Noorderkempen

Na een weekend uitproberen in de Voerstreek hebben we nog voor onze grote vakantie soi-disant afgesproken met een jonger stel campervrienden om voor het einde van de zomer nog eens een weekend samen erop uit te trekken. Het heeft door onze beider reisplannen en dubbele boekingen in mijn agenda – of liever een niet genoteerde eerdere afspraak – wat voeten in de aarde gehad, maar we prikken een camperplaats voor het weekend. Alles van de Arlon tot De Panne was mogelijk, maar het verdict viel op de Antwerpse Kempen en meer bepaald de bossen van Berendrecht. Marianne vindt in een of andere slimme app waarmee ze vorige maand dwars door Denemarken hebben getrokken een plek pal tegen de grens tussen Vlaanderen en Nederland. Kraaienberg in Berendrecht, strikt genomen grondgebied Antwerpen, dus gelden er midden augustus nog verstrengde coronamaatregelen, maar op de afgelegen locatie in het groen hoeven we daar niet meteen wakker van te liggen. De bestemming ligt bovendien ook maar op een boogscheut van de Kalmthoutse Heide waar Kristof, een nu en dan begenadigd landschaps- en hobbyfotograaf, misschien wel eens wat foto’s wil gaan maken.

 

Vrijdag 21 augustus

We vertrekken samen, wij met onze rijdende wijnkelder, zij met hun guitige tweejarige in een blitse California Ocean. Lennert is peter van hun zoontje dus herinnerde ik er hem gisteren nog eens aan dat hij welkom is om mee te gaan. Slaapplaats in ons luxehotel verzekerd, maar hij maakte al andere weekendplannen dus wordt het een uitje en petit comité. Het was een optie, maar geen must. En kwestie dat we de camperonderdelen voor zijn eventuele logeerbed wel dan niet mee zouden nemen. De extra slaapplaats in onze Autoroller blijft een heikel punt. Ooit hebben we gezegd dat we geen motorhome zouden kopen voor vrienden die soms eens meegaan, maar wel eentje die in de eerste plaats gerieflijk is voor onszelf. Achter dat verkoopargument staan we nog altijd, maar vandaag zouden we misschien toch een andere indeling hebben gekozen. Iets meer hoofdruimte voor Cris en een vooraan hefbed om toch weer iets makkelijker een logé te slapen te leggen als er ooit nog een volgende camper komt. Niets gekort, we zullen nog een tijdje met dit model moeten blijven rijden want een andere motorhome staat nog lang niet gebudgetteerd. Eerste grote aankoop wordt wellicht een huis ergens in de buurt van onze Bertemse vrienden.

We rijden via de E40 en de Brusselse ring richting Antwerpen. Kristof laveert met het VW-busje achter ons aan door de drukke avondspits, niet altijd evident als je gewoon volgt en niet zelf navigeert. Drie weken proberen om Marc en Mieke onderweg in Frankrijk niet kwijt te spelen, heeft mij precies niet echt geholpen om het in konvooi op kop rijden vlotter te laten gaan. Ergens in de file voor de Craeybeckxtunnel op de E19 sommeer ik mijn wederhelft om de route te verifiëren. Het onding heeft het gedurig over het aanhouden richting A12 terwijl die in mijn beleving terug naar Brussel gaat. Weet ik veel dat de E19 waar die straks in de Havenweg overgaat hetzelfde snelwegnummer draagt en Cris krijgt het mij niet meteen aan het verstand gebracht, want hij beseft niet waarom ik nerveus zit te vloeken op die klotegps eens we onder het Middelheimpark verdwijnen. Wanneer hij probeert om mij het traject te schetsen en zegt dat we de ring nemen en langs het Eilandje naar de A12 rijden ben ik helemaal het spoor bijster. Moet ik via de kaaien dwars door Antwerpen? Nee langs het Sportpaleis. Ik begrijp er nog altijd geen snars van en de discussie wordt bits. Onze achtervolgers merken er niets van, denk ik, alleen mijn zenuwachtigere rijstijl misschien. Wanneer we bij Berendrecht aankomen, knipper ik te laat om aan te geven dat we de afrit nemen. Gelukkig is Kristof alert en hun omgebouwde T6 vinniger dan onze logge Transit.

 

Berenderecht ligt links van de snelweg, maar wij rijden rechtsaf op de Steenovenstraat, weg van het centrum en voorbij camping De Watertoren tot we helemaal op het eind aan de Kraaienberg komen. Een kasseiweg die uiteindelijk in een bospad overgaat, ik twijfel een ogenblik om verder te rijden want omkeren zal hier niet zo makkelijk zijn met ons gevaarte. Kristof bedenkt zich een moment om te volgen, hij herinnert zich vast het gesukkel om met oudjaar achteruit op zijn oprit te geraken. Toen moest Cris het stuur overnemen want ik kon mijn draai of liever die van onze Autoroller toen met de beste wil ter wereld niet vinden. Geen paniek, er hangt een handwijzer dus we zitten goed. Bij het laatste perceel zien we het bordje van Park4Night aan de tuinpoort en ik belde deze week nog met de eigenaar. Zijn ouders zouden er met de camper komen staan om onze plaatsen gereserveerd te houden en ons te ontvangen. Dat doen ze hartelijk en met veel egards. Hun motorhome staat in de hoek bij het woonhuis geparkeerd, wij mogen tussen de hoge dennenbomen langs de paardenwei gaan staan. Of hoe het ons belieft, want ze hangen een bordje aan de poort: Sorry, volzet!

Stroom aansluiten en even kennismaken, toeristische info wordt gedeeld. Geen coronamaatregelen in het bos hier, de kantine van de camping een kilometer terug is gesloten, maar we kunnen morgen gerust te voet naar ’t Koetshuis van Kasteel Ravenhof. Het weer zal wel meevallen morgen, weet onze gastheer, ook al voorspellen ze een bui. Met de kinderwagen kunnen we over de Konijnendreef en Oud Broek naar het kasteeldomein wandelen. Marianne heeft er geen, wel een draagstel voor de kleine, gewoon op haar rug. Maar de man blijft hangen aan die buggy waarmee het hier en daar toch wat moeilijk zou kunnen zijn als we per se via Nederland en het Moretusbos terug willen komen.  Voor ons avondeten werd gezorgd, geen croques dit keer, wel culinaire wraps. Jammie. Wij hebben voor morgen een magnum uit Cahors meegebracht, wat worsten, kippespiesjes en een mooi stuk rood vlees voor op de barbecue. Komt allemaal goed. We installeren ons onder de openstaande luifels terwijl Lewis kraait van plezier omdat ook zijn kleine kampeerstoeltje en de houten trappelfiets verschijnen. Tijd voor het aperitief, weekend!

 

Zaterdag 22 augustus

Het werd nog laat vannacht en wij waren niet de enigen die hier wilden overnachten. Het was al donker toen er nog een Hollander opgereden kwam, die kon voor de gesloten poort gelukkig wel draaien met de neus in de bosrand. Terwijl de jongens nog aan de whisky zaten, lagen moeder en kind al onder zeil. Onze buren waren met de personenwagen even weg, gaan eten in de taverne van het Ravenhof en kwamen eerder uitgelaten tegen middernacht pas thuis. Bon vivants. Na de ochtendkoffie en het ontbijt trekken we onze stapschoenen aan voor de wandeling. We kunnen er zeker en vast iets drinken, en zelfs iets eten, verzekert de buurman ons. In het geval we daar zijn en het zou beginnen regenen, of het blijkt toch te ver met de kleine in de buggy, dan komt hij ons wel halen met de auto. Daar is die kinderwagen weer en vriendelijk bedankt voor het aanbod, maar het zal echt wel lukken. Het gaat hem ook om de wandeling, meer dan om het gelag. We hebben een K-Way en een paraplu. Voor de zekerheid legt de Antwerpenaar ons de weg nog even uit en we zijn al halverwege de Konijnendreef wanneer hij plots achter ons na komt gefietst: jullie hebben toch een mondmasker bij? Jazeker, dankjewel!

 

Kristof volgt ons door het bos op zoek naar de perfecte berk, ik hou onze kameraad en zijn professionele camera met een half oog in de gaten en zit geknield in de berm om purperen heide te fotograferen met mijn iPhone. Het verschil tussen de perfecte Instagram-fotograaf en de nonchalante Facebook-amateur. Er komt behoorlijk wat autoverkeer over de veldweg gesjeesd uit de richting van Nederland. Waar gaan die mensen op zaterdag allemaal naartoe? Ze geven hier waarschijnlijk ergens iets gratis weg, want het zijn Hollanders. We wandelen voorbij een Arme Klaren klooster, maar zo arm lijken zij mij hier toch niet. Het is even over de middag wanneer we op onze bestemming aankomen, het kasteel met het koetshuis ligt in Vlaanderen, het kasteelpark in Nederland. Putte, het grensdorp waartoe het domein behoort ligt aan beide kanten van de landsgrens en spreidt zich uit over drie gemeenten: Woensdrecht (NL), Stabroek en Kapellen.

Net wanneer we op het terras aan een tafeltje willen gaan zitten, begint het te druppelen. Binnen zit er niemand, dus is er plaats genoeg voor vier hongerige wandelaars en een kleine kapoen. Nog voor we hebben besteld, is het al opgehouden met regenen. Een casserole Zeeuwse mosselen voor onze vrienden en een slaatje met gepaneerde mosseltjes voor ons. Wij houden het liever op een lichte lunch want straks is er weer een apéro en daarna nog een stevige côte à l’os op de grill. Na de koffie zetten we de wandeling verder, door de baroktuin afgezoomd met statige eiken en langs het theehuisje ‘Gloriëtte’ van Johannes Moretus naar de kaarsrechte dreven van het voormalige jachtgebied. Het regent weer en we schuilen tegen de dikke stammen van de loofbomen naast het wandelpad langs het hekwerk dat de landsgrenzen markeert. Het bos glooit langs de Huzarenberg terug naar richting Vlaanderen en bij de volgende grenspaal komen we weer op de Kraaienberg uit aan de overkant van de paardenwei. In de verte blinkt onze witte camper in de namiddagzon die door de wolken breekt. Net op tijd om straks gezellig het vuur aan te kunnen steken.

Wanneer we het blokje rond zijn gelopen, zitten onze buren van een glaasje wijn te nippen. Zet er u bij en pak een glas, want we zijn vandaag 40 jaar getrouwd! Daarmee zijn ze gisterenavond al gaan vieren. We keuvelen honderduit en delen reiservaringen, ook onze plannen voor de volgende dag. De Vroente, ja daar kan je met de camper parkeren om de heide te bezoeken. Mooi. Nog een keer proficiat met de jubilé en dankjewel voor het glas. Terwijl ik de grill in elkaar steek, houden onze vrienden hun kleuter met een bellenblaas zoet. Simpelweg onbezorgd geluk.

 

Zondag 23 augustus

De ochtend oogt grijs en na de koffie pakken we in. Moeder en zoon waren ook vandaag al vroeg uit de veren. We nemen afscheid van het jubileumechtpaar en manoeuvreren behoedzaam van het erf, terug over het hobbelige bospad en dan richting Kalmthoutse Heide. Het lijkt er op zondagochtend wel alsof alle Antwerpenaren in coronatijden het beklemmende stadsgevoel zijn ontvlucht. De parking staat eivol en wandelaars lopen af en aan van en naar wereldberoemde heidegebied. Ik hoopte op blauwe luchten en stralende paarse heuveltjes van Erica. Onze kompaan heeft schik in de grauwe wolken en het middaglicht dat zorgt voor perfecte beeldcontrasten. Zeemzoete postkaartfotografie is aan Kristof duidelijk niet besteed, net als geposeerde portretten of macrofotografie waarvoor ikzelf wel al eens in het zand wil bijten. Letterlijk soms.

We volgen de pijltjes van het Libelle-pad, een korte wandeling die ons alle facetten van het heide-, vennen- en duinengebied laat zien om vervolgens via het bos terug te keren, maar toch niet te veel vergt van Cris zijn geplaagde rug. Per slot van rekening hebben we gisteren ook al een eind gewandeld en het draagstel met kirrende kleuter weegt bij Marianne ook wel wat. Om die ene Pulitzerfoto te komen schieten komen onze vrienden ooit nog wel eens onder hun beidjes terug. Janik en Tobias, de boys uit onze collectie zelfgekozen troetelkinderen, zijn toevallig in de buurt en hebben onze camper op de parking gespot. Wij zijn al op de terugweg, stuur ik, zij vertrekken net met Ollie de bordercollie voor een tochtje op de hei. Hopelijk houden ze het droog, want het lijkt te gaan miezeren onder de Kempense wolken, ondertussen grauw als gruis. Nog net op tijd om een late namiddaghap naar binnen te werken voor de bui er echt uitvalt, staan we bij onze kampeerauto’s terug.

De proviandvoorraad is nagenoeg weggewerkt wanneer de dikke druppels beginnen vallen. In zeven haasten wordt er ingepakt en met de kop tussen de schouders getrokken nog kort een woord gezegd. Zeg, salut hé! Veilig thuis! Ik spring in de cabine en zet de ruitenwissers aan. Floeps daar vliegt de iPhone die ik op de voorruit van de Transit had gelegd toen ik de boys een selfie stuurde om te zeggen dat wij bijna gingen vertrekken. In opkomende paniek wip ik van achter het stuur naar buiten en raap in die plensbui mijn telefoon op van de zachte heidegrond. Het ding marcheert nog. Wij rijden naar Sint-Truiden om onze Autoroller terug onder zijn carport te stallen, onze vrienden vertrekken naar Bertem. Ooit rijden wij misschien mee die richting uit, als we uit Leuven weg geraken, maar voorlopig scheiden hier onze wegen terug. Tot een volgend weekend hopelijk …