Van Voer tot Enz

Herfstvakantie 2017

Route via Google-maps

Zaterdag 28 oktober

Traject: Leuven – Voeren, 93 km

De herfstvakantie start met neusspray, een dosis paracetamol en het blije vooruitzicht om met vrienden te gaan wandelen in Voeren, een Limburgs lappendeken van dorpen en gehuchtjes in de plooien van de geschiedenis gevangen. Wij hebben behalve ergens in het groene Ierland ons hart ook een beetje verloren tussen de Maasvallei en het Land van Herve, waar Vlaanderen worstelt met ingeweken Nederlanders en achtergebleven Luikenaars. Het gaat allemaal wat traag vandaag. Sinds het einde van de zomer hebben we er nochtans naar uitgekeken, maar nu het zover is geraak ik ’s ochtends niet uit bed. Cris zit op hete kolen. Ruim over de middag zijn we dan toch ingepakt en staat de Autoroller met zijn neus naar het oosten gericht. Nog bij de mama en de oma langs om te melden dat hun jongens weer eens van huis zijn, een snelle tussenstop want we hopen nog voor het donker op de parking in ’s Gravenvoeren een plekje te vinden. Wij zijn niet de enige luxe-kampeerders die de weg hierheen lijken te kennen: het wandel-, fiets- en mountainbiketoerisme floreert hier duidelijk het ganse jaar door.

's Graven-Voeren
's Graven-Voeren

De avond valt snel in dit seizoen en het loopt tegen etenstijd, dus wandelen we in het laatste vale licht naar beneden tot op de Pley. Mostar staat te koop, een monument verdwijnt uit het pittoreske dorp waar ook de Joegoslaaf een Vlaming is. Miro en zijn vrouw Hilda hebben hier 35 jaar lang hun Slavisch restaurant uitgebaat. Nu zijn ze naar eigen zeggen klaar om de fakkel door te geven en willen ze wat dichter bij hun kinderen gaan wonen, ergens in het Leuvense. De wereld is klein. Wie er zich voor de finale sluiting nog wil laven aan de gulle verhalen en de liters rode wijn uit Bosnië Herzegovina kan zich maar beter haasten. Cris had de voorbije dagen wat last van gerommel in de trommel en mijn eetlust komt door de neusverkoudheid nog niet eens in de buurt van een voorgerecht bij Miro. Laat staan dat we een overdadige plata met geflambeerde ćevapčićis verteerd zouden krijgen, dus stappen we binnen bij Marc en Mieke, hopend op een lichte maaltijd in Eetcafé der Pley. Eerst een Rick’s bier om de apetijt te scherpen, daarna verschijnt er voor Cris een bord met Voerens gras op tafel en voor mij een Voerense forel. Terwijl de andere gasten terug naar huis vertrekken, verplaatsen wij ons voor een afzakkertje naar de toog want Mieke dekt de tafeltjes al op voor de zondagochtendklanten. Gezellig moele en mee kalle met Marc tot in de kleine uurtjes over een sloot Duvel en Val Dieu – medicinaal gebruik.

Zondag 29 oktober

Na een koude en onrustige nacht, nog koortsig door de opgelopen verkoudheid en ijl in het hoofd door het verraderlijke bier, worden we gewekt door arriverende toeristen. Mijn wederhelft is voor één keer eerst uit bed. Ik lig nog te sterven en de Vlaamse vrienden, waarmee we afspraken, komen ook al de parking opgereden. Ik tuimel uit bed, rechtstreeks in mijn kleren en strijk mijn slaapkop in de plooi terwijl Cris hen enthousiast begroet. De nagelnieuwe stapschoenen worden uit de koffer opgedoken en met z’n vijven haasten we ons naar het bezoekerscentrum en de uitnodigende toog die wij tweeën luttele uren voordien pas hebben verlaten. Het is er druk op het middaguur en grinnikkend gebaart Marc ons naar een tafeltje om de hoek van zijn toog: oei dan zitten we in het franstalige deel – daarmee verwijzend naar een stukje petite histoire dat we vannacht te horen kregen in het illustere Café Wijnants dat jaren geleden al werd uitgebreid met de gelagzaal van het eerlang franskiljonse nest ernaast.

Kameraad Vital, wandelgids van dienst en activist van jaren, weet er nog levendig over te vertellen. Met galmende stem en stappend langs de knooppunten die hij voor ons heeft uitgezocht, worden we onderslagen in de heroïsche geschiedenis van de Voer. Hoogtijd voor een ‘wandelsoep’ of wat kaas- en vleesplanken om de innerlijke toerist te versterken, de jonge dienster neemt onze bestelling op want stappen op een lege maag – én een stevige kater – is nooit een goed idee. Een volks gezegde leert me dat je best de dag kan beginnen met hetgeen waarmee je eindigde, dus voor mij een Rick’s met zure kersen graag! We kletsen bij en na de late lunch zet ons gevolg zich eindelijk in gang, voorbij het huis waar ooit een Luikse haar voorschoot hief om aan de samenscholende flaminganten haar blote kont en haar afkeer te tonen. Met vuur en passie vertelt onze kompaan over de Luiksgezinde cafébaas Grosjean en forellenkweker Snoeck; de ene schoot voor zijn kaffaat drie Vlamingen neer, de andere twee ‘wandelaars’ vanuit zijn slaapkamerraam. We luisteren geboeid naar de verhalen over de Action Fouronnaise in de zeventiger- en tachtigerjaren.

's Graven-Voeren
's Graven-Voeren
's Graven-Voeren

De wandeling start in Sint-Martens-Voeren dus rijden Sabine en Dirk met ons daarheen. Vital leidt ons vanaf de Veurzerbron bij Jetteke langs wijngaarden op de Crutzberg tot in De Plank, een gehucht pal op de Nederlandse grens. We trekken door donkere bossen, over weiden en langs hoogstamboomgaarden die zich stilaan tooien in hun mooiste herfstkleed. Stiekem hunker ik al naar de winter en droom ervan nog eens in de sneeuw te mogen wandelen. ’s Avonds eindigen we met stramme kuiten, maar met opgeladen batterijen aan tafel in Gasthof Blanckthys. Cris en ik beginnen met een torentje van de streek: zure appel, Voerense trippen en kaas van Herve. De oudstrijder houdt het bij een slaatje met gebakken mosseltjes, gevolgd door een regionale specialiteit met Limburgs-hoender en zwarte pruimen. Een wat bizarre keuze gezien zijn voorliefde voor alles behalve pruimen en mosselen, bedenk ik bij mijzelf terwijl ik een schunnige lach onderdruk. Ik bestel opnieuw een forel op Voerense wijze – dat visje wordt deze vakantie nog een klassieker.

's Graven-Voeren
's Graven-Voeren

We nemen afscheid, onze Leuvense vrienden rijden terug naar huis en we beloven op onze communiezieltjes om Dirk een fles Kirschwasser van het Zwarte Woud mee terug te brengen. Morgen rijden wij naar Baden Baden, dat ooit mondaine kuuroord ligt op ruim vijf uur rijden – vier zonder files, maar de Duitsers kennende hebben ze onderweg vast wel een Baustelle en een paar kilometer Stau voorzien. Het wordt een lang rit en het was een energieke dag, ik kruip dus vroeg in bed want om 9 uur in de ochtend willen we al de baan op.

Maandag 30 oktober

Traject: Voeren – Baden Baden, 428 km

Halverwege de namiddag komen we bij de camperplaats aan na een laatste hindernis. Niet alleen de snelwegen hierheen, maar ook de toegangsweg naar de Hubertusstraße blijkt opgebroken. In andere omstandigheden zou ik nu krap door het lint beginnen gaan, maar de Deutsche Grundlichkeit voorziet in Umleitung-borden waar een blinde zelfs niet over kan zien. Zo nemen we ook vlot de laatste horde en parkeren tenslotte onder een grauwe lucht onze Autoroller aan de voet van de Schwarzwaldhochstraße: de beruchte B500 slingert zich hier nog als een ringweg rond de stad, voor hij naar de hoogste toppen van het gebergte klimt. De stad bezoeken we morgen, vandaag lopen we alleen nog even terug naar het winkelcentrum om wat lokale specialiteiten – dat Kirschwasser voor Dirk misschien.

Bij een fles wijn, tijdens onze zomervakantie in overtal gekocht, vergezeld van een homp brood en een brok Bergkäse plannen we de komende dagen verder uit. Een dagje wellness en shoppen in Freiburg, daarbij zijn het historische Friedrichsbad en de Caracalla therme beslist een optie, maar de afgelopen weken trok ook Bad Wildbad met zijn feeërieke Kurpark en het Maurische Palais Thermal al eens mijn aandacht. Dus we weten het eigenlijk nog niet zo goed, alles kan en niets moet. De weersverwachtingen zijn uitstekend en de gemoedelijkheid hier binnen ook, buiten blijven er tot laat op de avond campers aanrijden onderwijl de Truma-verwarming een versnelling hoger schakelt. Bij de gloed van de televisie blijft het behaaglijk warm, buiten komt het vriespunt al in zicht hier op de boorden van de Enz.

Baden Baden
Baden-Baden
Baden Baden

Dinsdag 31 oktober

We ontwaken traag en gaan op zoek naar de bus richting Baden-centrum. Een ticket voor Zwei Waben en je bent er in een wip – maar wat die honingraten zijn, zullen we waarschijnlijk nooit weten. De stad ontwaakt en als toeristen kuieren wij wat doelloos door de stad, langs het Kurhaus en het operagebouw tot op Goetheplatz. We stappen een eindje mee door het bonte gebladerte van de Lichtentaler Allee – het ruim twee kilometer lange park langs de Enz die de stad doorsnijdt. Door de rozentuin keren we terug naar de verlaten straten met Belle Époque huizen. Alleen de Caracalla-thermen en het Friedrichsbad openen net als de lokale horeca op Allerheiligen de deuren dus wagen we onze kans in de Löwenbräukeller. Mijn liefhebbende vergenoegt zich op Zwiebelrostbraten en ik probeer een Schwarzwaldforelle, und zwei Bier bitte...

Baden Baden
Baden Baden
Baden Baden

Het thermaalbad oogt aanlokkelijk, net als het moderne saunacomplex ernaast. We lopen de majestueuze vestibule binnen om een brochuurtje: Nach 10 Minuten vergessen Sie die Zeit und nach 20 Minuten die Welt. Misschien blijven we een dagje langer voor wat klassieke badcultuur morgen, vandaag duiken we nog de catacomben van het historische badhuis in om de resten van de Romeinse thermen te gaan bekijken. Het oude badhuis zit bovenop 12 warmwaterbronnen die per etmaal ongeveer 800.000 liter mineralenhoudend water opstuwen. Stoom kringelt uit een rooster tussen de plavuizen bij het majestueuze gebouw terwijl de zon alweer naar de einder zakt. Het koelt razendsnel af dus stappen we terug op de bus om de planning voor de komende dagen te herbekijken. Een dagje welness hier wordt min of meer uitgesloten door de vage vermelding in de folder dat er op woensdag een wekelijkse vrouwendag is de Caracalla-thermen. Het oorspronkelijke idee komt daardoor terug op tafel, we steken morgen de noordelijke rug van het Zwarte Woud over naar Bad Wildbad, das königliche Wellnessparadies.

Woensdag 1 november

Traject: Baden Baden – Bad Wildbad, 45 km

Een ochtendlijke drukte bij het servicepunt wekt ons uit een verkwikkende slaap, andere campers schuiven aan terwijl de ramen van de Transit worden afgezeemd. Het was weer een koude nacht en zelfs met verluchten en verwarmen lukt het niet om condens te voorkomen. We volgen de GPS naar de B500, door de tunnel onder de Lichtentaler Allee, om dan dwars door te steken viaGernsbachLuftkurort en een typisch stadje met vakwerkhuizen en de charmes nodig om winter- en zomergasten aan te trekken. We nemen de pas bij Kaltenbronn en dalen langs kronkelende wegen terug af naar de camperplaats bij het Kurpark van Bad WildbadGesundheid inmitten des Schwarzwalds.

Bad Wildbad
Bad Wildbad
Kurpark - Bad Wildbad
Bad Wildbad

Net op tijd voor de lunch nemen we er één van de vrije plaatsen in. Het Palais Thermal met zijn Fürstenbäder en Maurische Halle uit wijlen de 19de eeuw vinden we op een boogscheut van onze bivakplaats. We stappen naar beneden tot bij de loop van de Enz en wandelen naar het midden van de stad, omgeven door kuurhotels en seniorenverblijven. In andere tijden arriveerde hier de klandizie van het revalidatiecentrum met de stoomtram vanuit Pforzheim, vandaag staan ze boven met de camper of met de Tesla in de Tiefgarage geparkeerd.

Net wanneer we bij de ingang van het thermaalbad staan, daagt het me dat ik bij het pakken van mijn zak toch wel een zwembroek vergat. Cris slaakt een zucht en blijft in de herfstzon op me wachten terwijl ik mij naar de camper rep en weer terug – nodeloos. Im Saunabereich und Panoramadeck mit Außenbecken ist das Ablegen der Badekleidung Pflicht, mijn echtgenoot declameert met de aanmatigheid die enkel de taal van Goethe vermag een mededeling op de pancarte bij de kassa: Im historischen Bäderbereich kann mit oder ohne Badebekleidung gebadet werden. Schijnbaar verhullen enkel een beschroomde jongeheer en zijn onwennige freule nog iets in het thermale bekken. Dobberend in het azurblauwe bad en duizelend onder het mozaïeken firmament lachen we nog smakelijk om mijn plotse dwaling. Later op de dag verdwalen de jongeman en zijn vriendinnetje vooralsnog tot op het zonnedek, maar de Deutsche Grundlichkeit is er onverbiddelijk – alles uit of niets.

Palais Thermal - Bad Wildbad
Bad Wildbad

Het donker viel een uur geleden al over het noordelijke woud en de heuvels kleuren nu zwart. Boven het ontstuimige ontspanningsbad hangt een waas hier zo in de kouder wordende avondlucht. Helemaal voldaan staan we tegen etenstijd weer buiten op de stoep voor het saunapaleis. Op goed geluk stappen we binnen bij het Wildbader Hof, we mogen aanzitten aan een grote dis waar net een nukkige rus en zijn twee matroesjka’s hun avondmaal hebben besteld. Er blijft nog een stoel tussen en de taalbarrière zorgt ervoor dat we hen ongestoord kunnen becommentariëren. Met twee grote potten bier voor onze neus waag ik me aan een trio van regenboog-, zalm- en beekforel. Eerlijke Schwabische keuken afgewerkt met een Schwarzwaldbecher, espresso en een deftige neut Kirschwasser. Cris speelt op zeker met Rostbraten en Spätzle.

Morgen nemen we de Meisterntunnel die rond de stad aan de voet van de Sommerberg loopt door de tegenoverliggende flank. Liever dan op onze stappen terug te keren over de bergpas, om ergens in de buurt van Baden Baden de snelweg naar Freiburg terug te vinden, maken we een ommetje door het dal. We volgen de spoorlijn tot de eerste grote stad en zetten in een wijde boog koers naar de zuidkant van het Zwarte Woud voor wat shoppen en citytrippen.

Donderdag 2 november

Traject: Bad Wildbad – Pforzheim – Freiburg, 180 km

Na een nieuwe koude nacht hier hoog boven de Enz wordt het weer ramen zemen. We wachten onze beurt af bij de servicezuil en duiken dan de tunnel in richting Pforzheim. Met weinig vertraging bereiken we tegen de middag de camperplaats in de Breisgau. Er is nog plaats voor onze bescheiden camper, zonder stroom maar daar maalt alleen de Efoy om. Länge? – vraag de dame in het bureeltje, net geen 7 meter. Fahrrëder? – nee, hebben we niet bij. Straks proberen we de tram naar het centrum, we gaan eens kijken of Brauerei Feierling er nog zaken doet. De koperen ketels stomen er bijna net zo fel als een hammam en het zoet weeë aroma van gekookte gerst vult de brasserie. Zwei bier bitte. Grosse!

Een andere keer zouden we een voorstelling in het stadstheater kunnen meepikken of een museum kunnen doen, vandaag hoef ik niet zo nodig en voel me een beetje lui. Het weer is te mooi om ergens binnen te gaan zitten en overal in de universiteitsstad gonst het van de gezellige drukte net als zeven jaar geleden. We kuieren tussen de marktkramen op het Münsterplatz, de geuren van Reibekuchen en braadworsten mengen zich met die van gebrande amandelen en lavendelzeep uit de France provence. Ik duizel er al wat van en dus gaan we op zoek naar de ons bekende stadsgezichten. Het echte doelloze shoppen houden we maar tot morgen en met wat proviant onder de arm stappen we terug op de tram.

Freiburg
Freiburg
Freiburg
Freiburg

Bij een glas wijn stippelen we onze terugreis al uit, want de vakantie kort af: ik zoek nog een etappe in de Elzas, ergens halverwege tussen hier en Leuven, maar dat levert niet meteen een geschikte locatie op. Luxemburg? Nee, dan zijn we zo goed als thuis en rijd ik ook gelijk verder. Maar wat te denken van een proeverij bij Bannwarth – de eigenzinnige wijnbouwer uit Eguisheim – en een laatste avondmaal. Het vooruitzicht van de Elzassergastronomie blijkt een doorslaggevend argument, de langere rit naar huis nemen we er zondag wel bij. Eigenlijk ben ik nog lang niet klaar om al terug naar huis en weer aan het werk te gaan. Waar de paasvakantie unheimlich en unheimisch bleek, lijkt dit weekje Allerheiligenverlof nu echt wel veel te kort. Met die gedachte kruip ik maar in bed waar mijn dromen afdwalen naar alles wat we thuis hebben gelaten.

Na de koffie en het ochtendlijke gewoel rondom onze camper stappen we terug naar de tram, op vrijdagmorgen is het nog wat drukker in de stad en voor ’s middags boeken we een tafeltje bij Oberkirch – een pand met geschiedenis en een zichtbaar authentiek restaurant. De dampende Kurbiscremesuppe in herfstinten illustreert de spreuk op het servet: Der Herbst ist ein zweiter Frühling wo jedes Blatt zur Blütte wird. Nog een laatste keer Schwarzwaldforelle, want morgen wordt het een luxueuze choucroute.

Zaterdag 4 november

Traject: Freiburg – Eguisheim, 55 km

Het mooiste dorpje van de Elzas ligt op amper een uurtje rijden. Francois, de vader-wijnboer, komt op de middag aangelopen en gebaart ons naar zijn tweede camperplaats boven bij de schuur. Een dorre buurman ergert zich eraan dat huize Bannwarth zoveel toeristen trekt en de gemeente legt de norm op zes stuks – Max. 6 camping cars, lees ik op een plakkaat tegen de muur van de cave. Breed excuserend gaat hij Cris voor en toont ons de plaats waar we wel kunnen blijven staan voor de nacht. Eigenijk staan we er zelfs beter. Dit is de laatste mooie dag en het weer keert al, grauwe wolken schuiven nu en dan voorbij terwijl we een laatste boterham eten. De grand tour des remparts deden we ooit al, maar we moeten op zoek naar een laatste avondmaal want het stemmige restaurant – of zo herinner ik het me toch – is net voor het jaarlijks verlof gesloten. Na wat weifelen over het menu hier en daar, tussen vlugge Flammkuchen en stevigere gerechten, stapt Cris binnen bij Auberge des Trois Châteaux – een traditonele zaak met typische bereidingen en onuitspreekbare benamingen op de kaart.

Elsässisch isch bombisch, maar ik versta er nog altijd geen jota van. Misschien moet ik toch maar eens wat gaan studeren in het boekje dat ik jaren terug in de boekerij van Mont-Sainte-Odile heb gekocht. Aan mijnheer Bannwarth zal het niet liggen, die spreekt vlot zeven talen door elkaar en zelfs een mondje Nederlands – of Vlaams, want hij schijnt het verschil maar al te goed te kennen. Ik struikel over nu eens Frans en dan weer Duits terwijl de man ons onderhoudt over de onzin van de afscheidingsbewegingen in pakweg Catalonië of de kosten van het Belgische koningshuis. Aan de comptoir staat een man uit Eupen die een krat wijn bestelt, een echtpaar uit Luik komt al voor de derde dag op rij om een paar flessen Pierre de Vigne, een Zwitser is gehaast want zijn hond moet nog naar buiten en achter ons stamelt een vent uit Mechelen iets onwaarschijnlijks waardoor iedereen het op een lachen zet. Een meer polyglot gezelschap zag je nergens en Francois grapt lustig met iedereen mee, zolang zijn wijn maar vlot verkoopt. Nog even bellen om te reserveren? Geen probleem, Francois regelt het allemaal: une table pour deux, et bien encore une pour quatre personnes. Et vous, pour vous aussi? Ah oui, pardon pardon nous avons déjà réservé nous même cette apres midi…

Eguisheim
Eguisheim
Eguisheim
Eguisheim

Zondag 5 november

Traject: Eguisheim – Leuven, 538 km