De l’Amitié et du Bonheur

Champagne-weekend 2018

Een nieuwe episode in onze avonturen dient zich aan. Ze voorspellen stralend Pinksterweer, maar toch blijft de camper voor het verlengde weekend onder zijn carport staan. We boeken een gîte in Aÿ voor een uitstap met onze jongens. Met andere vrienden logeerden we ginder al eens in het gastenverblijf van Régis Fliniaux. De champagneboer verwijst me door naar Bernice, zijn oudere zus, want bij hem is het al bezet. We huren dus een paar straten verderop een huis voor het weekend, met de complimenten van haar petit frère Régis.

Vrijdag 18 mei

Het is al de vijven gepasseerd wanneer we uiteindelijk in Bertem vertrekken, met de S-Max van café Bollé. Ergens de voorbije weken gaf mijn Berlingo de geest, het mormel weet dat we al maanden op de nieuwe XL zitten te wachten. Het is uw joint de culasse mijnheer, zei de man van VAB. Bart, mijn Citroën-garagist spreekt van een herstelling en een betere overnameprijs wanneer na de zomer de eerste modellen in de showroom zullen verschijnen. Maar de onderdelen laten op zich wachten voor dat wrak van 12 jaar. Lennert rijdt dus met de zware automaat. Onze bagage en die van de jongens past netjes in de koffer en ik met Wouter op de achterbank. Bij de laatste snelwegparking voor de Franse grens leert de snotaap mij rijden in een auto zonder embrayage. Steekt uwe linker voet maar achter uwe rechter, anders duwt ge sebiet per ongeluk op de frein.

Onwennig zet ik achter het stuur van de S-Max de route verder via Bouillon en Sedan richting Reims. En tegen dat we bij Le Saint-Brice arriveren in de smalle straatjes van Aÿ-Champagne heb ik het rijden met een automatique helemaal onder de knie. Alleen nog het parkeren bij onze gastvrouw op de hof laat ik liever aan de enthousiaste snotaap over. Bernice toont ons de trap naar boven, beneden in de gang is er nog een kamer en ook op zolder kunnen er nog gasten slapen. Wij nemen vandaag genoegen met het eerste verdiep. Andere gasten zijn er niet, we zijn vrij in doen en laten. Centraal ligt de woonkamer, met veranda waar je stiekem mag roken als er een raampje open staat, maar dat doen we niet. De keuken geeft uit met een raam op straat, breng je de frigobox eens mee naar boven? We nemen elke een grote kamer in aan het andere eind van de etage, telkens met eigen sanitair. Hebben jullie ook een regendouche? Nee, dat niet.

Perfect. We zijn snel ingehuisd. En of Bernice geen glaasje meedrinkt? Het zijn de laatste flessen van bij Régis en ze staan al gekoeld van thuis. Bien sûr, attend, je cherche les verres! Dat we de volgende keer iets moeten zeggen, dan vult ze de frigo al en moeten onze voorraad niet van thuis meebrengen. Haar broertje had al gezegd dat ze goed voor de jongens moest zorgen, het gezelschap monsterend proberen we haar de situatie wat uit te leggen. Nous sommes marriés, il y a 14 ans. La jeunesse, ce sont nos amis. Lui, il est étudiant oui, c’était à un certain moment mon élève. Apres mon collègue. Son ami est notre chef de cuisine, il va preparer les repas. Wouter probeert het gebavardeer met onze hospita te volgen en glimlacht verlegen wanneer we hem als gediplomeerde kok voorstellen. Lennert hoort het in Reims en vooral in Keulen een beetje donderen. Le jeune comprend pas tout? Bernice verwachtte een reactie van Lennert, op de vraag wat hij dan nu studeert. Zijn boeken en pennenzak liggen al op tafel want dinsdag heeft hij al een grote toets. Nee, hij verstaat niet zo goed Frans, verontschuldig ik mijn aap, terwijl Cris het allemaal even snel voor hem vertaalt. Mieux de lui ramener en champagne en peu plus, c’est en buvant qu’il apprend! We zullen het onthouden en nemen afscheid van Bernice, de eerste fles is soldaat en we moeten dringend nog wat eten. Daar heeft Wouter voor gezorgd: vrijdag is hapjes dag!

We keuvelen gezellig de avond weg, Cris in zijn fauteuil, Lennert zegt als eerste slaapwel, hij had een drukke dag op school en wil morgen nog wat kunnen studeren. Met z’n drieën babbelen we voort bij het legen van het laatste glas. Dan is het voor iedereen tijd om gaan te slapen, we hebben allemaal een ganse dag gewerkt. Slaapwel. Morgen komt er nog een dag om champagne te gaan proeven bij Roger Brun en bij Régis.

Zaterdag 19 mei

Iets met goud en ochtendstond. De eerste die gisteren lag te slapen, is vandaag ook als eerste weer uit bed. Wouter is doordeweeks een vroege vogel en voor het krieken van de dag vaak al op pad voor zijn ochtendshift. Het geritsel in de woonkamer is mijn signaal om ook uit bed te komen. We lopen samen om brood en naar de winkel voor wat charcuterie. Een paté en croute en wat Franse kaas voor het ontbijt. Onze schone slaapsters worden pas wakker wanneer de koffie al is gezet. Een stevig eiken vat vormt de centrale poot van de grote eetkamertafel. Er rond een rood gelakt tafelblad met wel twaalf stoelen. De helft zal ruim volstaan dus zwieren we de andere zes aan de kant. Dicht bijeen op de bank was leuk, maar om nu niet met de ellebogen tussen elkaars ribben te zitten porren, hebben we toch iets meer plaats vandoen. Jong en oude apen hebben ook wel eens een ochtendhumeur.

Petit Déjeuner

Na het ontbijt ruimen we de tafel af, ik sta met Wouter aan de vaat. Cris speelt een spelletje op zijn gsm en kijkt er ondertussen vanuit zijn fauteuil op toe dat Lennert nog een uurtje zijn lessen leert. Het is al bijna middag en de zon staat hoog aan de blauwe lucht, zonnebrillen op de neus en dan lopen we een eindje om. Klimmen we tot bovenaan de wijngaarden? Dan komen we langs de rozentuin van Collet terug voor de proeverij om 14u bij Roger Brun. Ik stel maar wat voor, mijn twee speelvogels zijn enthousiast en ook voor mijn wederhelft is een wandelingetje best okay.

We struinen door de straatjes tot op de place voor de Mairie en na een pintje op het terras verder langs de kerk naar de granieten globe op het plein voor het huis Lallier, champagne die we volgende keer voor een dégustion misschien eens moeten boeken. Stijl omhoog tot we halverwege de helling een wegeltje vinden dat door de wijngaarden naar de rozentuin achter de Cité du Champagne loopt, het bezoekerscentrum van nog een ander champagnehuis waar we ooit ook wel eens langs zouden kunnen gaan. Met één reprise van dit weekend komen we hier precies niet toe. Meer vignerons dan mensen in Aÿ en we moeten straks ook nog langs het warenhuis om inkopen te doen voor het eten deze avond. Wouter mag kiezen, hij is de chef. Nu eerst naar de bestelde proeverij.

Philippe Brun verwacht ons en we weten van een eerdere passage in Aÿ dat het er druk kan zijn. Ook dat je er niet zomaar op goed geluk binnen geraakt. De vrienden waarmee hier waren, vertelden me dat ze eindelijk een dégustatie konden regelen en dat het écht de moeite was. We gaan het straks weten, want we schuiven nu ook mee aan voor de proeverij. Aan enkele tafeltjes, met centraal een houten ton zoals die van het ontbijt in de gîte en iets kleiner, zijn al een handvol andere gasten gezeten. We krijgen een uitleg in zijn beste Engels en zijn beste wijnen in aan het eind ontelbare glaasjes geserveerd. En water in flesjes, want het is hier al zomers warm.

On commence avec le brut normale, c’est le champagne de kermesse à boire en grandes quantités, grinnikt Philippe. Lennert lust hem wel. We gaan over naar de betere flessen, Brut Grand Cru, Grand Réserve Sec, Cuvée des Sires, Rosé Romance, Rosé des 4 Nuits. Achtereenvolgens de brut, met druiven enkel van de terroir in Aÿ, de eerste wordt geassembleerd uit wijngaarden buiten de Cru zo blijkt en is dus wat ordinair en goed grote volumes bij trouwfeesten en kermisfuiven. Dan een brut met extra gesuikerde dosage, niets voor deze jongens, tenzij met wat blauwe kaas. De Sires is een brut milésime en bevalt ook Wouter wel. Cris en ik tekenen voor de lichte Romance en de dieprode 4 Nuits, vernoemd naar de vier nachten maceratie waar ook de pinot noir kleur van komt. Uniek voor een champagne.

Philippe kent zijn stiel en zijn pappenheimers. Onderwijl hij vooral onze tafel van flessen en praatjes voorziet, staat er een stel skandinaven voor de deur. Of ze verlangen dat hij zijn gasten aan hun lot over laat om hen te ontvangen? Maar ze waren hier al ooit voor de proeverij en willen gewoon bestellen. Nee, gewoon iets kopen kan ook niet. Hij kan toch niet naar zijn magazijn lopen terwijl de zaal vol zit. Loop aan het eind van het dorp even naar Egrot of hier om de hoek, daar verkopen ze jullie wel een fles. Terug aan onze tafel opent hij een bijzondere fles, eentje zonder muselet en capsule, maar gesloten met een koord en zegellak. Niets voor dat slag, grapt hij, die Zweden komen mijn tijd verdoen sinds ze op National Geographic een reportage uit hebben gezonden. Terwijl de voorzichtig van de Réserve Familiale nippen projecteert hij de fameuze uitzending op het grote scherm. Godendrank, die moet ik hebben. Cris twijfelt niet en ook Wouter is er helemaal weg van. Lennert blijft bij de kermis en terwijl hij met mijn wederhelft buiten op de stoep staat te roken, komen de Zweden met een plastic tas en twee flessen al terug.

Ik heb net onze bestelling op het briefje geschreven wanneer Cris vraagt hoeveel Réserves erbij staan. Zes. Buiten hangen de tarieven aan de deur: 120 euro per fles. Wouter trekt bleek weg en ik slik toch ook wel even. Een karton, ah ja. Niet gebruikelijk zo blijkt, maar Philippe maakt voor ons een vriendenprijs. Dat lijstje hangt er maar om toeristen af te schrikken en zijn internationale verdelers toe te laten hùn exporttarief te blijven vragen. De dure flessen zitten vast verpakt in een houten kistje, want met dat koordje heb je soms iets nodig om de kurk erop te houden in het transport.

Om van de aderlating te bekomen schenken we de resterende flessen leeg. Cris en ik hebben net voor een klein fortuin aan champagne gekocht en moeten straks ook nog naar Régis. Eerst langs het warenhuis om brood en kaas, in de keuken in de potten roeren hoeft Wouter vandaag niet meer. Bonjours mes amis, begint onze vriend, comment allez vous? En of het ons bij zijn zuster bevalt. Bien sûre. Ze heeft ons hartelijk ontvangen en het huis is gerieflijk, maar natuurlijk niet zo modern als de gîte hier. Bernice vertelde hem vanmiddag bij de apéro dat we gisteren onze laatste flessen mee terug hadden gebracht en samen met haar een glas hebben gedronken. Régis opent alvast een brut, terwijl mijn wederhelft voor de jongens even in het Vlaams herhaalt wat onze gastheer net allemaal heeft gezegd en ik terloops in de taal van Molière vermeld dat de snotaap nog nooit een champagnekelder van dichtbij heeft gezien.

Vraiement? Pas possible! Si… De oude man troont het ganse gezelschap mee langs de steile trap die naar zijn schatkamer leidt onder het gewelf dat zich onder de werkplaats en zijn woning uitstrekt. Voilà, toute ma richesse est ici dans la cave et sur les pupitres. En als Lennert nog nooit een kelder heeft gezien, weet hij waarschijnlijk ook niet wat er gebeurt in de méthode champenoise? De snotaap schudt zijn hoofd wanneer Cris simultaan vertaalt. Dus legt de vriendelijke man alles van naadje tot draadje uit, toont het dépot tegen het vale licht van een peertje aan de vaal bepleisterde wand en demonstreert het remueren dat hier nog volledig gebeurt met de hand. Dorst. Iets helemaal anders dan de wijnen van bij Brun. De Brut van Régis lusten wij wel, maar de Prestige is nog beter en de Rosé helemaal anders van kleur dan de Romance van Philippe. Een leerrijk en hartelijk bezoek, het wordt tijd om te gaan eten. Merci pour l’accueil, c’était bien gentil. Nog een fles voor zo meteen het aperitief, de rest van onze bestelling halen we morgenochtend wel even op. We worden uitgewuifd, hartelijk zoals altijd: Bon soir et à demain!

Gezellig samen, een avond ongedwongen en zonder zorgen, gewoon genieten van een glas met onze jongens. Morgen staat Epernay met de Avenue de Champagne en de kelders van Moët et Chandon op het programma. De tickets voor het geleide bezoek in het Engels zijn besteld, we worden er na de middag verwacht. Dan kan Lennert eerst nog wat werken voor zijn school en ga ik met Wouter nog wat kilometers stappen als voorbereiding op de Dodentocht waar we samen op een blauwe maandag eens voor hebben ingeschreven.

Mijn nieuw samengestelde gezin is gelukkig, Lennert languit onder een fleece dekentje op de bank, Cris weer in zijn zeteltje en Wouter dut op de sofa naast mij weg. Zijn vermoeide ogen vallen toe en zijn hoofd rustend op mijn schouder. Mijn arm liefdevol rond de zijne geslagen. Kijk toch eens hoe lief, tot plots de luide stem van mijn zijn lief door de veranda buldert. Wouter, ga in uw bed slapen, moppert de snotaap. Gedwee krabbelt mijn bankstelmaatje recht, geeft iedereen een zoen en verdwijnt naar de achterkamer. Het lief neemt de warme plek van zijn vriendje in en wipt zijn benen over de armleuning van de tweezitbank. Lennerts hoofd belandt argeloos in mijn schoot terwijl hij onbezorgd een spelletje speelt op zijn gsm. Mijn wederhelft zit erbij en kijkt ernaar. Een laatste glas en iedereen naar bed. Slaapwel ventje, hij kruipt naast Wouter en ik bij Cris.

Zondag 20 mei

De wederhelften gaan deze ochtend naar de bakker. Ik mag mijn aap zelf gaan wekken, want Wouter kreeg alleen maar gegrom vanonder de kussensloop. Terwijl ik door de keuken stap en de bezem passeer, overweeg ik hem daarmee even vanaf een veilige afstand te porren. Maar in de tussenkamer klop ik voorzichtig op de volgende deur, Lennert kreunt zacht. Euh ben je deftig? Achter de deur weerklinkt de bevestiging van een ontwakende slaapkop. Behoedzaam bij hem zitten aan de rand van het grote bed, wil ik nog even wat zeggen over gisteren op de bank. Dat was toch fijn, repliceert de aap. Ja, lieverd, heel fijn maar wel een beetje raar. Hij is wakker, stuur ik naar Wouter, en bijten deed hij niet.

Onze mannen komen terug binnen met het ontbijt en ik vecht na de koffie precies wat tegen een knagende kater. Tafel afgeruimd en de vaat gedaan. Lennert moet deze ochtend zijn cursus met Latijnse namen van spieren en alle botten in het menselijke skelet nog leren. Gaan we stappen vraagt het lief? Graag, ik heb wat frisse lucht nodig om de nevel uit mijn hoofd te verdrijven. Cris hou je onze kleine in de gaten? Ja, ja, ga maar, klinkt het van achter het kleine scherm. Het is warm en we klimmen de heuvel met de wijngaarden over helemaal tot aan de noordkant om dan over het plateau terug te keren. Puffend en hijgend sterf ik daar zowat om mijn kameraad te volgen.

Wouter kijkt me meelijvol aan: oei Stijn, ge hebt er precies last van en ook al bijna niets gegeten deze morgen, zoveel hebt gij gisteren toch niet gedronken? Bwa, niet veel meer dan jullie, maar ik zal er minder tegen kunnen zeker op mijn oude dag. Gij zijt vroeger gaan slapen en op het einde nog die rode wijn. Het verstand komt niet voor de jaren, placht mijn vader steevast te zeggen, en bij sommige nooit vulde hij dan soms nog wel eens aan. Een kater lach ik, feitelijk twee. Hoezo, vraagt het lief? Ja zeg, van het drinken en van de rest he Wouter… De rest? Euh ge weet wel, omdat ik uw snotaap ook graag zie en hem straks ga missen als terug we thuis zijn. Wouter stoort er zich niet aan, mij valt het sommige dagen een stuk zwaarder dan de fysieke beproeving hier. Zo goed als uitgedroogd, met alleen twee koppen koffie in mijn maag, draait de wereld in de afdaling naar het dorp al een beetje om mij heen. Dat is mijn derde kater, grap ik naar Wouter, de financiële na dat factuurtje bij Roger Brun. Daarvan wordt mijn bankstelmaatje ook wat bleek. Op sterven na dood strompel ik voort achter hem aan. Dit wàs mijn dodentocht denk ik bij mezelf. Aan finishen in die 100 km half augustus denk ik zelfs al niet meer.

Mannen zitten nog op dezelfde plek waar we ze achter hebben gelaten. Lennert aan zijn laatste blad en Cris met een muziekje in de zetel. Hij heeft de ganse tijd geleerd, zegt hij geruststellend terwijl ik een blik cola achterover giet. Oei dat drinkt gij nooit? Neen, ik ben mottig en steendood. Na een halfuurtje platte rust en een stevige Dafalgan, ben ik van mijn katers bekomen. Net op tijd om te vertrekken naar het bezoek bij Moët. Het volgende euvel, de grote poort van Bernice is dicht en de S-Max staat daarbinnen. Oei. We bellen aan, maar niemand doet open. Even bellen, vruchteloos. We moeten wel weg, wat zijn dat voor toeren moppert mijn anders eerder rustige man. Na wat foeteren weet ik het automatische hek manueel te ontgrendelen en voorzichtig, maar met gans mijn gewicht helemaal open te duwen om Lennert met de auto naar buiten te laten rijden. Traag duwen we de beide vleugels ook weer dicht en opgelucht vertrekken we richting Épernay.

Dit wàs mijn dodentocht denk ik bij mezelf. Aan finishen in die 100 km half augustus denk ik zelfs al niet meer. Mannen zitten nog op dezelfde plek waar we ze achter hebben gelaten. Lennert aan zijn laatste blad en Cris met een muziekje in de zetel. Hij heeft de ganse tijd geleerd, zegt hij geruststellend terwijl ik een blik cola achterover giet. Oei dat drinkt gij nooit? Neen, ik ben mottig en steendood. Na een halfuurtje platte rust en een stevige Dafalgan, ben ik van mijn katers bekomen. Net op tijd om te vertrekken naar het bezoek bij Moët. Het volgende euvel, de grote poort van Bernice is dicht en de S-Max staat daarbinnen. Oei. We bellen aan, maar niemand doet open. Even bellen, vruchteloos. We moeten wel weg, wat zijn dat voor toeren moppert mijn anders eerder rustige man. Na wat foeteren weet ik het automatische hek manueel te ontgrendelen en voorzichtig, maar met gans mijn gewicht helemaal open te duwen om Lennert met de auto naar buiten te laten rijden. Traag duwen we de beide vleugels ook weer dicht en opgelucht vertrekken we richting Épernay.

Parkeren kan op de parking van Mercier, zeg ik terwijl ik onze chauffeur van Aÿ naar de naastliggende stad begeleid. Daar zijn wij en Wouter al een paar keer geweest, maar omdat het met lift is hebben we Moët aan het einde van de Avenue voor u geboekt. Alles draait dit weekend om de aap. De parking blijkt afgesloten voor de duur van een verbouwing gaan het bezoekerscentrum, dus wijken we uit naar mijn plan B. Ik stuur Lennert terug naar de rotonde, rechtsaf en lager gelegen de parking op tegenover Castellane waar we een eeuwigheid geleden eens met onze eerste camper hebben gestaan. Het is nog altijd zomers warm, maar de blauwe hemel van deze ochtend trekt dicht onderwijl we over de travertijnen en peperdure allee flaneren. Als daar maar geen regen van komt, opper ik wijzend op de dikke wolken, hier in onze bermuda’s en zonder jas. Maar nee…

We zijn ruim op tijd om vóór de visite guidée des caves et dégustation – Grand Vintage Tour – om vier uur stipt en in het Engels zoals afgesproken nog even bij de C-Comme bar binnen te wippen. Bar heeft geen C, neen, maar Champagne wel. Ah ja. C comme Cris grap ik naar mijn vent. Die denk waarschijnlijk: onnozelaar. C comme Convivialité , ga ik op lyrische wijze verder. C kom wadde? <kɔ̃.vi.vjali.te> hak ik de Franse gemoedelijkheid voor Lennert die met een houten prikker aan de toog achter de olijven jaagt. C comme Camaraderie, <kaməˈrad(ə)ri> en ik denk aan Wouter op mijn schouder bij het nippen van mijn glas.

De ganse vocabulaire uit de Larousse onder het hoofdstuk C passeert op het ritme de bubbels in het glas en de woorden van de barman die ons zijn betere wijnen laat proeven. We hebben nog wel even, doe ons nog maar een fles. Avec plaisir. Un Champagne atypique, un petit producteur récoltant à Moussy et élaboré uniquement du Pinot Noir. Het lief knikt, de aap geniet. Dat hoop ik dan maar, alles draait om hem. Maar hij zegt van niet. We zijn hier met zijn vieren en samen uit, samen thuis. Stilaan tijd om terug naar Moët te gaan voor het bezoek.

Wanneer we uit de krijtkelders van het champagnehuis terug buiten komen zijn de witte wolken tot een grauwe deken samengepakt. Terwijl de jongens een sigaretje roken voel ik een druppel op mijn wang, euh mannen, het regent. Maar nee… of toch? Ja. We stappen in geforceerde mars de Avenue de Champagne omhoog in een naïeve poging droog te blijven. Het giet halverwege de dure allee. Wanneer we bij de auto komen, kan je ons alle vier uitwringen, nat tot op onze onderbroek. Wat zeg ik, tot op ons blote vel. Gieren van het lachen, dat wel. De ramen dampen al aan terwijl de regen klettert op het dak. Thuis bij Bernice aangekomen, heerst er lichte paniek. De poort was op slot en de auto weg? Neen, er is niets kapot. Eerst ontgrendeld, dan zachtjes open gezet. Bij een stroompanne blijf je toch ook niet gevangen zitten, probeer ik de gemoederen te bedaren. Haar man bevestigt, maar andere gasten in de gîte hebben onverhoeds de elektrische motor eens geforceerd en de herstelling koste een fortuin. Ach kind, wij zijn verzekerd en kochten gisteren bij Brun.

De regen mindert en het humeur van de gastvrouw klaart op. Of en waar we gaan eten? Terug in Épernay, bij Lieven Vercouteren in Le Théatre. Bonne chois. C’est un Flamand. Oui je sais, on a déjà été là quelques fois. J’avais bien voulu réserver au Rotisserie hier, mais c’était complet. La prochaine fois, vous me prévenez et je vous règle une table. Ah c’est gentil, Merci. Bernice belt nog een taxi om ons op het afgesproken uur naar het restaurant te voeren. De terugrit spreken we zelf wel af. Eerst de natte kleren uit, we zijn verkleumd ondertussen. Een warme douche, zegt Cris en hij verdwijnt terwijl de rest van de camaraderie in onderbroek met een glas champagne op de droogkast wacht. Hilariteit.

Maandag 21 mei

Geen katers te bespeuren aan het ontbijt. Wouter en ik moeten de bestelling bij Régis nog halen. Ondertussen pakken Cris en Lennert hun hebben en houden in. Zoals gisteren in de gietende regen beloofd brengen we rond de middag de sleutels terug naar de vrouw des huizes. En dat we volgend jaar de jongens terug mee moeten brengen, het zijn schatjes zegt Bernice. Ja, vertel mij wat. En dat het goed is om hun Frans te oefenen. Zeker daarvoor alleen al komen we terug, maar dan hopelijk wel in de gîte van Régis – merci, et à la prochaine.

Blaise-Lourdez

De S-Max steek al afgeladen vol, maar onderweg naar huis rijden we nog langs één adres. Een champagnehuis buiten de Grand Crux, de prijs is kleiner bij Blaise-Lourdez, onze bestelling daarom niet. Thuis heeft vader Bollé heeft zijn oder en centen meegegeven, de jongens nemen dus wat extra kratten mee. Ooit kreeg Luc hier een klein flesje met gestookt spul cadeau, waarvan hij mij de laatste neut eens schonk. Hij herkende in mij ter stond een connaisseur. Dus probeer ik hier nu in mijn beste Frans en met een beklijvend verhaal om mijnheer Blaise te overtuigen mij speciaal voor Lennerts papa zo een flacon Fine Champagne te verkopen. Het werkt, maar de flessen zijn geteld en het zijn de laatste exemplaren. Ik maal niet over de prijs, maar we krijgen er zelfs gewoon eentje mee.

Uniquement pour de bon clients. Un très grand merci!