Passion Dale

Het is al weer een hele poos geleden, dat we nog eens ten velde op weekend zijn gegaan met de ganse bende. Dus blazen Marc en Mieke verzamelen in Zonnebeke voor een gezellig herfstweekend, een brok geschiedenis en misschien ook gewoon stiekem voor een leuke verjaardag. Ik zoek al onze vakantiefoto’s bij elkaar, met Marc over de jaren heen, voor een collage op een geïmproviseerde verjaardagskaart.

Daags voordien haal ik de camper van onder de carport, de watertank is helemaal gevuld. Nachtvorst is er de komende dagen sowieso niet en de herfstvakantie komt eraan. Dat wordt onze laatste grote voyage dit jaar. Daarna gaat de Autoroller waarschijnlijk tot het voorjaar op stal. Tenzij…

Camping Bloesemlaan

Vrijdag 11 oktober

Na schooltijd vertrek ik samen met juf Margriet en Steve richting De Dreve in Zonnebeke, een kroeg bij het Polygoonbos waar we met drie campers en een caravan op de parking kunnen overnachten. Cris komt achterna met de auto, of dat is toch soi-disant het plan. Er moet eerst nog druk overlegd worden over de namen die mee op het kaartje zullen staan. Albert en Brigitte, maar ze komen niet. Familiale verplichtingen. En ook ‘onze jongens’, die zijn er ook niet bij. Maar bij Marc en Mieke zijn Lennert en Wouter altijd welkom. Anneke van Stefaan, vraag ik best even of het nu Woopie of Whoopy is. Dan zetten we Choco van ons ma en onze pa er ook maar op. Alles beklonken en netjes afgedrukt. De eersten weekendgasten zijn er al, stuurt onze kameraad. Lamineren, zegt Margriet!

Steve kan niet meteen om vier uur weg en ik vrees de vrijdagavondfiles rond Brussel en Gent. De voorbije weken schoof ik richting kust al een paar keer aan in volle spits. Liever dan te wachten en uren te verliezen op de ring of op de E40 vertrek ik in mijn eentje van zodra de schoolbel gaat. De juf springt op haar fiets, en zegt al zwaaiend: doe voorzichtig, ik laat iets weten en we zien elkander ginder wel. Cris ik ben weg, stuur ik, en tot straks! Zwaar verkeer rond Aalst, ik hou onze vrienden op de hoogte. Zet mijn Duvel al maar klaar want ik kom eraan, grap ik naar de jarige. Klokslag 18 uur verlaat ik de snelweg en rij via kronkelige veldwegen het hinterland van de westhoek binnen.

Net wanneer ik van de Lotegatstraat naar de Lange Dreve afsla, merk ik dat de campers van onze vrienden op de parking links achter mij tegen de bosrand staan. Marc zag onze rijdende villa de parkeerplaats van het eetcafé oprijden en haast zich naar buiten terwijl ik de Autoroller tussen de andere wagens keer. Stap in en rij mee. Hij dirigeert me achterwaarts in een open plek tussen het struikgewas en helpt me om waterpas op de keggen te gaan staan. Met een warme omhelzing en een klappende zoen, lopen we terug naar de taverne waar Mieke met Stefaan en Anne wacht.

Wapenbroeders

De waard van het kafaat, annex wereldoorlog-1-museum, verschijnt. Iets van de streek? Hij schenkt er Brothers-in-arms. Een blond speciaalbier waarvan de opbrengst een fonds spijst voor ‘het’ monument. Doe me dat maar dan, drinken voor het goede doel geraak ik snel gewoon. En het smaakt! Bij de volgende tournee arriveert ook de juf, net op tijd voor het verlate avondmaal. Chicons en een sloot van dat broederbier. Het verhaal erachter lezen we later op het internet. De cafébaas blijkt in kringen van groote oorlog geschiedkundigen een gevierd amateur-archeoloog.

Margriet heeft haar cadeau al mee. Met een smoes dat ik mijn chauffage moet aanleggen, loop ik dus ook even om de grote envelop met de zelfgefabriceerde kaart en onze verjaardagsflessen. Doen we het hier of wachten we op Cris? Hij is onderweg dus we wachten. Marc wil afrekenen en gaan verkassen. Oei, gaan we al slapen vraag ik net wanneer mijn wederhelft laat weten dat hij er over een kwartiertje is. Naar het clubhuis! Stefaan mist de pret. Iedereen zit bij Marc en Mieke rond de campertafel wanneer mijn Berlingo eindelijk arriveert.

Oeps 😉

B-Lotegatstraat zie ik in het schijnsel van de neonlichten. Een grapjas heeft zich met het straatnaambord geamuseerd. Parkeer u achter onze camper en kom snel naar binnen. We moeten nog zingen en het is al bijna middernacht! Het zal nog later worden en heel wat flessen zullen sneuvelen. Maar nu naar bed want morgen worden we om 10 uur in Geluveld bij Cryer Farm verwacht.

Zaterdag 12 oktober

Heel wat beweging rond ons bed op de Polygon Wood-parking, bij het krieken van de dag. Wandelaars en joggers wringen zich tussen de bomen met slaande autoportieren. Blaffende honden en luidkeels kwetterende koters jagen mij uit het bed. Nog geen gerucht in de caravan voor ons, door het keukenraam bij het zetten van de koffie zie ik Marc druk in de weer. Cris wrijft lui de ogen uit en moppert dat alle rollo’s weer al open zijn nog vóór zijn ochtendtoilet. Onze reisleider staat al buiten, komaan doe voort want over een kwartier moeten we gewassen en gestreken zijn.

Babe you can drive my car!

We ontmoeten de stadsgids voor een geschiedenisles over de slag bij Passendaele en het Duitse weerwerk tussen Menin Road Ridge en Clapham Junction. Ik rij met Steve mee, Cris neemt Mieke, Stefaan en Anneke met Whoopy mee. Marc leidt zijn reisgezelschap naar de afgesproken plek, een paar minuten vóór het afgesproken uur. Een boeiend relaas, gebracht aan de hand van historische feiten en stille getuigen van het oorlogsverleden dat hier nog levendig wordt bewaard. Ik duizel al een beetje, naweeën van de sloot broederbier en de loopgraaf wijn gisterenavond. En data. Zoveel getallen en rekensommen in de honderdduizendtallen, met zoveel zijn ze gevallen bij de eerste, tweede en derde slag om Passchendaele hier in de modder van de Ieperboog of stoemelings in het niemandsland van Flanders Fields.

Cryer Farm, de vergeten bunker.

Een beetje aangeslagen door de onmetelijke waanzin van die groote oorlog en ingetogen bij zoveel bijna vergeten oorlogsleed keren we terug naar ons kampement. Apérotijd in het Polygoonbos. Soms de belangrijkste maaltijd van de dag, zoals een schoolcollega wel eens pleegt te zeggen. De wetenschap dat dit nu vredige bos het decor was voor één van de dodelijkste luchtgevechten in de streek, spoelen we met een fles bubbels even weg. Geen enkele boom is hier meer dan 100 jaar oud, in 1919 was dit bos kaal gekapt en plat gebombardeerd. Cris mag meeklinken, ik neem koffie en ben BOB. Meer contemplatie volgt, want de reisleider troont ons mee naar het Memorial Museum Passchendeale 2017.

Na het museumbezoek in het ‘kasteel’ van Zonnebeke is het tijd voor ons vieruurtje. Koffie. Iedereen weer in de auto’s om naar Tyne Cot Cemetery te rijden. Het grootste knekelveld in West-Vlaamse grond, overgedragen aan de piëteitsvolle handen van de Commonwelt War Graves Commission. Rij aan rij, steen voor steen: het graf van duizend en duizend soldaten, altijd iemands vader, altijd iemands kind.

https://www.youtube.com/watch?v=KyKEbumYmfc

De prevelende woorden van Willem Vermandere zweven door mijn gedachten onderwijl het fotograferen, gebukt onder de donkere luchten of geknield bij een graf. Komt ge mee? Mijn wederhelft zoekt mij: de rest is al naar de auto… Cris weet dat ik mij urenlang in dit tastbare verleden kan verliezen en haalt me weer bij de les. Want er staan nog een paar dodenakkers op het programma, het Buttes New British Cemetery en Polygon Wood. Het miezert wat en wordt kil hierbuiten. Onze vrienden wandelen met Whoopy terug, wij stappen in de auto en parkeren weer onder het lover van de bivakplaats. Johan van het café heeft voor ons een tafel vrij. Zijn memoriaal moet weer worden gesponsord en onze buikjes grommelen.

Brothers in Arms memorial project

Zondag 13 oktober

Na het ontbijt verzamelen we bij Johan voor een bezoek aan het dugout-museum op de zolder boven zijn gelagzaal. Eerst koffie voor iedereen? Goh het is nog te vroeg zeker om uw monument al te sponsoren, grap ik. “Boah neent, khen al een slokstje gedoan.” OK dan, doe mij dan maar een Brother. Ons gezelschap kijkt mij verbaasd aan, Cris nog het meest. Maar bij het tweede rondje bestelt hij er ook eentje. Johan heeft ondertussen zijn film “aangelegd”, we mogen naar boven. Bovenaan de trap staat een Duitse soldaat op wacht, tegen het beschot onder het dak heeft de cafébaas een duizendtal identificatieplaatjes gespijkerd die hij ten velde bij zijn amateur-opgravingen heeft gevonden. Duizend en duizend soldaten.

De reportage toont het opgraven van dugouts en tunnels die zowel aan Duitse als Engelse kant werden gebruikt om elkaars stellingen te dynamiteren. Ergens in de westhoek staat een hoeve boven op de grootste springlading van WOI, tot op vandaag nog onaangeroerd en een ondergelopen tunnel. Het zal je huis maar zijn. We snuisteren nog wat tussen de verroeste spaden, granaten en verwrongen geweren die uit de modder van de Vlaamse velden zijn gekomen en dalen terug af naar het gepol en lawijt van de zondaagse kroeg. Nog een lunch en dan kramen we hier op, een warm afscheid en tot binnenkort!