Elzas & Lac de Madine

Paasvakantie 2009

Route via Google-maps

Zaterdag 4 april

Na inkopen te hebben gedaan, gaat het richting E42: via Brussel naar Luxemburg en verder naar Metz. We hadden graag onze trip naar de Elzas gestart in Straatsburg, maar een NAVO-top en het bezoek van Obama heeft aardig wat roet in het eten gestrooid. Sinds gisteren al wordt de stad belegerd door tienduizenden kleinlinkse manifestanten. Ze bezetten de Europawijk, voeren oorlog tegen de ordediensten en richten zinloze vernielingen aan. We zijn ergens ter hoogte van Wellin en Tellin op de snelweg wanneer mijn moeder, lichtjes overslaand in paniek, opbelt: ik moet haar beloven dat we ons zeker dit weekeinde niet in de buurt van de onlusten zullen begeven. Ik stel haar gerust: wij zijn nog steeds in België en zullen voor deze eerste etappe halt houden in Metz. Cris navigeert met zijn nieuwe TomTom naar een camperplek, gelegen aan de breed stromende Moezel bij de camping communale.

Metz

Wanneer we daar eindelijk aankomen staat deze mixed parking met een achttal plaatsen voorbehouden voor campers, al nokvol. Het is nog vroeg in de namiddag en we parkeren ons tijdelijk ergens tussen de personenauto’s, om al wandelend een bezoekje te brengen aan het historische centrum met de Kathedraal. Metz – ‘mez’ uitgesproken zo leren we later van een behulpzame Française – blijkt een stemmige stad te zijn, badend in het lentezonnetje. Zeg maar lentezon want het is er best warm. De Heilige Trudo – stichter van mijn geboortestad – werd hier nog tot priester gewijd, onbewust doceer ik een stukje geschiedenis dat ik ooit zelf eens ingeprent kreeg. Ik oefen stiekem mijn leraarscapaciteiten op Cris, die lijdzaam als altijd toehoort wanneer ik futiele wetenswaardigheden uit mijn geheugen opdis. Terug bij de motorhome gekomen is er nog steeds geen plaatsje vrij, we pluizen er onze reisgidsen op na en prikken een overnachtingsplaats wat verder op weg richting Elzas: La Petite Pierre, volgens Michelin loont het de omweg.

De ‘péage‘ voert er ons tegen redelijke prijs heen. Deze middeleeuwse stadskern is gelegen aan de rand van het Parc Naturel Régional des Vosges du Nord, ideaal voor fikse wandelingen en fietstochten door de ongerepte natuur maar wij komen dit keer voor de wijn en de gastronomie. In het dorpje aangekomen snellen we in zeven haasten het steile straatje naar de parking (foto rechts) voor het toerismekantoor voorbij, waar we volgens de Campergids kunnen overnachten. Enkele haarspeldbochten later kunnen we pas omkeren, bij valavond staat onze mobi netjes gestald. Aan de rand van het plein staat al een camper met Belgische nummerplaten, helemaal dicht en zichtbaar klaar voor de nacht. Vlakbij zijn er kraaknette publieke toiletten, gratis tijdens de dag. Wij laten onze mobi achter en stappen terug naar beneden waar we een brasserie vinden tussen de talrijke hotels: in Le Puits Gourmand staan “Flammekuchen” op het menu en iets wat onder de specialiteiten van de Elzas vermeld wordt als “Grumbeereknepfel”. Cris houdt het op een hem bekend gerecht, ik laat me verassen door iets lekkers – maar enkel de kok weet wat. Na een verkwikkende maaltijd keren we terug naar onze motorhome, op één twee die staat de schotel uitgericht, kijken we nog wat televisie en kruipen onder de wol.

La Petite Pierre
La Petite Pierre

Zondag 5 april

Palmzondag, al vroeg komen wagens met Franse en Duitse kentekens het pleintje opgestoven. Dames en heren op hun paasbest gekleed stappen uit hun auto’s richting dorpskerk, waar de klokken al eventjes aan het luiden zijn om de gelovigen uit de omgeving te lokken. Onze Belgische buren haasten zich weg, terwijl wij ons nog wagen aan een wandelingetje over de oude burcht en langsheen het kerkpleintje waar we mee kunnen genieten van gregoriaanse klanken en geurige wierook. Nog even wippen we binnen bij een minuscuul winkeltje waar de lokale producten naar Cris lonken en dan buigen we ons over het vraagstuk: waar voert de reis ons heen vandaag ? In tegenstelling tot eerdere trips zijn we dit keer vertrokken zonder een duidelijk reisdoel, de meest nauwkeurige aanduiding was “den Elzas”. We duiken opnieuw in de reisgidsen en pikken er Saverne uit.

Saverne

Bij de kasteel kan er overnacht worden, volgens de Campergids is er plaats voor ruim 50 motorhomes. We volgen TomTom en ter plaatse aangekomen, merken we dat onze buren van de voorbije nacht hetzelfde idee hebben gehad. Het blijkt een vriendelijk echtpaar uit Beringen, we maken een praatje en vernemen dat zij van hieruit verder zullen trekken naar Obernai. We nemen afscheid en wandelen naar het centrum. Aan de andere kant van het imposante kasteel gekomen, vestigt Cris mijn aandacht op het merkwaardig feit dat ‘de natuur roept’. Zeer bevreemdend, de eerste dagen van een reis roept moedertje natuur hem normaal gezien nooit. Desalniettemin is dit zonder meer een positieve ontwikkeling die we wensen te stimuleren, dus zoeken we een zonnige caféterras op. Terwijl ik wacht op het witte wijntje voor Cris en mijn petit café, zoekt mijn liefhebbende echtgenoot het sanitair op. Ik graai ondertussen mijn groene gids uit mijn zak, hopend mezelf wat te verdiepen in de geschiedenis van het Rohan-kasteel achter mij en Saverne in het algemeen. Eén blik op de reisgids laat me in schateren uitbarsten. Haastig heb ik niet de editie Elzas-Vogezen uit de motorhome meegenomen, maar het boekje over de Bourgogne! Het loopt ondertussen al tegen het middaguur wanneer we in de winkelstraat met vakwerkhuisjes op zoek gaan naar een bakker. Aangezien geen van beiden zin heeft om achter de gaspitjes van onze camper te gaan kokkerellen, stappen we het terras van ‘Ami Fritz‘ op waar we in sneltempo een dagmenu geserveerd krijgen.

Het is zondag en uitstekend weer, de stokbroden vinden we, maar dit ingedommelde stadje kan ons verder niet echt bekoren. Enkele kilometers verder naar het zuiden treffen we een France Passion adresje dat interessant oogt: Robert Blanck (foto links), in Obernai. Het is vijf uur en zomers warm wanneer we het erf oprijden. Een fraai wijnbouwersbedrijf net buiten het stadcentrum van Obernai; we worden enthousiast onthaald door de golden retriever des huizes. Een vriendelijke dame wijst ons een plek aan waar we mogen parkeren voor de nacht en is blij te horen dat we ook meteen willen langskomen voor een proeverij. Even later staan we terug bij onze camper met wat flessen Pinot Gris en Noir.

Robert Blanck - Obernai
Obernai

We maken ons op voor een wandelingetje naar de oude stad. Op Place l’Etoile serveren ze een pittige Erdinger op een terrasje – de Elzas is dan ook een regio van bier én wijn. Verbazingwekkend, Cris voelt opnieuw de nood aan een toiletbezoek. We schrijven geschiedenis! Gelaafd door het gerstenat wagen we ons aan de wandeling langs de voormalige stadsomwalling, dit keer met de juiste Michelin onder de arm. Het is nog steeds behoorlijk warm en de straatjes krioelen van de toeristen, uitnodigend maar dit keer moet ik nodig… Nadat ik de openbare toiletten recht tegenover het domein van onze gastheer aan een deugddoende inspectie heb onderworpen, vullen we de rest van deze bijna zomerse avond met wat TV. De stokbroden die we deze middag kochten smaken, ook al zijn ze van gisteren.

Maandag 6 april

Na een stevig kop koffie en het ochtendtoilet prikken we onze volgende bestemming: Haut-Koenigsbourg, een unieke burcht gelegen op een luttele 800 meter hoogte als we de glossy foldertjes van onze gastvrouw mogen geloven. Op een boogscheut van onze overnachtingsplek vandaan vinden we het in roze zandsteen opgetrokken kasteel, de brochuurtjes hebben geen letter overdreven. De weg ernaartoe is even impressionant als het bouwwerk zelf, vooral wanneer je het zelf niet zo op hoogte begrepen hebt. Onderweg passeren we Motagne de Singes, als we het bezoek aan de burcht overleven gaan we bij onze apenfamilie beslist ook even langs.

Haut-Koenigsbourg
Haut-Koenigsbourg
Haut-Koenigsbourg
Montagne de Singes

Cris heeft ondertussen in de groene Michelin ontdekt dat we ook vlakbij Europapark zijn, een attractiepark net over de Rijn en de Duitse grens dat je zéker moet bezoeken als je in de buurt bent. Een blik op de Campergids leert ons dat er daaraan ook een camperplaats voor ruim 200 motorhomes is verbonden, met servicepunt en we moeten nodig onze cassette legen. Redenen te over om het uitstapje over de grens te verantwoorden, bovendien zou het mijn lieverd zeer plezieren om in de roetsjbanen plaats te kunnen nemen. Aan mij is zulk vertier helaas niet besteed.

Na het bezoek aan het slot van Haut-Koenigsbourg knikken de knieën van Cris net te hard na om de wip over de Rijn te maken, dus ik stuur onze Ducato naar Europapark. Het weer is nog steeds zomers. Met aanhoudend gejoel op de achtergrond, van gewillige slachtoffers in een rollercoaster, draaien we de luifel uit en gaan de fietsen voor de eerste keer van het rek. Tijd voor een sportievere aanpak. Liever dan meteen geld in de zakken van het pretpark te storten, fietsen we naar de eerste de beste gelagzaal in het dorp. Rust bei Freiburg, zo wordt het plaatsje geheten, maar rust zullen ze hier niet vaak hebben met deze waanzinnige speeltuin in hun achterhof!

Onze dorst wordt snel gelest met enkele frisse Erdingers rechtstreeks van het vat in stenen kroezen geserveerd. Terug bij de motorhome gekomen probeer ik even mijn Internet Everywhere, werkt perfect maar niet altijd blijkbaar. Het ‘snel even mijn mails bekijken’ wordt een hele kruisweg: ik kan maar net de mailserver van mijn werkgever aanspreken, de rest van het wereld wijde web geeft niet thuis. Pas om tien uur ’s avonds lijkt de verbinding plots wel voldoende bandbreedte te hebben. Ergernis. Morgen naar het pretpark en daarna zetten we koers naar Riquewihr – terug in de Franse Elzas.

Dinsdag 7 april

Al vroeg duik ik uit de alkoof met een kop zwarte troost. Nog even voor ik Cris wek, sta ik buiten in de ochtenddauw wanneer de Europa-muis in een oldtimer Mercedes me vrolijk toewuift. Tijd om ons aan het avontuur te wagen. Nog maar net bij de uitgang van de camperplek vallen de eerste druppen. Snel halen we onze regenschermen, die overigens voor de rest dag louter ballast zullen blijken te zijn. Lichtjes oververhit door de duizelingwekkende speeltuigen en dezelfde verzengende zon die ons de voorbij dagen gunstig was, komen we halfweg de namiddag terug bij de mobi. Nog even uitvlooien hoe de sanistation werkt en dan op naar Riquewihr. Dit dorpje werd me ernstig aanbevolen door een ervaren Elzasganger op het thuisfront.

De camperplaats is niet meer dan een parking net buiten het dorp, met een sanizuil die overigens in niet bereikbaar is met de motorhome wanneer er auto’s op de parking staan. Het enthousiasme is bij Cris enigszins getemperd: het eerste reisgeschil kondigt zich aan. Meestal komen we sneller in dit stadium. Toch maar uitwijken naar een France Passion adres in het naburige dorp of naar de camping communale ? Onverhoeds vertrokken, staan we daar dan bij de camping langs de D1b even buiten het dorpje. Het lijkt wel een voltreffer: voor 15 euro hebben we er beschikking over alle faciliteiten en maken we ons op voor een rustige nacht. Er staan bomen dus even kijken of onze schotel haar satelliet vindt. Geen Astra in het vizier dus verplaatsen we ons, aangezien we toch naar believen een plaats uit te kiezen hebben.

Riquewihr

Als de motorhome goed staat voor de nacht, stappen we op onze fietsen en klimmen ruim een kilometer terug weer het dorp in voor een glaasje Pinot Noir op het laatste terras in het avondlijke straatje waarrond het toeristische leven zich ontwikkelt. Terwijl we daar zo zitten te genieten gaat mijn gsm: het is Jan, we proberen af te spreken voor het Paasweekend aan het Lac du Der, met matig succes. We bellen hem wel terug wanneer we meer details hebben omtrent de plaats van afspraak, zelf wachten we ook nog op de coördinaten. Na de derde karaf van het donkerrode goedje en een lichte maaltijd ondernemen we een poging onszelf weer in het zadel te hijsen en af te dalen naar de camping waar onze alkoof op ons wacht.

Woensdag 8 april

Het weer is wat minder vandaag, dikke wolken pakken samen aan de hemel wanneer ik enkele liters water insla en de cassette nog eens leeg. Snel nog even profiteren van de stroom om te stofzuigen, Cris overlegt ondertussen druk met Brigitte – onze vrienden zullen het Paasweekend niet aan het Lac du Der staan maar aan het Lac de Madine, voordelig voor ons want een luttele honderd kilometers dichterbij. Snel wat afgesproken en nu gaan we op weg naar wijnhuis Jean Baptiste Adam in Ammerschwihr voor enkele flessen van de Pinot Noir die we gisteren in vlotte hoeveelheden wisten te smaken, Cris vindt het adres probleemloos in zijn TomTom. Niet te verwarren met de naamgenoot Pierre Adam in de FP gids, hier zullen we bij een volgende reis een langs gaan, nu moeten we verder richting Kaysersberg.

In één van zijn vorige jobs leerde Cris de excellente Pinot Gris van Anne Boecklin kennen, meermaals bekroond met zilveren en gouden medailles. Hij telefoneerde vanochtend nog met mijn moeder om het exacte adres te achterhalen. Aangekomen op de camperplaats van Kaysersberg vindt mijn slimme echtgenoot de Cave Vinicole de Kientzheim-Kaysersberg in de poi’s van zijn TomTom terwijl ik de fietsen van de drager haal. Maar de anders zo trouwe gps stuurt ons een knobbelstraatje in dat weg leidt van het centrum en we maken een mooie fietstocht maar de blonde lokken van Anne Boecklin zien we nergens. Enigszins teleurgesteld keren we terug naar de winkelstraat waar we ons op een willekeurig terras neer laten zakken om nog maar eens een andere Pinot Noir te proberen. Het blijkt een Boecklin te zijn en Anne woont hiernaast! De sombere maar nochtans aardig warme dag klaart hierdoor helemaal op…

Kaysersberg
Kaysersberg

Wanneer we terug op krachten zijn gekomen en we onze liquoreuze aankopen in de kofferruimte van onze motorhome hebben gestouwd, fietsen we de andere kant op naar Kientzheim waar de feitelijke kelders van Boecklin gelegen zijn. Het weer is nog steeds schitterend en via de wijnberg keren we terug, het dorp schittert in de felle voorjaarszon. Onderweg komen we voorbij een supermarkt, handig. We gaan er op zoek naar een overtrek in stretch want de traagschuimmatras in onze alkoof is gedeeltelijk afgerond en daardoor flikkert het katoenen onderlaken telkens weer eraf. Geen ramp maar een knap vervelend, vooral als je van plan bent lekker rond te wroeten. Dekbedden en peluwen met hopen, maar beddengoed neen dat niet. We nemen er vrede mee en storten ons dan maar op de fijne vleeswaren in het koelvak.

Kaysersberg - Kientzheim
Kaysersberg

Straks willen we gaan eten, dus we zetten onze stalen rossen terug op het rek. Wanneer onze fietsen vastgemaakt zijn, slenteren we nog eens het dorpje rond maar de meeste restaurantjes lijken vandaag hun wekelijkse rustdag te hebben ingeroosterd. Het is trouwens nog ruim een uur te vroeg, dat hebben we uit vorige trips onthouden, want de fransozen magen beginnen pas vanaf 19u te grollen. We ploffen ons achterwerk met opkomende zadelpijn dan maar terug neer op het terras van “Caveau du Schlossberg” voor een aperitief, gevolgd door een typische ’tarte à l’onion’ en een ‘pierade’ van vijf soorten vlees. Voortreffelijk. Geheel voldaan kijken we nog even wat doelloos televisie en dan toch maar naar bed.

Donderdag 9 april

Dit wordt onze laatste dag in de Elzas, vandaag staat Colmar op het programma daarna gaan we op zoek naar het Lac de Madine waar we afgesproken hebben met onze vrienden. De rit naar Colmar duurt niet lang, Cris navigeert naar een plek voor campers in het centrum, dit blijkt niet meer dan een enkele parkeerstrook vlak langs een eerder drukke weg. Alle andere parkeerplaatsen en pleinen hebben hoogtebegrenzers, ze zullen hier wel weten waarom. Dan maar naar een France Passion adres vlakbij: Domain du Wolfloch, met de fiets amper vijf minuten van het centrum. De aanblik van het erf is allerminst uitnodigend, maar het hartelijke welkom en het gesprek met de eigenaars des te meer: “Parkeer u op het erf, blijf vanavond eten dan proeven we onze wijnen, maar bezoek eerst Colmar want als jullie eerste de proeverij afwerken en dan met die zon, ai ai ai…”

Domain du Wolfloch - Colmar
Domain du Wolfloch - Colmar

Véronique blijkt een praatgrage sympathieke dame van Waalse origine, gehuwd met Philippe Laval, wijnbouwer wiens ganse familie enkele honderden kilometers naar het noordwesten champagne verbouwt tussen Epernay en Troyes. Na ons bezoek aan het historische centrum en de zeer toeristische straatjes met vakwerkhuizen en pleinen met toeristen, maken we ons klaar voor een bezoek aan het gelegenheidsrestaurant du Wolfloch. Op het menu: traditionele Tartes Flambées (Flammekuchen), handgemaakt met liefde voor het vak én met de beste producten. Wij zitten, naast de motorhome in onze stoeltjes, voor het avondmaal nog even te genieten met vrij zicht op de besneeuwde toppen van Ballon d’Alsace en diens kleine broertje ‘Petit Ballon’.

Tijdens het eten – ik stel voor dat onze gastheer en vrouw mee aanschuiven – duiken à la limite nog twee paar Franse campingcarristen op, geen probleem de vrouw des huizes duikt terug achter haar fornuis en serveert hen luttele minuten later een stevig maal. We onderhouden ons over wijnen, toeristen en zelfs wat Belgische politiek tot laat in de avond, afwisselend met hem en haar. Enorm charmant: een aanrader voor wie behalve steden en natuur ook graag wat mensen wil leren kennen. Hier komen we ooit terug !

Vrijdag 10 april

Na een weldadige nachtrust gaan we onze bestelde wijnen ophalen en nemen we afscheid van Véronique en Philippe. Cris drukt onze immer kwebbelende gastvrouw ons bedankings- en visitekaartje in de hand terwijl ik nog een welgemeend woordje in hun gastenboek neerschrijf. Het mocht ook in het Nederlands – gelukkig maar. Vanmiddag vertrekken zij met een camionette vol flessen wijn naar Ferrière, ergens achter Luik, waar ze aan een beurs deelnemen. Mochten ze in de toekomst nog in België zijn, dan zullen ze een e-mailtje sturen zodat wij eens langs kunnen komen. En dat zullen we zeker doen!

Philippe geeft ons nog snel wat directieven om de tocht terug naar het noorden aan te vatten: de tunnel is sneller en te betalen, de cols zijn trager maar ook véél mooier. Cris neemt het eerste deel van de ruim 200 kilometer voor zijn rekening, behendig maar voorzichtig stuurt hij onze Konings op een hoogte van bijna 1000 meter tussen de besneeuwde flanken van de Col du Bonhomme. Pas wanneer we aan de andere kant van de Vogezen helemaal zijn afgedaald, neem ik het stuur over en volg TomTom die ons via de routes nationales bij onze ‘aperitivende’ vrienden aan het Lac de Madine doet aankomen.

Lac de Madine
Lac de Madine

Het is een hartelijk weerzien. Vanavond komen ook Jan en Luc nog met de kinderen. Zondag verwachten we onze Leuvense overburen, die de ganse week bij ons thuis hebben ge-hond-sit, ze komen met de auto en zullen voor de nacht bij ons logeren. We vertoeven hier nog tot maandag ergens in de namiddag, dan vertrekken de werkenden terug naar huis. Uitkijkend naar een volgende korte vakantie.