevestigend, maar onze kameraad vist voor alle zekerheid een veilige Jupiler uit zijn eigen frigobox. Of het hoppige bier van Gerrit nu ook nog koppig blijft, weten we pas morgenvroeg.

Eindelijk weer uit ons kot en gezellig kletsen in de felle avondzon terwijl de mama van Lewis voor het avondeten zorgt en haar onbezorgde kapoen rond de tafel en tussen de campers dartelt. Als het meezit kunnen we morgenavond grillen of ergens uit eten gaan, al naar gelang. Wij schikken ons met plezier naar het dagritme van de kleuter. Alles kan en niets moet, zelfs al hebben we voor de zekerheid onze koelkast met BBQ-vleesjes en verse groenten volgepropt. Zij zijn ervaren wandelaars die avontuurlijk reizen, wij gezapige Bourgondiërs dus zochten we voor dit weekend een vergelijk ergens tussenin. Cris en ik komen graag naar dit prachtige stukje Limburg en geraakten er nog niet op uitgekeken. Bovendien koester ik een persoonlijke binding met de bewogen politieke geschiedenis, dus wil ik maar al te graag tonen waarom wij ons hier in het grensgebied tussen Maaskant en het Land van Herve thuis voelen. Geen ingehuurde gids dit keer, zoals voor het campertreffen dat we ooit eens in ‘s-Gravenvoeren organiseerden, maar meester Stijn is voorbereid!

 

Zaterdag 20 juni 2020

Bij de koffie en het ontbijt bekijken we de kaart van wandelnetwerk Voerstreek nog een keer, best dat we nog voor de middag vertrekken want het gaat warm worden vandaag. Als het een grote lus wordt, tot in Sint-Pieters-Voeren met de Commanderij en de bron van de Voer, dan blijft Cris bij de camper om een boekje te lezen. Maar dat hoeft voor onze vrienden nu ook niet meteen dus houden we het op een aangename 6,5 km via De Plank en Veurs. Of iets daaromtrent, want de kilometers beginnen pas te tellen vanaf een knooppunt hier een eind verderop ter hoogte van de kruising op Rood bos met de weg die uit Remersdaal naar omhoog komt. Lewis mag in de draagzak bij mama op de rug en zijn papa draagt een fototas die minstens evenveel als zoonlief weegt. Wij hebben alleen maar rugzak met een fles water en zonnecrème mee want ze brandt.

De camping af en linksom naar knooppunt 75 om vandaar af te dalen naar 74 in een glooiing aan de rand van het het Veursbos. Ik herken het ongemakkelijke pad dat ons tussen bomenrand en weiland omhoog voert tot bij de witte blokkendoos die van overal in de omliggende gehuchten en zelfs tot aan de kerk van Sint-Martens-Voeren zichtbaar is. Een rijke Nederlander pootte hier boven op het plateau van het Konenbos een moderne villa neer. De meningen tijdens eerdere wandelingen waren verdeeld, maar ik zou er best wel kunnen wonen. Of niet, maar ik vind de locatie en de strakke architectuur wel iets hebben. Mijn memorie laat me niet in de steek, bij knooppunt 73 komen we uit aan een automaat met ijs van ’t Voerboertje. Tijd voor een pauze, de kleine kabouter is ingedommeld en verroert geen vin terwijl zijn mama het zware draagstel naast zich neerzet. Iedereen een hoeve ijsje dan maar? Het is al bijna middag en dat hebben we na die klim al wel verdiend. De wandelroute voert ons verder langs de boerderij dwars door de velden en weiden tot bij nummer 72 en het schooltje van De Plank.

We volgen een veldweg langs het Broekbos om bij knooppunt 67 door te steken naar het oude bakhuis van Krindaal. De weilanden en boomgaarden op het Maaslands plat, de donkere loofbossen op de steile heuvels en de bocagelandschappen wisselen elkaar af. Duizelingwekkend voor de landschapsfotograaf die beslist nog eens terugkomt naar de streek om vrijstaand met zijn campervan in alle vroegte deze unieke schakeringen vast te komen leggen. Ik hoef niet noodzakelijk dramatischer contrasten dan hier en nu onder de postkaartblauwe lucht, maar dorst heb ik wel na dat ijsje dus gaan we op zoek naar de herberg aan de Veurzer bron. Onderweg houden we bij nummer 65 even halt aan de spoorwegtunnel die door Duitse dwangarbeiders tijdens WO1 werd aangelegd samen met het spoorwegviaduct in Sint-Martens-Voeren waarvan een volkse vertelling zegt dat de bezetter werkonwilligen als straf mee ingemetseld heeft.

Jetteke haar oude winkeltje en het cafeetje blijven omwille van corona gesloten. Rick’s bier waar ik tijdens het stappen nog over stoefte, houdt Kristof te goed voor een andere keer. De oude lemen huisjes van Veurs en Daal voorbij knooppunt 64 lijken zo weggeplukt uit de Shire van de Hobbits. Ik liet me ooit vertellen dat hier al filmsets zijn neergestreken, zo bijzonder oogt het hier. Het zou dus best wel kunnen, maar we hebben nog altijd dorst en ook wat honger. Het ijsje is al lang verteerd dus stappen wel stilaan maar naar de camping terug. Rechts van ons ligt het Vrouwenbos, wij gaan rechtsomhoog en verdwijnen terug onder de bomen van het Veursbos en blijven in de lommer van het dichte gebladerte. Deze ochtend voor we vertrokken zag ik dat er achter het zwembad bij de containers een doorgang was.

 

Zo herinner ik het mij ook van toen ik 18 jaar was en hier vanuit Sint-Truiden per fiets samen met een schoolkameraad kwam kamperen. De camping heette toen nog gewoon Haciënda, nu de naam van de brasserie waar we ons vandaag eerder afgepeigerd op het terras neerpoten. Coronaproof. Er is nog één Rick’s, een blonde en die wil ik dan wel. De rest laaft zich aan een donkere Val Dieu, daar rijden we morgen misschien nog even langs of naar het Amerikaans kerkhof van Henri Chapelle. Niet moet, alles mag. Een pizza om te delen en een broodje met Val Dieu-kaas. En nog een patersbier, daarna gaan we terug naar onze campers. Het is tijd want de kleine kabouter verveelt zicht terwijl de oudjes pintelieren en er zitten ondertussen al te veel mensen voor de apéro op het bistroterras.

 

Zondag 21 juni 2020

We sluiten het weekend af met een bezoek aan het memoriaal van Hendrik Kapelle, ingetogen afscheid. Wij vertrekken kort na de middag al naar Sint-Truiden, onze vrienden hebben nog respijt en tijd om te gaan kijken naar de Abdij van Godsdal bij Aubel. Zij parkeren hun auto gewoon naast hun huis en ons wacht nog een hele verhuis. Ooit komt daar voor ons misschien ook nog wel eens verandering in. En na onze zomervakanties spreken we een nieuw kampeerweekend af.