Picardische en Normandische kust

Paasvakantie 2011

Route via Google-maps

Op de valreep van ons voorjaarsverlof pik ik het idee weer op om een opvouwbaar zonnepaneel aan te schaffen. Mijn oog was vorig jaar al gevallen op een kant-en-klare zonnepaneelkoffer met een bekoorlijk wattage, online te bestellen via HumieTrading in Venlo. Omdat de tijd dringt, nauwelijks een week voor ons vertrek, zal ik er wel zelf om moeten rijden…

E-postgewijs kom ik van de handelaar te weten dat enkel de volgens mij te lichte 12W uitvoering uit stock leverbaar is. Het vergt hem weinig overredingskracht, mij ervoor te laten kiezen zelf zo een opvouwbare zonnecollector in elkaar te knutselen. Ik zal twee losse 40W panelen en een bijpassende regelaar ophalen, dat is volgens de uiterst aimabele man prijstechnisch trouwens ook veel interessanter voor mij…

Wanneer onze schoolbel de paasvakantie officieel heeft ingeluid, haal ik bij de doe-het-zelf om de hoek nog wat klein materiaal om beide panelen in elkaar te passen. Mijn op dat vlak ietwat wantrouwige echtgenoot is bijzonder benieuwd om te zien of mijn bricolagewerk ook werkelijk het verhoopte resultaat opleveren zal…

mobiel zonnepaneel 80W

Het werkt !

Zondag 10 april

Het enige ijk- en vermoedelijke keerpunt van deze wat korte trip ligt ergens ter hoogte van Étretat en zijn kunstige rosten, met op de terugweg misschien een pitstop bij een plaatselijke France Passion aanhanger om de ver geslonken voorraad Calvados aan te vullen…

Boulogne-sur-Mer ligt al aardig eind in de richting van Hoog-Normandië en wordt het einddoel van een eerste ontspannen rit. De beschrijving van de camperplaats in Boulogne belooft ons een genereus zicht op zee en de staalblauwe ochtendhemel voorspelt een zonnige dag, de vakantie-uittocht is vrijdagavond en gisterenochtend al gepasseerd. Er ligt geen enkele hindernis op ons pad, of zo lijkt het toch. Wanneer ook het laatste van de bagage ingeladen is, zetten we koers richting Côte d’Opale. Wanneer de snelweg de Noordzeepolders doorklieft, ergens ter hoogte van een plaatsje met een tot de verbeelding sprekende naam “Mannekensvere“, houden we halt voor een laatste tankbeurt en een warme hap uit grootmoeders industriële keuken. Luttele minuten later bevinden we ons al “over de schreve”.

Met 260 km op de teller zijn de alkoof en motorkap herschapen in een waar slagveld. Alle verwachtingen worden ingelost door de gekozen overnachtingsplek. We laten onze motorhome achter en dalen af naar het centrum. Met onverholen zomerse pretenties zindert de lentezon over het strand waar zowaar al enkele jonge moeders liggen te zonnen. We slenteren langs de plage over de dijk voorbij iets wat langs de achterzijde op een kursaal lijkt, helemaal tot op het eind van de pier die de havengeul afzoomt. Gniffelend stoot ik mijn gezel aan, gebarend naar enkele onverdroten tieners die wat verderop in de branding duiken om hun zandkasteel te vrijwaren van het bruisende tij dat hen de zwembroek van de spierwitte billen rukt…

Boulogne s/mer - zicht op het strand vanaf de pier
Boulogne s/mer - zicht op de pier

Het ware zonde geweest om de rest van de dag binnen door te brengen, een bezoek aan Nausicaá zal voor een andere keer zijn. Ik had de indruk dat het een verzameling aquaria betrof met zeebeestjes van allerlei slag die in gevangenschap worden gehouden, zelf beweren ze de problematiek van overbevissing en vervuiling onder de aandacht te willen brengen. Afgaand op het wat verkommerde uitzicht van het bâtiment, lijkt het alvast alsof de zonnige start van het nieuwe seizoen hen in snelheid heeft gepakt…

De havengeul en het silhouet van de vismijn aan de overzijde voeren ons langs de op zondag verlaten winkelstraat naar de versterkte binnenstad van het middeleeuwse Boulogne, gelegen op een hoogte en beschermd door hoge vestingmuren. De Porte des Dunes” verleent ons toegang tot een verzameling historische bouwwerken, maar onze aandacht wordt afgeleid door het gezellig ogend terrasje van “The Vole Hole”: de oudste kroeg binnen de stadsmuren wenkt ons in de schaduw van de plechtstatige Onze Lieve Vrouwe-basiliek. We genieten er van een verrassend appetijtelijk glas Angelus – een streekbiertje gebrouwen met tarwe van de akkers uit het hinterland van Le Nord.

Boulogne s/mer - ville fortifiée

De stoffige stadswallen liggen te puffen onder onze voeten terwijl zich beneden aan de hoge uitkijktorens een rommelmarkt uitstrekt. We dalen af, maar laten de brocante links liggen en keren terug naar de moderne benedenstad. Op weg naar de motorhome schuilen we haastig onder een gaanderij wanneer er pardoes een stortbui excrementen neerplenst, prozaïsch naar beneden gemikt door een vlucht opdringerige meeuwen…

De zon heeft de meeste van haar krachten verloren wanneer we met een reuze cornet de crème glacée terug naar de camperplek stappen. Terwijl we buiten nog wat van onze wandeling bekomen en het avondmaal afwachten, herlees ik de eerste editie van Tournée Générale – de gelijknamige queeste van Jean Blaute en Ray Cokes voor CANVAS. Wanneer we onze alkoof opzoeken ben ik zowaar tureluurs van al dat lustige gebrouw en de priemende zon.

Maandag 11 april

Vandaag leggen we 160 km af, naar de camperplaats van het ons bekende Dieppe. We installeren ons op de keitjes, netjes tussen de andere campers met de rug naar de krijtwitte klif. De dagprijs op de horodateur lijkt me nog dezelfde als bij ons vorige bezoek op de terugweg van Bretagne. Onderweg hebben we enkele stokbroden opgepikt voor het middagmaal, vanavond willen we de plaatselijke gastronomie proeven. Cris wordt door één van de camper-uitgaven van Michelin getipt over “Le Sully”, een gezellig uitziend restaurantje aan de haven.

Het is betrekkelijk minder warm vandaag, de zon verdwijnt regelmatig achter witte wolken die door een stevige zeebries landinwaarts gestuwd worden. Zo kort na het middaguur ligt de winkelstraat er wat verlaten bij, op het terras van “Café des Tribunaux” wordt nog een laatste lunch geserveerd. Wij houden het op een pilsje: helaas worden de lokale – nochtans kwalitatief vaak betere – bieren hier ook al van de menukaart gedrukt door fletse Stella-Artois, lauwe Leffe en veel te duur geprijsde Witte van Hoegaarden…

Enigszins geïrriteerd door de megalomanie van het al lang niet meer Leuvense AB InBev zetten we onze wandeling verder en maken van de gelegenheid gebruik om het op een hoogte gelegen kasteel-museum te bezoeken. Zonder echt te weten wat er ons te wachten staat, ontdekken we een van de grootste ivoorcollecties in Frankrijk. De kunstig gesculpteerde snuisterijen van de Dieppoise ambachtslui stonden in de achttiende eeuw schijnbaar bekend tot ver buiten de regio, ook wie geen liefhebber is van minutieus uitgesneden olifanten- en narwaltanden moet ten minste hun uiterst nauwgezette vakmanschap bewonderen !

Dieppe
Boulogne sur Mer

Lang genoeg muffe kamers met krakende vloeren doorplozen: terug naar de buitenlucht. We komen langs het piekfijn onderhouden strandzwembad, waar me de zin bekruipt om in het azuurblauwe sop te duiken; maar die drang ebt al snel weg wanneer de zon weer eens achter een wolk verdwijnt. Een koude aanlandige wind snijdt ons door de haren wanneer we over de Boulevard du Maréchal Foch terug richting haven flaneren. Hoewel de schoolvakantie in la douce nog niet is begonnen, zijn de kraampjes met strandartikelen en likijsjes wel al geopend voor de eerste toeristen. Ik wacht geduldig op een bankje terwijl mijn geliefde een hoorntje bestelt. Vliegers en standmatjes tot daar aan toe, maar wat doe je in godsnaam met een schepje en zandvormpjes op een keienstrand ?

Onderweg verlustigen we ons aan een “beautiful Helen-pear of the hot chocolate“, de ronduit hilarische vertaling van een niet eens zo gekke spijskaart aan de gevel van “La Belle-Vue”, een ethablissement dat nochtans enige standing pretendeert, nuja… Google lijkt zelfs betere prestaties te leveren bij het omzetten van Molière naar Shakespeare.

Hier eten we vanavond dus niet, tenzij we nog ergens een typische bolhoed en wandelstok op de kop kunnen tikken zodat we met veel hoity-toity de garçon voor de zot kunnen gaan houden !

La Belle-Vue (Dieppe)
Dieppe

Nog nagenietend van de schabouwelijke vertalingen komen we terug bij de motorhome, die ondertussen wat meer gezelschap gekregen heeft. Het duister valt wanneer we doelgericht rond de havenkom marcheren naar “Le Sully”, een bescheiden restaurant met een traditionele Franse keuken waar ons een gastronomische streling wacht.

Dinsdag 12 april

De voorbije dagen heb ik het stuur gehad, vandaag tot in Étretat ben ik de passagier. Na een ruim uur en iets meer dan 80 km komen we via de départementales aan bij de nette camperplaats en de naastliggende camping municipal. Het wordt een vast ritueel: ’s ochtends na de koffie vertrekken, rond het middaguur aankomen op de volgende etappe om dan anderhalve baguette te verorberen en de omgeving te gaan ontdekken.

Étretat
Étretat

We zijn tevreden over dit beproefde principe, soms blijven we eens ergens een dagje langer ter plaatse. Ondanks de fraaie rotsformaties en het florissante badstadje, zijn we niet onmiddellijk geneigd om van het gekende procedé af te wijken. De zilte wind staat strak en de golven van het opkomende getij beuken bulderend omhoog tegen de metershoge wal rolkeitjes – die laatste zijn hier overigens beschermd…

De stevige wandelingen van de afgelopen dagen eisen hun tol, Cris klaagt over zijn zere rug. Een klim tot boven op het natuurwonder zit er voor niet in, zelf heb ik vandaag ook niet de meest vaste benen en ik voel dat mijn hoogtevrees de overhand zou halen moest de toch naar omhoog toch aanvatten. Dromerig tuur ik bij een klein kopje koffie van op een terras nog een tijdje naar de wriemelende sliert toeristen die als ware het een kolonne mieren naar de point-de-vue klimmen, bovenop de “olifantenpoot” die Claude Monet en duizenden minder begiftigde schilders ooit op doek hebben gezet.

Étretat - C. Monet
Étretat - C. Monet

Tegenover mij, aan het bistrotafeltje achter het glazen windscherm, zit mijn echtgenoot zichtbaar te genieten van een Normandische pannenkoek. Zelf hou ik het maar op het fotograferen van de rots en de sloepjes aan de wal.

Étretat
Droog

Woensdag 13 april

We laten Normandië achter ons en stellen TomTom in op Le Crotoy, gelegen aan de baai van de Somme en in Picardië: een departement in het noorden. Een visite bij een FP-adres zit er niet onmiddellijk in, de betere plekjes voor appeldistillaten zijn in Laag-Normandië te vinden. Haute-Normandie en Basse-Normandie worden sinds enige tijd welsiwaar terug herenigd door de majestueuze Pont de Normandie tussen Honfleur en Le Havre waar de Seine in de zee vloeit; maar enkel om een fles calvados maken we de oversteek van dit “kunstwerk” liever niet. Het aanvullen van onze liquoreuze voorraad en het opsnuiven van wat couleur locale zal voor de zomervakantie of het herfstverlof zijn, al naargelang.

We hebben 180 km voor de boeg. Hoe verder we naar het noorden rijden, hoe grijzer de opkomende wolken worden. De camperplaats is een opgehoogde schorre, het naastgelegen jachthaventje is aardig verzand door het wintertij en de voorjaarsstormen die slib uit de baai in de vaargeul hebben gespoeld. Een stel grondwerkers is druk doende het zomerseizoen voor te bereiden en de toegang terug uit te diepen. We struinen wat door het dorp, over het strand van de baai en keren terug naar het centrum waar de doortocht van “La Côte Picarde” voorbereid wordt: een of andere mij onbekende kermiskoers waarin een mij al even onbekende landgenoot zelfs derde zal worden…

Aangezien de plaatselijke horeca ons niet weet te overtuigen, wordt het ook vandaag een avondmaal in de camper.

Le Crotoy
Le Crotoy
Le Crotoy

Na de vaat wandel ik nog een stukje door de prés salés, die een schat aan fauna en flora bevatten. Bij het begin van de wandel- en fietsweg, op een verhoogde berm door de schorren en slikken, wordt geafficheerd dat het oogsten van salicornes of zeekraal streng gereglementeerd is. Goed om weten.

Over een plantje dat hier plaatselijke bekendheid geniet als oreilles de cochon wordt er niet gerept. In het dorp passeerden we eerder op de middag een kraampje waar die “varkensoortjes” aangeprezen werden als een delicatesse uit de baai: rauw te verorberen met een zachte vinaigrette of eenvoudig te blancheren bij wat zeevruchten. Gewoon uit nieuwsgierigheid pluk ik onderweg wat blaadjes waarvan ik nagenoeg zeker ben dat het die “Aster tripolium” is (de wetenschappelijke benaming van het plantje zo leer ik later). Ze hebben een onvolprezen frisgroen maar gelijk ook onmiskenbaar zilte smaak.

Die straatventer had gelijk: een delicatesse !

Le Crotoy

Terwijl ik mijn weg verder zet, valt het duister over de baai. Via de spoorlijn van het toeristentreintje en een zandwegje bereik ik de achterzijde van de camperplaats, valt mijn oog op enkele motorhomes. Ze komen me bekend voor en ik herinner me dat we de eigenaars in het najaar eens ontmoetten aan La Coupole, een voormalige V2-basis en vandaag museum in Helfaut bij Saint-Omer.

Enthousiast bericht ik mijn lezende gezel over mijn wedervaren tijdens de avondwandeling. De televisie heeft nog betrekkelijk weinig gespeeld deze vakantie, de fantasy-romans worden daarentegen aan hoog tempo verslonden. De lichtjes achter de andere camperraampjes zijn al lang gedoofd wanneer wij ons met een slaapmutsje in het bovenbed hijsen.

Donderdag 14 april

Morgen worden we al in Wervik verwacht voor een soort verjaardagtreffen, meteen ook de reden voor het beperkte reisschema. Ik wil nog wel eens gaan kijken in Cassel, onderhand een vaste tussenstop op de terugweg vanuit deze contreien. Mijn wederhelft stelt Le Touquet – Paris Plage voor als laatste etappe. Ik sta open voor suggesties: de camperplaats aan de jachthaven ligt op tien minuutjes wandelen van het centrum.

Na 55 km over de tolweg en wat kleinere wegen komen we ter plaatse aan. Het weer is terug normaal voor de tijd van het jaar: zware bewolking met een sporadisch streepje zon, we kunnen al een fleece vestje gebruiken wanneer we over de duinen klauteren en langs het blanke zandstrand naar de esplanade van Le Touquet stappen. De contouren van de kustlijn lijken sterk op die in eigen land.

Le Touquet - Paris Plage

De flatgebouwen op de zeedijk liggen er nog wat verlaten bij: hier en daar zijn de rolluikjes scheefgezakt en de roestige balustrades hebben een rosbruin spoor getrokken tegen de flets en vaal geworden gevels. Aqualud, een ietwat over het paard getild openluchtzwembad dat zichzelf aanprijst als waterattractiepark, ligt erbij alsof er gisteren nog een tsunami overheen ging.

Het viel me elders en tijdens eerdere reizen door la douce ook al op en nu weer maak ik me de bedenking dat de Franse partimoniale cultuur weining aandacht lijkt te hebben voor het onderhouden van de bestaande architectuur, andere dan riante Loire-kastelen, nationale musea of een Parijse triomfboog. Hier wordt gebouwd en men kijkt er omzeggens niet meer naar om tot het omvalt. Le Touqet ligt er wat vuil bij, een florisante badstad onwaardig, de kustlijn is dan nog eens volgestouwd met betonnen draken uit de tweede helft van de vorige eeuw. Geen idee waarom ze dit Paris Plage noemen…

De achterliggende winkelstraat en de nog verder van het strand verwijderde villawijken ogen wat mondainer, maar niet minder verlaten. We keren terug naar de camper, ik merk een verdacht plasje onder de neus van onze Ducato. Een snelle blik onder de motorkap leert me dat het koelvloeistofniveau onder het gewenste minimum is gedaald. Een visuele inspectie van de radiator toont al vlug het lek, de metalen lamellen en de circuits werden zo te zien beschadigd door een steen of ander voorwerp dat tijdens een rit onzacht met de radiator in aanraking is gekomen.

Ik huiver bij de gedachte aan mogelijke reparatiekosten. Thuis raken we nog wel zonder erger, dan probeer ik eerst zelf met een busje reparatievloeistof het lek te dichten. Voor het weekend worden er weer warmere dagen verwacht: hopelijk een mooie afsluiter voor een al bij al mooie voorjaarsvakantie !

Vrijdag 15 april – Zondag 17 april

We ontmoeten onze vrienden op de parking van De Balokken, in Wervik. De rest van het weekend wordt gevuld met rijkelijk verbroederen, een bezoek aan het Tabaksmuseum, een fietstochtje en ’s avonds het gezamenlijke verjaardagsfeest. Zondagmiddag keren we terug naar huis, moe maar voldaan.

Volgende week staan we al terug samen aan de Moezel…