Paasvakantie in de Elzas

Route via Google

Het weer tussen Bretagne en Bertem lijkt met uitzondering van het eerste weekend echt nergens naar de komende dagen. Waarschijnlijk trekken zware bewolking en regenbuien van over de oceaan naar het noordoosten. De plannen om via Caen in Normandië helemaal naar Presqu’île de Quiberon te rijden voor een fietsvakantie en een bezoek te brengen aan de duikbootbasis in Saint-Nazaire worden op het allerlaatste moment opgeborgen. Alleen de Région Grand-Est en het Zwarte Woud krijgen precies nog wat respijt. Daarom stelt Cris voor richting Straatsburg of Freiburg te vertrekken. Een beetje onvoorbereid en geen flauw idee waarnaar toe, wordt de camper ingepakt voor een onverwachte paasvakantie in de Elzas.

Proloog

Eigenlijk zouden we op donderdagochtend al vertrokken zijn, mocht daar geen afspraak bij de neuroloog tussen gekomen zijn. Ook tijdens de zomervakantie kreeg ik na een lange rit al wel eens ‘een voos gevoel’ in mijn pinken en duimen. En ondertussen zijn we een half jaar verder waarmee er toch wat ongerustheid begint te komen. Google is een slechte raadgever: zoek zelf eens wat symptomen op en je waant jezelf bijna palliatief. De consultatie is matig geruststellend en de vrees voor ernstigere aandoeningen is aan de hand van de eerste tests ongegrond, verdere onderzoeken volgen om een sluitende diagnose te stellen.

Gewoon lastig, voorlopig niet levensbedreigend, vertel ik vrijdagavond aan onze compagnon-de-route, vertrouwenspersoon en bij momenten knuffelbeer. Gij denkt te veel na he Stijntje, zegt Wouter na zijn late shift bij een bezoek aan zijn zorgelijke kameraad.  Slaapwel zegt hij terwijl hij weer in zijn auto stapt en ik hem uitwuif. Tot morgenvroeg lieverd, ik kom met Cris nog dag zeggen voor we vertrekken. Zonder zijn gezelschap is ons vakantiegeluk niet helemaal compleet. We hopen met z’n drieën weer op een zorgeloze zomertrip samen, net zoals onze roadtrip tussen Bertem en Bordeaux vorig jaar, of ten minste een stuk van het volgende groot verlof.

Zaterdag 6 april

Traject: Bertem – Rodemack, 247 km

Eens de kogel door de kerk, was mijn enige opdracht gisteren: kijk waar we naartoe rijden voor een tussenstop en boek de camping in Straatsburg. De eerste halte wordt de camperplaats van Dudelange of Rodemack, beide plekken zijn ons bekend en liggen op een boogscheut van elkaar. Nog voor onze kameraad een goedemorgen stuurt, hebben we al beslist. Want de eerste locatie vlak voor de Luxemburgs-Franse grens zal waarschijnlijk weer volstaan tegen dat wij er aankomen. Daardoor kwamen we aan het begin van de paasvakantie in 2022 ook vanuit Diddeleng in Rodemachern terecht. Dus rijden we straks ineens naar de grote toeristenparking net over de grens in Frankrijk. Ik vond gisteren zelfs al een eventueel eerste avondmaal in de plaatselijke Auberge de la Petite Carcassonne, blijkbaar de bijnaam van de kleine middeleeuwse vestingstad.

De camper is zo goed als ingepakt wanneer Cris en ik het dorp in stappen naar onze compagnon. Hij moet pas vanmiddag gaan werken dus zijn wij niet gehaast om afscheid te nemen. Billy kwispelt vrolijk terwijl Cris hem oppakt en ik mijn knuffelbeer omhels bij wijze van ochtendgroet. Koffie? Ja graag. We babbelen nog wat over koetjes en kalfjes, over onze gewijzigde reisplannen en dat we hen beiden zullen missen onderweg. Stuur tussendoor maar iets he, en als ge om 4u opstaat ook. Dan valt het mij minder zwaar u een ganse week niet te zien bij de koffie ’s morgens. Ik fluister nog iets in Wouters oor wanneer we met een knuffel en een kus aanstalten maken om weer zonder hem op paasvakantie te vertrekken.

CityKamp (Strasbourg)

En route

De laatste bagage nog ingeladen, fietsen op de drager, voor- en achterdeur op slot. Een eind over de middag stuurt de campernavigatie ons richting E40, maar daar wordt aan een fietstunnel gewerkt en langs de wegomlegging beneden door het dorp rij ik liever niet. We nemen in Leuven wel de snelweg zeg ik tegen Cris en draai in de andere richting van onze oprit af. Helaas blijkt dat buiten de aaneenschakeling van wegenwerken in de studentenstad gerekend en onderweg herberekent de GPS zijn route. Nu niet meer over de Brusselse ring naar de E411, wel via Wavre.

Er ontspint zich een meningsverschil tussen Waze op mijn wederhelft zijn telefoon en Garmin tegen de voorruit. Wat doe ik? Garmin volgen naar de E40 of Waze binnendoor naar de E411? Rij naar de Waversebaan emmert GSM van mijn vent die klakkeloos de instructies herhaalt terwijl het verkeerslicht op groen springt en ik al voorgesorteerd richting Brussel sta. Geen denken aan dat ik door de villawijken van Heverlee ga rijden. Ik weet godverdomme zelf wel hoe ik via Blanden en Hamme-Mille richting Luxemburg geraak!

Cité médiévale

Citadelle de Gargan (Rodemack) Ruisseau de Boler (Rodemack) La Porte De Sierck (Rodemack) La Porte De Sierck (Rodemack)

Na een pitstop, om in het Groot Hertogdom snel nog goedkopere diesel te tanken, komen we rond een uur of vijf  aan op onze eerste bestemming. Ik ben er na dagen van aanhoudende regen op beducht vast te rijden in het mogelijk zompige gras en mik op een plaats bij het servicepunt en zo dicht mogelijk bij de baan. Anderen hebben aan het eind van de onverharde parking zichtbaar sporen getrokken in de zacht geworden ondergrond en zelfs het wegje moet onberijdbaar zijn geweest want op de drassigste plek achteraan in de u-bocht en aan de ingang heeft men een camion steenslag gestort.

We staan hier alleszins niet alleen en Cris stapt uit waar ik wil parkeren voor de nacht. Hij monstert de strook gras waar andere campers zijn opgereden: dat is hier zo droog als wat en onder uw voorwielen liggen zelfs wat steentjes als je er zò oprijdt. Ik betrouw het nog niet en stap zelf ook uit. Na de toer over het ganse terrein, door putten vol modder en regenwater in wat ooit een aangelegde kiezelweg was, zit het profiel van de zomerbanden onder de Autroller al vol okerkleurige leem en kleine steentjes. Maar hij heeft gelijk, de aarde onder het gras is hard genoeg om erover te rijden en voor vannacht wordt geen regen voorspeld. De warme dag veranderde de voorruit van Transit in een insectenkerkhof, die poets ik er morgenvroeg nog wel af terwijl mijn wederhelft nog ligt te snurken.

Serge aux fourneaux

Op weg hierheen heeft mijn grote beer getelefoneerd naar het restaurant om zeker te zijn dat we er om half zeven een tafel hebben. Rodemack mag zichzelf un des plus beaux villages de France noemen. Zo zijn er wel een paar in elk Frans département, pardon in elke région want die andere bestuurlijke omschrijvingen zijn in 2016 afgeschaft. Maar met haar middeleeuwse remparts en haar Citadelle de Gargan oogt het vandaag in de ondergaande zon wel feeëriek. We dalen de trappen af naar de oever van ruisseau de Boler, zeg niet zomaar beek of slotgracht, het is blijkbaar een riviertje dat langs de oude vestingmuren vloeit. We volgen het tot aan de Porte De Sierck.

Nog een halfuurtje tot onze reservatie dus kuieren we wat door de smalle straten en over hobbelige kasseien. Bij een vorig bezoek stonden we boven in de sneeuw en vonden we hier niets om uit eten te gaan. Blijkbaar hebben we toen deze uithoek van het stadje gemist. Dit keer is het er behaaglijk warm en bij de wasplaats zitten mensen in de avondzon te keuvelen met een pint of een sigaret. En op het terras van de plaatselijke brouwerij nippen toeristen van een glas in de laatste avondzon.

Wij keren terug langs de versterkte kazerne en de kerk naar Auberge de la Petite Carcassonne waar chef Serge ons ontvangt. Hij heeft plaats voor 50 couverts, maar wij zijn met een ander Vlaams gezin dat er logeert de enige gasten. De patron noteert gretig onze bestelling: comme apéro, le gin du region et un tonic, picon bièrre et la planche gourmande de l’aubergiste. Merci messieurs. Un assortiment salaisons « maison », terrine et foie gras.  Seul ou à partager … staat erbij op de kaart. Il ne veut pas partager, gebaar ik naar Cris en bestel voor mijzelf meteen een tweede plank. Grote honger!

Salaisons « maison » (Rodemack) Magret de Canard (Rodemack) Porte de Sierck (Rodemack) L'église Saint-Nicolas (Rodemack)

Sylvie en salle

Na het aperitief serveert de vrouw des huizes ons de hoofdgerechten: Bouchée à la reine à la poule fermière aux champignons, voor mijn anderhalve trouwboek; magret de canard, sauce au Pinot noir de Moselle, voor mij. Waarbij Cris een uitgelezen fles uit de streek bestelt: Pinot noir ‘Pynoz’ van Domaine Sontag. Bij de koffie brengt Sylvie een huisgemaakte crème brûlée à la mirabelle de Lorraine, hoewel ik twijfelde over de carpaccio d’ananas frais omdat het roomijs er mij te veel aan leek. Cris hield het op  fior di latte, façon dame blanche. Melkijs en vederlicht volgens mijn zwaarwichtige gastronoom. Nadien een Mirabelle de Lorraine en die maakt het diner met eerlijke en regionale producten helemaal af. Als we nog eens in de buurt zijn, komen we terug!

We beklimmen voldaan terug de trappen naar de camperparking om snel nog een slaapwel te sturen naar onze halve trouwboek in Bertem. Morgen stoppen we misschien nog bij één of andere bezienswaardigheid, als ik die überhaupt iets kan vinden tegen ons vertrek naar Straatsburg morgenvroeg. We mogen daar toch pas om 14 uur de camping op. Het zal zonder concreet reisplan weer wat improviseren worden gaandeweg. Elsassisch ìsch bombisch: Strossburi /ʃdɾoːsburi/ lees ik nog net op het kleine scherm om met de gsm in de hand als een blok in slaap te vallen. In dromenland gaat Wouter met ons mee op reis. Egal was ich tu, egal wo ich bin du gehst mir einfach nicht aus dem Sinn!

Rodemachern by night (Rodemack)

 

Zondag 7 april

Traject: Rodemack – Strasbourg, 205 km

Ik ben al vroeg wakker en heb koffie gezet in afwachting van zijn dagelijkse bericht. Langs de route over de A4 speur ik naar iets dat de moeite loont om er halt te houden. Mijn oog valt op Château du Haut-Barr of Hohbarr in het Alemanisch. Klokslag 7u30: Ping. Goeiemorgen. Eens kunnen uitslapen vandaag. Zondag rustdag, onze compagnon-de-route moest er vandaag eens niet zo vroeg uit. Keuvelend met onze kameraad wordt de opgietkoffie koud in mijn mok. Uiteindelijk wekt het gepingel van de binnenkomende berichten en het aanslaan van de Truma-kachel die ik toch maar even heb opgezet ook Cris. Zeg dag tegen Wouter, mompelt de grote beer vanuit het warme bed. Buiten vertrekken de eerste campers al en onze brave kameraad gaat aan zijn huishouden beginnen. Waar rijden jullie nu naartoe? Strasbourg, allez tot straks he…

Poseert eens voor de foto (Rodemack) Poseert eens voor de foto (bis)

Saarland

De kasteelruïne uit het jaar 1100 is een optie. Een zoektocht online leert dat er hike-tochten en wandelingen vertrekken. Ook is er een grote parkeerplaats waar zelfs reisbussen kunnen staan. De app van Park4Night gewaagt ook van overnachtingsmogelijkheid, daar even parkeren met de Autoroller zal dus wel lukken. Dimanche, à l’aise. Tegen dat wij gewassen en gestreken zijn, ik het insectenkerkhof heb opgekuist en de camper bij het servicepunt is gepasseerd, hoeven we geen tussenstop meer in te lassen. Garmin leidt ons trouwens niet over Metz naar de A4 en door de Vogezen, wat ik had verwacht. We worden weer omhoog naar Mondorf-les-bains in Luxemburg gestuurd om voorbij Saarbrücken in Duitsland en via de N61 vooralsnog diezelfde A4 te nemen bij Saint-Avold. Dan komen we om iets voor twee vanmiddag aan bij de Huttopia-camping op Montagne Verte.

Mondorf ligt in een uithoek van het Groot Hertogdom die wij tot hiertoe ook nooit echt bezochten anders dan een quick stop in Diddeleng. Schijnbaar is het een riant kuuroord en de doortocht nodigt uit om er ooit eens naartoe te komen. Mogelijks te onthouden voor een weekendje met onze compagnon-de-route. Saarbrücken associeer ik dan weer met steenkool en de ooit vervuilende metallurgie van Saarstahl. Maar dat grauwe beeld klopt al lang niet meer, de meeste industriële sites werden zichtbaar gesaneerd. En onder een staalblauwe hemel aan de overkant van de wassende rivier schittert de Altstadt met haar Saarterassen. Wij tuffen traag voort over de snelweg langs de Saar. Ökowende.

Bip&Go

Enkele weken vooraf bestelde ik online een Bip&Go voor de Franse télépéage handig als we in de zomer weer door La Douce trekken met ons triumviraat. Geen gedoe meer met tickets en betaalkaarten of aanschuiven in de rij Hollanders voor de tolpoortjes, wij nemen vanaf nu de voie rapide. Nu we door Duitsland rijden twijfel ik eraan of we de kans zullen krijgen om het al eens uit te testen. Gelukkig – nu ja – is er nog een tolweg vanaf Sarreguemines.

Ge kunt gewoon aan 30 erdoor rijden zegt Cris, maar dat is buiten het detectiesysteem bij de eerste slagboom gerekend. Niet alle télépéage poorten zijn erop voorzien, die waar je ook nog met de kaart of erdoor rijdt met een badge alvast niet. We naderen stapvoets en wanneer bijna stilstaand voor de bareel piept de badge tegen de voorruit. Het licht springt op groen en we hoeven geen ticket te nemen. Aan de volgende barrière vertraag ik sneller. Nu kunnen we erdoor rijden zonder stil te staan. Bij een volgende péage staat er wel ergens 30 aangegeven boven de tolpoort voor zwaar vervoer en kijkt het scansysteem véél verder vooruit. Daar kunnen we met de Autoroller inderdaad gewoon traag doorrijden na de bevrijdende piep.

Huttopia

CityKamp (Strasbourg) CityKamp (Strasbourg) CityKamp (Strasbourg) Huttopia (Strasbourg)

In onze herinnering lag de camping van Straatsburg ergens aan een park en op wandelafstand van de stad. Toch herkennen we de omgeving vandaag nauwelijks bij het naderen van onze bestemming. De kampplaats werd sinds wij er in 20-something waren na een architectuurwedstrijd volledig vernieuwd. De oriëntering is nu omgekeerd waardoor het terrein beter toegankelijk is geworden. De receptie is vandaag ondergebracht in een duurzaam opgetrokken donut-achtig batiment waarin ook een bistro en alle sanitair geïntegreerd werd. Het oude receptiegebouw, nu de achteruitgang van de camping, fungeert als vergaderzaal en kinderopvang. Mooi. We doen vandaag niets meer, gewoon vin orange slurpen onder het ontluikende lover in de vale lentezon. En straks picon bière met flammekueche op het terras van de campingbar.

Huttopia (Strasbourg)

Maandag 8 april

Bij het inchecken bestelde Cris gelijk de baguettes en een Kougelhopf. Ik ontwaak bij het krieken van de dag, nog voor de wekker die ik voor de zekerheid heb gezet. De routine om elke ochtend met onze compagnon-de-route mee op te staan en samen koffie te drinken vooraleer hij aan zijn dag begint, zit er stevig ingebakken. 4u33: Ping. Hij stuurt een goedemorgen terug. Hij vraagt of ik niet beter eens zou uitslapen? Nee, aan u heb ik meer dan aan een paar uur extra slaap. Billy slaapt ginder nog en het regent. Hier voorspellen ze een warme dag met opklaringen. Perfect voor een fietstochtje en een bezoek aan het historische stadscentrum en La Petite France; de oude vakwerkhuizen en de overdekte bruggen van Französel behoren tot de feeëriekere en dus ook meer toeristische buurten in Strossburi.

Het is nog veel te vroeg om het brood op te halen, dus volg ik Wouter zijn raad op en kruip terug in bed. De babbel met onze achterblijver spookt nog door mijn hoofd, wat tot een onrustige slaap en rare avonturen leidt. Pas wanneer de schuifdeur van een California camper naast ons met een gedempt geluid opent en met een doffe klap weer dicht rolt, schrik ik terug wakker uit die droom. Het is buiten licht geworden dus kruip ik uit het warme bed om nog slaapdronken koffie te zetten. Vooraleer ik de stokbroden en het Elzasser briochegebak op kan halen, is er toch een stevige cafeïneboost nodig om de wazigheid van een onderbroken nacht in mijn hoofd te verjagen.

Bonjour, je viens cherchez les baguettes au nom de Tits, T-i-t-s. Articuleer ik geforceerd, want mijn mimiek wil nog niet echt mee en aan de correcte uitspraak van plaatselijke specialiteit waag ik mij zelfs niet. C’était bien avec un Kougelhopf? Oui, madame. Ik reken af en neem de bestelling van mijn grote beer in ontvangst. Noemde ze het nu kouglof, kougelhof, kugelhof, kugelopf, kugelhopf of kouglouf? Ik kon niet onmiddellijk onderscheiden. Merci et au revoir.

Déjeuner sur l’herbe

Petit déjeuner (Strasbourg) Petit déjeuner (Strasbourg)

De tafel staat gedekt en de fietsen al naast de Autoroller wanneer de grote grizzlybeer ook uitgeslapen is. Dit keer heeft mijn nachtelijk getater hem niet gewekt. Eerst ontbijt en dan fietsen we richting Strassburger Münster over een voie verte die langs de camping loopt. De route van Cris zijn slimme apps voert ons in een wijde boog langs de relicten van een Vauban-citadelle die na haar inname tijdens de Pruissische bezetting werd ontmanteld. Achter de gerestaureerde vestingmuren en de hoge poorten van Bastion XIV schuilt vandaag een kunstencollectief. Aan de overkant van de stad werd met Parc de la Citadelle een uitgestrekte groene recreatiezone van maar liefst 12 hectare aangelegd op één van de punten in de gigantische ster. Wij slaan af naar rechts en fietsen onder de sporen van een rangeerstation door en zetten onze e-bikes aan de rand van Place Kléber slotvast in een fietsenstalling.

Het wedervaren met een gestolen Veloci Hopper in Bordeaux vorige zomer maakt ons erop bedacht dat onze elektrische fietsen met twee zware sloten deftig vast worden gemaakt. Alles in orde? Mooi dan stappen we over de grote Klewerplàtz met de toren van Cathédrale Notre-Dame de Strasbourg als referentiepunt. Het is bijna middag wanneer we de winkelstraat door zijn gewandeld en niet aan de verlokkingen van de gadgets bij Pylones hebben weerstaan. De grote beer vindt altijd wel iets waarzonder hij écht niet kan leven en van geld uitgeven krijgen we dorst. Terwijl we naar de oude gevels en scheve daken lopen te kijken, eindigen we op Place du Marché-aux-Cochons-de-Lait. Het terras van Brasserie Rohan lonkt met Alsation Coffee, dus ploffen we neer onder een grote parasol op de ‘biggenmarkt’. Om onduidelijke reden brengt de garçon een laagjeskoffie met Mirabel in plaats van Marc d’Alsace.

Scheve daken (Strasbourg) Cathédrale Notre-Dame de (Strasbourg) Café Alsacien (Strasbourg) Notre Dame (Strasbourg)

Strossburi

Ach wat maakt het mij uit onder de scheve gevel van het Hôtel des Arts smaakt de alkohol van gele pruimen even goed. Een goed varken lust alles, zei mijn vader zaliger altijd. Cris zijn pichet Pinot Noir scherpt de appetijt, die lust stilaan ook wel iets. Maar de straffe koffie heeft mijn eerste honger al gestild. We wandelen eerst nog een eindje langs het water en keren terug via het Palais Rohan. Eerder op de middag viel Winstub Le Tire Bouchon mij op, maar behalve Munster uit de oven of Bibeleskæs staat er niets van de streek op hun ardoise. Aan een tarte flambée heb ik feitelijk al genoeg, wat wilt gij? Choucroute vindt mijn anderhalve trouwboek doorgaans wel lekker, maar hij durft nu niet zo goed. Gerommel in de trommel en straks weer op de fiets is geen goed idee.

We stappen weer richting kathedraal met de drukke horecaterrassen errond. De rode luifel van Caveau du Gurtlerhoft trekt onze aandacht en daar priemt het zonlicht onder de bovenliggende etages door.  Achter de oude gevels verschijnt een groene oase waar mensen nog zitten te tafelen of keuvelen bij een laatste glas. Une table pour deux? Bien sûr, messieurs suivez-moi! De gastvrouw leidt ons naar een tafeltje in de luwte van de binnenplaats. Hier staan er wel Tartes Flambées Salées én Sucrées op de kaart, Flammekueche als plat en als dessert!  Ik hou het bij ééntje met Munster en een kwartje Pinot Noir. Eine kleine Nachtisch vielleicht? Cris lust nog een zoetje, ik hou het gewoon op een espresso met Marc de Gewurtz. e Güeter. e Bessere!

Caveau du Gurtlerhoft (Strasbourg) Caveau du Gurtlerhoft (Strasbourg)

Klein Frankreich

Na de late lunch klaart de hemel wat meer uit en wagen we ons aan een wandeling door La Petite France. Onderweg lopen we nog even langs Place Kleber, gewoon om te checken of de fietsen er nog staan. Alles in orde dus zetten we onze tocht voort naar de overdekte bruggen en de kanalen van het oude Straatsburg. ‘Klein Frankrijk’ is blijkbaar een uitvinding van de 20ste eeuw, voordien dichte men aan de drie Französelviertel andere benamingen toe: ‘am Pflanzbad’, ‘der Mühlenplan’ en ‘bei den Gedeckten Brücken’.  Ter hoogte van Place Benjamin-Zix, een plein vernoemd naar een meester-graveur, vinden we een scheef terras met een vrij tafeltje voor twee.

Het zou zonde daar niet even te pauzeren bij een glas terwijl in de oude sluis toeristenvaartuigen worden versast. Het loopt tegen apérotijd dus waag ik me aan een ‘Michel’: cidre Alsacien, eau-de-vie mirabelle et sirop de mûre. Cris vindt het al te warm voor straffere alcohol en houdt het op een Elzasasser tarwebier. Na een tweede rondje onder de platanen van La Corde à Linge maken we plaats voor andere toeristen. We kuieren verder langs het leerlooiershuis en door de steegjes van het quartier des tanneurs, zoals de feeërieke stadswijk in minder toeristische termen ook wel eens geheten wordt.

La Petite France (Strasbourg) La Petite France (Strasbourg) La Corde à Linge (Strasbourg) La Petite France (Strasbourg)

Rond de klok van vijf komen we terug bij onze fietsen om terug naar de camping te rijden, tot mijn wederhelft met verstomming geslagen zegt: mijn batterij is eruit. Wat? Dat kan niet. Vrijdag afgehaald, exact vijf kilometer op de teller en de accu eruit gepikt! Blijkbaar volstaat het een dun stukje metaal tussen het slot en de Bosch powertube te wringen om die uit een nagelnieuw fiets te halen. Een geluk bij een ongeluk: de Kettler e-bike is verzekerd. Maar dan moet er sito presto wel aangifte worden gedaan.

Légion étrangère

Google komt op de proppen met de Police Municipale en de Police Nationale. Die zitten verspreid aan het andere eind van de stad. Blijkbaar moet je buiten de kantooruren bij de laatste zijn voor een aangifte. Uit sympathie zet ik de motor van mijn Veloci ook maar af. Want mijn geplaagde vent trapt zich dood bergop en zonder ondersteuning. Het verhoogde dreigingsniveau in Frankrijk toont zich overal, vanochtend patrouilleerde het vreemdelingenlegioen precies al door de winkelstraten rond de kathedraal, hier aan de deuren van het Hôtel de Police houdt een para met mitrailleuse de wacht. Het lijkt wel een eeuwigheid te duren daarbinnen, want er mag per aangifte maar één persoon naar binnen dus hou ik buiten op een muurtje bij de fietsen de wacht.

Het is al ver over zeven uur, hij is even naar buiten gekomen en geeft er bijna de brui aan, wanneer een agente aan de deur verschijnt en roept: monsieur? Eindelijk het is aan hem om zijn beklag te doen. Ik breng verslag uit aan Wouter die is net klaar met werken en begrijpt net als wij niet wie er in godsnaam nu zoiets doet… Een batterij stelen, maar allez. En wat gaat ge nu doen!? Een nieuwe kopen he, wat kunnen we anders doen. Nog een half uur later komt Cris met een PV in de hand weer buiten. Schijnbaar verrast het de politie-inspecteur niet: Ah, ça c’est Strasbourg… Fietsdiefstallen en het stelen van dure accu’s is hier blijkbaar dagelijkse kost.

Große Kuschelbären kuscheln gern

Teddyberen (Strasbourg) Hallo, met de verzekering? (Strasbourg) Hôtel de Police (Strasbourg) La Petite France (Strasbourg)

Dat een met de sleutel gesloten batterij van een e-bike zo gemakkelijk en zonder schade kan gepikt worden zet wel aan het denken. Dan kan ik mijne fiets nooit nog ergens in een stad achterlaten, stelt de grizzly nuchter vast! Daar moet eerst een extra slot op. Eten maken hoeft niet meer wanneer we uiteindelijk terug bij de camper komen. Het wordt al bijna donker en de fietsen gaan er meteen weer achterop. Een fles wijn met wat knabbels om het leed te verzachten en een slaapwel voor de knuffelbeer in Bertem.

Ze hebben hier trouwens iets met teddyberen ik zag er in de stad aan verschillende gevels hangen en weet voor de duivel niet waarom. De voorbije zomer met z’n drieën in Rouen vroeg ik het mij ook al af. Onze enige echte knuffelbeer horen we morgenochtend opnieuw wanneer Cris op 700 meter van de camping een nieuwe batterij heeft gevonden. Duur grapje maar de verzekering beloofde ze integraal te vergoeden. Zo kunnen we deze week toch nog gaan fietsen.

 

Dinsdag 9 april

Traject: Strasbourg – Obernai, 33 km

We blijven deze morgen nog zo lang mogelijk staan tot de nieuwe accu bijna doorgeladen is. Net voor het uitcheck-uur rijden we van de camping af en zetten koers naar Robert Blanck, een France Passion-adres in Obernai. De wijnen zijn erop vooruit gegaan sinds we er tijdens een andere paasvakantie al een keer stonden, of dat leert de informatie op de website mij toch. Onderweg keert het weer en de grauwe wolken uit het westen halen ons hier vandaag toch al even in. Zo was het ook voorspeld en dat is perfect voor een proeverij en een wandeling door de stad. We komen aan rond het middaguur en parkeren overlangs bij de slijterij. We verlaten de snelweg bij Mont Sainte-Odile en volgen de route naar onze bestemming. Een jonge dame toont ons de exacte plek waar we 15 jaar geleden met de Konings motorhome stonden.

Vieilles vignes

Of we willen gaan proeven? Ja, natuurlijk daarom zijn we naar hier gekomen! Door de jaren heen is ons pallet geëvolueerd en vandaag koesteren we samen met Wouter ook een appetijt voor het product van oude wijnstokken. De gastvrouw steekt meteen van wal: Nos vins sont élaborés de parcelles âgées de plus de 25 ans sur nos coteaux les plus prestigieux. Et ils sont élevés en foudres de chêne centenaires. Les pieds de vignes étant plus âgés, leurs racines sont très profondes et leur production en raisins plus faible. Cela entraîne une richesse aromatique et une concentration des vins très intéressantes! 

We nemen graag de proef op de som. De ene na de andere cuvé verschijnt op tafel voor een uitgebreide proeverij. Aan het einde van het ganse gamma kruisen we onze favorieten aan en die worden voor ons met graagte uit de stock gehaald. Ze verkopen ook confituren en wat distillaten van bevriende producenten uit de streek. Nog een fles Marc d’Alsace voor eigen gebruik en eentje voor onze compagnon-de-route en een presentje voor Kristof en Marianne. Een karretje is niet nodig, ik draag de dozen wel. De winkeljuffrouw die ons de plaats aanwees heeft er geen goed oog in en sleurt zelf een paar dozen van de stapel mee. Merci!

Robert Blanck (Obernai) Robert Blanck (Obernai)

Pays de Sainte-Odile

Hoogtijd voor die wandeling tussen een paar overtrekkende buien door. Ik herinner mij een pleintje met een carrousel die staat er na al die jaren warempel nog altijd. We lopen de ganse winkelstraat langs tot aan de remparts en keren door een klein poortje in de vestingmuren terug. Het parcours van de stadsomwalling herinner ik mij ook en dat hoeft vandaag niet zo nodig. Wel een glas Pinot Noir op het terras van een taverne en dan op zoek naar een bakker voor morgenvroeg en een kaaswiel Münster. Dat vinden we in een speciaalzaak waar we ons laten verleiden tot een paar kilo onwelriekende kaas en een lading Tomme d’Alsace. Sous-vide vous pouvez les garder au frais pendant 3 mois.

Dat zal nodig zijn, want het hengsel van de papieren winkeltas snijdt onder het gewicht aardig min mijn vingers. Alsof de duivel ermee gemoeid is hangen ook hier weer teddyberen tegen een vakwerkgevel. Ze achtervolgen mij! Deze avond eten we de varkens côte à l’os die gisteren niet meer gebakken raakte. Na de verdere apéro in de camper en het avondmaal brengen we nog even verslag uit bij Wouter over de wijn en de uitspatting met de kaas. Hij lacht zich een bult als hij die rekening hoort. En waar we morgen naartoe gaan? Nog geen idee, Riquewhir misschien, of Colmar, nog een wijnboer of een camperplaats, gewoon ons neus achterna…

 

Woensdag 10 april

Traject: Obernai – Ribeauvillé, 40 km

Ping. 4:45. Morgen, antwoordt Wouter eindelijk want ik lig al een half uur op vinkeslag. Mijn dag is weeral goed. Het is hier nog 9 graden in de mobi. Juist de verwarming opgezet. Oei, lacht hij, dan is het hier warmer. Wacht ik kom af!  Na de berichtjes met onze compagnon-de-route grasduin ik vanonder mijn donsdeken door camperplaatsen in de omgeving. Wanneer het eindelijk opwarmt en de koffie al is gezet, kom ik uit bij Ribeauvillé. Daar opende een betalende overnachtingsplaats met voorzieningen bij de coöperatieve wijnmakerij. Dat valt te overwegen want quasi alle andere hotspots in de buurt hebben we ooit al wel een keer bezocht. Wouter stuurt nog dat we ons moeten amuseren en vertrekt naar het werk. Proberen we, maar ik mis toch een deel van ons nieuw samengesteld gezin. Uiteindelijk wordt ook Cris door het gerammel met het alaam van de wijnboer gewekt.

Wat denkt hij van Ribeauvillé? Of een France Passion juist buiten het ‘centrum’ van Riquewhir of toch doorrijden naar Colmar? Maar dat is misschien te zot om dan weer die extra kilometers omhoog te rijden als we langs Trier zouden gaan om te fietsen langs de Moezel. Een idee waar we gisterenavond nog op zijn gekomen. Ik las wat recensies en dat dorp oogt op foto’s uitnodigender dan het übertoeristische geval ernaast. Er zal voor vanavond ook wel ergens iets te eten zijn, ratel ik voort. Mijn wederhelft is nog niet helemaal wakker en vindt het allemaal goed zolang zijn vent maar goed gezind blijft onderweg. Wouter al gaan werken? Euh ja twee uur geleden al. De jonge dame die ons gisteren ontving op het erf van Robert Blanck komt net haar winkel weer openen en knikt vriendelijk wanneer de Autoroller behoedzaam van het domein naar de Route d’Ottrot rolt.

Ràppschwihr

Cave des Vignerons (Ribeauvillé)

We volgen de A35 tot afrit 20 Bergheim en Guémar, van onze bestemming géén spoor. Maar er is wel een filiaal van E. Leclerc op loopafstand van de camperplaats, handig en daar gaan we sowieso morgen nog langs vooraleer we vanuit de Elzas opnieuw richting Bertem vertrekken. Klokslag 11 uur parkeren we de Autoroller op de netjes aangelegde aire d’acceuil. Vrij zicht op het zuiden voor de satellietantenne, stroom en service inbegrepen bij de 15 euro voor de overnachting. Betalen kan gewoon met de kaart aan de automaat die je nummerplaat registreert en de slagboom opent. Wie drinkwater wil vullen moet dat nog met een 2 euro munt direct in de gleuf van de sanizuil op het servicepunt betalen. Dat is werk voor morgenvroeg, nu eerst iets eten en kijken wat we vandaag verder nog kunnen doen.

Ràppschwihr is feitelijk de naam, niet het verfranste villé, maar wihr net zoals andere dorpen hier in de buurt. Rorschwihr, Hunawihr en Riquewihr dat eigenlijk Rïchewïhr geheten wordt in het Elsassisch. Alles eindigend op wihr dus, Mittelwihr, Bennwihr, Ammerswihr, Wickerschwihr en Orschwihr dat eind jaren ’80 de naam van wir naar wihr veranderde gewoon om erbij te horen. De dorpskern ligt in een kom tussen de heuvels waar volgens de toeristische info niet minder dan drie feodale ruïnes op wandelafstand te vinden zijn: Château de Saint-Ulrich of Rappolstein, Château du Haut Ribeaupierre ook wel Hohrappoltstein of Altenkastel en Château de Girsberg. Ze bedoelen hier een stevige dagmars voor ons en een klein wandelingetje voor Wouter waarschijnlijk. Gezien vanaf onze bivakplaats lijkt het onbegonnen werk. Wat eerder langs de snelweg zagen we boven op een berg het middeleeuwse kasteel van Haut-Koenigsbourg al liggen en ik herinner me levendig de aanloop daarnaartoe.

Ménétriers d’Alsace

Liever dan op onze adem te trappen in een klim van 528 meter, blijven we op de begane grond. De weldadige lentezon en blauwe hemel van deze ochtend wisselen ondertussen af met laaghangende wolken. Zit de zon verscholen, dan voel je meteen dat het vandaag niet warmer wordt dan 14 graden. Door het park tegenover de wijncoöperatie komen we aan het begin van het langgerekte centrum. Al bij het eerste restaurant, Au Cheval Noir, zegt Cris: we kunnen ook eerst heel de straat omhoog lopen, maar we gaan toch altijd naar het eerste dat we zagen. Nog voor ik iets kan zeggen, duwt hij de deur open en stapt naar binnen om een tafel voor vanavond te vragen.

Uiteraard heeft hij gelijk, mompel ik tegen het manshoog beeld van een fluitspeler om de hoek. Een teddybeer aan het raam van de winkel er rechtover lacht mij uit. Wat is dat hier toch met die beren? Ik zie ze godverdorie overal. Tussen twaalf en één staan we voor de etalage van een snuisterijenwinkel waar ze Kougelhopf vormen aan de toeristen slijten. Ik moet en zál er dit keer eentje hebben, want jaren geleden stond ik er in Eguisheim ook al vitrine na vitrine begeerlijk naar te gapen. Kunt gij dat bakken, Stijn? Ik weet niet, maar ‘mijn lief’ misschien wel.

Je peux vous renseigner, vraagt een wat oudere vrouw vanachter haar toonbank vol spullen? Ce sont des mouls décoratifs ou vraiement pour la cuisine? Bien sûre, ils sont fonctionels. Cris kiest samen met mij twee identieke exemplaren uit en terwijl hij betaalt zoek ik naar het authentieke recept. De dame legt nog even uit hoe we de vorm het best gebruiken en vertelt er in één adem bij dat ze meestal gewoon als decoratie op de kast blijven staan.

Pfifferdaj

Dat het beeld van daarjuist niet zomaar een fluitspeler, maar een minnestreel is, leren we van Claudine Wirth. De guitige barmoeder van À l’Alsacienne, ‘Chez Cloclo’ voor de vrienden, vertelt honderduit over de commune waar ze is aangespoeld. Ze beklaagt zich over het veel te frisse weer en is blij dat we hier zijn beland, want de aandacht van toeristische gidsen gaat veel te vaak naar het minder fraaie Riquewihr. Dat hier jaarlijks een fantastische stoet uitgaat op Pfifferdaj of la fête des ménétriers, met houten paarden die tot aan de corniche van haar kleine café reiken, vertelde de Guide Verte van Michelin ons niet. Ruim vier uur later hebben we elke een litertje van haar zelf gefabriceerde wijncoctail en de smeuïgste anekdotes uit haar kleurrijke horecaleven geproefd.

Oei, we moeten maar eens terug naar de motorhome, zegt Cris: sebiet moeten we ons nog haasten om te gaan eten! Dat zwarte paard valt goed mee, zegt Cloclo terwijl ze nog snel samen met een sympathieke cafégangster voor onze vakantiefoto’s poseert. Un grand merci et à la prochaine! We sturen de foto wel door. Enige tijd later heeft Cloclo het memorabele moment al op haar Facebook-pagina gezet. Zalige madamme.

Cloclo and friends (Ribeauvillé)

Au cœur du vignoble

Wie naar de Elzas komt, moet ten minste één van de specialiteiten waar de streek voor gekend staat, geproefd hebben, wijn en Kougelhopf buiten de vergelijking gelaten: Choucroute, Flammkuchen, Munster, Baeckeoffe, Spätzle en Peperkoek uit de Elzas. De eersten hebben we al meermaals gehad, maar van pain d’épices enrobé du chocolat krijgt Cris nooit genoeg. Nog net voor sluitingstijd stappen we bij een snoepwinkel naar binnen omdat ze er die fameuze Lebkuchen verkopen. Een kwartier later staan we met twee keramieken bakvormen, een kilo snoepgoed en een paar extra flessen Marc d’Alsace terug bij de Autoroller. De camperplaats liep in de loop van de namiddag en avond bijna vol, dat wordt morgenochtend aanschuiven bij het servicepunt.

Wouter zijn broodje is weeral gebakken: fijne wijn, iets strafs voor bij de koffie en een ambachtelijk stuk aardewerk om op zijn keukenkast te zetten. Als we thuiskomen, kan hij weer met gespeelde gène jammeren: maar ge moet dat toch niet doen, ik krijg al zoveel! De pretlichtjes in de donkere teddyberenoogjes verraden dat hij stiekem toch graag souvenirtjes krijgt. Bakt dan maar eens zo een Kougelhopf voor uw venten, plaag ik hem wanneer hij de zak met vakantieherinneringen straks één voor één uitpakt. Maar ik heb geen deftige oven, lacht hij schalks. Ah ja, voilà dan moet ge maar terug bij ons komen wonen. Die oven komt nog wel…

Radbaldovillare

Au Cheval Noir (Ribeauvillé) Au Cheval Noir (Ribeauvillé) Au Cheval Noir (Ribeauvillé) Au Cheval Noir (Ribeauvillé)

Ik kijk er al naar uit om Wouter zondag zijn cadeautjes te kunnen geven, maar nu haasten we ons naar Au Cheval Noir voor Escargots à l’alsacienne of Weinbergschnecken Elsässischer Art. Soms is het mij hier niet zo duidelijk of we hier in het Frans dan wel beter in het Duits bestellen, want de ene Alsacien is de andere Elsasser niet. Et comme plat les rognons de veau à la moutarde à l’ancienne, gaan we dan toch in het zwierige fransoos verder. Kalbsnieren mit körniger Senfsosse und Spätzle, klinkt op een avond als deze bijlange niet zoetgevooisd genoeg. De smulpaap lust nog een zoete Tarte flambée, zijn oude vent nur ein Elsässer Kaffee. Zum Wohl!

Het is aardedonker wanneer we rond tienen terug bij onze rijdende jeugdherberg arriveren. Links en rechts van de Autroroller brandt er nog een lichtje achter de ramen of speelt er een tv, maar ik kruip mijn bed in want een half uur eerder ging onze compagnon in Bertem al naar bed. Hij kan eens uitslapen morgen en wij moeten ook niet direct weg. Aan tafel kwamen we op het idee eerst een dagje te gaan wellnessen in Saarbrücken en in het laatste weekend nog te gaan fietsen vanuit Trier of ergens langs de Moezel onderweg naar huis. Alleszins voor we hier vertrekken gaan sowieso nog langs ons favoriete warenhuis.

Au Cheval Noir (Ribeauvillé)

Donderdag 11 april

Traject: Ribeauvillé – Saarbrücken, 181 km

Het was weer ijskoud vannacht en ik ben om zever uur uit bed gekropen om de elektrische bijverwarming aan te zetten. De stroom is toch betaald en gas moeten we straks anders weer bij gaan tanken. De koffie is al gezet en met een mok in de hand zit ik de Calypso Thermen te bestuderen en vooral de nabij gelegen camperplaats. 7u53: Ping. Morgen. Goed geslapen daar? Goedemorgen, met een plagend ‘lief’ erbij. Redelijk toch, ik droomde dat de Russen u kwamen halen en werd half de nacht roepend wakker in de camper. Cris schrok zich een ongeluk en mompelt nu vanuit zijn bed: doet Wouter de groeten, als ge gaat facetimen sta ik ook op. Hij mist de ontbrekende vent in ons triumviraat waarschijnlijk even hard, maar slaapt wel voort.

Een uur verder in het gesprek stuurt mijn anderhalve trouwboek zelf, goedemorgen ben wakker. En of Wouter iets nodig heeft uit de Leclerc? Nee het is goed zo en ge moet dat toch niet doen! Maar onze derde man komt te laat met zijn goede raad, er steekt al een resem souvenirs in de koffer. Dan brengen we wel iets voor Billy mee. De dag schuift gestaag richting middaguur en het is tijd om iets in het huishouden te doen ginder. Wij moeten hier trouwens ook eens gaan aanschuiven bij het servicepunt. De ene na de andere motorhome, gaat er lozen en water innemen vooraleer ze weer verder trekken. Een kwartiertje voor het verstrijken van ons parkeerticket zijn we klaar en rijden de camperhaven af. Hier komen we nog eens terug en als ’t God belieft nog eens chez Cloclo. 

Plaats zat op de parking van de grande surface en we zijn niet gehaast. Gewoon kopen wat nodig is en dan de Bip&Go nog eens testen op de péage rond Straatsburg en terug naar Saarbrücken. Als ik er tegen kom: ruitenwissers voor de Transit, want die erop zitten waren in de zomer al versleten. En mochten we iets leuks vinden nog iets voor onze kameraad, want hij hoort al een dik jaar gewoon bij ons gezin. We lopen nog maar net tussen de winkelrekken en mijn wederhelft roep al: oh kijk hier een speelgoedje voor Billy! Elders gris ik een pak koffiebonen uit de Elzas mee, die slurp ik ’s morgens bij Wouter thuis zelf mee leeg. Net als een alternatief voor de fles calvados die we onderweg naar Bretagne bij Ferme de Billy gingen kopen.

E. Leclerc (Ribeauvillé)

En avant maintenant

Als de boodschappen opgeborgen zijn, breng ik verslag uit aan onze halve echtgenoot: nieuwe ruitenwissers gekocht, mocht het onderweg nog regenen. Die antwoordt: ziet er wel mooi weer uit daar, hier bewolkt en regen. We zijn voorbereid op onze terugreis! Nu al terug, vraagt Wouter? Neenee, stuurt Cris terwijl ik al achter het stuur zit: vandaag gaan wellnessen in Saarbrücken. Morgen waarschijnlijk naar Trier en fietsen langs de Moezel. Dat deden we vorig jaar met onze knuffelbeer ook in Klüsserath. Hij vertrekt naar het werk. Ik wil nog goedkope diesel tanken, maar dat laatste blijkt geen sinecure. Een vrachtwagen staat al een kwartier aan de enige pomp waar de overkapping hoog genoeg is voor onze camper. Dat gaat hier nog effe duren, grommel ik, want die is de brandstoftanks van het benzinestation aan het vullen.

Rij gewoon voort, zegt Cris. Euh en hoe moet ik hier weggeraken, grommel ik? Gewoon achteruit wegdraaien. Dan moet ik een kilometer terug of spookrijden op de sens-unique en over de inrit van de parking naar de straat! Doe dat dan, antwoordt mijn wederhelft gelaten en sommeert mij over het fietspad te rijden omdat er een boze fransman klaar staat om binnen te rijden. De opgekomen ergernis klaart onderweg op samen met een regenbui rond Straatsburg. Kort na de middag stoppen we op een aire de service langs de A4 om te tanken en een broodje. Het voelt buiten bijna zomers aan dus schuiven we gezellig de voeten onder een pic-nic-tafel in de stralende lentezon. Na een meeneemkoffie rijden we in één ruk door naar Erlebnisbad Calypso en met de Bip&Go zelfs aan 20 km per uur door het poortje van de télépéage. Oefening baart kunst!

En route (A4 Straatsburg - Saarbrücken)

We parkeren ons op de Wohnmobilstellplatz bij de 50 ha grote Deutsch-Französische Garten. Tegenover ons aan de bosrand staan een campervan uit Nederland en een grote integraal met Frans kenteken, waar ik onze Autoroller niet meteen tussen hoef te parkeren. Ik hou van de open ruimte en ga aan de overkant staan, dan hebben we straks zeker nog beeld op de satellietantenne. Rechts van ons aan de rand van het verharde terrein staat een grote houten woonwagen die onmiddellijk tot mijn verbeelding spreekt. Ik zie ons hier straks al tussen de Bohemers staan. Is dat hier wel veilig zo op een gratis camperplaats achter een autoparking? De Fransman bespiedt onze bewegingen achter zijn grote voorruit en duikt weg wanneer ik hem in de ogen kijk. Bon, die houdt alles wel in het oog terwijl wij de rest van de namiddag schaamteloos in de FKK sauna’s gaan ontspannen.

’s Avonds bakken we de noodles die we voor de eerste avond in Rodemack veiligheidshalve van thuis hadden meegenomen. Ik stuur nog iets naar onze compagnon net klaar moet zijn met werken. Hoe werkt onze vent morgen? Kwestie dat ik op tijd wakker ben als gij goedemorgen stuurt! Nog een glas wijn en ons bed in hier. Hij zegt wat later ook slaapwel terwijl ik al onder zeil lig. Slaap lekker, antwoordt Cris voor ons beiden want na de laatste Aufguss en de fles Dark Horse viel ik als een blok in slaap.

 

Vrijdag 12 april

Traject: Saarbrücken – Pommerloch – Bertem, 335 km

Nu lig ik ongeduldig te turen naar mij gsm. Goedemorgen. 4:30. Ping. Dag, stuurt hij terug, met een zwaaiend handje. En of hij goed geslapen heeft? Gaat wel. Ik ga hier de boiler opzetten en de afwas van gisterenavond doen. Zo vroeg al, lacht Wouter? Ge gaat een week knuffels en kussen moeten inhalen bij de koffie ’s morgens. Bereid u maar voor op een overdosis liefde! Cris is ook wakker en stuurt zelf een goedemorgen naar Wouter. Stijn, ik denk dat we beter ineens naar huis rijden, zegt hij eerder voorzichtig alsof ik er een drama van ga maken. Help mij eens recht, mijn rug zit precies weer vast. Ik heb geen oog dicht gedaan van de schrik weer in een kramp te schieten en met dat goederenspoor hier. En ik die dacht dat de eerste trein mij om 4u had gewekt.

Oei dat is niet goed, veel pijn dan, vraagt onze derde vent bezorgd? Niet zo erg als de eerste keer met u in Berlijn, maar het komt toch in de geburen, antwoordt Cris terwijl hij een zware pijnstiller inneemt. Ach dan zijn we gewoon een dag eerder thuis he, zeg ik nog tegen Wouter. Ik vind het niet erg want ik mis u hier een beetje. Zullen wel iets laten weten straks! Hij gaat werken en ik help mijn wettige echtgenoot uit het camperbed. Half de nacht arriveerde hier naast ons nog een Engelsman, vertelt die wanneer hij zijn rug in de haak probeert te wringen. Hij verschrok zich een lumbago, mocht hij die nog niet hebben gehad, toen er in de motorhome naast ons gestommel was. Dat klonk juist of ze zaten hier bij ons binnen!

Déviation

Ik heb er zelf niks van gemerkt, pas toen ik buiten keek of het al licht werd wanneer een voorbij denderende trein mij wekte. Zonder file rond Luxemburg en op de E411 zijn we er tegen de middag al. Onder invloed van zijn pillen, knikkebolt onze anderhalve trouwboek al na de eerste kilometer Autobahn. Enigszins verontrust door de weinig ergonomische positie van mijn ronkende vent, valt het mij op dat ikzelf ook lage rugpijn begin te krijgen en veel te gespannen het stuur vast hou. Marianne had mij nog gewaarschuwd om wat op te letten. Net dan stuurt zij of we onderweg in Duitsland misschien nog Jacobs koffie kunnen kopen? Cris schiet wakker en antwoordt: net in Luxemburg zullen gaan kijken.

We waren zinnens om in één trek naar Bertem te rijden, maar hernavigeren graag richting onze favoriete Knauf shopping in Pommerloch, dat is maar 35 km om. Wel een uur langer rijden, hoe kan dat, vraagt mijn lichtjes gedrogeerde echtgenoot verwonderd? Euh wat denkt ge zelf… Daar ligt maar één autostrade en van Luxemburg-stad naar Bastogne het is het allemaal kleine baan. Toch maal ik er niet om, kunnen we zelf ook nog wat rommel kopen voor thuis. Daar wacht mij toch alleen de was en de plas tot onze troetelbeer na zijn werk hopelijk even langs komt. Anders is het tanden bijten tot 5:15 morgenvroeg en eindelijk weer Wouterkoffie.

Niet over het lijntje, Stijntje (Pommerloch) Restaurant Carème (Pommerloch) Jacobs Kaffee (Pommerloch) Hunnegbär (Pommerloch)

Nounours Hunnegbär

Eerst naar het warenhuis koffiebonen kopen voor onze vrienden die voor het weekend aan zee zitten. Shoppen in Luxemburg betekent steevast ook een lading Spätzle, Knödel en Klösse kopen. De goedkope alcohol probeer ik te omzeilen, maar dat is buiten Cris gerekend. Zijn pillen lijken te werken. Uiteindelijk staan we met een karrevracht koffie en wat flessen Kirsch en Quetsch terug bij de Autoroller op de parking. Bij het aanschuiven voor de kassa zag hij nog net een glazen teddybeerfles met een onbestemde Luxemburgs likeurtje. Moeten we die niet meepakken voor hem? Natuurlijk!

Het is ondertussen bijna middag dus lopen we nog even terug de shopping binnen voor een lichte lunch en wat etalages kijken. Er is gelukkig nauwelijks file en rond een uur of drie, half vier, staan we terug op onze eigen hof. De souvenirs en wat bederfbaar is gaat er nu al uit, de mobi verder leegmaken doen we morgen wel. Alleen de fietsen er nog af en de was in de machine, dan is het ongeduldig wachten of ons schattige vriendje straks nog dag komt zeggen eer hij zijn bed in kruipt. Hij is moe, maar hij komt. Wij content en zijn teddyberenoogjes blinken weer wanneer hij te veel cadeautjes krijgt. Morgen, na de ochtendkoffie, schijnt de zon en droogt de was terwijl ik plannen maak voor een zomer vol vakantiegeluk!

Camping Bertem