Ardennes & Champs de bataille Verdun

Herfstvakantie 2009

Vrijdag 30/10

In de late namiddag vertrekken we richting Charleville-Mézières, de eerste etappe onderweg naar de Champagne-Ardennes. We hebben afgesproken met een bevriend paar en nemen hen mee op ontdekkingstocht. Bij het naderen van de Brusselse ring zien we onze reisgezellen al aanschuiven in het stapvoetse verkeer van de avondspits. Cris spreekt gsm-gewijs met hen af op een parkeerterrein langs de E411, daar aangekomen blijkt de federale politie er andere plannen mee te hebben want we worden doorgestuurd. De eerst volgende halte dan maar, enkele minuten na ons komen ook Albert en Brigitte de parking opgereden. We hebben er met zijn vieren naar uitgekeken, zoals steeds is het een hartelijk weerzien !

Cris zal de rest van de weg voor zijn rekening nemen en voor het geval ze ons onderweg kwijt mochten raken, worden de GPS coördinaten van onze tussenbestemming nog even uitgewisseld zodat het broertje van onze TomTom hen eveneens ter plaatse kan begeleiden. Het is al aardig donker wanneer we aankomen, de afgelijnde camperplaatsen zijn reeds benomen en ook aan de tegenoverliggende zijde langs het haventje kunnen we niet onmiddellijk met z’n tweeën staan. We parkeren ons beneden ter hoogte van de ‘slipway’, Albert is er schijnbaar niet erg gerust in.

Tijdens de zomer overnachtten wij hier ook al eens en toen stonden er hier ook langs alle kanten motorhomes. Die wetenschap stelt onze vriend enigszins gerust en als voorbereiding op ons bezoek aan een wijnbouwer in Beaunay, worden er alvast wat bubbels en knabbels bovengehaald. Terwijl Brigitte een kom soep op het vuur zet, vermeld ik luchtig dat we net vandaag onze vijfde huwelijksverjaardag vieren. We bespreken de verdere reis richting Champagne, tijd nu voor een bescheiden feestje…

Plaatsinfo Charleville-Mézières

Charleville-Mézières is een dubbelstad, bestaande uit de delen Charleville en Mézières. De gemeente ontstond in 1966 door de fusie van vijf gemeenten die samen een agglomeratie vormden. De stad noemt zichzelf Porte des Ardennes; komende vanuit Frankrijk heeft men de Champagnestreek verlaten en klimt men omhoog naar de Ardennen en de Belgische grens, ook de Maas meandert naar hier nog lieflijk naar het Noorden waar zij een industriële ader wordt.

Charleville werd in 1606 gesticht door de Italiaanse hertog Carlo I Gonzaga. De Place Ducale is een architecturaal pareltje uit de eerste helft van de zeventiende eeuw, gebouwd naar het voorbeeld van de Place des Vosges in Parijs. In de onmiddellijke omgeving vind je het geboortehuis van Arthur Rimbaud, kan je het heemkundig ‘Museum van de Ardennen’ bezoeken, winkelen of een eindje kuieren langs de oevers van de Maas.

Place Ducal - Charleville
Musée Arthur Rimbaud - Charleville

Het stadsdeel Mezières is beduidend ouder; al in de Gallo-Romeinse tijd stond het bekend als Maceriaeen. Tijdens de negende eeuw speelde het een belangrijke rol in het Noord-Europese handelsverkeer, de middeleeuwse stadswallen getuigen van een trots verleden. Ridder Clement Bayard boodt vanop deze versterkte muren dapper verzet tegen de stoutmoedige legers van Keizer Karel. Hier werden Charles IX en Elisabeth van Oostenrijk in 1570 in de echt verbonden. De majestueuze basiliek ‘Onze-Lieve-Vrouw van de Hoop’ wordt nog steeds bejubeld om haar gebrandschilderde glasramen.

Stadswallen - Mézières

Het historische en toeristische centrum zijn meer dan één bezoekje waard, overnachten kan op de officiële camperplaats, gelegen aan de Rue des Pâquis aan de jachthaven.

Toeristische informatie: www.charleville-mezieres.org.

Zaterdag 31/10

Na het ontbijt starten we de dag met een klein fietstochtje naar de andere oever van de Maas. Via de voetgangersbrug zouden we in een wip bij het geboortehuis van Arthur Rimbaud zijn aangekomen, maar Albert bedenkt zich plots dat hij niet onmiddellijk van smalle brugjes over riviertjes houdt. We maken dan maar een ommetje over de bredere stenen brug waar ook het autoverkeer over gaat en fietsen vrolijk door de koude ochtendlucht in de richting van het Place Ducale, dat er in dit seizoen wat troosteloos bij ligt. Toch valt de architecturale pracht op, we stallen onze lichtmetalen rossen op het plein en kuieren doorheen een van de aanpalende winkelstraten.

Cris wil een stel handschoenen gaan kopen voor hij terug op de fiets stapt, geen ontkomen aan. Albert en ik wachten braaf, als hondjes op hun baasje voor de winkel, terwijl onze respectievelijke huwelijkspartners zich aan de maroquinerie verlustigen. Tijdens onze wandeling komen we bij toeval voorbij aan het marionettenmuseum, waar elk uur een tafereel opgevoerd wordt uit de vier heemskinderen. Het minitheater zit in de buik van een vergulde reuzenmarionet die ingewerkt is in de gevel van het gebouw. Na een chocolat chaud en een kop koffie maken we ons klaar om verder te rijden, hopelijk is er nog plaats op het prachtig aangelegde erf bij Michel Jacquesson.

Ik had onze vrienden warm gemaakt voor een avondje op restaurant, als toemaatje en kers op de taart van onze vijfde huwelijksverjaardag, maar de weersvoorspellingen dwingen me onze plannen te wijzigen. Morgen, bij het voorspelde regenweer, zullen we een van de grote champagnehuizen in Epernay bezoeken en ’s avonds uit eten gaan. Vanavond wordt het spaghetti en terwijl Brigitte, Cris en ikzelf de ingrediënten bij elkaar zoeken in een shopping van de groep E.Leclerc, wacht Albert in de motorhome. Ik bedenk me stiekem dat die nog steeds aan het bekomen van zijn gevecht met het voetgangersbrugje…

Na een snelle lunch zet onze karavaan zich opnieuw in beweging en via Epernay zakken we verder af naar domein Bel Air. Nog maar net aangekomen, worden we reeds uitgenodigd om binnen een uurtje aan te sluiten bij een groepje Brusselaars dat voor een degustatie zal langskomen. De ervaring leert ons dat er na een proeverij van koken meestal niet veel meer in huis komt. Daarom starten Cris en Brigitte alvast de voorbereidingen van het avondmaal. Albert legt in het resterende daglicht nog wat indrukken en beelden vast met zijn camera, daarna is het tijd voor de ontvangst bij Michel. Wanneer we terug bij de motorhomes komen is het al donker en kunnen weinig meer dan verder aperitieven, een wandeling doorheen de wijngaarden zit er helaas niet meer in…

Plaatsinfo Epernay

Hoofdstad van de Champagne is niet Reims, maar wel Epernay: capitale du Champagne; op n° 70 van de Avenue de Champagne kan je Mercier bezoeken. Dit huis behoort tot dezelfde groep als Moët & Chandon, even verderop gelegen langs dezelfde riante laan, net als de vermaarde wijnhuizen Veuve-Cliquot en Pommery in Reims.

Wie niet de tijd heeft om alle champagnehuizen te bezoeken of gewoon een toeristisch interessant bezoek je wil met een bondige uiteenzetting over het vinificatieproces van de mousserende wijnen kan best Mercier bezoeken. Reservatie is hier, in tegenstelling tot de andere wijnhuizen uit de groep, niet nodig. Individueel aansluiten bij een rondleiding met een perfect Nederlandstalige gids is mogelijk. Het bezoek aan de kilometerslange wijnkelders wordt afgelegd met een treintje en afgesloten met een proeverij in de giftshop. Het meer prestigieuze domein Pommery in Reims combineert een bezoek aan het champagnehuis met hun mecenaat, voor liefhebbers van contemporaine kunst een aanrader.

Champagne Mercier - Epernay

Het is een fikse wandeling over de vernieuwde Avenue de Champagne tot in het stadscentrum aan de oevers van de Marne, de rivier die de gelijknamige departementen doorkruist. De officiële camperplaats van Epernay is gelegen bij het sportcomplex aan de Rue Dom Perignon, er is een sanisation en de jetons zijn te verkrijgen bij de toeristische dienst.

Zondag 1/11

Zoals het ons voorspeld was, is het ’s nachts beginnen regenen. Iets over negen kloppen we aan bij onze gastheer om onze jaarlijkse foerage op te halen. Michel brengt onze bestelling tot aan de motorhomes en terwijl ik de dozen in onze bergruimte probeer te passen, worden we begroet door de oude vader wiens heldere stem nog als een klok over het erf klinkt: oh lala, die regen is voor de ganse week…

Onder een druilerige ochtendhemel zetten we koers naar de camperplaats van Epernay, een parking ter hoogte van het Complex Sportif aan de rue Dom Perignon. Zelf hebben we hier ook nog niet gestaan, maar volgens de Campergids kan je daar gratis overnachten en beschik je er over een sanizuil. De info blijkt te kloppen, wanneer we er aankomen treffen we nog enkele landgenoten aan. Het is middag geworden en we wandelen, gewapend met regenscherm, muts en sjaal, richting centrum. Ik stel voor eerst een restaurant te zoeken om er te reserveren vooraleer champagnekelders te gaan bekijken en dat blijkt al een hele onderneming aangezien de meeste restaurants hier op zondagavond sluiten. Gelukkig vinden we tegenover het stedelijk theater ‘La Cloche‘, een hotel-restaurant waar men bereid is om ons later deze avond een maaltijd te serveren en het ziet er beslist gezellig uit.

We bezoeken de kelders van Mercier, helemaal aan het einde van de majestueuze en ondertussen netjes heraangelegde Avenue de Champagne. Na een introductiefilmpje brengt een voor sommigen tergend trage lift ons vier verdiepen naar beneden waar ruim 18 km gallerijen werden uitgehouwen in het krijt. Een elektrisch lasergestuurd treintje voert ons doorheen de geschiedenis van het champagnehuis terwijl het vinificatieproces ons haarfijn wordt verhaald.

Het bezoek wordt afgesloten – hoe kan het ook anders – met de degustatie van een millésimé Brut; volgens de sommelier van dienst het betere werk. Wij hebben tickets voor een visite royale dus laat hij ons nog een rosé en een speciale cuvé proeven. Niet slecht, toch behoorlijk wat scherper dan Michels godendrank die we gisteren rijkelijk hebben vergoten maar vooral véél meer bubbels; zoveel zelfs dat ze een beetje onaangenaam prikken in het zachte verhemelte…

Het is te laat voor een tweede bezoek en te vroeg om de voeten al onder tafel te gaan schuiven, dus stappen we een bar binnen voor een kop koffie. Ondertussen regent het stevig door en valt het duister. Liever dan hier te blijven hangen gaan we nog even terug naar de campers om wat uit te rusten en ons op te frissen voor een avondje gezellig en hopelijk ook heel smakelijk tafelen.

Maandag 2/11

Na het ontbijt en de service nemen we afscheid van onze vrienden, zij vertrekken terug naar huis om tussen de motorhometripjes door nog enkele dagen te gaan werken. Wij weten nog niet precies waar we de rest van ons weekje herfstvakantie mee zullen vullen. Na wat grasduinen in onze reisgidsen stel ik voor naar Verdun te trekken om er de herinnering aan la Grande Guerre te verlevendigen.

In de campergids vinden we de gemeentelijke camping als overnachtingplaats, deze blijkt gesloten voor de winter. We laten onze mobi achter op de parking en ik overweeg hier ook de nacht nog doorbrengen, maar het helt hier zo sterk af dat je zelfs met keggen van 30 cm niet pas komt te staan.

Wij wandelen tot aan de Citadel souterraine, waar we volgens het boekje ‘100 camperritten door Frankrijk’ ons bezoek aan het oorlogsverleden moeten starten. Op de ruime parking merken we een Franse camper op, ik stel voor onze mobi op te halen om ook hier te parkeren en eventueel de nacht te blijven. Wanneer ik terug kom aangereden heeft Cris al bij de dienst voor toerisme geïnformeerd naar overnachtingsmogelijkheden in Verdun en deze parking is er één van blijkbaar.

Verdun Citadel Parking
Verdun - Maas

Mooi dit wordt het, we stappen richting centrum en komen voorbij de ingang van het bolwerk dat ons lokt voor een bezoek. Ook hier krijgen we eerst een introductiefilmpje te zien om in de sfeer te komen, wel minder feestelijk dan gisteren. Opnieuw verschijnt er een wagentje dat bezoekers meevoert naar de duistere buik van de onderaardse galerijen, hier geen champagneflessen maar holografische projecties die uit het donker de geesten van een triest verleden oproepen. We worden er stil van…

Bij het verlaten van de citadel laat Cris zich verleiden door een wizzitor, een oranje kleinood dat je op je eigen ritme gidst doorheen de bezienswaardigheden. We gaan deze namiddag nog op zoek naar het mondaine Verdun, maar we vinden slechts een uitgestorven winkelstraat en een handjevol taveernes waar de plaatselijke bevolking zit te keuvelen bij een kop koffie en een glas bier. De avond valt en gewapend met een stapel brochures en plannetjes voor een bezoek aan de wijde omgeving morgen, keren we terug naar de camper voor het avondeten en een rustig avondje TV.

Dinsdag 3/11

Vandaag starten we met een bezoek aan het Bois des Caures waar kolonel Driant en zijn manschappen moedig verweer boden in de slag om Verdun en zinloos het leven lieten. Vanaf de parking volgen we Cris’ wizzitor, langs een brede boswegel in de richting van het dorpje Beaumont en Verdunois, deze plaats staat op onze kaart gemarkeerd als een ‘village détruit‘. De verhalen van collega camperaars over hun bezoeken aan Oradour-sur-Glane bemoedigen ons het tegenweer te trotseren dat helemaal mee opgaat in de sfeer van een gure loopgravenoorlog. We ploeteren enkelhoog door de modder van een door bosbouwmachines omgeakkerde weg om tenslotte vast te stellen dat het onze zuiderburen bittere ernst was toen zij op hun kaart schreven dat het dorp vernietigd is. Behalve een gedenkplaat en het gerestaureerde kerkhof is er van dit dorp niets, maar dan ook niets oorspronkelijks meer terug te vinden.

Bois des Caures
Beaumont en Verdunois - village détruit

Het is onderhand al ver over de middag en ietwat teleurgesteld keren we langs de grote weg terug naar onze motorhome. Een tweede keer door de modder zien we niet meer zitten, het regent nog steeds wanneer we uitgeput terug aankomen. Een autocar met Engelse toeristen heeft zich naast ons geparkeerd, zij zijn slimmer en hebben rubberlaarzen aangetrokken voor de wandeling. Ik overweeg hen nog te waarschuwen maar ach, laat hen het plezier zelf te ontdekken dat er wezenlijk niets te zien is aan het einde van het parcours.

We prikken een volgende locatie: het Ossuaire en het fort van Douaumont, ook hier kan je een wandeling maken naar de village détruit, maar daar trappen wij voorlopig niet meer in. Een bezoek aan het memoriaal dat uitkijkt over een troosteloze dodenakker volstaat voor vandaag, onderweg stoppen we nog even aan een loopgraaf: tranchée des baionnettes, waar de legende wil dat twaalf soldaten rechtopstaand bedolven werden. Cris’ wizzitor vertelt ons dat het bouwwerk de vorm heeft gekregen van een zwaard dat tot aan het heft in de grond werd geplant. Met een weinig verbeelding herkennen we de contouren hiervan, maar we worden bruusk uit onze overpeinzingen teruggeroepen door een luidruchtige meute Duitse tieners die per bus worden gedropt voor een schoolexcursie, vermoedelijk aangevoerd om hen met de neus op de gruwel te drukken die hun voorzaten hier hebben aangericht.

Ossuaire - Douamont

We wurmen ons doorheen het jeugdige geweld een weg terug naar buiten en gaan op zoek naar een servicepunt. TomTom navigeert foutloos naar de dichtstbijzijnde plaats die we op een kaartje met motorhomevoorzieningen, uitgegeven door de Conseil Général de la Meuse, vinden. Ter plaatse merken we dat de service op een camping te zoeken is, maar zoals vele communals is die rond deze tijd van het jaar gesloten. De eerstvolgende sanizuil vinden we enkele kilometers verderop in Damvillers aan de watertoren tegenover de plaatselijke gendarmerie. Er staat een bordje om campingcarristen welkom te heten, het nodigt ons uit om hier te overnachten maar wij houden het bij lozen en water vullen.

Het schemert al en de gemeente langs de D905 ligt er maar wat doods bij, dus haasten we ons opnieuw richting Verdun waar we bij het warenhuis om de hoek wat inkopen doen voor het avondmaal. Het is nu echt donker en het regent nog steeds, onze wandelschoenen staan ondertussen te drogen naast de Truma-kachel en de andere zijn ondertussen ook weer doorweekt. Omdat natte en verkleumde voetjes onmiddellijk het humeur lijken te beïnvloeden, duikt Cris de schoenenafdeling van de winkel in. Doordeweekse schoenen lijken hier beduidend beterkoop dan bij ons, maar een grote maat vinden is minder evident. Ik beklaag me stiekem dat mijn lieverd slechts één set stappers geschikt acht, net het paar waar ik zelf mijn oog op had laten vallen. Snel nog een sappig stukje vlees en een vers blaadje sla uit de winkelrekken plukken en dan terug naar de parking aan de citadel waar ondertussen al enkele uitgeregende motorhomes neergestreken zijn voor de nacht.

Na het avondmaal en de vaat doen we tevergeefs een poging om in één van de vele brochures een nieuwe bestemming te prikken, november is hier niet bepaald het toeuristische hoogseizoen. De meeste bezienswaardigheden zijn of in openlucht te bezoeken, wat met dit regenweer geen aanrader is, of zelfs gewoon gesloten tot in de lente. Zonder duidelijke plannen voor morgen kruipen we onze alkoof in, ik zal vroeg in de ochtend nog eens een poging doen om een volgende étappe aan te duiden. Meestal ben ik bij het krieken van de dag op terwijl Cris nog loom in de alkoof blijft tot hij uiteindelijk gewekt wordt door het gerammel van potten en pannen en de geurende dampen van mijn vers opgegoten kan koffie.

Woensdag 4/11

Al vroeg in de morgen word ik gewekt door een draaiende motor, wellicht een van onze buren die staat warm te draaien om de condens van de voorruit te verjagen. Ik hijs mezelf uit bed en begin aan het ochtendritueel. De zoveelste dag op rij ben ik om 7 uur al uit bed, thuis wanneer het werk op ons wacht gaat het meestal moeizamer. Nu ik toch op de been ben haal ik de laptop boven om snel wat mails te overlopen. Ik vertrouw ook in het buitenland op Internet Everywhere, maar omdat de roaming nog steeds aan de prijzige kant is, hou ik de datatrafiek streng in de gaten. Het valt me op dat het tellertje sneller dan anders aantikt; wat is er hier aan de hand ? De automatische updates van Windows en het anti-virus programma staan nog geactiveerd, daar gaat mijn buitenland provisie…

Het komende weekend hebben we soi-disant met onze reisgezellen afgesproken voor een verjaardagsborrel. Onwillekeurig speur ik naar een bestemming in de richting van Ouren, op de grens van Wallonië en Duitsland net boven het drielandenpunt met Luxemburg. Op zoek naar een overnachtingplaats waar ook nog iets te beleven lijkt, valt mijn oog op Redu. Ik spendeer mijn resterende megabytes aan een virtueel blitzbezoek, 140 km huiswaarts is beslist haalbaar en het lijkt me wel wat. Voor Cris is alles beter dan nog eens een dag in regen en wind rond te dolen in de Champs de bataille van Verdun. Hij is ook wakker geworden en ziet een uitstapje naar het boekendorp wel zitten, de Campergids stelt ons twee plekjes voor: een aan de kerk een ander bij het binnenkomen van het dorp.

Redu - village du livre
Redu - village du livre

Het loopt tegen het middaguur wanneer we onderweg halt houden op een parking langs de snelweg om een stukje baguette naar binnen te werken voor we onze reis verder zetten. Aangekomen in Redu lijken de coördinaten niet helemaal te kloppen, maar de parking bij het binnenkomen van het dorp zijn we voorbijgereden een paar honderd meter voor de kerk waarrond alle boekenwinkeltjes en horeca gelegen is. We draaien een toertje rond de kerk en rijden terug om de motorhome te parkeren; de parking helt wat af maar hier staan we beslist netjes voor de nacht.

Het motregent nog wat en we stappen binnen bij Le Fournil, de enige herberg waar een lichtje brandt. Het plaatselijke streekbier, Ampounette de Redu, valt niet in de smaak en dat is misschien maar best. We reserveren een tafeltje voor vanavond en gaan grasduinen tussen de vele boeken in enkele van de vele boekenwinkeltjes die het dorp zijn faam geven. De benaming winkel is in sommige gevallen echter wel een eufemisme, maar tussen schat muf papier kan je links en rechts beslist nog pareltjes ontdekken. Wie zich voor de lange winteravonden van leesvoer wil voorzien of gewoon om het hoge curiosagehalte moet hier beslist eens lang gaan.

Het wordt opnieuw vroeg donker en tijd om ter reservatie te gaan voor het avondmaal. Ik stort me op een heerlijke Cassolette des prairies, kikkerbilletjes en wijngaardslakken. Cris’ voorkeur gaat uit naar een Terrine de foie gras, met een bijpassend glaasje Gascogne. Aansluitend wordt ons een gloeiende Tartiflette met kaas van Orval geserveerd, verrukkelijk maar wel zwaar en voor het dessert moeten we helaas passen. Na de koffie wandelen we terug naar de motorhome en gaan op zoek naar onze laatste bestemming voor we koers zetten richting Ouren.

Cris wil graag gaan shoppen in Luxemburg, morgen rijden we naar het Knauf center in Pommerloch, die winkelcentra zijn altijd leuk om jezelf een dagje zinloos onledig te houden. We zullen dan wel ter plekke uitkijken naar overnachtingsmogelijkheden. Camperplaatsen zijn in het Groot Hertogdom niet dik gezaaid dus vertrekken we morgen via de camperplaats van Han-sur-Lesse om te lozen en water in te slaan.

Donderdag 5/11

Wanneer we uitgekeken zijn op het winkelcentrum besluiten we de vernieuwde camperhaven Fuussekaul op te zoeken. Vrienden van ons plegen hier wel eens vaker langs te komen en vertelden ons dat het zeer de moeite is. Het is de eerste keer dat we een Quick Stop formule zullen gebruiken, aankomen kan hier vanaf 16 uur en je wordt geacht ’s ochtends opnieuw te vertrekken voor 11 uur. In ruil voor 7,5 euro krijg je een afgebakende staanplaats toegewezen op de netjes aangelegde motorhome parking, elke plaats heeft er een eigen watertappunt, vuilwater afvoer, stroom en kabeldistributie. Bij de toegang zijn service voorzieningen en aan de overkant van de straat bij de receptie van de camping waar je moet gaan betalen voor de overnachting krijg je in het Nederlands vriendelijke info over de camping en de omgeving. In de onmiddellijke nabijheid van je camper vind je hier een kampeerwinkel, superette, bowling, frituur; kortom alles wat je nodig hebt. Het regent nog steeds, maar in een ander seizoen of bij beter weer komen we hier beslist terug om te wandelen of als uitvalsbasis naar de uitgelezen plekjes van het Groot Hertogdom!

Fuusekaul

Vrijdag 6/11

Bij een servicepunt kan je iets kwistiger met je watervoorraad omspringen en bij guur weer doet een warme douche ’s ochtends wonderen. We nemen het niet zo nauw met het geafficheerde vertrekuur, onze buren zijn voor dag en dauw vertrokken. Wij lopen nog even langs bij de campingshop; nog maar eens lozen en het gebruikte water aanvullen. Dan gaat het richting Massen in Wemperhardt traditioneel een smokkelhalte op onze terugweg naar huis vanuit deze regio. Het miezert opnieuw. Vorig weekend werden we er attent op gemaakt, bij de verplicht welkomstzoenen, dat we wel heel erg prikten in Brigitte haar tedere wangen. Daarom neem ik me voor om wat scheergerief voor de motorhome te gaan kopen. Voor de jarige pikken we nog snel een liquoreus presentje op en dan zetten we koers naar Ouren, waar we de rest van het weekend in goed gezelschap zullen doorbrengen.